Kiezen tussen D66 en GroenLinks. Hoe de stemkeuze beredeneren?

look_outs_aboard_hms_ashanti_whilst_escorting_a_russian_convoy_march_1942-_a8202

Gisteren vroeg iemand me op FB wie goed en wie slecht is. Dat naar aanleiding van m’n commentaar op de brief van Mark Rutte en de selectieve hufterigheid die ik met velen daarin las. De laatste 24 uur wordt die hufterigheid van de VVD nog eens extra benadrukt door de nieuwste ontwikkelingen over de Teevendeal (‘de bonnetjesaffaire’) als gevolg van de onderzoeksjournalistiek van Bas Haan van Nieuwsuur. Het verschil tussen mooie verkiezingspraatjes en de werkelijkheid, tussen schijn en wezen, kan bijna niet groter zijn. De timing zit de VVD tegen. De mooie woorden van Rutte tonen nog potsierlijker en meer misplaatst dan ze al waren.

Iemand schreef op FB: ‘Iedereen moet maar zijn eigen keuze maken, de politiek is toch niet te vertrouwen.’ Daar antwoordde ik op: ‘Nou, dat is weer te veel van het goede. Het gaat om het verschil tussen goede en slechte politiek.’ Waarop dus de vraag aan me gesteld werd wat dan goede en slechte politiek was. Ik kwam niet weg met het antwoord dat iedereen dat maar voor zichzelf moet uitmaken. Uiteindelijk antwoordde ik: ‘Ik kan hooguit zeggen welke partijen op dit moment op m’n shortlist staan. Dat zijn D66 en GroenLinks. Maar ik zou daarmee niet willen suggereren dat dat goede partijen zijn.’ Met de belofte om dat nader toe te lichten. 

Partijen in het politieke landschap van Nederland lijken nog meer dan anders in te delen in tegenstellingen die niet exclusief zijn. Anders gezegd, partijen kunnen op de ene tegenstelling niets gemeenschappelijk hebben, maar op een andere tegenstelling raakvlakken of overeenkomsten vertonen. Dat maakt het vergelijken van partijen lastig. De volgende tegenstellingen zijn aan te wijzen als de belangrijkste kenmerken: 1) links-rechts (sociaal-economie); 2) progressief-conservatief (sociaal-cultureel; identiteit); 3) pro- en anti-EU; 4) religieus-vrijzinnig; 5) democratisch-anti-democratisch; 6) kwaliteit en doelmatigheid van leider en partijorganisatie.

Niet iedere kiezer vindt voor de eigen afweging hetzelfde kenmerk even belangrijk. Waar de één de relatie tot de EU vooropzet, zet de ander de economische situatie centraal. Of het religieuze karakter van de partij of het idee over identiteit en nationalisme. En op een bepaald kenmerk kan men natuurlijk ook verschillend denken.

Op mijn huidige shortlist fungeren de twee als links-liberaal te omschrijven partijen D66 en GroenLinks (GL). Ze hebben veel gemeen, maar verschillen ook sterk. Ze zijn de twee meest uitgesproken pro-EU partijen (3). Sociaal-economisch is D66 rechts en GL links (1). Sociaal-cultureel zijn ze allebei progressief (2). Ook zijn ze vrijzinnig (4). D66 is een door en door democratische partij, GL kent anti-democratische elementen. Of liever gezegd D66 steunt het idee van democratie onvoorwaardelijk, terwijl daar bij GL met een oude kern van anti-democratische kaderleden twijfel over bestaat (5). D66 is een coherente partij met een niet al te aansprekende leider, terwijl GL een onsamenhangende partij met gefragmenteerd gedachtengoed en een sterke leider is (6).

Deze opsomming geeft aan hoe lastig kiezen het al is tussen twee partijen die programmatisch dicht bij elkaar liggen. Het is niet makkelijk te beantwoorden wat een kiezer het zwaarste moet laten wegen. Tegen het einde van een campagne wordt de inschatting van de kwaliteit van partij en leider steeds belangrijker. Hoe opereren ze strategisch en sorteren ze verstandig voor op de onderhandelingen na de verkiezingen? De PVV kan de grootste of op een na grootste partij worden, maar heeft zich buitenspel gemanoeuvreerd door een harde politieke en persoonlijke toon naar de andere partijen. Fouten worden afgestraft en kiezers haken graag aan bij een leider of partij die het beeld van een winnaar vertoont en perspectief heeft voor na de verkiezingen.

