Voorspelling voor Job Cohen en de PvdA belooft weinig goeds

Kritisch PvdA-er en mede-initiatiefnemer van een nieuwe beweging tussen D66, PvdA en Groen Links Marcel Duyvestijn voorspelt er fiks op los. Over Job Cohen laat-ie het volgende wetenMet een emotionele toespraak neemt hij afscheid van de politiek. In april. Na afloop blijft het minutenlang stil. Het is koud. De film die later van hem wordt gemaakt door Eddy Terstall wordt een kaskraker. De laatste scene, waarin Job zijn PvdA-pyjama hoog optrekt en naast Lidie in bed gaat liggen om in haar oren te lispelen dat hij van haar houdt, gaat de hele wereld over. De zin: ‘Job, je hebt koude voeten’ wordt een oneliner van formaat. Zelfs de herkozen Obama refereert eraan.

Job Cohen ligt onder vuur en vecht een verloren strijd. Of het nou aan zijn partij ligt die in deplorabele toestand verkeert of aan Cohen zelf doet niet eens ter zake. Hij en zijn staf worstelen nu al anderhalf jaar met het vinden van de antwoorden op de vragen voor de toekomst. De achterban wil een linkse koers, dus Cohen schetst een linkse koers in zijn Kerdijk-lezing. Voor de slachtoffers en de kanslozen. En keer op keer loopt Cohen in de tactische val van een twitterende Wilders.

Foto: PvdA-leider Job Cohen en zijn voorganger Wouter Bos op de verkiezingsavond van de PvdA in Amsterdam, 2010. ANP

Over politiek en religie

Politiek verdeelt de macht en is meer dan rede. Het omvat ook emotie. Absurd aan de laatste decennia is dat de politiek tegelijk een terugtrekkende en een annexerende beweging heeft gemaakt. Twee bewegingen die niet het centrum van de beweging, maar de omgeving vervormen.

In een wisseltruc van geven en nemen is politiek uit delen van de samenleving verdwenen. Verzelfstandiging van nutsbedrijven heeft de verantwoordelijkheid van de politiek uitgehold en is ingewisseld voor een accent op veiligheid en directe bemoeienis met het leven van de burger. Dat wordt mogelijk door de techniek.

De rechtsstaat behoort onze discussie te zijn omdat wij samen de wetten zijn. Daarbij past geen inmenging van overheden in de inhoud van een religie. Wel de garantie om grondrechten te garanderen. Dat staat haaks op terughoudend overheidsoptreden waar het de vrijheid van godsdienst betreft en actief optreden als het woord veiligheid of terrorisme klinkt. Maar het verband ertussen wordt afgewezen.

Rechten van leden van minderheden binnen een religie die uit willen treden staan onder druk. Dit kan slechts gewaarborgd worden als de overheid het recht van het individu boven dat van een groep of religie plaatst. De mentaliteit van bestuurders uit partijen die de overheid bedienen is daar nog niet aan toe.

Religie is aanleiding en afleiding tegelijk. Religie is een emancipator die op enig moment tot katalysator van apartheid wordt. Da’s voor overheden het moment om religie volledig ondergeschikt te maken aan de rechtsstaat. In ontwikkelde landen is dat omslagpunt al tientallen jaren bereikt, elders komt het eraan. Overheden zijn terughoudend in die consequentie.

Gelijkheid is geen realiteit, maar een continu streven. Besef van ongelijkheid is voor de praktijk belangrijker dan de schijn van gelijkheid. Groepen zetten zich apart. Dat optimaal benoemen is de uitdaging voor een politiek leider van nu. Hedendaagse politici doen dat onvoldoende.

Religie is als soft drugs. Men moet het vrijlaten om erger te voorkomen en uit de criminaliteit te halen. Zolang religie de bewegingsvrijheid van degenen die het inspireert beperkt, roept het tegenkrachten op die slechts door de overheid in goede banen kan worden geleid.

