Wilders onverklaard

Eenzijdige berichtgeving in de media over Wilders is gebaseerd op een bizarre klontering van conservatief-islamisme, multiculturalisme anno 1998, anti-secularisme, christen-evangelische machtsvorming, recycling van linkse opiniemakers en denkbeelden, linkse omroeppolitiek en deskundologie. Het domineert het publieke debat. Een monsterverbond dat over de houdbaarheidsdatum heen is. Daarnaast bakt de rechtse pers er evenmin veel van in de kritiekloze steun en bewondering voor Wilders.

Een aanval op Wilders is een verdediging van de gevestigde politiek. Het afgelopen jaar werden alle middelen ingezet om Wilders in diskrediet te brengen. Zelfs juridische, wat grandioos mislukte. Deels terecht vanwege idiote gedachten van Wilders. De aanval is de beste verdediging moet de gevestigde politiek denken. Het gaat voorbij aan een aanzienlijk deel van de eigen kiezers dat overliep naar de PVV. De oorzaak daarvoor countert de politiek liever met de demonisering van Wilders dan in een analyse van het eigen tekort.

Wilders is een interessante politicus omdat-ie reactionaire en liberale aspecten in zich verenigt. Daarin is-ie uniek. Hij overschrijdt politieke grenzen. Dat maakt hem lastig grijpbaar. Om Wilders te begrijpen helpt het niet een karikatuur van hem maken. Of de opzet zou moeten zijn hem als vijandbeeld in stand te houden. Macht in de coulissen vindt in Wilders een afleiding.

Sommigen krijgen een waas voor de ogen als de naam Wilders valt. Komt het door de pseudo-wetenschap van de Jaap van Donselaars? Of zijn het de Pechtolds die hun lot als deel van een Siamese tweeling aan de demonisering van Wilders verbonden hebben? Of is het het zeuren en trekken in de media waarvan iets blijft hangen?

Gemiste kans is dat zakelijke kritiek op zowel islam als Wilders nauwelijks voorkomt in het Nederlandse publieke debat. Het eerste wordt geblokkeerd en het laatste weet de gepaste methode niet te vinden. Zo sukkelen islam en Wilders voort. Onverklaard blijft wat ze Nederland te bieden hebben.

Paul Lucardie gaat verder en analyseert in Rechts-extremisme, populisme of democratisch patriottisme? de aard van de PVV. Hij definieert allerlei termen waarmee de PVV geassocieerd wordt en beredeneert een plaatsbepaling: De conclusie van deze analyse luidt dan ook dat Wilders en zijn fractiegenoten als rechtse, halfslachtig-liberale nationalisten en populisten, maar niet als rechts-extremisten beschouwd moeten worden.

Deze plaatsbepaling is getoetst aan partijprogramma, uitspraken en opereren van de PVV en nauwelijks in het publieke debat terug te vinden. De PVV blijft binnen de wet en is binnen de Europese familie van rechtse populisten of nationalisten gematigd en liberaal te noemen.

Waar blijven de onafhankelijke intellectuelen die moed en onafhankelijkheid, scherpzinnigheid en inzicht combineren met de behoefte om vanuit kennis van de recente politieke geschiedenis een dwingende lijn naar de toekomst te schetsen? Dit type intellectuelen bestaat nauwelijks in Nederland of houdt zich verre van het publieke debat. Kritische geluiden naar alle kanten door Paul Scheffer plaatsten hem onterecht in het rechtse kamp. Die afrekening doet de rest zwijgen.

Toch bladdert het laagje politieke correctheid af. In media en politiek zitten kopstukken op leeftijd nog in de klem van het correcte denken. De jongere generatie weet beter en kijkt breder. En zoals het in Nederland vaker gebeurt, gaat men collectief door de wind als het tijd is. Te laf om het eerder te doen en te laf om het later te doen. Het wachten is op het juiste moment. Dan pas wordt Wilders verklaard.

Foto: Nederlandse meisjes in klederdracht, omstreeks 1920

Metropolis: suiker of vergif?