Als Jesse Klaver (GL) zich in m’n ogen niet waarmaakt of de beslissing neemt om de toenadering van de PvdA en SP te gedogen en goed te praten zal ik in gedachten GL van mijn shortlist schrappen. Als Alexander Pechtold (D66) teleurstelt in debatten of interviews dan maakt dat nog geen verschil omdat zijn kwaliteit niet de reden is dat D66 op mijn shortlist staat. Maar als D66 als partij beslissingen neemt over vrijzinnigheid, de EU of directe democratie die afwijken van wat ik van die partij op z’n minst verwacht, dan schrap ik D66. Nieuwe partijen kunnen op m’n shortlist komen als ze de kenmerken vertonen die ik van een partij verwacht. Rechts-populistische of christen-democratische partijen zullen dat niet zijn omdat die voor mij de verkeerde kenmerken vertonen. Als op 15 maart 2017 geen enkele partij meer op mijn shortlist blijkt te staan, dan ga ik niet stemmen. Niet door een tekort aan politieke interesse, maar vermoedelijk door een teveel eraan.

Foto: Uitkijkposten aan boord van HMS Ashanti dat een Sovjet-convooi escorteert, maart 1942.

Advertentie

Jan Pronk stapt uit PvdA. En verklaart zijn bezwaren

Jan-Pronk_EVS

Jan Pronk is anti-links links. Hij herkent zich niet meer in de PvdA en zegt na bijna 49 jaar zijn lidmaatschap op. In een afscheidsbrief noemt-ie als stenen des aanstoots de ontwikkelingssamenwerking en de strafbaarstelling van illegaal verblijf. In een schets van de fasen van zijn lidmaatschap omschrijft Pronk de laatste twee perioden van zeven jaar als verwarring (2000-2006) en aanpassing aan rechts (2007-2014).

Wie de lijn die Pronk schetst doortrekt komt tot de slotsom dat de Nederlandse politiek beneden de maat opereert. Het motorblok van hervormingen is vastgelopen en ligt voor schroot achter de schutting. Ondanks oppervlakkige glans verkeert de PvdA in organisatorische chaos en intellectuele armoede. De VVD breekt beloften, is uit het centrum weggekoerst en heeft in de slipstream de PvdA meegezogen. Dienstbetoon aan de kiezer, ofwel electorisme heeft de Nederlandse politiek in haar greep. De partijpolitiek is dolgedraaid.

Op het moment dat volgens Jan Pronk de periode van aanpassing aan rechts was begonnen, signaleerde in oktober 2009 Diederik Samson dat de partij in deplorable staat verkeerde. De fractie was niet in staat om het tij te keren. Da’s toen begrepen als het rechten van de sociaal-democratische rug, maar moet nu achteraf -gezien het pragmatische leiderschap van Samson- eerder beoordeeld worden als het nog verder aanpassen.

Sociaal-democratische uitgangspunten als vrijheden, gelijkheid en verheffing verdienen representatie door een geloofwaardige partij met een eigen koers. Het opportunisme van de PvdA valt partijleiders als Cohen of Samson niet uitsluitend te verwijten. Hoewel ze er evenmin een eind aan maakten. Ze wisten geen vernieuwing op de rails te zetten. In de marges van de partij wordt die bij de Wiardi Beckman Stichting voorbereid. Maar zolang links en progressief elkaar niet langer grotendeels overlappen binnen de PvdA blijft de partij een in zichzelf gekeerde bestuurderspartij die niet gevoed worden door kritische geesten die naast de macht staan.