Zolang de politiek terughoudend blijft en religie niet bevrijdt uit haar ondubbelzinnige acceptatie van de rechtsstaat is de discussie gedoemd. Opwinding over religie op dat omslagpunt van emancipatie en apartheid is daarom gerechtvaardigd. Het taboe behoort aan de orde gesteld te worden.

Foto: James Stewart in Vertigo van Alfred Hitchcock (1958)

Amersfoort-in-C verdraait waarheid over Oud-Amelisweerd

Marco van Vulpen is sinds oktober 2010 directeur van Amersfoort-in-C als opvolger van Gerard de Kleijn die nu directeur van museumgoudA is. Sinds 1 september 2011 is hij in vaste dienst. Evenals De Kleijn is Van Vulpen geen man van de praktijk die het vak in een museum geleerd heeft, maar een bestuurder en beleidsambtenaar. Verschil met De Kleijn is trouwens dat Van Vulpen goed geschoold is in de kunstvakken.

In een interview met John Spijkerman in De StadAmersfoort.nl verdedigt Van Vulpen zijn beleid. Hij legt uit dat vanwege economische motieven Amersfoort wilde bezuinigen op cultuur en een van de vier instellingen voor beeldende kunst wilde sluiten. Dat werd niet KAdE, maar het Armando Museum. Hij verantwoordt die keuze alsof Oud-Amelisweerd zich in de zomer van 2010 als toevallig alternatief aandiende.

Daarmee gaat hij voorbij aan de bestuursopdracht die wethouder Lintmeijer aan CM-directeur Jacobs gaf en die deze bij Yvonne Ploum deed uitkomen. Zijn partner en leidinggevende van het Armando Museum Bureau. Van Vulpen voegt toe: ‘Landgoed Oud Amelisweerd stond al decennialang te verkrotten en te verpieteren.’

Dit is om meerdere redenen een onhandige uitspraak. Hiermee suggereert Van Vulpen dat de beheerder Centraal Museum sinds 1990 haar beheerstaak heeft verwaarloosd. En dat opeenvolgende Utrechtse cultuurwethouders en de provincie Utrecht dit hebben laten gebeuren. Ook spreekt hij hiermee de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aan dat een rijksmonument zou laten verkrotten. Niets is minder waar. Sinds 1990 is er aanzienlijk kunsthistorisch onderzoek en restauratiewerk verricht in Oud-Amelisweerd.

De uitspraak van Van Vulpen past in een patroon van bestuurders die de waarheid over Oud-Amelisweerd verdraaien. Inclusief wethouder Lintmeijer. Niet onmogelijk is overigens dat bestuurders als Van Vulpen en Lintmeijer werkelijk niet weten waarover ze praten. In elk geval zoeken ze een verantwoording achteraf voor de onlogische huisvesting van de Armando Collectie in het rijksmonument Oud-Amelisweerd.

Verder kan Van Vulpen zich voorstellen dat er verschillend gedacht wordt over de levensvatbaarheid van het ondernemingsplan voor het Armando Museum. Hij vindt het niet eerlijk dat het een slecht ondernemingsplan wordt genoemd omdat ‘verschillende fondsen budget beschikbaar [hebben] gesteld voor dit plan‘. Dat is waar, aan elke fondsenwervende instelling worden fondsen beschikbaar gesteld. Maar de vraag is of er voldoende fondsen beschikbaar komen voor de investeringen en exploitatie. Dat is niet het geval, er resteren nog steeds aanzienlijke tekorten. Daarom is het eerlijk om over een slecht ondernemingsplan te spreken.

De volgende uitspraak doet het ergste vrezen over het beheer van het Culturele Erfgoed dat ‘gek’ genoemd wordt: Het wordt een totaal nieuw museum Oud Amelisweerd in die setting van dat landgoed met die ‘gekke’ bijzondere Chinese behangsels. Dat wordt een bijzondere museale propositie op een plek die nu al publieksattractie nummer 1 is. Van Vulpen volgt een kwantitatieve benadering en projecteert bezoekscijfers van de landgoederen op een nieuw museum. Dat is een zwaktebod omdat het niets zegt over de toegevoegde waarde van de Armando Collectie voor Oud-Amelisweerd. Marco van Vulpen zou beter moeten weten.