Metropolis is een half gelukte stomme film. Waar moeten we beginnen iets over een icoon uit 1927 te zeggen? Door Lotte Eisner, Luis Buñuel, Stephen Jenkins en regisseur Fritz Lang is al zoveel gezegd. François Truffaut pakt in een van zijn films -was het La nuit Américaine?- een stapeltje boeken uit bruin knisperend pakpapier. Waaronder een monografie over Fritz Lang. Was dat rond 1967 toen Fritz Lang een regisseur speelde in Le Mépris van Jean-Luc Godard?

I. Metropolis ging in januari 1927 in première in het Berlijnse UFA Palast am Zoo. De versie van 2 uur werd vlak daarna ingekort. De ontvangst was niet positief en bracht de UFA-studio op de rand van de afgrond. In het kader van het Berlijnse Filmfestival, de Berlinale, werd op vrijdag 12 februari 2010 in Frankfurt een nieuwe versie van Metropolis vertoond met live orkestmuziek. Metropolis is van Fritz Lang. Metropolis is van Thea von Harbou. Metropolis is van de UFA-studio. Metropolis is van de Weimarrepubliek. Metropolis is van Duitsland. Metropolis is van de cinefiele filmwereld. In elk geval is Metropolis twee films.

II. In Argentinië was filmmateriaal uit de oorspronkelijke versie gevonden dat jaren ontbrak. De oplossing van de filmhistorische puzzel werd aanleiding voor een feestje. De Duitse Bundesminister van kunst verleende prestige aan de avond. Of gaf Metropolis prestige aan de bestuurders, waaronder de Oostenrijkse minister van kunst? Want Fritz Lang was immers van geboorte Oostenrijks.

Opmerkelijk wat hedendaagse bestuurders op Metropolis projecteren. Alsof het een geslaagde film is. Alsof het een radicaal meesterwerk is. Da’s het maar voor de helft. Is Metropolis de bom die nooit een bom is, maar wordt aangekleed als bom om vervolgens gedemonteerd te worden als heldenstuk? Kunst op afstand is het perfecte vehikel voor bestuurders. Een hedendaags radicaal kunstwerk komt te dichtbij en valt moeilijker te sturen.

III. De sentimentaliteit van Hoofd (kapitaal) en Handen (arbeid) dat door het Hart (plan) verzoend wordt door een Bemiddelaar. Dat klinkt symbolistisch. Dramaturgie die ook in 1927 ongeloofwaardig was. Metropolis eindigt als naïef verhaal dat ver afstaat van de realiteit. Later herinnerde Lang zich dat iedereen in die dagen sentimenteel en uitbundig van emotie was. Deze sentimentele symboliek wordt aan Thea von Harbou, Langs toenmalige echtgenote en scenariste toegeschreven. Het maakt de film voor een hedendaags publiek zwaar verteerbaar.

Het verhaal gaat als volgt. Uitvinder Rothwang en de leider John Frederson begeerden ooit dezelfde vrouw. De overleden moeder van Freder. Rothwang heeft dat nooit kunnen verkroppen en zweert wraak op John. Als deze bij hem aanklopt om help om de arbeiders in de benedenstad te controleren ziet Rothwang zijn kans schoon. Hij boetseert het beeld van de religieus aandoende Maria over de robot die hij ontwikkelt. Zo ontstaat de Maschinen-Maria die de arbeiders misleidt en ze opzet tot opstand. Rothwang raakt John Frederson doordat dankzij de Maschinen-Maria en de opstandige arbeiders diens stad vernietigd wordt. In wezen wordt slechts de kernmachine vernietigd en loopt de benedenstad onder water. De echte, charismatische Maria loopt in allerlei opzichten achter de feiten aan.

In Freders ogen wordt de kernmachine die de benedenstad aandrijft getransformeerd tot een Moloch, de afgod aan wie de arbeiders worden geofferd. Als machines sjokken de arbeiders in het gelid met gebogen hoofd de afgrond in. De arbeiders zijn geen menselijke individuen, maar machines.

