CDA en SP proberen plannen voor Nationaal Historisch Museum nieuw leven in te blazen

Er klinken weer geluiden om een Nationaal Historisch Museum op te richten. Eerdere pogingen strandden onder meer vanwege de keuze voor de locatie. Maar in 2007 besliste toenmalig minister Ronald Plasterk dat het museum in Arnhem moet komen. Wegens meerkosten kwam dat echter niet van de grond. In 2010 blies toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD) de plannen af vanwege de bezuinigingen in de kunstsector.

Voortrekkers waren in 2006 Maxime Verhagen (CDA) en Jan Marijnissen (SP). De nieuwe voortrekkers zijn weer van deze partijen: de fractievoorzitters Pieter Heerma (CDA) en Lilian Marijnissen  (SP). In een bericht in het AD van 15 februari 2020 menen ze dat ‘de urgentie van een museum door toenemende polarisatie en de opkomst van identiteitspolitiek alleen maar toegenomen’ is. Marijnissen: ‘Er zijn heel veel musea die een bijdrage leveren aan het historisch besef, maar één plek waar alles samenkomt, die heeft Nederland gewoon niet’. Uitgewerkte plannen zeggen ze niet klaar te hebben liggen. Ze zien de functie van een Nationaal Historisch Museum om de ‘saamhorigheid binnen de samenleving’ te bevorderen en ‘meer historisch besef’ te kweken.

De tweet van Heerma maakt het er onnodig ingewikkeld op omdat hij zijn pleidooi vermengt met zijn christen-democratische stokpaardje. Want hoe moet anders de opmerking over het ‘groeiende individualisme’ opgevat worden dat Heerma negatief framet en positioneert tegenover het communitarisme van het CDA dat hij als heilzaam veronderstelt? Zo laat hij zich niet alleen kennen als een initiatiefnemer die een voorschot neemt door het gemeenschapsdenken van iemand als Amitai Etzioni die onder meer oud-premier Balkenende inspireerde centraal te zetten, maar vervreemdt hij zich ook van de liberale VVD en D66 die hier mentaal ver van staan. Het is onduidelijk hoe en waarom Heerma aan de hand van welke onderzoek concludeert dat het  groeiende individualisme heeft bijgedragen aan een nonchalante omgang met de geschiedenis in Nederland.

Vraag is of de aanspraak of ambitie die Heerma en Marijnissen aan een Nationaal Historisch Museum toemeten te rijmen valt met het autonoom opereren ervan. Ofwel, de bedrijfsvoering, presentatie en inhoud van een museum heeft een eigen logica die niet per definitie in lijn hoeft te zijn met de functie die politici eraan geven. Als het museum volgens deze politici de saamhorigheid binnen de samenleving bevorderen moet, dan is de eerste vraag die dit streven oproept wat dat voor de eenheid of samenhang van het museum zelf betekent. Daarnaast is het de vraag of het niet te hooggegrepen is om een museum in te zetten voor het bevorderen van nationale saamhorigheid of sociale cohesie. Cynisch gezegd, is dat niet eerder een taak voor politieke partijen? Desondanks is het een prima initiatief als de politici zich kunnen beheersen en niet in de verleiding komen er goedkope retoriek mee te bedrijven, zoals Heerma nu doet. Een voorwaarde voor succes is dat politici een museum niet hun stokpaardjes of hobbyisme opdringen. We zullen zien of ze dat kunnen.

Foto 1: Tweet van Pieter Heerma (CDA), 15 februari 2020.

Foto 2: Tweet van Lilian Marijnissen (SP), 15 februari 2020.