Foto: Geglazuurd aardewerk van Feng Huang door Koninklijke Tichelaar Makkum. Op tentoonstelling ‘Vechtende Krekels‘ van Harmen Brethouwer, Oud-Amelisweerd 1999.

Gregorius Nekschot stopt en vindt Hirsch Ballin de allerergste

De cartoonist die bekend is onder het pseudoniem Gregorius Nekschot stopt per 1 januari 2012. Volgens een interview in De Volkskrant tekent-ie voortaan voor zichzelf. Zijn veiligheid en de kosten van zijn website zijn redenen voor dat besluit. Nekschot zal verbonden blijven met zijn aanhouding in mei 2008, Fitna en Ernst Hirsch Ballin. Zijn terugtreden sluit een tijdperk af.

Nekschot zegt geen boodschap te hebben. Volgens hem gingen zijn tekeningen er juist over dat mensen zichzelf moeten zijn en zich niet moeten laten leiden door ideeën of ideologieën. Toch werd Nekschot geannexeerd en spreekbuis van een politiek die gelijk op liep met de opkomst van de PVV. Van die ideeën heeft-ie nooit afstand genomen. Zijn beroep op volledige vrijheid en onafhankelijkheid klinkt theoretisch.

Nekschot verklaart de afgenomen aandacht voor de problemen rond integratie door de economische problemen. De redenen waarom-ie zijn cartoons begon bestaan naar zijn idee nog steeds. Hij brengt dat terug tot een intolerante islam en islamkritiek die onmogelijk wordt gemaakt. Dat staat haaks op het publieke debat. In Amsterdam maakten begin december moslimextremisten Irshad Manji het spreken onmogelijk.

Nekschot richt zijn pijlen op oud-minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin. In 2008 werd Nekschot door 10 agenten van zijn bed gelicht en verdween in de cel. In de Tweede Kamer vonden partijen dat buiten proportie. Hirsch Ballin werd door toenmalig VVD-kamerlid Fred Teeven beschuldigd van een politieke arrestatie. In 2010 liet het OM na een 5-jarig looptijd van de aanklacht weten dat Nekschot niet vervolgd wordt.

Nekschot noemt Hirsch Ballin een godsdienstwaanzinnige, ‘die zijn geloof als de maat der dingen ziet en meent dat zonder geloof het leven geen betekenis heeftHet bestrijden van Geert Wilders was voor de CDA-bestuurder een obsessie en in het kielzog daarvan richtte hij zich op Gregorius Nekschot, die met godsdienst de spot dreef. Hij ziet zichzelf daarom als het wisselgeld in de Fitna-affaire; mocht het de regering niet lukken om Fitna, de film van Geert Wilders, tegen de houden, dan waren er altijd nog Nekschot en zijn cartoons.’

Voor Femke Halsema heeft Nekschot respect omdat ze consequent bleef in haar steun voor hem. Ernst Hirsch Ballin is volgens Nekschot de allerergste. Met beide observaties ben ik het eens. Halsema wist zich altijd onafhankelijk op te stellen. Hirsch Ballin is het ultieme gevolg van religieuze politiek die onder abstracties die niks kosten continu op de rem van de modernisering trapt. Net als Balkenende vindt-ie dat iemand zonder geloof niet kan functioneren. Nekschot, Halsema en Hisch Ballin zijn nu verdwenen uit het publieke debat.

Foto: Cartoon van Gregorius Nekschot, 22 juni 2011

Imran Khan wint aan kracht in Pakistan

Imran Khan (1952) is een voormalige Pakistaanse cricketheld die de politiek is ingegaan. Hij leidde Pakistan in 1992 naar de wereldtitel. In 1996 richtte hij een politieke partij op: Pakistan Tehreek-e-Insaf (PTI), Pakistan Movement for Justice. De PTI pleit voor democratie, onafhankelijkheid, diversiteit, tolerantie en sociale hervormingen en tegen corruptie. Het wordt de laatste maanden ook een verzamelpunt van niet-moslims.

