Michel Krielaars oordeelt eenzijdig positief over Karel van het Reve

Schermafbeelding van deel recensie ‘Nieuwe biografie laat zien dat het lezen van Karel van het Reve nog altijd tot helder nadenken stemt‘ door Michel Krielaars in NRC, 17 mei 2023.

Van de boekbespreking in NRC van Michel Krielaars van ‘De Zelfdenker‘ van Willem Melching begrijp ik niks. Het is een nieuwe biografie over Karel van het Reve. Ik begrijp niet waarom Krielaars over hem zo eenzijdig positief is.

Mijn twijfel komt wellicht omdat ik recent “Vladimir Vladimirovitsj en ik”; Karel van het Reve en Nabokov’ (2015) van Flip Treffers gelezen heb. (Google ‘“Vladimir Vladimirovitsj en ik” – CB Online’ voor de inleiding). Daarin wordt Van het Reve aan de hand van secundaire literatuur over onder meer Nabokov, Dostojevski en Freud gefileerd en ontmaskerd als een poseur en een wetenschappelijk zwakke hoogleraar.

Ik ben het trouwens niet eens met Pieter Boulognes die in zijn bespreking van Treffers’ boek zegt dat het ‘bij lange niet zo onderhoudend [is] als de gemiddelde pennenstreek van Van het Reve, maar tocheen leesbaar essay.‘ Ik vond het onderhoudend en heb het met plezier gelezen. Wie de pennenstreken van Van het Reve doorziet vallen de clichés, het koketteren met het gezond verstand, de herhalingen, de slechte onderbouwing en bronvermelding, en het ‘lenen’ van buitenlandse auteurs op.

Van het Reve die door velen origineel werd bevonden blijkt dat minder te zijn dan het toen leek. Het kan dat hij heilige huisjes omver schopte zoals in de jaren 70 en 80 vele opinieleiders deden in kranten en op televisie in een zich langzaam openbrekend Nederland. Dat is dan Van het Reve’s verdienste, maar ook hier is de vraag hoe origineel hij daar eigenlijk in was.

In zijn boek gaat Treffers in op de vraag waarom Karel van het Reve in de jaren 70 tot 90 in Nederland zo populair was. Zodat hij zelfs in 1981 de P.C. Hooft-prijs kreeg voor zijn essays of beschouwend proza. Treffers herleidt de waardering tot de in die tijd gezaghebbende auteurs en journalisten als Kees Fens, Carel Peeters en Rudy Kousbroek die zich publiekelijk positief uitspraken over Van het Reve. Kritiek op de essays was er ook van onder meer Charles Timmer en Jeroen Brouwers.

Schermafbeelding van deel recensie ‘Nieuwe biografie laat zien dat het lezen van Karel van het Reve nog altijd tot helder nadenken stemt‘ door Michel Krielaars in NRC, 17 mei 2023.

Krielaars lijkt zich zoveel jaar later met de bespreking van Melchings biografie ook in het pro-Van het Reve kamp te voegen. Onbegrijpelijk is dat de slavist Krielaars Van het Reve een ‘eigenzinnige‘ slavist noemt. Waar baseert Krielaars dat op? Was Van het Reve niet vooral een ‘gemankeerd‘ slavist die op zijn vakgebied weinig potjes heeft gebroken? Zijn Geschiedenis van de Russische Literatuur is vaardig geschreven, als een keukenroman à la Dostojevski zou men geneigd zijn te zeggen, maar grotendeels gebaseerd op ideeën van andere slavisten.

Krielaars is in zijn columns en recensies voor NRC altijd een enthousiaste pleitbezorger voor het boekenvak en de Russische en Oost-Europese literatuur. Zijn enthousiasme brengt hij goed over op de lezer die meteen naar bibliotheek of boekwinkel snelt. Krielaars weet mythes te analyseren en af te breken.

Deze boekbespreking van Krielaars slaat in mijn ogen dood. Hij voegt aan de bespreking van Melchings biografie veel eigen kleuring over Van het Reve toe. Daarmee bevestigt hij de mythe Karel van het Reve die sinds diens dood in 1999 grotendeels afgebroken is. Hoewel de meningen over de kwaliteit van Van het Reve’s essays nog steeds verschillen. Krielaars heeft zich laten verleiden om eenzijdig partij te kiezen. Dat is de lezer niet van hem gewend. Wellicht omdat het onderwerp voor lezer én boekspreker dichtbij komt. Te dichtbij.

