Tentoonstelling ‘Plastics and New Art’ (1969): Kunstwerken gefotografeerd met bezoekers

De tentoonstelling Plastics and New Art gaat op 15 januari 1969 open in het ICA Philadelphia. Een dag later neemt fotograaf Raymond F. Stubblebine deze foto van de familie Bos. Vader, moeder en kind staan om het werk ‘Flip‘ van Sylvia Stone. Het is van plexiglas.

Plastic in 1969. De toelichting op de tentoonstelling zegt (vertaald): ‘Het is inderdaad interessant, zowel artistiek als historisch gezien, dat het wijdverbreide gebruik van plastic materialen in de kunst vrijwel geheel binnen de periode van het huidige decennium valt. Hoewel de recentheid van deze ontwikkeling vandaag de dag misschien verrassend lijkt, heeft zij niettemin haar eigen logica, bepaald door een verscheidenheid aan technologische, stilistische en historische omstandigheden.’

Plastic in de kunst maakt opgang in de jaren 1960. Meer valt er niet over te vertellen zonder in clichés te vervallen.

Vaak denken fotografen niet genoeg te hebben aan het kunstwerk. Of ze vermoeden dat de opdrachtgever meer verwacht. Ze maken er iets leuks van door mensen toe te voegen. Zeg maar, interactie ter plekke die het levendig maakt. Dat gebeurt hier. Dhr en mevr. G. Holmes Perkins worden op de onderste foto gezien door DeWain Valentine’s ‘Double Prism‘ van polyesterhars.

Het werk wordt gezegend door bezoekers. Haal je het werk zo dichterbij en maak je het benaderbaar of ga je eraan voorbij? Die vraag is nog helemaal niet zo makkelijk te beantwoorden.

Raymond F. Stubblebine, Prism View, 1969. Collectie: George D. McDowell Philadelphia Evening Bulletin Photographs. Met Double Prism van DeWain Valentine.

Geef leerlingen geen gebedsruimte en tijd om te bidden op de oecumenische school, het Marnix College te Ede

Petitie ‘Geef leerlingen gebedsruimte en tijd om te bidden op het Marnix Ede’ van R.Y.

Daar gaan we weer met een petitie van een anonieme scholier die op school om een gebedsruimte vraagt. Ook wel stiltecentrum genoemd. Zo’n petitie tekent de driestheid om op hoge toon iets te eisen waarvan men weet dat het niet kan. Dat gaat dwars door de hiërarchie van zo’n school. Vooral dat lijkt de opzet van de petitie omdat het een scholier een gevoel van macht geeft.

De petitie die op de oecumenische school het Marnix College in Ede vraagt om een gebedsruimte zegt: ‘Het Marnix Ede is een openbare school, dat betekent dat alle geloofsovertuigingen geaccepteerd horen te worden.‘ Het Marnix College is geen openbare school, maar een hybride bijzondere school die openbaar lijkt.

Dat de petitie niet spreekt over levensovertuigingen als humanisme, feminisme of nihilisme, maar uitsluitend over geloof, is een weeffout van dit soort petities.

Een gebedsruimte leidt niet alleen tot chaos en een onwerkbaar rooster voor de benutting van de gebedsruimte, maar ook tot verdeeldheid en het aanscherpen van verschillen tussen de scholieren. Het niet gescheiden van elkaar zijn op basis van levensovertuiging of geloof is het uitgangspunt van een oecumenische school. De missie van het Marnix College is om geloven en levensovertuigingen te verbinden. Een gebedsruimte beweegt richting apartheid en staat haaks op dit principe.

Het is vaak zo dat dit verzoek uit islamitische hoek komt en de andere geloven er aan de haren bijgesleept worden om de petitie een schijn van geldigheid te geven. De petitie verwijst direct naar de islamitische achtergrond van de petitionaris: ‘Voor de moslims zijn de gebedstijden in de winter erg dicht op elkaar, dus is het nog belangrijker.’

Is dat de verantwoordelijkheid van de school of van de gelovige? Wie voor een geloof kiest moet daar zelf verantwoordelijkheid voor nemen en niet afschuiven op de school. Bidden kan trouwens ook voor of na schooltijd. Geloven geven die flexibiliteit.

De petitie is een communicatiestoornis. Dat spoort des te meer niet omdat steeds meer Nederlanders zich niet associeren met een geloofsovertuiging. Nu is dat volgens het CBS 57%. Uit dezelfde statistieken blijkt dat van de leeftijdsgroep 15 tot 25 jaar slechts 12,7% (stand 2022) regelmatig een gebedshuis bezoekt. En een school moet faciliteren waar 87,3% van de jongeren geen boodschap aan heeft? Dat oogt krom.