Advertentie

Culturele psychologie van Keyvan Shahbazi is prikkelende opinie

Keyvan Shahbazi presenteert in de Opinie van Zondag van de Volkskrant een prikkelende opinie. Als voedsel voor het publieke debat. Hij gooit een steen in de vijver zonder wetenschappelijke pretentie. Hij is als cultureel psycholoog en gastdocent/onderzoeker verbonden aan de Politieacademie. Zijn focus is de culturele psychologie: het zoeken naar verbanden en/of verschillen tussen bepaalde culturen. Dat is de sterkte én de zwakte van zijn benadering. Shahbazi perst elk maatschappelijk probleem door de mal van zijn vakgebied. Met als uiterste gevolg dat het opsporen en benoemen van culturele verschillen zijn eenzijdige stof tot nadenken wordt. In zijn prikkelende opinie doet Shahbazi pogingen om verschillen te benoemen, maar komt hij (nog) niet aan overkoepeling en verbinding toe. Hij beschrijft wat hij ziet zonder zicht op een oplossing.

Laten we veronderstellen dat Nederland een waardengemeenschap is zoals Shahbazi stelt. Dat gaat over het delen van ervaringen, maar in Nederland is de beperkende voorwaarde wel dat dat gebeurt in dienstbaarheid aan de nationale rechtsstaat. Dat betekent onder meer dat wetten van godsdiensten en levensovertuigingen ondergeschikt zijn aan rechtsstaat en grondwet, aan democratische instituties en grondrechten. Dat geldt dan ook voor multinationals, monarchie en multimiljonairs. Als dat gegarandeerd wordt door de overheid en betreffende individuen publiekelijk aangeven de rechtsstaat ondubbelzinnig te accepteren als hoogste instantie, dan lijkt er geen probleem te zijn wie er in Nederland woont en wat de geschiedenis, kleur, etniciteit of levensovertuiging van zo iemand is. Zo wordt iedereen in een gemeenschappelijk kader geplaatst. Dat gaat verder dan het lijkt. Dat betekent ook door de overheid actief gegarandeerde en beschermde rechten van vrouwen die nu die rechten missen binnen orthodoxe godsdiensten. Daarvoor moet de autonomie van die godsdiensten worden opengebroken. En prioriteit worden aangebracht tussen de grondrechten. Dat verstoort het sociale contact van Nederland dat een wankel machtsevenwicht is dat in eeuwen is gegroeid.

Integratie is geen eenrichtingsverkeer, want rechten en plichten komen er in wisselwerking in samen. In een uitruil van het één tegen het ander. Shahbazi concentreert zich op de rechten van individuen en verwaarloost de plichten. Met als gevolg dat hij de structuur die van bovenaf een oplossing kan bieden uit het oog verliest en alles ophangt aan gedrag van en culturele verschillen tussen individuen. Hoe problematisch en aanwezig die ook zijn. Die benadering van onderaf mist de pretentie van het overkoepelende gebaar dat de problemen terugdringt. Daarnaast kiest hij de verkeerde focus door de relatie tussen burgers centraal te stellen, terwijl de relatie van de individuele burger tot de staat bepalender is voor integratie en het tegengaan van discriminatie en/of vooroordelen. Modieus gezegd, als de overheid er bewust voor zou kiezen, dan zou het de rechtsstaat als symbool en referentie succesvol kunnen inzetten als instrument om het onderbewuste gedrag van burgers te beïnvloeden (’nudging’). Ook is het trouwens mogelijk om zowel van onderaf als van bovenaf te werken en aldus problemen gecoördineerd aan te pakken. De auteur reduceert alles tot sociaal-culturele onderwerpen en het (geïnstitutionaliseerde) gedrag van burgers en prikkelt vooral de reacties die deze simplificatie corrigeren.

Foto: Schermafbeelding van deel opinie-artikelIntegratie is geen eenrichtingsweg’ van Keyvan Shahbazi. De Volkskrant, 19 augustus 2018.

Vakantie 2017. De valkuil van het massatoerisme

Vakantie en toerisme zijn niet voor iedereen weggelegd. Niet vanwege economische, maar vanwege mentale omstandigheden. Je moet eraan mee willen doen. Aan de zwarte zaterdagen, de rijen om in te gaan staan op de luchthaven, het evenement, de hotelbalie of de kunsttentoonstelling. Je moet het gezien hebben en moet er geweest zijn. Anders kom je nergens. Het Nederlands massatoerisme bestaat al sinds 1877. Toen bood het reisbureau Jac Lissone reizen naar Wright en Jeruzalem aan, volgens een artikel in het Historisch Nieuwsblad.