Pronks brief is een zwakke echo van een debat uit een bijna vergeten verleden. Met een eigentijdse draai. Het meest interessant is het slot van Pronks afscheidsbrief omdat het vooruit kijkt: ‘Mocht er ooit een vereniging van sociaaldemocraten worden opgericht (..) om het debat te voeren over de betekenis van het gedachtengoed van de sociaaldemocratie in het bestek van de huidige tijd, dan meld ik mij als eerste aan.‘ Jan Pronk heeft gelijk dat het sociaal-democratische gedachtengoed niet het monopolie van de PvdA is en te belangrijk is om aan deze politieke partij toe te vertrouwen. Het kan ook niet eeuwig door de PvdA vertegenwoordigd en geclaimd worden. Pronk concludeert dat het voortbestaan van het gedachtengoed belangrijker is dan het voortbestaan van de partij PvdA. Dat geeft ‘m de ruimte om na bijna 49 jaar zijn lidmaatschap op te zeggen.

Foto: Jan Pronk, 2007. Credits: Spaarnestad Photo.

Schrappen verbod godslastering doorbreekt onderdrukking door confessionele politiek

Update 3 december 2013: De Eerste Kamer heeft vandaag met ruime meerderheid besloten om het al jaren omstreden wetsartikel over de smalende godslastering te schrappen. Tegelijk nam de kamer een motie aan om te onderzoeken of gelovigen beschermd kunnen worden zonder dat de meningsuiting wordt aangetast. 

‘Schrappen verbod op godslastering is een pijnlijk verlies van een morele ankerplaats en een symptoom van een geestelijke crisis.‘ zegt Kees van der Staaij in een tweet. Da’s treffend gezegd door de politiek leider van de SGP. Hij spreekt zijn sympathisanten moed in en bindt ze aan de partij. Maar het echte pijnlijke verlies is dat de confessionele politiek aan macht heeft ingeboet en bij de afgelopen verkiezingen de neergaande lijn voortzette. Het schrappen van het verbod op de godslastering is daarvan een symptoom. Wachten is op voorstellen over abortus, euthanasie en gewetensbezwaarde ambtenaren. Waarna Van der Staaij zal verwijzen naar een pijnlijk verlies, een morele ankerplaats en een geestelijke crisis. Wat kan-ie anders zeggen?

Jan de Wit (SP) en Gerard Schouw (D66) dienen het voorstel in om het verbod op de godslastering te schrappen omdat het niet in het strafrecht thuishoort. ‘Het is iets voor de liefhebber die erin gelooftzegt De Wit. Ze rekenen op een meerderheid. Er is hoop dat de VVD die om machtspolitieke redenen nooit zijn tegenstem liet horen zich aansluit bij het voorstel. Maar zelfs zonder VVD is er nu een kamermeerderheid van 88 zetels.

Dat de godslastering nu pas geschrapt gaat worden verklaart dat vrijzinnige partijen in het verleden miserabel hebben geopereerd. Ook toen hadden ze een meerderheid in de Tweede Kamer. Dirk Verhofstadt vatte dat mechanisme ooit als volgt samen: ‘In de praktijk betekent dit immers dat mensen (vooral mannen) binnen minderheidsgroepen hun medemensen (vooral vrouwen) kunnen onderdrukken, waarbij ze zich steevast beroepen op de vrijheid van godsdienst. Deze politiek heeft in het verleden bewezen dat ze niet deugt’. 

Hoewel historisch anders gemotiveerd gaat het Nederlandse voorstel lijnrecht in tegen supranationale initiatieven voor een verbod op godslastering of het verbod om religieuze personen te beledigen waaraan de EU deelneemt. Op 19 september stelde de VVD Klaas Dijkhoff kamervragen naar aanleiding van een bericht in de Egypt Independent. Ook in september 2012 vertegenwoordigde de voorzitter van het EU-parlement Martin Schulz de Europese waarden slecht in zijn reactie op de film ‘Innocence of Muslims‘ toen hij met bezoekende vertegenwoordigers uit de Golfstaten meepraatte in zijn veroordeling van de film: ‘Ik veroordeel niet alleen de inhoud, maar ook de verspreiders van zo’n film, die enorm vernederend is voor veel mensen over de hele wereld.’ De vrijzinnige Nederlandse politiek moet maar eens beslissen waar het in meerderheid voor staat.