Gisteren woonden duizenden supporters een bijeenkomst in Karachi bij. Waaronder carrièrepolitici die naar de PTI overgestapten. Khan beloofde dat als-ie tot premier wordt gekozen hij Pakistan zal omvormen tot een welvaartsstaat en rechtsgelijkheid en sociale gelijkheid zal nastreven. In het verleden had-ie weinig succes.

Foto: Pakistani leaders Qazi Hussain Ahmad (L) talks with Imran Khan during the All Parties Democratic Movement (APDM) meeting in Lahore, 09 December 2007. APDM, an alliance of Pakistani opposition parties was to meet in the eastern city of Lahore and was expected to make a decision on whether to boycott January 8 polls, party officials said. AFP PHOTO/Arif ALI (Photo credit should read Arif Ali/AFP/Getty Images)

Naar een keurmerk van burgerjournalistiek voor bloggers

Frustratie van gedrukte media valt te begrijpen. De burgerjournalisten van Wikileaks halen met een klein team meer boven water dan alle gevestigde media wereldwijd. Weliswaar in samenwerking met prestigieuze gedrukte media. Maar dat gaat meer over de verspreiding dan het eigenlijke onderzoek. Overal verdwijnen kranten, het medium van een voorbije periode. Houdbaarheid van kranten is op zijn minst aan heroverweging toe. Vele steden kennen geen krant meer.

Vergelijk dat met de zogenaamde martelprimeur van De Volkskrant die in november 2006 zes dagen voor de verkiezingen naar buiten werd gebracht. Is het de taak van een nieuwsmedium om uit niets iets te maken en verkiezingen te beïnvloeden? Volgens De Volkskrant wel. Maar zelfs de kop bij het bericht volgde niet uit de inhoud. Daarbovenop komt de oude klacht dat journalisten niet tegen kritiek kunnen. Gewend als ze zijn aan eenrichtingsverkeer om anderen te bekritiseren, maar zelf van kritiek verschoond willen blijven.

Bloggers kunnen concurrenten worden voor journalisten. De blogger die op zijn best een burgerjournalist genoemd kan worden, opereert als columnist. In zijn domein hanteert-ie een eigen handschrift en verliest de journalistieke codes niet uit het oog. Ze staan omschreven in de Code van Bordeaux, die overigens niet in elk land hetzelfde geïnterpreteerd wordt. De columnist komt een grote mate van vrijheid toe.

Sommige bloggers nemen een loopje met journalistieke codes, anderen doen aan onderzoeksjournalistiek en leggen zichzelf ethische normen op. Zoals verwoord in A Bloggers’ Code of Ethics. Da’s een basis onder hun blog. Afwijzing door gevestigde media van blogs die lobbyen voor verhulde doelen of broddelwerk afleveren is begrijpelijk. Het afwijzen van samenwerking met serieuze burgerjournalisten is een gemiste kans.

Foto uit: Sweet Smell of Succes, 1957

Klokkenluider Bradley Manning vindt weinig steun in progressief Amerika

US-soldaat eerste klasse Bradley Manning zit al 18 maanden in detentie vanwege de verdenking dat hij geheime documenten aan klokkenluiderssite WikiLeaks heeft gelekt. Het Amerikaanse leger begon deze week eindelijk de voorbereidende fase van zijn krijgsraad procedure. Dat inleidende proces eindigde op donderdag. Manning wordt geconfonteerd met meer dan 30 aanklachten waarvan ‘hulp aan de vijand‘ de ernstigste is. Dat kan eindigen in doodstraf. Maar het is nog niet zeker of-ie voor de krijgsraad wordt berecht.