In dat massatoerisme kunnen Nederlanders die prat gaan op hun individualisme zich voegen in de groep. Ze kunnen zichzelf zijn. Zonder chef die op hun vingers kijkt. Het massatoerisme is de geconditioneerde reflex van de Nederlander die aan regels en voorspelbaarheid zit gebakken. En het is maar goed dat hij dat niet lijkt te beseffen. Dat maakt het gevoel van onvoorzichtigheid en laten waaien mogelijk. Het is lastig om de geheel verzorgde reizen die tot in detail gereserveerd zijn te ontwijken. Want treinen moeten gereserveerd worden, zoals hotels of zelfs restaurants. Het massatoerisme is valkuil en accu op het strand van onze onwetendheid.

Komende week verschijnen de postings onregelmatig.

Foto: Scheveningen – Het strand en het Kurhaus 1900

Reacties op Rotterdamse campagne over vrije partnerkeuze toont verdeeldheid PvdA aan. Tussen vrijzinnig en cultureel conservatief

De campagne ‘In Nederland kies je je partner zelf (‘zelfgekozen’) van het Rotterdamse gemeentebestuur (Leefbaar, D66, CDA) roept weerstand op, zoals een bericht in het AD verduidelijkt. De domste reactie komt van PvdA-raadslid Fatima Talbi. Zonder dat ze lijkt te begrijpen wat ze zegt, beweert ze het tegendeel van wat ze denkt te zeggen. Zo’n voorlichtingscampagne van de overheid bevat altijd het element van een voorbeeld.

Inderdaad, zo doen we het in Nederland. Waarmee niet gezegd is dat ook iedereen in Nederland al ‘zo ver’ is. Het voorbeeld wordt gegeven om na te volgen, een verplichting is dat niet. De verbolgenheid van Fatima Talbi is groot. Ze kan voor een hoger doel niet over haar gemeenschapsdenken en de partijpolitiek heenstappen.

Het voormalige PvdA-kamerlid Keklik Yucel denkt er in een tweet trouwens anders over dan haar Rotterdamse partijgenote Fatima Talbi. Het geeft aan hoe gespleten de PvdA is. Tussen de vrijzinnigheid van Yucel en het cultureel conservatisme van Talbi. Waarbij nog wat anders aan de hand is. De Rotterdamse PvdA zit gevangen in eigen onmacht en onverwerkt verleden door het omzien naar roemruchte tijden. De verdeeldheid maakt het er voor de landelijke partijleiding niet duidelijker op om een herkenbaar profiel uit te dragen. Toch zal dat nodig zijn om de PvdA voor de kiezer weer een smoel te geven. Wat wint het, de progressieve lijn van Yucel of de conservatieve lijn van Talbi? Hoe dan ook zou de partijleiding van de PvdA er goed aan doen om in dit soort culturele kwesties duidelijker dan nu stelling te nemen en een voorbeeld te geven voor de hele partij.

Foto 1 en 3: De vier posters van de Rotterdamse campagne zelfgekozen over vrije partnerkeuze.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelPosters met zoenende moslima leiden tot woedende reacties’ in AD, 24 mei 2017.

Foto 4: Tweet van voormalig PvdA-kamerlid Keklik Yucel, 24 mei 2017.

Als de man alleen is met een vrouw. Volgens de conservatieve islam

Deze video ‘Als je alleen bent met een vrouw’ op het kanaalIslam Ondertitel’ problematiseert de omgang tussen man en vrouw. Die wordt ontmenselijkt en gedesexualiseerd. De suggestie is dat een man en een vrouw die samen alleen zijn niet in staat zijn zich tegenover elkaar te gedragen omdat de duivel de man het kwade influistert. De verleiding ligt zogezegd op de loer. De titel duidt op een perspectief dat bij de man ligt. Ook de vrouw is alleen in de lift, dus de titel had evenzeer kunnen luiden ‘Als je alleen bent met een man’.