Foto: Johan Braakensiek, Minister Donner op het Oorlogspad, 1931. In: De Tribune.

Vrijzinnige Van der Ham voorzitter Humanistisch Verbond

Boris van der Ham is de nieuwe voorzitter van het Humanistisch Verbond. In september moest de D66-er de kamer verlaten en werd opgevolgd door Vera Bergkamp. Van der Ham gaat de strijd met de onverschilligheid aan, als ‘misschien wel de grootste vijand van de Nederlandse vrijheid en het verkeerde voorbeeld‘.

Hij is de juiste persoon om het humanisme zelfbewustzijn bij te brengen en weg te voeren van pseudo-religie: ‘Het humanisme is in potentie de grootste levensbeschouwelijke stroming van Nederland, en verbindt onder meer atheïsten, agnosten en vrijzinnigen.’ Hij verzette zich als christenen of moslims hun waarden aan anderen wilden opleggen, zoals bij medisch-ethische kwesties, weigerambtenaren en homodiscriminatie in het bijzonder onderwijs. En: ‘Er is een groeiende behoefte aan seculiere vormen van levensbeschouwing, nu ruim de helft van Nederland niet meer kerkelijk is. Dat geldt zeker voor persoonlijke levensvragen‘, zo zei hij.

Als volbloed politicus van sociaal-liberale snit lijkt Van der Ham in zijn uitingen teleurgesteld in de kracht van de vrijzinnige politiek die zich telkens de kaas van het brood laat eten door de grotere politieke stromingen waarvoor vrijzinnigheid of wisselgeld (sociaal-democratie, liberalisme) of vloeken in de kerk is (christen-democratie). Deze koude kermis van de vrijzinnige politiek is iets dat Van der Ham in zijn onbezoldigde functie kan proberen te veranderen. Via de omweg van een maatschappelijke organisatie die ver van de politiek staat. Voorwaarde daartoe is bewustwording en einddoel is de hergroepering van de vrijzinnigen in de politiek. Van der Ham is politicus genoeg om die doelstelling vol zelfbewustzijn in het oog te houden.

Foto: Logo Happyman

GroenLinks mist opdracht voor groene partij van de toekomst

Er gaat onder voorzitterschap van burgemeester Eduard van Zuijlen van het Groningse Menterwolden tot uiterlijk april 2013 een interim-bestuur aan de slag bij GroenLinks. Het interim-bestuur bereidt het partijcongres voor. Dus een doorstart. Maar heeft GroenLinks niet elke geloofwaardigheid en bestaansrecht verloren? Onbegrijpelijk is waarom in de opdracht aan het interim-bestuur opheffing niet genoemd wordt.

Was het gebrek aan professionaliteit bij de leiding maar de enige oorzaak voor de afgang van GroenLinks geweest. In de publiciteit zijn allerlei problemen naar voren gekomen: de praat- en vergadercultuur, de partijbaronnen, de verdeeldheid tussen vrijzinnig-liberalen en de rest van de partij, het gebrek aan aandacht voor milieu en duurzaamheid. In ieder geval resteert er een flets profiel. Ook de slechte peilingen waren niet de oorzaak. De verleiding om de fout niet in eigen gelederen te zoeken leidt nu tot een leven na de dood.

Gepast om te constateren dat GroenLinks landelijk nooit aan de verwachtingen heeft voldaan. Ook onder Rosenmöller werden niet meer dan 11 zetels behaald. Altijd werd er gehoopt op meer met vergezichten over een linkse meerderheid die nooit in de parlementaire geschiedenis van Nederland is gerealiseerd. Zelfs in 1973-1977 onder Joop den Uyl niet. Die vlucht in visioenen en vergezichten zegt dat GroenLinks los staat van de politieke werkelijkheid. Dat relativeert het gebrek aan leiding van nu. Dat zoekt de oorzaak dieper.