Glenn Greenwald wijst op de intellectuele lafheid van Bradley Mannings critici. Ze erkennen wel de verdiensten van Daniel Elsberg die in 1971 de Pentagon Papers aan de New York Times liet lekken, maar spreken zich nu niet uit voor Manning. Terwijl wat Elsberg deed ernstiger was. Hij openbaarde 7.000 pagina’s Top Secret documenten terwijl geen enkel document dat Manning gelekt zou hebben zo hoog geclassificeerd is. Elsberg steunt Manning en zegt dat alles waarvan hijzelf 40 jaar geleden beschuldigd werd Manning nu ook treft.

Vraag is wie dan de vijand is die Bradley Manning geacht wordt te hebben geholpen. In het inleidende proces werd het antwoord gegeven: Al Qaida. De rest van het proces zal leren hoe dat aangetoond wordt. In elk geval lijkt het voor Manning pech dat Barack Obama geen Richard Nixon heet. Dan had-ie meer medestanders, zoals Daniel Elsberg ooit. Misschien is het eerst wachten op een Republikeinse president als uitslag van de presidentsverkiezingen in november 2012. Dan worden Amerikaanse intellectuelen hopelijk moediger.

Foto: Alfred E. Neuman (Mad Magazine) Look-A-Likes Bradley Manning

Rechtszaak Westenberg wordt het volgende mediaspektakel

UPDATE 3 februari: De oud-rechters Hans Westenberg en Pieter Kalbfleisch worden vervolgd door het OM wegens meineed. Zo werd vandaag bekend. Dit is het begin van het einde in de langlopende Chipsholzaak.  

Het strafrechterlijk onderzoek van het OM tegen oud-rechter Hans Westenberg komt in een hogere versnelling. Het Amsterdamse Hof heeft in 2009 vastgesteld dat-ie onder ede heeft gelogen. Het OM is al twee jaar bezig om een beslissing te nemen over de vervolging van Westenberg. De zaak is sinds maart 2011 uitgebreid en ook gericht op oud-rechter en oud-NMA-voorzitter Kalbfleisch.

Vanwege het trage onderzoek is nu advocaat Bram Moszkowicz door projectontwikkelaar Chipshol in de arm genomen. Moszkowicz moet als breekijzer dienen om de zaak los te wrikken. De interventie helpt, want het OM komt met een persbericht waarin het zegt in januari 2012 met een beslissing te komen. Als de beslissing negatief uitvalt dan kondigt Moszkowicz nu al aan in hoger beroep te zullen gaan bij het hof.

De kwestie Westenberg en de grondoorlog over de projectontwikkeling bij Schiphol hoeven niet alleen te staan. Er is mogelijk een verband met de hoogste ambtenaar van Justitie Joris Demmink, een vermeend pedofiel netwerk, een Turkse connectie, klassejustitie en politici. Vandaar dat er over de ‘Doofpot Demmink‘ gesproken wordt. Reden voor de vertraging die advocaat Moszkowicz en projectontwikkelaar Poot constateren zou wel eens tot Demmink kunnen zijn terug te herleiden. Het wordt alleen niet hardop uitgesproken.

Na de zaak-Wilders is de volgende rechtszaak in de maak waarin de gevestigde macht aangesproken wordt. Naar verwachting zal deze zaak volop aandacht krijgen. Vraag is of Demmink en andere betrokkenen direct in verband kunnen worden gebracht met Westenberg en Chipshol of dat het spoor halverwege doodloopt.

Reden verkoop The Schoolboys door museumgoudA is niet financieel

Pas als alle neuzen de verkeerde richting opstaan ontstaat een exploderende kernreactor, een overstroming of de verkoop van een waardevol schilderij uit het openbaar kunstbezit. Een ramp ontstaat nooit toevallig door een verkeerde actie, maar door een samenloop van omstandigheden. Het vastzittende ventiel, de openstaande sluisdeur of eigenzinnige burgemeesters kunnen echter wel hoofdoorzaak zijn. Het handelen van bestuurlijk en museaal Gouda toont aan waarom er een ramp wordt aangekondigd. Het was onvermijdelijk.