Nog meer dan uitgebreide analyses duidt deze video erop dat de versie van de islam die hier gepresenteerd wordt zowel man-centrisch als vrouwonvriendelijk is. En daarom in de kern niet aansluit bij de emancipatie van de vrouw. Deze verschijningsvorm van de islam is achterhaald en achterlijk. ‘Jij …. en zij. En waar ging ik naartoe’ zegt de duivel tegen de man. Alleen hij wordt aangesproken. ‘Wanneer een man een vrouw ontmoet (privé zonder andere aanwezigen), dan is Satan de derde (aanwezige)’. Dat betekent in de visie van deze Shaytaan-serie dat een man en vrouw nooit alleen kunnen zijn omdat Satan altijd de aanwezige derde is.

Het maakt man en vrouw afhankelijk van een hogere macht, scheept de man op met een schuldcomplex en de vrouw met onvrijheid en afhankelijkheid. Man en vrouw worden gedeindividualiseerd en gedesexualiseerd in een islamitisch-conservatieve horrorshow die mensen bindt aan hogere machten. Alsof het een Middeleeuwse allegorie betreft die 500 jaar later nog serieus wordt genomen. De video toont religie van haar slechte kant. Het geeft aan dat de islam hoognodig hervormd moet worden omdat het gebrekkig in de 21ste eeuw past.

Hoe krijgen Nederlanders weer zelfvertrouwen? Vragen bij een artikel van Joris Luyendijk

ned

Wat nu als het Europese Project wankelt omdat het een gebouw is met ondeugdelijke fundamenten? Moeten we er dan nog een verdieping bovenop zetten? En hoe houdt een open samenleving gebaseerd op gelijkheid stand wanneer het jaarlijks tientallen zo niet honderdduizenden immigranten opneemt uit landen zonder enige traditie op het gebied van openheid, gelijkheid of democratisch debat? Zeker wanneer die immigranten ook nog eens meer kinderen hebben dan de autochtone Nederlanders?’ Aldus schrijver Joris Luyendijk in een opinie-artikel in NRC. Met de veelzeggende titel ‘Het zelfvertrouwen is weg, de eigendunk ook’. Hij beschrijft hoe Nederlanders door alles wat van buiten op hun land afkomt het zelfvertrouwen in hun eigen bestaan hebben verloren, en daarmee ook het het geloof in de maakbaarheid van de samenleving. In de kieren van de ontstane onzekerheid wroeten partijen als de PVV en SP die de toon van ongenoegen en afbraak zetten.

In de tekst voegt de auteur er nog ‘het ongebreideld progressief optimisme’ aan toe. Hoe dat ‘progressief’ opgevat moet worden raakt de kern van de terugblik die Luyendijk bedrijft en waaruit hij uitspraken over het hedendaagse Nederland afleidt. Linkse politiek is het in elk geval niet omdat deze in Nederland nog nooit een meerderheid van de bevolking achter zich heeft gehad. Hoewel daar tegenin gebracht kan worden dat in de drie decennia voor de Fortuyn-opstand van 2002 in Nederland een linkse culturele hegemonie leidend was. Wat wil zeggen dat een progressieve invalshoek die uitging van de universele waarden in combinatie met de maakbare samenleving het publieke debat domineerde. Bijzonder aan dat Nederland van 1973 tot 2002 dat zich trots op de borst klopte als gidsland was nu juist dat dit geloof niet tot de linkse politiek beperkt bleef.

Een voorbeeld van een overblijfsel van die oude tijd is het Liberaal Manifest (Om de Vrijheid) van de VVD dat onder leiding van Geert Dales werd opgesteld. Het was progressiever dan menig programmapunt in het programma van de huidige SP of PvdA. Het zag het licht in 2005 toen het wereldbeeld al gekanteld was en verdween dan ook in een lade. Het Manifest is veelzeggend als tijdsbeeld dat het geloof in een maakbare samenleving beschrijft: ‘Wat wij wel onvoorwaardelijk van immigranten kunnen en moeten verlangen is naleving van de kernnormen en aanvaarding van de kernwaarden van onze moderne samenleving. Dan betreft het zaken als: de grondwet en de rechtsstaat, de vrijheid van het individu, de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw, het non-discriminatiebeginsel, de vrijheid van meningsuiting, tolerantie en het geweldsmonopolie van de staat. Dit zijn de voorwaarden waaronder een moderne samenleving van vrije burgers kan functioneren.