De petitie valt op te vatten als een achterhoedegevecht van de afkalvende groep gelovigen. Het opent ook het perspectief op een inter-religieuze strijd door een gebedsruimte voor moslims te eisen in het centrum van de christelijke biblebelt te Ede. Dat is vooral puberale provocatie om de schoolleiding eens lekker onder druk te zetten.

Dusty Springfield sings Burt Bacharach (1964)

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 3 juni 2012. Licht gewijzigd.

De grootste Britse popzangeres Dusty Springfield (1939-1999) die de Swinging Sixties belichaamt was de Queen of White Soul. Ze bereidde de invasie van de Britse pop in de VS voor, kreeg daar volop erkenning en zette zich in voor zwarte artiesten. In 1964 heeft ze succes met twee nummers van componist Burt Bacharach en tekstdichter Hal David.

Dusty Springfield en Burt Bacharach, 1970. Hollywood Palace.

Wishin’ and Hopin’ en I Just Don’t Know What To Do With Myself worden hits. Springfield neemt andere Bacharach-David klassiekers op zoals Anyone Who Had a Heart. Dionne Warwick wordt er bekend mee. Drie jaar later scoort Dusty met The Look of Love uit de James Bond parodie Casino Royale. Haar toptijd eindigt. In 1987 kent ze een revival.

Wishin’ and hopin’ and thinkin’ and prayin’
Plannin’ and dreaming each night of his charms
That won’t get you into his arms

So if you’re lookin’ to find love you can share
All you gotta do is
Hold him and kiss him and love him
And show him that you care

Show him that you care just for him
And do the things he likes to do
Wear your hair just for him, ‘cause
You won’t get him
Thinkin’ and a-prayin’
Wishin’ and a-hopin’

I just don’t know what to do with myself
Don’t know just what to do with myself
I’m so used to doing everything with you
Planning everything for two
And now that we’re through

I just don’t know what to do with my time
I’m so lonesome for you, it’s a crime
Going to a movie only makes me sad
Parties make me feel as bad
When I’m not with you, I just don’t know what to do

Hoes van I Just Don’t Know What To Do With Myself van Dusty Springfield, 1964

Samenwerking NMvW met Jimmy Nelson in 2014-15 roept vragen op over belangenverstrengeling

Tentoonstellingen – Leve de mens!, Inheemse volkeren gefotografeerd door Jimmy Nelson, zaterdag 12 april 2014 – zondag 7 september 2014 in Museum Volkenkunde –

Van 12 april 2014 tot en met 7 september 2014 was in Museum Volkenkunde in Leiden (nu WM) de tentoonstelling ‘Leve de Mens!‘ van fotograaf Jimmy Nelson te zien. Opvallend is dat op de site van Museum Volkenkunde zoeken op de naam ‘Jimmy Nelson’ of de naam van de tentoonstelling ‘LEVE DE MENS!’ geen resultaat oplevert. Er valt in het archief niks over deze tentoonstelling te vinden.

Wel is op collectie.wereldculturen.nl bovenstaande afbeelding te vinden. Die wordt niet expliciet affiche genoemd en lijkt daar ook niet op. Essentiële feiten ontbreken. Verwijzing naar jaartal, Leiden, sponsors en website ontbreken. Dat is anders met onderstaande afbeelding voor het Afrika Museum die wel alle kenmerken van een affiche heeft. Een verklaring is dat vanaf 1 april 2014 het NMvW vormt kreeg en er onvoldoende aandacht was om tentoonstellingen goed te begeleiden.

Van 15 november 2014 tot en met 27 september 2015 reisde ‘LEVE DE MENS! door naar het Afrika Museum. Onder de naam ‘JIMMY NELSON‘ was de tentoonstelling van foto’s te zien. Opvallend is dat een tentoonstelling die al vijf maanden was te zien in Museum Volkenkunde twee maanden later liefst 10 maanden te zien was in het Afrika Museum. Dat is uitzonderlijk lang voor een wisseltentoonstelling.

Affiche ‘Jimmy Nelson’ in het Afrika Museum – 2014. Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen (Vervaardiging). Te zien van 15 november 2014 tot en met 27 september 2015.

Op 1 april 2014 gingen Museum Volkenkunde, Tropenmuseum en het Afrika Museum samenwerken onder de naam Nationaal Museum van Wereldculturen (NMvW). Sinds oktober 2023 is die naam veranderd in Wereld Museum.