Een vlucht in visioenen en vergezichten had positief aangewend kunnen worden als het een pleidooi voor de inhoud was geworden. Maar de vlucht bleef steken in machtspolitiek. Als Jolande Sap iets te verwijten valt is het dat ze niet de groene inhoud liet spreken. Extra meelijwekkend was dat ze op een linkse meerderheid hintte. Sap was de enige politicus in de campagne die serieus een verkeerd vergezicht als uitgangspunt nam.

De documentaire Power to the People van VPRO’s Tegenlicht schetst onbedoeld toekomstige overbodigheid en gemiste kansen van GroenLinks. Dat gaat over kleinschaligheid, zelfvoorzienende energie en zelfredzaamheid van burgers. Het tekent de contouren van de duurzame samenleving van de toekomst. Weg van de grote verbanden en bedrijven, op weg naar baas in eigen huis. Daaruit volgt gemeenschapszin en sociale gelijkheid.

Als GroenLinks visie had gehad, dan had het in de campagne maatschappelijke trendsetters gemobiliseerd om te hinten naar dat toekomstbeeld en het losjes in haar programma gevoegd. Dan had het zich onderscheidend gemaakt. Dat gemis maakt nu de weg vrij voor een groene partij van de toekomst. Die verder kijkt dan het Binnenhof en ministersposten. Een partij met een belast verleden als GroenLinks staat dat ideaal in de weg.

Foto: Pavel Constantin, Greenwashing, 2011

GroenLinks als tweederangs partij kan beter ophouden te bestaan

De pers meet het breed uit: De chaos in GroenLinks is compleet. Na partijleider Jolande Sap en het voltallige partijbestuur stapt nu ook voorzitter van de evaluatiecommissie Andrée van Es op. In een verklaring laat de partij weten dat Van Es zich terugtrekt omdat de suggestie dat ze als voorwaarde voor het voorzitterschap zou hebben gesteld dat Sap moest aftreden aan publiciteit wint. De partij ontkent dit, maar geeft toe dat Van Es na het aanvaarden van het voorzitterschap aan zowel Sap als partijvoorzitter Heleen Weening liet weten dat ze zouden moeten opstappen. Van Es wil de evaluatiecommissie niet in opspraak brengen en trekt zich terug.

GroenLinks is geen partij zonder ideeën. Het heeft er misschien eerder te veel. Leden geven hun evaluatie over de verkiezingsnederlaag in de discussie van het wetenschappelijk bureau de Helling. Die van Frank Hemmes is interessant. Het verscheen eerder op Vrij-Zinnig. Hemmes verwijt het GroenLinks van de afgelopen jaren hoogmoed. Hij toont naar mijn idee overtuigend de overbodigheid van de partij op de electorale markt aan. Het heeft niets unieks dat andere partijen niet bieden. D66, PvdD, PvdA en SP doen dat veel beter.

Over het ontbreken van het eigen gedachtengoed: ‘Het voornaamste probleem is dat GroenLinks niet uit lijkt te stijgen boven een incoherente verzameling standpunten die bij elkaar gehouden moeten worden door een links-liberaal groen vernis. Er is als het ware geen ideologische kern, zoals het liberalisme of de sociaaldemocratie dat is, van waaruit de standpunten uitgelegd kunnen worden en waaraan een vast electoraat zich kan binden.‘ En: ‘In plaats van een solide kern zijn er meerdere facetten die allemaal een andere kiezersgroep aanspreken. Er is een groen facet, een vrijzinnig-liberaal facet en een sociale kant.’

Over het ontbreken van politieke traditie: ‘Maar de echte hoogmoed van GroenLinks zat hem in de manier waarop de partij haar boodschap de afgelopen jaren uitdroeg. Het constante verkondigen dat het progressieve of radicale midden het alfa en omega van de nieuwe politiek in de 21e eeuw was, en dat begrippen als socialistisch, liberaal, links of rechts verouderd waren en hadden afgedaan. Als er iets is dat door de huidige verkiezingen, waarin links en rechts duidelijk de spil vormden, is gelogenstraft, dan is het dat waanidee wel. De arrogantie en pedanterie van wat in feite een tweederangs partij is om met onverholen minachting te beweren dat links en rechts achterhaalde begrippen zijn, terwijl voor veel kiezers deze tweedeling nog springlevend is, heeft GroenLinks nu de marge ingeduwd.