De opstand breekt uit door een keten van gebeurtenissen met als motivatie de persoonlijke relatie tussen mensen. Het sentimentele aan het verhaal werkt op verschillende niveau’s: karakterisering, stijl en verhaallijn. Men kan nog verder gaan: Metropolis is kitsch. Acteurs acteren uitbundig en vol emotie en de karakters zijn uitvergroot. Maria is niet goed, maar is Het Goede. Het zijn stereotiepen zonder menselijkheid. Dit past bij dat naoorlogse tijdperk.

Het einde is onwaarachtig omdat de wereld niet symbolisch in elkaar zit. Wie denkt dat in het Duitsland van 1926 of in een toekomstvisie een bemiddelaar het kapitaal kan verzoenen met de arbeid spiegelt het publiek een schijnwereld voor. Da’s geen realiteit, maar escapisme dat uitgaat van een motto, dat niets met de verbeelding van de echte wereld te maken heeft. Dat laatste hoeft geen bezwaar te zijn. Het is toch een kunstwerk met een eigen werkelijkheid?

IV. Een kunstwerk als Metropolis moet allereerst op eigen interne logica beoordeeld worden. Dat gaat om vragen hoe onderdelen samenhangen, hoe overtuigend en geloofwaardig een en ander wordt getoond en wat de diepere intentie van het kunstwerk is om op de wereld te reflecteren. Metropolis is ook techniek en overrompelende visualisering. Metropolis is een blik in de toekomst in de stijl van de jaren ’20 (vdve). Verdiende Fritz Lang in Parijs in 1914 niet de kost als beeldend kunstenaar, de man met de artistieke flair van de Wener? Luis Buñuel vond het verhaal triviaal en romantisch, maar ook een film met prachtige fotografie. Twee tegengestelde elementen onder een dak, zuivere lyriek en irritante anecdotiek.

Metropolis is al met al een belangrijke film in de filmgeschiedenis. Het heeft de weg geopend voor een heel genre van science fiction films, evenals de city-symphonies. Metropolis heeft kwaliteiten, maar ook gebreken. Het feit dat de film geen eenheid wordt valt te herleiden tot de verschillen in inzicht van betrokkenen, de angst te veel van het publiek te vervreemden en de productieomstandigheden van een dure studioproductie met complex teamwork en technische hoogstandjes. Metropolis verdient lof, maar het begrip voor de film is ermee gediend dat haar zwakke kanten worden genoemd.

Foto: Brigitte Helm in Metropolis

Links faalt, rechts faalt

Als postmoderne hedonist ben ik teleurgesteld in de Nederlandse politiek. Dat etiket is de uitkomst van het online onderzoek van Motivaction. Wat ben ik individualistisch, toon ik een sterke wil tot zelfbeschikking en hecht ik waarde aan zelfontplooiing en persoonlijke groei. Doe de test. Ik wist niet dat ik het in me had. U zult ook verrast worden.

2010 bracht teleurstelling voor de postmoderne hedonist. Links bleef steken in politiek correct denken. De PvdA wisselde de niet uit de verf komende hervormer Wouter Bos in voor de tandeloze en fantasieloze Job Cohen. De PvdA bewees in 2010 de sociaal-democratie een slechte dienst. In de SP wonnen behoudzuchtigen terrein op de realisten.

GroenLinks en D66 bleven steken. Deze hervormingsgezinde partijen drongen niet tot het centrum van de macht door. Da’s jammer, want hun progressief-liberalisme biedt individualisme, zelfbeschikking, zelfontplooiing en persoonlijke groei. Hun fout was dat ze zich niet met elkaar, maar met de PvdA verbonden.

Rechts kwam door de fouten van centrum-links aan de macht. Omdat de meerderheid per definitie bij rechts ligt, is het minder dan het lijkt. VVD en CDA hebben zich overgeleverd aan de PVV met als gevolg een culturele en budgettaire restauratie die onaangenaam aanvoelt. De VVD heeft elke belofte van hervormingen ingeslikt en verkoopt praatjes zonder inhoud.

Nederlandse politiek opereert beneden de maat. Het motorblok van hervormingen binnen D66, GroenLinks, VVD en PvdA is uit elkaar gespeeld en ligt voor schroot achter de schutting. De PvdA verkeert in organisatorische chaos en intellectuele armoede. D66 en GroenLinks weten zich niet autonoom op te stellen. De VVD breekt alle beloften en koerst weg uit het centrum.