Dat wordt een fusie genoemd, maar is dat feitelijk niet omdat de samenvoeging beperkt was. Dat blijkt uit het feit dat het Afrika Museum met gebouwen, buitenmuseum en collectie per 1 januari 2025 uit de samenwerking stapt. De samenwerking werd door de overheid om economische redenen afgedwongen. Het was de tijd van de kaalslag van het cultuurbeleid door staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD).

In 2014 was Irene Hübner directeur van het Afrika Museum, maar ze werd ontslagen en heeft sinds 2014 een spreekverbod opgelegd gekregen door het NMvW. In een commentaar van 4 oktober 2023 schreef ik daar onder meer het volgende over:

Een verklaring is dat Hübner werd ontslagen vanwege haar weigering om een tentoonstelling met foto’s van fotograaf Jimmy Nelson te programmeren. Omdat vooraf viel te verwachten dat Hübner dit niet zou doen kan men ook stellen dat dit conflict niet op de werkvloer, maar in de centrale leiding van het NMvW is gecreëerd.

Te weten directeur Stijn Schoonderwoerd en plaatsvervangend directeur John Sijmonsbergen. Over NRC-journaliste Hester van Santen die een artikel over het Afrika Museum schreef merkte ik in dat commentaar op:

Zoals zij terecht opmerkt worden Nelsons foto’s in volkenkundige kringen als etnokitsch beschouwd. En als door en door commercieel. Waarom vraagt ze initiator Stijn Schoonderwoerd niet naar zijn overwegingen voor deze tentoonstelling die ook met de kennis van 2014 niet paste in het profiel van NMvW en Afrika Museum? Onder welke omstandigheden kwam deze tentoonstelling van Nelson tot stand? Wie waren er bij betrokken?

In commentaren heb ik me steeds de vraag gesteld onder welke voorwaarden deze tentoonstellingen met Jimmy Nelson tot stand kwamen en waarom de kunstjournalistiek daar niet in is gedoken. Profit en non-profit belangen liepen in beide Jimmy Nelson-tentoonstellingen van het NMvW door elkaar.

De vermenging van een museum met de kunsthandel is in strijd met de Ethische Code van de ICOM zoals die wordt genoemd in hoofdstuk 8.18 over belangenconflicten.

In een noot wordt daarover gezegd: ‘In 2003 heeft de Museumvereniging deze paragraaf uitgebreid met de clausule: ‘Ieder belangenconflict dient vermeden te worden. Speciale voorzorg is vereist indien de bruikleengever van een voorwerp of collectie tevens sponsor is van de tentoonstelling of deel uitmaakt van het bestuur, de raad van toezicht of het museale beroepsveld van dat museum. Er dient voor gewaakt te worden dat naar buiten toe zelfs niet de schijn ontstaat van een onbetamelijke belangenverstrengeling.’

Passage ‘Bijdragen uit private middelen; waarvan bedrijven‘ op p. 33 van de Verantwoording 2014 van de Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen. Eerste kolom gaat over 2014, laatste kolom over 2013.

Welnu, in 2014 heeft Jimmy Nelson of zijn bedrijf 80.000 euro aan het NMvW geschonken zoals uit het jaarverslag 2014 van het NMvW blijkt. Het lijkt er sterk op dat Jimmy Nelson sponsor van zijn eigen tentoonstellingen bij het NMvW was. Dat is volgens de Ethische Code van het ICOM niet toegestaan vanwege (de schijn van) belangenverstrengeling. Onduidelijk is of het NMvW of toenmalig directeur Stijn Schoonderwoerd daar door de Museumvereniging of ICOM Nederland ooit op aangesproken is.

Onderstaande tekst op de site voor een promo-video voor de toenmalige tentoonstellingen van Jimmy Nelson bij het NMvW van het Antwerpse productiebedrijf Infofilm van Roger en Robbert Busschots roept twee vragen op.

TekstPromo-video ‘Leve de Mens’, fotograaf Jimmy Nelson‘ van Infofilm, 24 september 2014.

Het valt op dat als opdrachtgever Museum Volkenkunde wordt genoemd en niet het NMvW, terwijl de zogenaamde fusieovereenkomst op 1 april 2014 is getekend. In de video wordt Museum Volkenkunde een dochteronderneming (subsidiary) van het NMvW genoemd. Kon die dochteronderneming volgens de fusieovereenkomst van 1 april 2014 voor eigen rekening zaken blijven doen?

Infofilm dateert de tekst op 24 september 2014. Dat is bijna een half jaar na de fusieovereenkomst van 1 april 2014. Betekent dat dat Infofilm na 1 april 2014 contact bleef onderhouden met het afgetreden management van Museum Volkenkunde? Stijn Schoonderwoerd was vanaf 2012 directeur van Museum Volkenkunde.