Over de toekomst: ‘Wil GroenLinks haar bestaansrecht behouden en meer zijn dan een marginale partij, dan zal het een eigen, unieke, herkenbare en vooral samenhangende ideologie of verhaal moeten ontwikkelen. Doet het dat niet, dan kan elke kiezer inmiddels bij een andere partij op zoek naar ideeën en macht.’

Hemmes neemt geen ruimte om de ontstaansgeschiedenis te schetsen. De fusie in 1990 van de vier uiteenlopende partijen CPN, PSP, PPR en EVP was een valse start die nooit goedgemaakt is. Nooit werd het een geheel. Als stemmer op de PSP heb ik nooit de overstap naar GroenLinks kunnen maken dat twee religieuze partijen (PPR en EVP) en de crypto-religieuze CPN omvatte. Dat getuigende en zalvende is vanaf het begin in GroenLinks gaan zitten. Onder Ina Brouwer of Paul Rosenmöller meer dan onder Femke Halsema. Dit komt niet precies overeen met de verklaring van Frank Hemmes over hoogmoed, maar geeft wel raakvlakken aan.

De remedie voor de toekomst lijkt duidelijk. GroenLinks kan ophouden te bestaan en zich opsplitsten. Een socialistisch-pacifistische kern heeft als zelfstandige partij bestaansrecht door een onderscheidende ideologie en kan zich vernieuwen door het gedachtengoed dat in de hackersgemeenschap leeft. De rest kan opgaan in bestaande partijen. Een liberaal-vrijzinnige kern in D66, een duurzame kern in de PvdD, de religieuze kernen in de ChristenUnie, en een socialistische kern in de PvdA. Een partij is ondergeschikt aan het gedachtengoed.

Foto: Affiche GroenLinks, lijst zes (PPR, PSP, CPN, EVP), 1989

Jolande Sap treedt af en biedt GroenLinks een uitweg

Jolande Sap is vandaag afgetreden als partijleider van GroenLinks, zo maakt ze in een verklaring bekend. Ze stapt uit de fractie van de Tweede Kamer. Bij de verkiezingen van 12 september verloor de partij zes van de 10 zetels. Haar politiek inzicht komt tot uiting in het volgende fragment: ‘tot de dag van vandaag is mij onduidelijk welke oplossing een overhaast vertrek biedt‘.  Welnu, dat heet politieke verantwoordelijkheid.

Sap was sinds december 2010 een weinig overtuigende leider van een partij die onvast met de macht omgaat. Het door Femke Halsema voorbereide Kunduz-akkoord zorgde keer op keer voor irritatie. Onder Halsema probeerde de partij de weg naar het centrum te vinden. Paradox is dat Halsema faalde waar Sap met het Lenteakkoord slaagde. Maar als een politiek leider meer goedkeuring vindt buiten dan binnen de eigen partij dan legt dat een bom onder de toekomst. Die bom ging vandaag af. Sap was tweeslachtig door de ruimte naar zowel links als rechts open te willen houden. Telkens bezorgde Sap haar partij een onduidelijk profiel.

De gebrekkige organisatie en het schoolmeesterachtige optreden van de verkiezingscommissie onder leiding van senator Tof Thissen bij het samenstellen van de kandidatenlijst zorgden voor veel kwaad bloed. Een beeld van een kinderachtige partij die door hardleerse partijbobo’s wordt geleid ontstond. Dat beeld kon niet meer rechtgezet worden. Kamerleden als Tofik Dibi, Arjan El Fassed, Mariko Peters en Bruno Braakhuis ruimden het veld. Ineke van Gent liet eind juli in de pers zelfs weten dat GroenLinks al een jaar geen leiding meer had.

GroenLinks moet zichzelf opnieuw uitvinden. Sap’s aftreden is de juiste stap. Aan haar kleefde de blamage van een slecht verkiezingsresultaat en onvast optreden. Organisatorisch en strategisch is de partij zwak, maar programmatisch sterk. In de luwte kan de partij opnieuw beginnen. Verlost van het recente verleden.