En lees dan nogmaals wat Joris Luyendijk zegt: ‘En hoe houdt een open samenleving gebaseerd op gelijkheid stand wanneer het jaarlijks tientallen zo niet honderdduizenden immigranten opneemt uit landen zonder enige traditie op het gebied van openheid, gelijkheid of democratisch debat?’ Deze woorden zijn een echo van de opmerkingen die de 80-jarige Brits-Amerikaanse filosoof Larry Siedentop in een interview in NRC maakt over immigratie: ‘De islam bijvoorbeeld heeft een typisch op regels gebaseerde cultuur, terwijl Europa een christelijk liberale cultuur en samenleving heeft die op principes gebaseerd is waar het individu met een eigen verantwoordelijkheid centraal staat. Die twee opvattingen botsen, dat levert problemen op’.

Analyses zijn nog geen oplossingen voor praktische politiek. Essentieel is dat ‘de kernwaarden van onze moderne samenleving’ uit het Liberaal Manifest tegelijk botsen met open én dichte grenzen. Dat eindigt dus in polderen met half open grenzen wat weliswaar in strijd is met de kernwaarden, maar het beste van twee werelden tracht te realiseren. Haalbaar aan het begin van een oplossing om het zelfvertrouwen in Nederland te herwinnen en de onzekerheid terug te dringen is standvastige politiek die hoofdlijnen uitzet en zich er voor lange tijd aan houdt. Maar dat rekent weer buiten de EU die de lidstaten de soevereiniteit heeft ontnomen.

Hoe dan ook begint een oplossing bij de bewustwording bij brede groepen in de samenleving dat radicale oplossingen niet werken omdat het schijnoplossingen zijn. Nederland moet terug naar het geloof in de moderne samenleving om onzekerheid en chagrijn van zich af te schudden. Hoe misplaatst dat geloof ook is.

Foto: Schets, Bevrijdingspostzegels 1944, Drie soldaten. Ontwerp: Johannes Bernardus Romein.

Olaf van Boetzelaer toont zich redelijk van inhoud, maar onbezonnen van vorm over de vluchtelingencrisis

nurn

In een opinieartikel voor het Katholiek Nieuwsblad trekt Olaf baron van Boetzelaer fel van leer over wat hij ziet als blunderende Europese staatslieden in het aanpakken van de vluchtelingencrisis. Volgens hem is de EU voor de test gezakt. Hij is oprichter van het Civilistisch Appèl dat zegt te opteren voor meer civilisme en stelt zich voor als ‘lid van de Commissie Buitenland van het CDA Zuid-Holland’. De commissie staat open voor iedereen.

Wat Van Boetzelaer concludeert over wat moet gebeuren om de vluchtelingencrisis in goede banen te leiden wijkt weinig af van wat leiders van de middenpartijen zeggen: ‘beperking instroom, terugkeerbeleid en steun aan opvang in de regio’, dus regulering en regie nemen door de EU-lidstaten. Maar de manier waarop hij het zegt is opmerkelijk en liegt er niet om. Het verraadt zijn visie op de waarden van het Avondland (Europa).

Enkele citaten: ‘Want we weten dat bepaalde minderheidsgroepen: Marokkanen, Antillianen, Somaliërs, Eritreeërs, zelfs tot in de derde generatie alle ongunstige statistieken aanvoeren: criminaliteit, werkloosheid, medische overconsumptie, leerachterstanden.’ En: ‘De overgrote meerderheid behoort tot de soennitische islam en brengt de daarbij behorende geestelijke bagage mee. Nu weten we (..) dat die intolerant is tegenover andersgelovigen, vrouwen gelijke rechten ontzegt en ook geweld niet schuwt om zijn dominantie te bevestigen. Daarom is het volstrekt normaal de islamisering van het oudsher christelijke Avondland met grote zorg te observeren en deze niet in de hand te werken.