Verder blijkt uit de tekst dat Infofilm in opdracht van Museum Volkenkunde een promo-video maakte voor de tentoonstelling ‘LEVE DE MENS!‘ om ‘belangstelling te kweken bij buitenlandse musea en galleries‘. Opzet van Museum Volkenkunde was klaarblijkelijk om de tentoonstelling van Jimmy Nelson die in 2014-15 in Museum Volkenkunde en het Afrika Museum te zien was door te verkopen.

Het kan dat de promotie van Jimmy Nelson in het buitenland dankzij de tentoonstellingen in het NMvW gelukt is. Niet via Museum Volkenkunde of het NMvW met toenmalig directeur Stijn Schoonderwoerd en sinds 2014 plaatsvervangend directeur John Sijmonsbergen die een uitkoopsom bedongen, maar rechtstreeks door Jimmy Nelson toen zijn naam dankzij het NMvW aan legitimiteit had gewonnen.

De episode Jimmy Nelson van het NMvW roept vragen op die op beantwoording wachten. Werd de opdracht aan Infofilm door Museum Volkenkunde gegeven? Opereerde Museum Volkenkunde na 1 april 2014 los van het NMvW? Waar was de schenking in 2014 van Jimmy Nelson voor bedoeld en was er sprake van een tegenprestatie voor Nelson? Is het waarschijnlijk dat hij de 80.000 euro ‘om niet‘ gaf? Heeft Museum Volkenkunde of het NMvW in de samenwerking met Nelson de Ethische Code van het ICOM inzake belangenverstrengeling geschonden?

Baudet krijgt vanwege pro-Kremlin standpunt van een Oekraïner een klap op het hoofd. Inspireert dat tot nieuwe nasporingen naar zijn banden met de Russische Federatie?

De radicaal-rechtse politicus Thierry Baudet kreeg gisteren in Gent een klap op zijn hoofd met een paraplu van een 33-jarige man van Oekraïense afkomst die in Gent woont. De aanvaller wachtte Baudet op die een lezing zou houden voor de nationalistische katholiek-conservatieve studentenvereniging KVHV. Baudet werd onvoldoende beveiligd.

De dader van wie de naam niet bekend is gemaakt werd tegen de grond gewerkt en aangehouden door de politie. Vandaag is hij vrijgelaten. De Oekraïense man zou volgens de Gazet van Antwerpen in het Russisch ‘anti-Poetin en antifascistische slogans‘ geroepen hebben toen hij tot zijn daad kwam. Het lijkt logischer dat de aanvaller Oekraïens sprak.

De Pavlov-reactie van politici is dat ze de aanval publiekelijk veroordelen. Wat gebeurde. Dat is begrijpelijk omdat ze weten dat ze ook doelwit zijn. Maar het is ook onbegrijpelijk omdat Baudet vaak een loopje neemt met de democratie en de rechtsstaat. Moet hij verdedigd worden tegen terwijl hij anderen die verdediging niet gunt? Er is iets vals aan de reacties van de collega-politici.

De reden dat de Oekraïense Gentenaar Baudet op het hoofd sloeg is duidelijk. FvD van Thierry Baudet was bij de Algemene Beschouwingen 2022 de enige politieke partij die ondubbelzinnig Poetin en zijn invasie van Oekraïne steunde.

Baudet praat al sinds 2015 onzin over Oekraïne. In een commentaar uit 2015 schreef ik het volgende:

Het is eerbaar dat Baudet zich verzet tegen de supranationale EU die volgens hem niet verenigbaar is met de natiestaat. Maar dat hij vervolgens allerlei onwaarheden over Oekraïne debiteert om zijn gelijk te halen, maakt hem ongeloofwaardig.
Baudet zou zich beter uitspreken over zaken waarvan hij verstand heeft. De EU verdient wel wat impulsen om te hervormen. Over Oekraïne vertelt hij vooral onzin. Dat zand in de machine gooien is waarschijnlijk ontzettend aardig voor de achterban van Baudet, maar een waarheid is er niet mee gediend.

Dat Baudet op de loonlijst van het Kremlin staat is nooit onomstotelijk vastgesteld. Wel dat hij contact had met agenten die aan het Kremlin gelieerd waren, zoals Vladimir Kornilov. Maar of dat voortkwam uit naïviteit, complotdenken of meer is nooit duidelijk geworden.