Een overbodig item van het NOS Radio 1 Journaal over het onderzoek van John Durham naar de FBI

Special counsel John Durham, the prosecutor appointed to investigate potential government wrongdoing in the early days of the Trump-Russia probe, arrives to the E. Barrett Prettyman Federal Courthouse in Washington on May 16, 2022. Evan Vucci/AP

Vanochtend werd ik op 8 uur verrast door een item in het NPO Radio 1 Journaal. Onaangenaam verrast.

Het item ging over het onderzoek van speciale aanklager John Durham naar de FBI zonder dat zijn naam werd genoemd. Durham onderzocht of het onderzoek van de FBI naar de banden van voormalig president Trump met de Russische Federatie correct is verlopen. Durham werd in 2019 door Trumps minister Wiliam Barr tot speciale aanklager benoemd. 

Het radiojournaal doet voorkomen alsof Durhams onderzoek wat heeft opgeleverd. Het tegendeel is waar. Het heeft niks opgeleverd. Er is geen sprake van dat de ‘deep state‘ heeft samengespannen tegen Trump. Dat was de kern van Durhams onderzoek en dat heeft hij niet kunnen aantonen. 

Het item begint ermee dat het radiojournaal zegt dat Durham ‘hard heeft uitgehaald’ naar de FBI. Dat kan zo zijn, maar vraag is wat dat betekent en of Durham daar argumenten voor heeft. Dat blijft in de lucht hangen. 

Verder stelt dit radiojournaal dat volgens Durham door de FBI een onderzoek werd ingesteld ‘zonder dat er bewijzen lagen‘. Dat is opnieuw de mening van Durham die het radiojournaal klakkeloos overneemt. In werkelijkheid lagen die bewijzen er wel.

Het journaal rondt dit item halfslachtig af: ‘Trump en zijn team zouden toen hebben samengespannen met Rusland om de verkiezingen in hun voordeel te beïnvloeden‘. Wat is het nou, radiojournaal, heeft Trump wel of niet samengespannen met de Russen?

Er zijn aanwijzingen dat in 2016 Trump heeft samengespannen met het Kremlin. Het onderzoek van de andere speciale aanklager Robert Mueller die minder bevoegdheden had dan Durham concludeerde in een rapport in 2019 dat er contacten waren tussen Team Trump en de Russen, maar vooral dat het onderzoek door Trump door obstructie werd belemmerd en Mueller daarom niet kon onderzoeken of Trump had samengespannen. 

Mueller lag continu onder druk van onderminister Rod Rosenstein om rode lijnen in het onderzoek op straffe van ontslag niet te overschrijden. Zodat Muellers onderzoek beperkt was. 

De conclusie van Mueller was dat hij niet heeft kunnen constateren dat er in 2016 geen gecoördineerd samenspannen tussen Trump en het Kremlin was. Trump werd door Mueller niet vrijgesproken, niet ‘exculpated’. Mueller voegde achteraf in de uitleg van zijn rapport toe dat hij ‘conspiracy‘ als zodanig niet had onderzocht omdat het geen juridisch begrip is. Mueller had zich beperkt tot het onderzoek naar crimineel gedrag en daarom de relatie tussen staten niet onderzocht.

Een complicatie in de beeldvorming was dat in 2019 de volledige westerse ‘kwaliteitspers’ zich door de conclusie van Barr over het Mueller-rapport om de tuin liet leiden

Er was ook het in 2020 gepubliceerde onderzoek Bipartisan Russia Report van de Senaat. Daarover schreef ik in een commentaar van augustus 2020: ‘Maar Trumps campagnemanager Paul Manafort werkte samen met een Russische geheime agent van de militaire inlichtingendienst GRU en voorzag hem van gedetailleerde data waardoor het Kremlin wist hoe het zich optimaal in de campagne kon mengen. Het rapport legt ook de obstructie bloot van president Trump, manager Manafort en adviseur Roger Stone die hebben gelogen over hun samenwerking met het Kremlin en de onderzoeken bewust hebben gedwarsboomd.

De kwestie van het onderzoek naar het onderzoek van de FBI dat door Trump in 2019 werd ingesteld ligt vele malen genuanceerder dan het radiojournaal in dit item zegt. 

Het is opvallend dat het radiojournaal de naam van John Durham niet noemt. 

Het is opvallend dat het zegt dat Durham ‘hard heeft uitgehaald’ naar de FBI zonder dat er een inhoudelijke onderbouwing voor dat harde uithalen is. Er is hoe dan ook geen zwaarwegende reden voor dat uithalen naar de FBI, op wat procedurefouten na.