Er zijn nog weinigen die de aanpak van de EU-leiders van de vluchtelingencrisis in 2015 en de voorbereiding erop in voorafgaande jaren waarderen. Europese leiders als Jean-Claude Juncker geven toe dat ze er een puinzooi van gemaakt hebben. Kanselier Merkel keert terug op haar schreden om geen grenzen te stellen aan de instroom. Nu ze in eigen land politieke tegenwind heeft probeert ze de last weer te herverdelen. Maar er zijn vele soorten kritiek mogelijk. Islamisering van Europa is ongewenst, maar kerstening eveneens. Iemand als Olaf van Boetzelaer positioneert de door hem gemunte derde weg van het civilismetussen  liberaal individualisme en het communitarisme– dan wel handig als een stroming die voor velen met uiteenlopende achtergronden aanvaardbaar is, maar zijn uitingen wijzen op een wereldbeeld dat daar akelig haaks op staat.

Foto: Krantenlezers verdiepen zich in het proces van Nürnberg, oktober 1945.

Schijn van vrijheid met Tommy Wieringa en conferentie Cyberspace

Internetvrijheid. Is er een minder sexy onderwerp denkbaar dat weinigen aanspreekt? Evenals privacy. In de vijfde Kousbroeklezing meent Tommy Wieringa dat burgers zonder morren hun individuele vrijheid inleveren voor welvaart en veiligheid. Zodat er voor bedrijven en overheden geen beletsel bestaat om nog verder op te dringen. Ongenoemd laat Wieringa dat de ultieme consequentie de controlestaat is. Het 1984 van een mak gebeukte kudde burgers. Is er nog een ontsnappen mogelijk aan de almacht van bedrijven en overheden?

Wieringa: ‘Het is verleidelijk om de westerse geschiedenis voor te stellen als een lange, vaak gefrustreerde maar toch min of meer ononderbroken beweging in de richting van de grootst mogelijke individuele vrijheid, en het is beslist een opluchting dat we aan de onderdrukking van priesters en koningen ontkomen zijn, maar daarvoor in de plaats heeft zich de staat tot in de fijnste vertakkingen van ons bestaan genesteld. In de materiële wereld, waar je kinderen een paar dagen langer mee op vakantie wilt nemen of een schuurtje wilt bouwen, en in de digitale wereld, waar bijna al je bewegingen worden gevolgd en geïnterpreteerd.’

Bureaucratie disciplineert de burger die zich uitstrekt tot een opvoeding die handelen aanleert dat niet alleen in lijn is met de staat, maar zelfs met de zittende macht. Dat omvat de aanvaarding van politieke partijen, de concessies en eigendomsverhoudingen, een in 1815 ontstaan koningshuis dat zichzelf benoemde en op de troon plaatste en nu verafgood dient te worden, gevestigde religieuze organisaties die een streepje voor hebben en een politiek-culturele Leitkultur dat onderscheid oplegt tussen wat leidend en wat volgend is.

Het individu kan niet anders dan zorgen zo min mogelijk afhankelijk van staat en zittende macht te zijn. Meer zit er niet in. Financiële onafhankelijkheid, een kritische geest die tracht grijstinten in een duister landschap te blijven zien en vooral: benoemen of een onafhankelijke, licht-anarchistische houding die zich niet schaart achter vaandels, partijprogramma’s, leiders of het ergste van alles: bijzaken helpen staande te blijven onder de oprukkende controlestaat. Wat in Turkije sneller gaat dan in Nederland. Vrijheid, een snoezig onderwerp voor beschouwingen die in het reservaat van de weldenkende burgers de status quo mogen ondersteunen. Tommy Wieringa heeft er werkelijk behartenswaardige uitspraken over. Maar een lezing is geen realiteit.

2012-08-28-197

Foto: Krijttekening op lei van Tacita Dean op Documenta (13) 2012 in voormalige kapel van een voormalig belastingkantoor in Kassel. Bergen gebaseerd op de omgeving van Kabul in Afghanistan. Eigen foto.