In een commentaar uit 2020 schreef ik naar aanleiding van de Zembla-uitzendingDe banden tussen Thierry Baudet en het Kremlin’ het volgende:

Het valt lastig te begrijpen waarom de politieke leider van Forum voor Democratie Thierry Baudet die zegt voor de Nederlandse natiestaat op te komen de Russische Federatie omarmt die standpunten verkondigt die vijandig zijn jegens Nederland. Dat maakt iemand toch geen Nederlandse nationalist, maar een landverrader?
Zo’n opstelling valt alleen te verklaren uit het feit dat iemand gechanteerd wordt door het Kremlin, zoals dat ook de enige aannemelijke verklaring voor president Trumps handelen jegens de Russische Federatie is. Eenmaal een betaling ontvangen is men voorgoed gecompromitteerd. Baudet kan dan niet anders dan in arren moede wegvluchten in ironie omdat hij zijn handelen niet meer uit kan leggen. Ooit zal de waarheid uitkomen.
Gezien Baudets banden met de aan het Kremlin verbonden inlichtingenman Vladimir Kornilov en de getuigenissen daarover is het aannemelijk dat Baudet ooit geld van het Kremlin heeft ontvangen en daar mee gechanteerd wordt (komprimat).
Henk Otten weet als toenmalig penningmeester van Forum dat er nooit Russisch geld in de partijkas is gestort. Dat klinkt aannemelijk. Maar dat laat de optie open dat het Kremlin geld aan Baudet heeft gegeven buiten de partijkas om.
Baudet gedraagt zich vooral als opportunist en niet als idealist. Zijn liefde voor het Kremlin loopt via zijn maag. De inlichtingenmensen die de onderzoekers van Zembla hebben gesproken verklaren dat Baudet 'een politicus is die onder controle staat van Moskou’.

Thierry Baudet is als politicus en FvD als politieke partij over het hoogtepunt heen. In de peilingen staat de partij op vier zetels. Een halvering van het huidige aantal zetels. Hij treedt nog nauwelijks op in kamer of op andere dan zijn partijmedia. Wat het electorale effect van de klap op zijn hoofd door de Oekraïener zal zijn is lastig in te schatten. Waarschijnlijk is het nihil. Het vestigt wel de aandacht op de reden voor het pro-Kremlin standpunt van Baudet dat nooit afdoende is verklaard.

Gedachten bij de foto ‘Netherlands Dance’ in San Francisco, 1915. Hoe het Nederlands paviljoen wordt ingezet voor promotie van Shell

Netherlands Dance, 1915. Tijdens de Panama-Pacific International Exposition in San Francisco. Collectie: Edward A. Rogers Panama Pacific International Exposition photograph collection.

Het is 11 maart 1915 in San Francisco. De gasten van het Inwijdingsfeest met dans van het Nederlandse paviljoen op de Panama-Pacific International Exposition poseren voor de fotograaf. Deze wereldtentoonstelling moest helpen aantonen dat San Francisco de aardbeving van 1906 economisch te boven was gekomen.

De Nederlanders maakten er een promotie van de Koninklijke Shell of de toenmalige Koninklijke Olie voor die in 1885 oliebronnen in Sumatra had gevonden. Nederland had vanaf 1907 in Shell een meerderheidsbelang van 60% tegenover de Engelsen 40%. Economisch zat Nederland in 1915 in een benarde situatie.

Op de eerste rij van het gezelschap op de foto staan de Nederlandse consul-generaal Henri A. van Coenen Torchiana (in ambtskostuum) en de kale baron Jan Carel van Eck (Van Eck trad niet in 1928, maar in 1908 toe tot Shell). Het Nederlandse paviljoen diende als visitekaartje van Shell om de Amerikaanse markt te openen.

Het draaide om Shell zoals Van Ecks kleinzoon Mark H. Reed in een inzichtelijk artikel uit 2021 uitlegt. Notabene tijdens de Eerste Wereldoorlog waarin Nederland neutraal bleef en andere West-Europese landen leden.

Evening ceremonies, including dance, celebrating Dedication Day of the Netherlands Pavilion, March 11, 1915. Left to right: Agnes van Eck (formerly Tillmann), H.A. van Coenen Torchiana, Catherine Geloudemans Torchiana, J.C. van Eck. Tillmann Family Archives. In: Shell Oil, Baron van Eck, and the 1915 Panama-Pacific International Exposition van Mark H. Reed, 2021.

Een onlangs gerestaureerd filmpje uit 1912 laat zien hoe een gezelschap op zoek gaat naar een locatie voor het Nederlands paviljoen. De link met Shell blijkt uit de aanwezigheid van gevolmachtigd minister en buitengewoon gezant jonkheer John Loudon die met een Nederlandse vlag loopt. Zijn broer Hugo Loudon was in 1890 een van de oprichters van de Koninklijke Olie.