Het is opvallend dat het radiojournaal stelt dat Durham zegt dat er geen bewijzen lagen voor een onderzoek, terwijl die er wel lagen. Aanleiding voor het onderzoek was de Australische diplomaat Alexander Downer die in juli 2016 de Amerikaanse overheid tipte over wat Trump-adviseur George Papadopoulos hem in mei 2016 had verteld over Russen die belastende informatie over toenmalig presidentskandidaat Hillary Clinton hadden. Toen werd de FBI op dit onderzoek gezet. Dat is volgens de procedure. Daar is niks onregelmatigs aan. 

Het is opvallend dat het radiojournaal een item van 20 seconden baseert op wat pro-Trump aanklager John Durham heeft gezegd. 

Het is opvallend dat de redactie van het Radio 1 Journaal een item waar het duidelijk de achtergronden niet van kent heeft geschreven. Het journaal had het item beter niet kunnen uitzenden. Het voldoet niet aan journalistieke normen.

Nogmaals: Hoofdredactie NRC geeft opvallend gebrekkige argumentatie voor stoppen schaakrubriek Hans Ree

Schermafbeelding van deel rubriek Arjen Fortuin in NRC, 12 mei 2023.

NRC-Ombudsman Arjen Fortuin is in zijn rubriek van 12 mei 2023 over één ding duidelijk: de papieren krant is een bijwagen van de digitale editie. Dat roept de vraag op hoeveel abonnees en losse kopers uitsluitend de papieren krant lezen en hoe serieus ze worden genomen. Ze lijken afgeschreven. Het is onthullend dat Fortuin dat suggereert. Dat zal lezers als affront in de oren klinken.

Het is van tweeën een, of de hoofdredactie van NRC beschouwt de papieren krant als volwaardig of als niet volwaardig. Nu blijkt uit het commentaar van de ombudsman dat de hoofdredactie om de hete brei heen draait. Remise door eeuwig wegduiken.

Beleeft de hoofdredactie van NRC een identiteitscrisis in combinatie met een inschattingsfout door uit te gaan van een digitale toekomst die nog niet bereikt is? Vergeet de hoofdredactie zo het heden niet?

Is het hier en nu niet waar hoofdredactie en zakelijk bedrijf van een krant prioriteit aan moeten geven? Het is verwarrend als een hoofdredactie in de argumentatie toekomstvisies, actuele bedrijfsvoering en redactionele keuzes door elkaar heen laat lopen.

Er is in de argumentatie van de hoofdredactie geen zuivere lijn te ontdekken waarlangs een open debat kan worden gevoerd. De hoofdredactie verschuilt zich in de bunker van de voldongen feiten en geeft de indruk een publiek debat bewust uit de weg te gaan.

In de antwoorden op de kritiek van chef Opinie Vermaas op 6 mei 2023 en ombudsman Fortuin klinkt opnieuw de gebrekkige argumentatie door van de hoofdredactie voor het stoppen van de schaakrubriek van Hans Ree.

De hoofdredactie brengt wisselende argumenten naar buiten. Dat bevordert de geloofwaardigheid niet. Dat roept de vraag op of er binnen de vierkoppige hoofdredactie eensluidendheid bestaat over de snelheid en aanpak van het naar de digitale toekomst brengen van de papieren krant.

De kritiek op de opstelling van de hoofdredactie gaat verder dan kritiek op het stoppen van de schaakrubriek van Hans Ree. Het gaat erom hoe volledig een papieren krant nog mag zijn. Het is geen nieuwe tendens dat feiten uit de papieren krant verdwijnen. Zoals de uitslagen van sportwedstrijden, de dagelijkse beurskoersen en de programmagegevens van de televisie.

De hoofdredactie claimt dat feiten ingewisseld worden door onderzoeksjournalistiek. Dat kan een langlopend proces zijn, maar nu klopt die claim niet. Integendeel. NRC bevat steeds meer lichtvoetigheid die ten koste gaat van feiten en feitelijke analyses. De meningen in columns en ‘leuke stukjes’, de tsunami aan interviews die focussen op het persoonlijk leven van individuen, de lifestyle bijlages en magazines wijzen een andere richting op. De richting van het lichte amusement.

De hoofdredactie geeft steeds minder ruimte aan feiten en steeds meer aan meningen. De paradox is dat ze dat verkondigt met een mening die als feit wordt gepresenteerd. Dat is het toppunt van cynisme

Wetmatigheid bij veranderingen is dat ze weinig werking hebben als de kudde niet wordt meegenomen. Welnu, de hoofdredactie van NRC brengt die fout in praktijk. Wat moeten de lezers van de papieren krant met de uitleg van hoofdredactie, Vermaas en Fortuin? Hoewel Fortuin zich als ombudsman niet waagt aan een evaluatie of mening.