Tot slot: Links faalt en rechts faalt. De hele politieke klasse faalt. De politiek blijft steken in politiek correct denken van links, opportunisme van rechts en weinig geloof in eigen kunnen van de hervormingsgezinde, vrijzinnige politiek in het centrum. De postmoderne hedonist heeft het nakijken. Zijn ongenoegen vormt een niet te laven bron om uit te putten.

Foto uit:Il Grido van Michelangelo Antonioni (1957)

Rusland politiestaat

Buitenlandse reacties op het proces van Michail Chodorkovski en Platon Lebedev zijn vernietigend. Rusland onder Vladimir Putin glijdt af naar de dictatuur. Larussophobe stelt dat als president Medvedev of Obama op willen staan tegen de tirannie van Putin, ze dat moeten doen voor de uitspraak: If Medvedev or Obama ever want to stand up to Putin’s tyrannical type of Russia, they best speak up this week – before the Putin-friendly court announces its sentence on Khodorkovsky.

De westerse blik op Rusland is als de hoed in het verhaal van Gerard Reve. Elke dag wordt een millimeter van de rand geknipt, niemand merkt het op. Maar na verloop van tijd is de rand weg. Zo is de Russische rechtsstaat door toedoen van Putin en de maffia waarmee hij samenwerkt verdwenen. Economische en politieke partners van Rusland doen alsof ze niets merken.

Het Russische rechtssysteem werkt als lippenstift op een varken. Iedereen weet dat het gemanipuleerd wordt, politiek gemotiveerd is en niet bestaat. De reactie van EU en VS is voorzichtig. Putin gijzelt Rusland. Al met al zouden de slechte pers, de kwijnende energiesector, de stagnerende economie, de onder druk staande rechtsstaat en de op een zijspoor gezette democratie ons wakker moeten schudden. Maar het gebeurt niet.

De verwachting is dat Chodorkovski gevangen blijft zolang Putin aan de macht is. Dit verklaart het fatalisme van het Westen. Een gecoördineerde actie om Vladimir Putin te stoppen komt daarom niet van de grond.

Foto uit: Andrei Rublev van Andrei Tarkovski (1969)

Vrijzinnigheid en islam

Religie is aspirine voor de geschiedenis. De werkzame delen worden beschermd door een schil van macht om door de geschiedenis geloodst te worden. Dat geeft religie een voorsprong. Daarom is het logisch dat anderen zich die schil willen toeëigenen. Welk etiket er vervolgens op geplakt wordt is niet essentieel.

I. Secularisme biedt het meeste perspectief voor een open samenleving waarin zonder bevoordeling binnen de pluriformiteit alle religies en levensovertuigingen in gelijkheid hun plek kunnen vinden. Vrijzinnigen of humanisten moeten zich niet opstellen als fundamentalistisch anti-religieus. Het domste wat ze kunnen doen is het imiteren van religie in vorm en aard. Want dan introduceren ze de beperkingen die aan religie kleven.

Vele atheïsten haken ondanks zichzelf aan bij religie. Het grote raadsel is waarom ze dat doen. Job Cohen met zijn compenserende neutraliteit en angst om een islamminderheid terecht te wijzen heeft het pad gebaand voor D66 en GroenLinks. En op rechts gebeurt hetzelfde als Ayaan Hirsi Ali, Frits Bolkestein en Geert Wilders het christendom als strategie tegen de islam willen inzetten.

Wat resteert is een kale woestijn van vrijzinnigheid waar niemand woont. In potentie vrijzinnige opiniemakers en opiniemakers van Nederland vinden geen antwoord in minder religie, maar in meer religie. In Nederland wijst een vrijzinnige kern binnen de SP sinds decennia consequent op de uitverkoop van seculiere waarden door links. Politiek en media zwijgen deze kritiek dood.

Als men atheïsten of vrijzinnigen het verwijt maakt dat ze religie instrumenteel gebruiken, dan geldt uiteraard voor religieuze leiders hetzelfde. Het valt te herleiden tot het feit dat religie een machtsfactor is die politiek ingezet kan worden. Door mensen binnen en buiten de religie.