Wie zich afvraagt wat het gepavoiseerde oorlogsschip 28 seconden lang in de video doet vindt het antwoord enkele jaren voor 1912. In 1909 was de Nederlandse kruiser ‘Utrecht‘ aanwezig bij de viering van de Hudson-Fulton viering. Ter ere van het jubileum dat het 300 jaar geleden was dat de in dienst van de VOC varende Henry Hudson met de Halve Maan in 1609 de rivier opvoer die later zijn naam kreeg. Ook werd gevierd dat het zo’n 100 jaar geleden was dat in 1807 de Amerikaanse ingenieur Robert Fulton met het stoomschip Clermont over de Hudson voer.

Inclusief saluutschoten van de ‘Utrecht’ uit 1909 wordt die viering als Nederlands vlagvertoon in het filmpje uit 1912 ingepast. Toen Nederlands trots. Ongetwijfeld ook om de historische band met de VS te benadrukken. De ‘Utrecht‘ wordt er wel aan de haren bijgesleept. In dienst van het vaderland.

Voetballer Osame Sahraoui van Heerenveen laat zich uit over Hamas en Israël. En krijgt kritiek

Schermafbeelding van deel artikelVerdediger Van Beek na hattrick Pavlidis: “Dit is gewoon slecht verdedigd, simpel” van Omrop Fryslân, 22 oktober 2023.

Professionele voetballers moeten voetballen. Ze mogen uiteraard een persoonlijke mening hebben. Maar dan is het zoals dat voor iedereen geldt wel gewenst dat die mening onderbouwd wordt. Anders kunnen ze in het openbaar beter hun mond houden. Ook om hun club niet te beschadigen.

Professionele voetballers die zich identificeren met de stijd van Hamas of de positie van de Palestijnen hebben zich de afgelopen weken publiekelijk hierover uitgelaten, nadat het conflict tussen Hamas en Israël is verhevigd.

Ze doen bizarre uitspraken die vooral uitgaan van het leed dat de Palestijnse bevolking van Gaza aangedaan wordt. Dat is terechte zorg, maar niet het hele verhaal. Het leed is ook Israeli’s aangedaan en de geopolitieke dimensie van Palestijnen als een schaakstuk in de wedstrijd tussen wereldmachten ontbreekt. Een veelgelaagd probleem kan niet met slogans verklaard worden.

Sinds 2017 wordt Hamas door de Europese Unie beschouwd als terreurorganisatie. Hamas is een soennitisch-islamitische organisatie die gelieerd is aan de Moslimbroederschap. Ook in Arabische buurlanden van Israël Egypte en Jordanië of Saoedi-Arabië wordt Hamas beschouwd als terreurorganisatie of is verboden. Hamas en de Palestijnse autoriteit van president Abbas op de Westelijke Jordaanoever zijn rivalen van elkaar, om het neutraal te zeggen.

Voetballer Osame Sahraoui van voetbalclub Heerenveen voetbalt hopelijk beter dan hij argumenteert. Hoewel dat ter discussie staat. Hij deelde op sociale media de sloganFrom the river to the sea, Palestine will be free‘. Deze slogan die in vele varianten al zo’n 50 jaar bestaat is verre van neutraal en wordt beschouwd als een oproep om de staat Israël de zee in te drijven.

Wie deze slogan deelt, knoopt aan bij terroristisch jargon. Osame Sahraoui die zegt dat hij met het gebruik van de slogan het terrorisme niet aanmoedigt, lijkt de historische betekenis en de actuele strekking van de slogan niet te beseffen. Sahraoui maakt het er nog kwalijker op door mensen die hem hiervoor bekritiseren te verwijten dat ze het verkeerd begrepen hebben.

Dat klopt niet. Het is Sahraoui die het verkeerd begrijpt. Zijn opmerking is des te kwalijker omdat hij eraan meehelpt om een conflict uit het Midden-Oosten te importeren naar Nederland.

Dat is ongewenst. Met als gevolg dat de gemoederen in Nederland hoog oplopen en Israëlische objecten moeten worden beschermd of gesloten en in reactie daarop weer de moslimhaat wordt gevoed. Dat is een recept ervoor om deze kwestie uit de hand te laten lopen. Maar Nederlandse joden zijn geen Israëli’s en sympathisanten van de Palestijnse zaak zijn geen extremisten.

Escalatie moeten we niet hebben. Sahraoui gaat met zijn uitspraak voorbij aan nuancering en de middenweg van een tweestatenoplossing. In Nederland mogen demonstranten met vlaggen en oproepen tot vrede de straat opgaan om voor hun zaak te pleiten. Dat is een kostbaar goed. Maar aansluiten bij haatzaaien zoals Sahraoui doet is niet de juiste weg.