Op 30 mei 2011 zegt directeur van museumgoudA Gerard de Kleijn in een persbericht dat-ie The Schoolboys van Marlene Dumas bij Christie’s laat veilen. Hij beweert op een opbrengst van 800.000 euro te rekenen. De Kleijn motiveert dat door ontbrekende financiële middelen: ‘Met de opbrengst van de veiling financiert het museum de restauratie van eeuwenoude altaarstukken, inrichtingskosten van het museum tot stadsmuseum en algemeen collectiebeheer.’  Volgens de LAMO-richtlijnen mogen opbrengsten uit verkoop slechts beperkt worden besteed, zeker niet voor inrichtingskosten of collectiebeheer. De uit Zuid-Afrika afkomstige Marlene Dumas is een van de meest gezaghebbende en succesvolle Nederlandse kunstenaars.

De Kleijn is geen kunsthistoricus noch heeft enige praktische museale ervaring als-ie per oktober 2010 door de Raad van Toezicht (RvT) wordt benoemd. Hij is van huis uit onderwijssocioloog en vervulde allerlei ambtelijk-bestuurlijke functies. Onder meer als gemeentesecretaris van Amersfoort en directeur van Amersfoort-in-C, een koepel waaronder vier museale instellingen vallen. De Kleijn is sinds juli 2010 voorzitter van de Amsterdamse Kunstraad. Daar werkt-ie nauw samen met PvdA-wethouder Carolien Gehrels.

Voorzitter Jan Laan van de RvT heeft evenmin museale ervaring en trekt in 2010 bij de benoemingsprocedure het initiatief naar zich toe. Museummedewerkers en andere leden van de RvT zoals erfgoedspecialist Charlotte van Rappard-Boon worden door Laan op afstand gezet. Laans sporen liggen eveneens in het ambtelijk-bestuurlijke vlak als wethouder van Rotterdam en burgemeester van Nieuwegein. Hij is een PvdA-politicus. Laan passeert andere kandidaten en komt bij Gerard de Kleijn uit.

MuseumgoudA is sinds 2006 verzelfstandigd. In haar programma OptimaForma boekt Gouda de verzelfstandiging als bezuiniging in. Iedere directeur die daar instapt wordt opgezadeld met een tekort op de exploitatie. Gouda blijft eigenaar van collectie en gebouwen en draagt het leeuwendeel in de exploitatie bij. Gouda kan druk uitoefenen wanneer het dat wenst. Een onafhankelijke opstelling, kennis van zaken en steun binnen de museumsector en politieke handigheid van de museumdirecteur bepalen het succes van die druk.

Burgemeester is de PvdA-politicus Wim Cornelis. Hij treedt in juli 2012 vervroegd terug omdat-ie in opspraak is gekomen over zijn 16 reizen naar zijn Ghanese vakantiewoning waarvoor-ie vaak de vlucht en soms de hotelkosten declareerde. Hij is vaak afwezig als er problemen met jongeren spelen en ook op die aanpak komt kritiek. De Goudse raad wijst een onafhankelijk onderzoek naar het functioneren van Cornelis af.

In Gouda spelen religie en de kerk een grote rol. Maar als vanouds is Gouda ook een stad van vrijdenkers, zoals Coornhert. MuseumgoudA ligt in de schaduw van de immense Sint-Jan. Sinds 1990 halen de drie christelijke partijen gemiddeld 9 van de 35 raadszetels. De PvdA is de grootste partij. Ooit was Gouda een belangrijke Hollandse stad, maar nu behoort het landelijk maar net tot de 50 belangrijkste steden.

Tegen de achtergrond van het verleden, het belang van religie, de gesloten bestuurlijke cultuur en een klein tekort moet de verkoop van The Schoolboys begrepen worden. Vrijzinnigheid die Ranti Tjan, de voorganger van De Kleijn het museum binnenbrengt wordt niet begrepen. Sommigen beweren dat het tot blinde haat van het stadhuis tegen hedendaagse kunst en Tjan leidt. Wat in de beleving van de bestuurders verergerd wordt doordat Tjan als eerste directeur van een verzelfstandigd museum een onafhankelijke koers kan voeren.