Het verwijt dat buitenstaanders religie maken is niet altijd zuiver. Wat of wie spreken ze aan? Zingeving, politieke of sociaal-maatschappelijke religie of gekaapte religie? Of een diffuus beeld van alles door elkaar? Religie verdient een eerlijke afweging. Maar religie heeft het aan zichzelf te wijten dat het de eigen zingeving onvoldoende heeft afgeschemd en laat kapen zodat allerlei figuren het instrumenteel kunnen gebruiken.

Als religie zichzelf beperkt had tot die zingeving was het nooit zover gekomen. Paradox is dat religie waarschijnlijk dan niet meer had bestaan als het de eigen posities door de eeuwen heen niet had bevochten en politiek-maatschappelijk had verankerd. Religie is een interessant maatschappelijk en cultureel verschijnsel. De innerlijke tegenstrijdigheden ervan worden overgenomen door tegenstanders.

II. We moeten ons niet wapenen tegen de islam. Want in dat proces verliezen we onszelf. We moeten geloven in onszelf en vertrouwen stellen in de werking van de democratische orde en de rechtsstaat. Zonder te vervallen in nationalisme en zonder cultuurrelativisme dat deze verworvenheden van eeuwen gelijkschakelt met externe invloeden. De toepassing van de rechtsstaat is de afgelopen decennia ontspoord omdat de Nederlandse zittende macht eigen normen heeft veronachtzaamd. De politieke en economische klasse is vergeten de islam in de rechtsstaat in te bedden.

De islam had in Nederland een geëigende plek kunnen vinden. Wat iets anders is dan de emancipatie van moslims. Nu wordt dat betwist. Door zowel moslimbobo’s die onvoldoende geïnstrueerd werden over de werking van de democratie als door populisten die de elite nalatigheid verwijten. Beide partijen hebben het gelijk aan hun kant. Dat maakt een oplossing lastig. Dat kan alleen door terug te gaan naar het verleden en van daaruit een nieuwe werkelijkheid op te bouwen. Een vertrouwenscrisis doet ons het meeste pijn.

Overheden moeten volkomen neutraal zijn als het om de keuzevrijheid gaat omdat het met haar macht mensen direct of indirect onder druk kan zetten. De vrijheid van godsdienst vraagt om een neutrale opstelling door de overheden, en een permante uitstraling van dat grondidee. De overheid moet op voorwaardelijk niveau de vrijheden bewaken en garanderen. Zodat mensen het idee hebben dat ze in volledige vrijheid kunnen kiezen. De wereldse macht behoort a-religieus te zijn.

Nietsdoen geeft het verkeerde signaal. Naar aanleiding van het geweld tegen Ehsan Jami had een overheidscampagne over geloofsafval gestart kunnen worden. Da’s niet gebeurd. Dat incident had aangegrepen kunnen worden om uit te leggen dat het in Nederland volgens de vrijheid van godsdienst voor iedereen mogelijk is uit een religie te stappen. Als wisselgeld hadden overheden nu sturend op kunnen treden tegen het misbruik in de katholieke kerk en het zich onttrekken door de clerus aan het wereldse recht.

III. Nalatigheid, wegkijken en de keuze voor een verkeerde strategie komen samen in de beroerde situatie van geseculariseerde culturele moslims. Ze zitten klem tussen een orthodox-religieuze groepsdwang, een wegkijkende overheid die niet zorgt voor een gelijk speelveld van het publieke debat, grote segmenten van rechtse en linkse politiek, westerse intellectuelen en opiniemakers die met hun karikaturen feitelijk niet de geseculariseerden, maar de orthodoxe hardliners steunen. De keuzevrijheid van ex-moslims wordt aldus beperkt en nergens vinden ze steun. Een vrijzinnige beweging om zich bij aan te sluiten ontbreekt omdat deze gepolitiseerd is. Een wanstand om hoofdpijn van te krijgen.

Foto: Klas van 1978, Universiteit van Cairo

Forum: Tolerant voor intolerantie?