Twee foto’s. Lighting (night) op de driving range, 1952

Joseph Fadler, Lighting (night), 1952. Collectie: Southern California Edison Photographs and Negatives, Huntington Digital Library.

De tweede foto maakt duidelijk wat er op de eerste foto te zien is. Een oefenterrein voor golfspelers, een driving range. De auto die in het licht baadt zou een 1950 Kaiser 4-door Sedan kunnen zijn. Met een grote achterbak voor de clubs. Het is 1952 in Huntington, Los Angeles.

Het is avond. Er is geen activiteit op het oefenterrein. In het gebouwtje zijn nog mensen.

Foto’s van de nacht krijgen reliëf door licht. Dat lukt op de tweede foto beter dan op de eerste. Soms is het instructief om niet gelijk te zien wat het voorstelt. Dan wordt de veronderstelling aan het werk gezet om er een beeld van te maken. Zo wordt een verhaal geconstrueerd.

Bij nader inzien is de eerste foto boeiender dan de tweede. Maar de eerste foto verklaart zich pas door de tweede. Voor ons werken ze samen. Zo gaat het vaak. De een is de aangever van de ander. De tweede foto mag het afmaken. De eerste foto maakt er gewag van.

Joseph Fadler, Lighting (night), 1952. Collectie: Southern California Edison Photographs and Negatives, Huntington Digital Library.

Ragazzi d’Italia: 1951-1958

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 5 januari 2012. Licht gewijzigd.

Sophia Loren in Merano, 1958.

Kijken uit liefde wordt scopofilie of voyeurisme genoemd. In de feministische filmtheorie blokkeert de mannelijke blik de plek en het plezier van vrouwen in de bioscoop of bij het bladeren in een tijdschrift.

Het geeft te denken hoe mannen zich ontwikkelen. Alleen aan tafel ontmoet Sophia Loren in 1958 blikken. Maar niet van de mannen in het zwart achter haar. Want die kijken naar degenen die naar La Loren kijken.

Sommige beelden lijken gemaakt om vooroordelen over mannen te bevestigen. Maar hoe komen ze tot stand? Ruth Orkin ziet dat studente Jinx Allen in Florence aandacht trekt en laat haar nogmaals door de haag mannen lopen. 

Orkin drukt af en haar faam is gemaakt. De mannelijk blik staat er krachtig op. Of het wel of niet is geënsceneerd. Onbeweeglijk.

American Girl in Italy, Florence, 22 augustus 1951. Credits: Ruth Orkin.

Richard Kofi doet in Nijmegen bizarre uitspraken over het Afrika Museum en de term ‘museum’. Waar is hij op uit?

Schermafbeelding van commentaar van Richard Kofi op zijn LinkedIn profiel, 16 oktober 2023.

Richard Kofi die tot 2019 bij het NMvW (nu WM) werkte als tentoonstellingsmaker kan geen genoeg krijgen van zijn eigen bericht. Hij plaatst bovenstaand bericht vijf maal op zijn LinkedIn profiel.

Kofi begeleidt dat met de volgende inleiding:’Aanstaande vrijdag organiseren Roché Nieuwendam en ik een nieuw Museum of Black Futures community meeting! Samen met een tof panel gaan we in gesprek over het Afro-Europese museum van onze dromen. Maar wat betekent de term ‘museum’ eigenlijk nog in 2023? Wat betekent het om Zwartheid te centreren in een Europees instituut? En hoe verzamel je museumcollecties van de toekomst? En welke stappen zetten we om deze droom uit te laten komen?‘. Dat alles in Nijmegen.

Het bericht van Kofi valt te lezen als een open sollicitatie om samen te werken met het NMvW. Het is de vraag of het NMvW hiervan gediend is.

De opzet van Kofi is duidelijk. Hij richt zich tot zijn oude werkgever NMvW die in Nijmegen ‘iets’ op wil richten dat het Afrika Museum in Berg en Dal vervangt. Kofi heeft in Nijmegen al een project dat hij museum noemt, maar wat volgens geldende ICOM-normen geen museum is.

Het project van Kofi voldoet namelijk niet aan de functies van een museum wat presenteren, collectioneren, registreren, documenteren en wetenschappelijk onderzoeken van erfgoed en (kunst)objecten betreft.

Het Museum of Black Futures heeft weliswaar de term museum in de naam, maar vertoont niet de kenmerken van een museum. Het is eerder een archief en een platform voor politiek debat.