Foto: Jolande Sap. Credits: GroenLinks

Dirk Poot van de Piratenpartij beantwoordt vragen

Lijsttrekker Dirk Poot van de Piratenpartij geeft duidelijkheid in gesprek met de NRC en met kiezers in Direct Den Haag. Hij memoreert dat zijn themapartij gaat voor: auteursrechten, octrooirechten en een open overheid met privacy. In onderhandelingen zijn dit de kernpunten die naar voren worden gebracht. Zeg maar, de kroonjuwelen van de Piratenpartij. Maar er is meer met een partijprogramma van 60 pagina’s.

Opmerkelijk is dat Dirk Poot zijn partij in de liberale traditie plaatst. Als-ie op een andere partij zou moeten stemmen werd dat D66 of GroenLinks. Over de huidige VVD met staatssecretaris Fred Teeven is-ie minder enthousiast. Maar indien de VVD terug zou keren naar de liberale wortels zou samenwerking mogelijk zijn.

Economische onderwerpen komen niet aan de orde, maar door de verwijzing naar D66 en GroenLinks mag men aannemen dat de Piratenpartij op deze onderwerpen een gematigd centrum-links standpunt inneemt. Bij de mede dankzij BREIN sinds april 2012 sterk gegroeide partij is nog niet alles uitgekristalliseerd. Startende partijen hebben het lastig om hun plek in te vechten zonder overheidssteun en deelname aan grote debatten.

Indirect verwijst Poot naar het Liquid Feedback systeem van directe democratie als-ie stelt dat de politiek beter naar de burgers moet luisteren en hen bij de besluitvorming moet betrekken. Immers, door burgers bij het proces te betrekken neemt hun wantrouwen in de politiek af en worden hun keuzes voor partijen aan de flanken overbodig. De oplossing van de eenvoud, nodig om de praktische politiek nieuw leven in te blazen.

Sociaal-liberalisme volgen als wereldbeeld

De StemWijzer stuurt de zwevende kiezer een kant op. Sammy van Tuyll van de LibDem partij noemt in een persbericht de StemWijzer niet democratisch: ‘LibDem laat het hier niet bij zitten en blijft aandringen op een gelijke behandeling van alle partijen die deelnemen aan de verkiezingen. De handelswijze van ProDemos is een democratisch land onwaardig‘. De maker van de StemWijzer ProDemos krijgt overheidssubsidie, beweert dat het transparant is en geeft daarna de kiezer een advies dat objectief zou zijn. Wie gelooft het?

De kiezer kan het beter zelf bepalen. Door uit te maken wat-ie belangrijk vindt en welk wereldbeeld daarbij past. Om vervolgens een politieke partij te zoeken die daar het beste bij past. Dat vermijdt de versimpeling van de StemWijzers en Kieskompassen die een suggestie van objectiviteit geven die niet bestaat. En er zelfs van beticht kunnen worden de zittende macht te begunstigen. Voor mezelf kom ik dan tot het volgende wereldbeeld als uitgangspunt voor mijn keuze. Een samenraapsel en bewerking van citaten op internet:

Sociaal liberalisme houdt in dat de functie van de liberale staat is om mensen te voorzien van de mogelijkheid om voor zichzelf te zorgen door nuttig werk. Het recht op arbeid, het recht op een behoorlijk loon, volledige werkgelegenheid, sociaal welzijn en de bescherming van de mensenrechten. Sociaal liberaal beleid omvat onder meer overheidsingrijpen in de economie om mensen zo harmonieus mogelijk te verbinden met de gemeenschap, en definieert de eerste in termen van een gemeenschappelijk goed en de tweede op het gebied van het welzijn van individuen in relatie tot de rechtvaardigheid van de samenleving. 