PvdA’ers hinten op coalitie van communautaire partijen (SP, CDA, PvdA). Het proberen waard?

RIJK02_NG-1981-9-26_W

Oud-fractieleider van de SP Jan Marijnissen verkneukelt zich over een opiniestuk van twee PvdA-ers senator Adri Duivesteijn en hoogleraar economie Rick van der Ploeg in NRC: ‘Zij zeggen dat de ontmanteling van de publieke sector negatief uitpakt. Aankomend weekend is het partijcongres van de PvdA, ik ben benieuwd waar dat toe gaat leiden. Als dit idee gemeengoed gaat worden binnen de partij, en de PvdA hun roots weer opzoekt, dan kan een linkse samenwerking weer mogelijk worden.’ Stoken bij de buren of welgemeend?

Naast het pleidooi van beide PvdA’ers om het uitkleden van de publieke sector te keren -te beginnen met het behoud van de vrije artsenkeuze in de Zorgwet- en de publieke instellingen van het middenveld ‘weer werkelijk te verankeren in de samenleving’ is het tekenend welke politieke samenwerking ze daartoe nodig achten ter realisatie. Een proces van elimineren. Weg van het neo-liberalisme en het individualisme. Weg van privatiseringen en het marktdenken. Weg van klantdenken en verzakelijking. Dus weg van het ik-tijdperk waarin het eigenbelang centraal stond. In de late jaren ’90 steunden ze trouwens als trouwe supporters die carriere konden maken de twee Paarse kabinetten Kok die dat proces dat ze nu veroordelen in gang zette.

Ze komen ‘negatief’ uit bij de volgende partijen: ‘Het cynische is dat het juist de communautaire partijen zijn (CDA, PvdA, SP en GroenLinks) die het in deze tijd ontbreekt aan een gemeenschappelijke opvatting hoe onze publieke taken moeten worden uitgevoerd.’ Daaraan zou nog de ChristenUnie en de Partij voor de Dieren toegevoegd kunnen worden. De politiek realiteit is dan een zespartijenkabinet dat nu volgens de actuele peilingen rond de 75 zetels schommelt. Met de SP als grootste partij die voor het eerst de minister-president zou kunnen leveren. De samenwerking van communautaire partijen is logisch en in de Nederlandse politiek nog nooit uitgeprobeerd. Kabinetten met PvdA en CDA komen nog het meest in de buurt. Maar de SP met een andere achterban en politieke stijl maakt het verschil. Gemeenschappelijk (communautair) is het nieuwe Paars.

Maar zoals vaker bij PvdA’ers laten ze zich kennen en overspelen ze hun hand door onnodig te verwijzen naar ‘progressieve partijen met een extra opdracht’. Ze kunnen beseffen dat deze ideologische PvdA-kadertaal de verdeelde CDA zal afstoten. Daarnaast lijken ze wensdenken in te wisselen voor politiek realisme. In de parlementaire geschiedenis heeft Nederland op landelijk niveau nog nooit een meerderheid van linkse (of: progressieve) partijen gehad en zal die naar verwachting de komende tijd ook niet krijgen. Dus hoe echt ze het bedoelen en op wie hun betoog is gericht is de vraag. Voor nu op de PvdA, of voor straks op SP en CDA? Waarschijnlijk het eerste, zo vlak voor het PvdA-congres. En dat maakt hun betoog gelijk een stuk minder interessant. Want durven Duivesteijn en Van der Ploeg wel echt te dromen over een samenwerking met de SP?

Foto: ‘Den Uyl sprak werknemer Van Gelder’ in de Verkiezingsstrijd ’81 van fotograaf Paul Babeliowsky, 1981.

Bert de Vries verlaat PvdA: ‘partij is niet langer seculier’

bdv

Deze tweet van 14 november is niet bijzonder door de inhoud, maar wel door de afzender. Er bestaat immers al enige jaren tijd kritiek op de PvdA omdat het het eigen sociaal-democratisch gedachtengoed om electorale redenen zou verpatsen, teveel naar de moskee zou luisteren en de scheiding van kerk en staat te ver oprekt.