Het voldoet niet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor BIS-subsidie in de categorie (Regionale) musea wat de culturele infrastructuur ondersteunt. Wellicht wel in de categorie Bovensectorale ondersteunende instellingen. Het NMvW aast naar verluidt voor de cultuurperiode 2025-2028 op de subsidie van ongeveer 1,8 miljoen euro die nu geoormerkt is aan het Afrika Museum in Berg en Dal. Zo beredeneerd heeft het NMvW niks aan het project van Kofi.

Een compromis dat NMvW en Congregatie honoreert zou kunnen zijn dat de Raad voor Cultuur en OCW overwegen dat het NMvW voor zijn politiek platform in Nijmegen BIS-subsidie ontvangt in de categorie Bovensectorale ondersteunende instellingen en het Afrika Museum in Berg en Dal van de Congregatie BIS-subsidie ontvangt in de categorie Regionale musea.

Omdat Kofi weet dat zijn project geen museum is en niet voldoet aan de kenmerken van een museum, vraagt hij zich in zijn tekst af ‘wat de term ‘museum’ eigenlijk betekent in 2023‘. De bedoeling van Kofi is duidelijk. Hij heeft geen museum, dus kan niet anders doen dan de term museum relativeren.

In de tekst staat veel bizars: ‘Binnenkort zal onenigheid over de toekomst van het Afrika Museum in Berg en Dal leiden tot sluiting van het instituut. Dit conflict tussen het management en de eigenaren van de collectie laat zien dat gevestigde Nederlandse kunst- en kennisinstituten ten onder gaan als zij weigeren emancipatie, inclusiviteit, antiracisme en sociale rechtvaardigheid duurzaam te borgen in hun organisaties. Een groep Afro-Europeanen besluit nu het heft in eigen handen te nemen, door het initiëren van een nieuw museumproject.

Kofi stapelt onwaarheid op onwaarheid. Hij lijkt de details van de case van het Afrika Museum onvoldoende te kennen en doet daarom vreemde, ongefundeerde uitspraken.

De publiekssluiting van het Afrika Museum van het NMvW op 27 november 2023 komt niet voort uit onenigheid over de toekomst. Verhuurder Congregatie van de Heilige Geest heeft de huur per 1 januari 2025 aan huurder NMvW opgezegd. Dat ging over het recente verleden.

Omdat het NMvW een exploitatieplicht heeft tot op zijn minst het derde kwartaal van 2024 wil de Congregatie het NMvW daar aan houden. De kantonrechter doet daar over enkele weken uitspraak over in een zaak die door de Congregatie is aangespannen.

De Congregatie is van plan om het Afrika Museum vanaf 2025 voort te zetten in Berg en Dal. Dus of er sprake van sluiting is wat Kofi beweert, is de vraag. Het wordt er financieel lastig op voor de Congregatie als het NMvW een dependance in Nijmegen opricht en de BIS-gelden claimt en toegekend krijgt die geoormerkt zijn aan de locatie Berg en Dal.

Of Kofi’s verwijzing naar de weigering om emancipatie, inclusiviteit, antiracisme en sociale rechtvaardigheid duurzaam te borgen gericht is op de Congregatie of het NMvW is onduidelijk.

Voor de duidelijkheid, het bestuur van de Congregatie bestaat bijna volledig uit zwarte Afrikanen. Het is nogal wat om de Congregatie te betichten van een gebrek aan emancipatie en inclusiviteit. Het ontbreekt er nog maar aan dat de in Wageningen geboren Kofi zegt dat hij meer van Afrika weet dan het Afrikaanse bestuur met in Afrika geboren Afrikanen van de Congregatie dat het Afrika Museum bestuurt. In het Afrika Museum van de Congregatie is ‘Zwartheid‘ al gecentreerd.

Kofi verraadt waar hij mee bezig is en waarvan hij vermoedt dat het NMvW in Nijmegen van de grond wil tillen als hij verwijst naar gevestigde Nederlandse kunst- en kennisinstituten. Opnieuw noemt Kofi het geen museum, maar probeert hij de term ‘museum’ op te rekken door te spreken over een kunst- en kennisinstituut. Dus een politiek platform. Dat past in zijn straatje en hij vermoedt dat het in het straatje van het NMvW past.

Kofi’s open sollicitatie bij het NMvW met zijn Museum of Black Archives is naar buiten gekomen. En niet ongemerkt gebleven. Of het NMvW er blij mee is valt te betwijfelen. Het heeft voor het NMvW geen strategisch nut om Kofi te omarmen die zich als iemand presenteert die wakkerder is dan wie ook. En met zijn ‘museum’ geëmancipeerder, inclusiever, anti-racistischer en sociaal rechtvaardiger dan Nederlandse organisaties. Kofi stelt zich niet collegiaal op en excelleert in zelfoverschatting en overmoed.