Ayaan Hirsi Ali is in haar optreden direct, wellicht kwetsend voor sommigen en niet doelmatig volgens anderen, maar haar inzet is altijd de verbetering van de positie van moslimvrouwen. Dat past binnen rechtsstaat en democratie. Zij stelt krachten aan de orde die de rechtsstaat oneigenlijk op willen rekken of de democratie omverwerpen. Hierin is ze rechtlijnig en een eenzame stem. Haar zorg is een samenleving die onvoldoende beseft wat de consequentie is om tolerant te zijn voor intolerantie.

De uiteindelijke vraag is wanneer een democratie mag ingrijpen tegen anti-democratische krachten. Het stellen en beantwoorden van die vraag is niet ondemocratisch, maar getuigt van liefde voor en besef van de democratie. Een analyse die leidt tot de conclusie dat er ingegrepen moet worden als blijkt dat een maatschappij wegglijdt is lastig door te voeren. Want het gaat over de grens van de rechtsstaat om deze te redden. Deze paradox is voor sommigen moeilijk te duiden en wordt tot taboe. Taboe leidt tot zwijgen.

Zo’n grensoverschrijding kan uiteraard niet in alle gevallen toegestaan worden en dient stap voor stap verantwoord te worden. Omschreven in een procedure. Maar het in alle gevallen verbieden ervan is evenmin zinvol. De afweging ligt in de praktijk. Democratie is een levend organisme dat elke dag opnieuw verdedigd dient te worden. Daar kunnen we met z’n allen alert op zijn. Vanzelfsprekend is het allemaal niet.

Wat vindt u? Zijn we te tolerant voor intolerantie? Wat houdt dat concreet in? Heeft er afgelopen jaren al een kentering plaatsgevonden in de verdediging van onze democratie? Zijn we alert genoeg of laten we ons nog steeds in slaap wiegen? Geef uw mening.

Foto: Ayaan Hirsi Ali

Beginselprogramma voor politiek Nederland

Ik ben afgelopen jaar somber geworden over de Nederlandse politiek. Van de partijdemocratie die Job Cohen op het schild hijst zonder dat de leden er praktische zeggenschap in hebben. Of van Jolanda Sap met wie hetzelfde gebeurde. Ik word somber van het publieke debat dat eenzijdig en beperkt is. Ik word somber van de mannetjesmakerij en het uit de weg gaan van hervormingen.

Burgers van Nederland waren nog nooit zo goed geïnformeerd, hoog opgeleid en betrokken. Maar ze worden door politieke partijen op afstand gehouden. Door overheden als nergens anders in de gaten gehouden. Alsof burgers criminelen zijn. Privacy is een non-isssue geworden. Machtsdeling wordt keer op keer uitgesteld. In Europese context is Nederland een ongunstige uitzondering. Tegelijkertijd knaagt de macht in de vorm van bedrijfsleven en EU aan de autonomie van dezelfde Nederlandse politiek.

Dat maakt Nederlandse politici nog weerbarstiger om macht te delen met de burger. De politiek verdedigt de eigen positie en verwijst naar spookbeelden en populisme om elke verandering te blokkeren. Alle functies in het openbaar bestuur gaan door een trechter waar 2% van de bevolking door wordt gedrild en geperst. De politiek is banenmachine geworden. Voor degenen die zich in de discipline van een politieke partij willen laten dwingen.

Het klinkt als scherts, maar de politiek moet uit handen van de politieke partijen worden gered. Burgers zien de schijnvertoning van de politiek verbijsterd aan. Burgers zijn verstandiger en realistischer dan waar ze nu op aan worden gesproken. Een burgerbeweging die buiten de politiek om opereert kan soelaas bieden.

Zo’n beweging heeft nog geen pasklaar, maar wel een voorlopig antwoord. Da’s nodig om een bodem onder het politieke proces te leggen. Want de Wildersen en Cohennen zijn een ramp voor Nederland. De eerste hekelt en signaleert zonder programma voor de toekomst. De laatste zegt in staat te zijn te overkoepelen zonder man en paard te willen noemen.