De richting die ik voorsta is het sociaal liberalisme. Dat raakt aan links libertarisme, maar voegt er compassie aan toe. Het gaat uit van minder overheidsingrijpen dan de sociaal-democratie, meer overheidsingrijpen dan het libertarisme, minder macht voor het bedrijfsleven dan bij de christen-democratie en het liberalisme, meer gemeenschapsdenken dan het anarchisme en meer individualisering dan religieus denken. Zo kan ieder kiezer als hulpmiddel voor de eigen stemkeuze een individueel wereldbeeld op maat construeren. Zonder de weg gewezen te worden door anderen. Een smal pad door het politieke spectrum om te volgen. Nu de praktijk nog.

Foto: Johann Heinrich Füssli,’Odysseus vor Scilla und Charybdis’, 1794-1796

Piratenpartij hoeft niet verstrikt te raken in de Nederlandse politiek

Is de Duitse Piratenpartij conservatief? De partij vaart soms een onverwachte koers en is in botsing gekomen met Der Spiegel dat uitpakt met: ‘Die Piraten sind in den Mühen der politischen Ebene angekommen‘. Piraten verstrikt in de politiek. Eerder bekritiseerde het tijdschrift het verbod van de partij om op de Landesparteitag in Nedersaksen te filmen. Reden die de Piratenpartei aanvoert is dat de privacy van de leden beschermd moet worden. De Duitse Vereniging voor Journalisten DJV hekelt het gebrek aan openheid. Dit roept de vraag op wat piraten te verbergen hebben als het journalisten op een openbare politieke vergadering beperkingen oplegt. Wat verder geen partij doet. Naar Nederlandse verhoudingen doet dit denken aan de PVV of de oude CPN.

Wat voor partij is de Duitse Piratenpartij en heeft de Piratenpartij in Nederland hetzelfde profiel? Een commentaar in The European karakteriseert de Piratenpartie als liberaal en niet anarchistisch. Dit in tegenstelling tot de Duitse Groenen. Dit past bij het profiel van de Nederlandse lijsttrekker en oud-JOVD’er Dirk Poot die zich in interviews een verklaard liberaal met compassie toont, dus sociaal-liberaal. Maar of de meeste leden met dezelfde verwachting aan boord zijn gestapt is de vraag. Er is een partijprogramma, maar veel is nog niet geformuleerd. Trouwens begrijpelijk voor een beginnende partij en vervroegde verkiezingen.

Is het zinvol om de Duitse en Nederlandse Piratenpartijen met elkaar te vergelijken? Nee, want er zijn op het oog drie verschillen. Het Nederlandse politieke landschap is opener en diverser, en kent kleinere verschillen. De Nederlandse piraten kunnen leren van de fouten die de Duitsers hebben gemaakt. En de verwachtingen voor de Nederlandse piraten zijn bescheiden, 1 of 2 kamerzetels, zodat een geleidelijke opbouw mogelijk is.

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik sinds vorige maand lid van de Piratenpartij ben, en dus niet meer geheel onafhankelijk. Ik zie mezelf als kritisch lid op afstand. Kernpunten over transparantie, internetvrijheid, privacy en burgerrechten, en het talent van Dirk Poot hebben me over de streep getrokken. Maar wat de partij over bijvoorbeeld kunst, economie, euro, zorg of scheiding van kerk en staat denkt is me nog een raadsel.

In tegenstelling tot veel piraten ben ik minder positief over het middel van de vloeibare democratie dat in mijn ogen het gevaar loopt alle kanten op te klotsen en de partij aan focus en integrale aanpak kan doen verliezen. Het gaat immers om een politieke partij en geen actiegroep. Een gevaar als er in de strijd met concurrenten daadkrachtig gehandeld moet worden. Dat vraagt mandaten die zich aan de vloeibaarheid onttrekken. Ook herken ik de kritiek van Der Spiegel op de Piratenpartei bij de Nederlandse Piratenpartij als het om het gebrek aan organisatie en professionaliteit gaat. Da’s niet altijd aanwezig. Maar de Nederlandse piraten kunnen leren, zullen veel vallen en nog meer opstaan om zich mettertijd onmisbaar te maken in de Nederlandse politiek.

Foto: Turn It Up to Eleven; Piratenpartij, lijstnummer 11