Eenzijdige berichtgeving in de media over Wilders is gebaseerd op een bizarre klontering van conservatief-islamisme, multiculturalisme anno 1998, anti-secularisme, christen-evangelische machtsvorming, recycling van linkse opiniemakers en denkbeelden, linkse omroeppolitiek en deskundologie. Het domineert het publieke debat. Een monsterverbond dat over de houdbaarheidsdatum heen is. Daarnaast bakt de rechtse pers er evenmin veel van in de kritiekloze steun en bewondering voor Wilders.
Een aanval op Wilders is een verdediging van de gevestigde politiek. Het afgelopen jaar werden alle middelen ingezet om Wilders in diskrediet te brengen. Zelfs juridische, wat grandioos mislukte. Deels terecht vanwege idiote gedachten van Wilders. De aanval is de beste verdediging moet de gevestigde politiek denken. Het gaat voorbij aan een aanzienlijk deel van de eigen kiezers dat overliep naar de PVV. De oorzaak daarvoor countert de politiek liever met de demonisering van Wilders dan in een analyse van het eigen tekort.
Wilders is een interessante politicus omdat-ie reactionaire en liberale aspecten in zich verenigt. Daarin is-ie uniek. Hij overschrijdt politieke grenzen. Dat maakt hem lastig grijpbaar. Om Wilders te begrijpen helpt het niet een karikatuur van hem maken. Of de opzet zou moeten zijn hem als vijandbeeld in stand te houden. Macht in de coulissen vindt in Wilders een afleiding.
Sommigen krijgen een waas voor de ogen als de naam Wilders valt. Komt het door de pseudo-wetenschap van de Jaap van Donselaars? Of zijn het de Pechtolds die hun lot als deel van een Siamese tweeling aan de demonisering van Wilders verbonden hebben? Of is het het zeuren en trekken in de media waarvan iets blijft hangen?
Gemiste kans is dat zakelijke kritiek op zowel islam als Wilders nauwelijks voorkomt in het Nederlandse publieke debat. Het eerste wordt geblokkeerd en het laatste weet de gepaste methode niet te vinden. Zo sukkelen islam en Wilders voort. Onverklaard blijft wat ze Nederland te bieden hebben.
Paul Lucardie gaat verder en analyseert in Rechts-extremisme, populisme of democratisch patriottisme? de aard van de PVV. Hij definieert allerlei termen waarmee de PVV geassocieerd wordt en beredeneert een plaatsbepaling: De conclusie van deze analyse luidt dan ook dat Wilders en zijn fractiegenoten als rechtse, halfslachtig-liberale nationalisten en populisten, maar niet als rechts-extremisten beschouwd moeten worden.
Deze plaatsbepaling is getoetst aan partijprogramma, uitspraken en opereren van de PVV en nauwelijks in het publieke debat terug te vinden. De PVV blijft binnen de wet en is binnen de Europese familie van rechtse populisten of nationalisten gematigd en liberaal te noemen.
Waar blijven de onafhankelijke intellectuelen die moed en onafhankelijkheid, scherpzinnigheid en inzicht combineren met de behoefte om vanuit kennis van de recente politieke geschiedenis een dwingende lijn naar de toekomst te schetsen? Dit type intellectuelen bestaat nauwelijks in Nederland of houdt zich verre van het publieke debat. Kritische geluiden naar alle kanten door Paul Scheffer plaatsten hem onterecht in het rechtse kamp. Die afrekening doet de rest zwijgen.
Toch bladdert het laagje politieke correctheid af. In media en politiek zitten kopstukken op leeftijd nog in de klem van het correcte denken. De jongere generatie weet beter en kijkt breder. En zoals het in Nederland vaker gebeurt, gaat men collectief door de wind als het tijd is. Te laf om het eerder te doen en te laf om het later te doen. Het wachten is op het juiste moment. Dan pas wordt Wilders verklaard.
Foto: Nederlandse meisjes in klederdracht, omstreeks 1920