Dan komt 30 mei 2011 en kondigt Gerard de Kleijn de verkoop van het meest iconische werk uit de collectie hedendaagse kunst aan: The Schoolboys. Rekensommen maken duidelijk dat de verkoop niet dient om een faillissement te vermijden. Want dan koopt men geen werk van Weissenbruch voor 109.000 euro of besteedt het geld aan inrichtingskosten, restauratie of beheer. Bij een dreigend faillissement worden schuldeisers betaald. De verkoop is het gevolg van een verzoek uit het stadhuis. Ondanks de opdracht aan het museum om hedendaagse kunst te verzamelen. Da’s gemeentebeleid sinds 1976. Het college breekt bewust die traditie.

Foto: Collage ‘kantkleedje‘ uit de serie ‘Rendas’ van de Nederlands-Portugese Isabel Ferrand die in museumgoudA in 2008 een tentoonstelling had. Opgenomen in de collectie hedendaagse kunst van museumgoudA.

Een nieuwe vrijzinnige beweging kondigt zich aan en geeft focus

Er is een nieuwe paarse beweging op komst. Maar toch weer niet. Marcel Duyvestijn probeert het klein te maken. Komt het te vroeg en is het al uitgekristalliseerd? Ondanks jarenlang nadenken en chagrijn over de politiek. Een duivel komt uit het doosje, roept ‘boe‘, ziet reacties, maar kan niet meer terug. Het doet denken aan een initiatief van GroenLinks en D66 van een jaar geleden. Daar is nooit meer iets van gehoord.

In de publiciteit worden zes initiatiefnemers genoemd die teleurgesteld zijn in de politiek en hun eigen partij. Teun Gautier, Arjen de Wolff, Thijs Kleinpaste (D66), Maarten van der Meer (GroenLinks) en Eddy Terstall en Marcel Duyvestijn (PvdA). Gemeenschappelijk is het gevoel dat de huidige oppositie in de Tweede Kamer miserabel opereert. Achterliggend zijn immateriële programmapunten als het schrappen van het verbod op de godslastering waarvoor een meerderheid bestaat, maar die de vrijzinnige partijen niet weten binnen te halen.

De twee PvdA’ers zijn het meest interessant omdat ze zich tegen het conservatisme van de PvdA keren. De partij is verdeeld en machteloos. Job Cohen wordt als leider gezien die niet doorpakt en een te linkse koers is ingeslagen. Terstall en Duyvestijn willen terug naar de bronnen van de sociaal-democratie en het cliëntelisme binnen de PvdA aan de allochtonen doorbreken. Feit dat de PvdA de positie van moslimvrouwen inlevert voor de allochtone stem is een doorn in hun oog. Door hun stap naar een nieuwe beweging geven ze aan de hoop in de PvdA verloren te hebben. Maar of ze ook werkelijk uit de PvdA stappen blijft onduidelijk.

Hoewel sociaal-democratische uitgangspunten als vrijheden, gelijkheid en verheffing overeenkomen met universele waarden valt moeilijk in te zien hoe ze in een D66-achtige omgeving gerealiseerd kunnen worden. Tevens is opvallend dat VVD’ers ontbreken. Bij de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer stemde Terstall VVD. Door ontbrekende steun van rechts staan de beide PvdA’ers niet in het midden van de beweging.

Het initiatief lijkt met de initiatiefnemers op de loop te zijn gegaan. Ze zijn het over deelname aan de verkiezingen voor de Amsterdamse gemeenteraad 2014 oneens. Of over het sociaal-democratisch of liberaal gehalte. Maar een beweging mag marges hebben voor meningsverschillen. Daarom is het goed dat de vrijzinnige politiek een focus krijgt. Die ontbreekt nu volledig binnen de huidige PvdA, D66 en GroenLinks.