Liefdevol PvdA-lid Eddy Terstall schetste die kritiek in 2010 in zijn boek Ik loop of ik vlieg: ‘Dezelfde verbazing hebben tegenwoordig van oorsprong linkse atheïstische activisten die gebroken hebben met de islam. Die zien vol verbazing aan hoe hun medeprogressieven en vooral ex-feministen zich het vuur uit de sloffen lopen om de islam te verdedigen en hoe die blind smoorverliefd zijn op de hoofddoek, terwijl ze ooit hun bh’s verbrandden. In 2006 zei toenmalig partijleider Wouter Bos in Het Parool: ‘Ik zie het gevaar van een Partij van de Allochtonen waar de autochtonen weglopen. Maar als wij vasthouden aan ons verhaal, blijven we de partij voor iedereen.’ De zoektocht binnen de brede volkspartij PvdA naar politieke wonderlijm die alles met alles verbond was gestart. En zou nooit gevonden worden. Dat kon alleen maar in teleurstelling eindigen.

Afzender is Bert de Vries. Tot voor kort Statenlid van de PvdA in de Provinciale Staten van Utrecht. Hij heeft nu een eigen fractie gevormd. Naar verluidt ontbrak-ie op de conceptlijst van kandidaten voor de komende Provinciale verkiezingen. Mogelijk speelde dat mee bij zijn overstap. In zijn afscheidsbrief schrijft De Vries: ‘Ik vind dat de PvdA seculier moet blijven dus los van de invloeden van kerk en moskee. Ik verzet me er tegen dat de PvdA bij elke verkiezing zo gedreven in de moskee probeert stemmen te winnen. Met deze stemmen wordt ook de invloed van de moskee naar binnen gehaald. De fractie heeft een werkbezoek afgelegd aan drie moskeeën. Het lijkt mij een verkeerd signaal. Ik ben dan ook niet mee geweest. (..) De PvdA stond eerst driedubbelvierkant achter vrouwenrechten en homorechten. Hoe scherp zit de PvdA hier tegenwoordig in?

De PvdA maakte afgelopen 20 jaar één fout, maar wel een grote: het koos niet voor het eigen gedachtengoed. Het is de strijd tussen verstandig en dom links. Tussen behoudend en progressief. Verder is er niets aan de hand. Er is gewoon sprake van emancipatie van minderheidsgroepen. Waar voorheen kiezers van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse herkomst in met name de grote steden in meerderheid op de PvdA stemden, is dat veranderd. Dat dat gebeurde was abnormaal en wordt nu gecorrigeerd door maatschappelijke ontwikkelingen. Leden uit de minderheidsgroepen diversifiëren zich en hebben de PvdA niet meer nodig. Dit proces is mede door de PvdA in gang gezet. De eigen overbodigheid is geen schande, maar een verdienste van de PvdA omdat de doelstellingen bereikt zijn. Zoals dat voor elke politieke partij zo zou moeten zijn.

De prestaties van de PvdA liggen in het verleden. Daar worstelen alle Europese sociaal-democratische partijen mee. De PvdA moet een nieuwe bestaansgrond met een nieuw kernelectoraat vinden dat naadloos aansluit bij de ideeën over vrijheden, gelijkheid en verheffing. Daar passen geen leden bij die religie boven de waarden van de sociaal-democratie stellen. De herstart kan het best gerealiseerd worden door een nieuwe partij te vormen. Zonder VVD-light of SP-light te worden. Vogelaristen en islam-socialisten kunnen dan in de oude partij blijven. Partijvorming kan de balast van het verleden afschudden en de ideologische veren weer opprikken. Zolang links en progressief elkaar niet langer overlappen -en neutraliseren- blijft de PvdA een in zichzelf gekeerde bestuurderspartij die niet gevoed wordt door kritische geesten die naast de macht staan.

bdv2

Foto 1: Tweet van Bert de Vries, 14 november 2014.

Foto 2: Tweet van Bert de Vries, 2 december 2014.