Volgende uitgangspunten zouden een ondergrens kunnen zijn voor partijen. Een burgerrechtenbeweging zou ze kunnen adopteren als beginselprogramma om politieke partijen tot zinnen te brengen, in beweging te zetten en het politieke proces op een hoger plan te brengen:

1. de afstand tussen instituties en burger dient verkleind te worden door de invoering van directe democratie zodat de burger nauwer bij het democratische proces betrokken wordt en zich er mentaal achter kan scharen
2. de dominantie van de politieke partijen dient opengebroken te worden door een machtsdeling met de burgers; de verdeling van functies in het openbaar bestuur moet uit handen genomen worden van partijpolitici; kwaliteit dient voorop te staan en niet langer politieke kleur en partijtrouw
3. de individualisering van de burger dient actiever dan nu gestimuleerd te worden via een langlopend programma van educatie en emancipatie; burgerrechten dienen centraal te staan in de beleidsmaatregelen en de aantasting van de privacy van de burger dient teruggedraaid te worden
4. de overheid dient een open publiek debat te garanderen zodat burgers inzicht in en overzicht en controle op de democratie krijgen en een open samenleving met een levendig en eerlijk debat ontstaat
5. een zo strikt mogelijke toepassing van de rechtsstaat dient centraal te staan zodat de beperkingen en uitzonderingen erop die ingegeven worden door politieke kleur worden gemarginaliseerd; hieronder valt ook een einde aan de extra juridische bescherming van religie in het publieke debat
6. opschorting van de toegankelijkheid voor allen tot Nederland om sociaal-maatschappelijke redenen zodat eerst de binnenlandse sociale cohesie vergroot wordt, inclusief het doel om sectoren als zorg, onderwijs en volkshuisvesting beter vraag en aanbod te laten reguleren

Foto: Politieke posters campagne 2010, Den Bosch

Forum: Wie volgt Cohen op?

Update 20 februari 2012: Voor wie het wilde zien zat het er al lange tijd aan te komen. Vandaag heeft Job Cohen eindelijk zijn terugtreden als PvdA-leider aangekondigd. Hij verlaat de fractie in de Tweede Kamer. Zijn opvolger wordt door leden op een ledenraad aangewezen en is nu al fractielid van de Tweede Kamer. 

Job Cohen doet het niet goed. Op de euforie van de opvolging van Wouter Bos met Yes, we Cohen volgden een rampzalige verkiezingscampagne en slechte onderhandelingen. In de polls is Mark Rutte bij de PvdA-achterban zelfs populairder dan Job Cohen. PvdA en Cohen geven geen leiding aan de oppositie.

De PvdA is nog steeds een partij in deplorabele staat. Het sociaal-democratisch gedachtengoed is er in slechte handen. De PvdA opereert halfslachtig en weet niet te kiezen tussen hervormingen en behoud. Zeg, tussen GroenLinks en SP. De PvdA is onduidelijk zonder enige ambitie en zelfvertrouwen. Dat valt de politiek leider aan te rekenen.

Het opvallende van de leiderschapswisselingen in de politiek van het afgelopen jaar was dat men in veel gevallen een jongere voor een oudere leider inwisselde. Cohen, Roemer en Sap zijn ouder dan Bos, Kant en Halsema. Verhagen en Balkenende zijn even oud. Alleen de SGP deed zoals het altijd ging, Van der Staaij is jonger dan Van der Vlies. De jongere generatie heeft het nakijken.

Wat vindt u? Wie moet Cohen opvolgen? Denkt u dat het iemand moet zijn die de richting van GroenLinks of de SP volgt? Denkt u dat het een jonger iemand moet zijn? Zo is de in de coulissen staande Frans Timmermans (1961) ook ouder dan Wouter Bos (1963). Wat voor leider heeft de PvdA nodig? Geef uw mening.

Foto: Job Cohen in Nieuwspoort, 2010

De methode om religie optimaal te negeren

Mij een raadsel waarom verstandige mensen het wensen op te nemen voor of tegen een religie. Elsbeth Etty ging in de NRC in op de gedachten van de in 2010 overleden Rudy Kousbroek. Ze sluit af: Het conflict tussen de westerse cultuur en de islam, schreef Kousbroek, is niet gesitueerd op het terrein van die abjecte knoeiboel die de gelovigen ons als onze normen en waarden proberen op te dringen. „Het werkelijke conflict is tussen de religie –-alle religies- –en het rationalisme.” Hij heeft het goed gezegd.

Rudy Kousbroek heeft het goed gezegd. Hij heeft mij met zijn scherpzinnigheid gevormd. Daarvoor ben ik hem dankbaar. Het conflict bestaat tussen religie en rationalisme. Laten we dat in onze oren knopen en nooit vergeten. Om er vervolgens ontspannen mee om te gaan.

Dat rationaliteit niet aan de kant van religie staat is zichtbaar voor iedereen die het wenst te zien. Het waardensysteem dat religie is gaat uit van bizarre, onverklaarbare en onaantoonbare verschijnselen die niet tegengesproken mogen worden. Da’’s de rationaliteit van een sprookje. In dat laatste geloven kinderen. Dat kan. In religie geloven volwassenen. Ook dat kan.

Zet religie echter niet op een lijn met redelijkheid, verstandelijkheid of berekening. Of het moet de berekening zijn van een cultureel systeem dat door mensen is ontworpen om de wereld te onderwerpen. Dat kan. Maar noem het dan zo. Ontdoe religie van de mantel van wijsheid die het zelfs andersdenkenden wil opleggen. Noem religie bij de naam en zie haar ware aard. Als systeem dat mensen misleidt, voor de gek houdt en vasthoudt voor een greep naar de macht.

Schrandere denkers zijn opgeleid binnen religies die er zich vervolgens niet, ten dele of geheel uit bevrijd hebben. In het verleden was religieus onderwijs vaak het enige wat voorhanden was. Nog steeds in delen van de islamwereld in koranscholen.

De vermeende irrationaliteit van mensen die zich laten inspireren door religie past geen veroordeling. Ook zij zijn op het verkeerde been gezet. Sommigen die vanwege hun loopbaan binnen de religie blijven hoewel ze hun geloof verloren hebben past evenmin een veroordeling. Iedereen moet het voor zichzelf weten. Da’’s menselijkheid die soms onverklaarbaar is en compassie verdient.

Het gaat er niet om of mensen rationeel of irrationeel zijn. Het gaat erom of een waardensysteem dat is. Dat heeft onder meer te maken met uitgangspunten, bewijsvoering, interne logica, normen en waarden en claim op de waarheid. Daar wijst de uitspraak van Kousbroek op: Het werkelijke conflict is tussen de religie –-alle religies- –en het rationalisme.

Bezwaar tegen religie is niet dat het mensen een sociale bedding of spirituele zingeving geeft. Maar dat het de samenleving waar ik deel van uitmaak ongevraagd een lappendeken van onzinnige, onnodige en onaantoonbare beweringen wil opleggen.

Daarom is de opkomst van de islam een gevaar. Zoals de claims van het christendom dat zijn. Mensen die op vrijheid gesteld zijn kunnen niets met islam of christendom. Religie wil ons graf graven onder de belofte van eeuwigheid. Da’’s de rationaliteit ervan.

Ik ben niet in oorlog met religie. Dat geeft het te veel gewicht. Daarbij komt dat een afwijzing geen afstand neemt tot religie, maar er juist op focust. Dat werkt averechts. ’Ik ben lichtzinnig genoeg om vertrouwen te hebben in de citadel die buiten de religie bestaat. In de rechtsstaat, de democratische orde, de open samenleving, het publieke debat, de kunst, de pluriformiteit en de vrijzinnigheid.

Niemand heeft religie nodig. Als we de kop erbij houden, dan kan het ons nooit dwingen. Daarom past alertheid en weerbaarheid. Met mate. Het beste is om net naast de religie te kijken en zo haar streken en strapatsen in de gaten te houden. Lichtvoetig te reageren in de zin van wat een kwajongen. Zonder mee te gaan in idioom en gedachtenwereld die religie de samenleving wil opleggen. Da’’s rationeel negeren.

Foto: Zegenen van auto’s, Londen, omstreeks 1930