Zie hier voor een commentaar van 6 mei 2023 over dit onderwerp.

Hoofdredactie NRC geeft opvallend gebrekkige argumentatie voor stoppen schaakrubriek Hans Ree

schermafbeelding van deel opinieInbox van de redactie; Wat schreven de lezers deze week aan de redactie Opinie? Een indruk‘ van Peter Vermaas, NRC, 6 mei 2023. .

Van het wekelijkse, zaterdagse stukje van de redactie Opinie van NRC bij monde van chef Peter Vermaas over het verdwijnen van de schaakrubriek van Hans Ree begrijp ik niets. Oud NRC-columnist Leon Vié draait zich om in zijn graf.

Er kwam op het verdwijnen kritiek van Joost Prinsen en niet-schaker Adriaan van Dis (‘een domme zet van NRC‘). Van Dis merkte op over de rubriek van Ree: ‘Ree schrijft namelijk over veel meer dan over de schoonheid van strategisch denken, hij maakt de wereld juist groter dan een schaakbord. Is gul met zijn belezenheid en humor en deelt inzichten die je als lezer verrijken.’

Ook ik ben teleurgesteld in NRC over het verdwijnen van de schaakrubriek. Het past blijkbaar in een patroon, de Volkskrant is in maart 2023 gestopt met de schaakrubriek van Gert Ligterink.

Hans Ree is allang geen sterke grootmeester meer, maar heeft zich ontwikkeld tot een goede schrijver. Daarbij bevindt hij zich in goed gezelschap van Hein Donner en Jan Timman die zich na hun periode als winnaar van belangrijke toernooien ontwikkelden tot uitstekende schrijvers.

Het verdwijnen van Ree’s schaakrubriek is lastig te duiden. Schaken zit wereldwijd mede door de corona-pandemie in de lift. Het is bij uitstek geschikt voor internet. Het schaken internationaliseert, de Chinees Ding Liren is pas gekroond tot nieuwe wereldkampioen van de FIDE. Ook omdat de sterkste speler Magnus Carlsen dat kampioenschap voor gezien hield.

Vermaas benadrukt namens de hoofdredactie dat de uitspraak die Ree als reden gaf voor het stoppen van de schaakrubriek: ‘op het internet zoveel gratis artikelen over schaken zijn te vinden dat een wekelijkse rubriek in de krant te weinig meerwaarde‘ zou hebben, niet het belangrijkste argument is.

Vermaas meldt dat een ander argument belangrijker is: ‘De missie van NRC is: onderzoekende journalistiek die de lezer helpt een eigen mening te vormen. Investeringen in onderzoeksjournalistiek en podcast hebben daarom voorrang gekregen‘.

Vermaas doet als boodschapper van het slechte nieuws zijn eigen geloofwaardigheid geweld aan. Men voelt aan de brede formulering die verre van dwingend is dat de chef Opinie door de hoofdredactie het bos in wordt gestuurd. De argumentatie van de hoofdredactie die hij moet verwoorden rammelt aan alle kanten.

De tegenstelling tussen onderzoeksjournalistiek en andere delen van de krant is minder absoluut dan de hoofdredactie meent. Want er zijn nog steeds talloze columns van Marcel van Roosmalen, Frits Abrahams, Hassnae Bouazza, Raoul de Jong en vele (wekelijkse) columnisten die hetzelfde verwijt gemaakt kunnen worden als Ree’s schaakrubriek, maar die niet gestopt worden. Wat verklaart het verschil en waarom benoemen hoofdredactie en Vermaas dat niet publiekelijk?

Waar trouwens de eindeloze verslagen en beschouwingen over voetbal, wielrennen en andere professionele sporten te plaatsen? Die naast de onderzoeken over matchfixing, corruptie en doping in de sport bestaan. Wat hebben die verslagen en voor- en nabeschouwingen van sportwedstrijden met onderzoeksjournalistiek te maken? Niks.

Het is een pikante bewering dat onderzoeksjournalistiek de lezer helpt bij het vormen van een mening. Onderzoeksjournalistiek informeert de lezer en legt die ook een mening op. Het is begrijpelijk dat NRC investeert in onderzoeksjournalistiek, waar een podcast trouwens niet meer dan een verschijningsvorm van is, maar het argument is in mijn ogen onbegrijpelijk als dat enkel en alleen ten koste van de schaakrubriek van Hans Ree moet gaan.

Om NRC een exitstrategie te bieden het volgende voorstel. Peil de behoefte bij vaste lezers over een schaak-, dam-, of bridgerubriek en eventueel nog een ander soort rubriek in de categorie die vroeger denksport werd genoemd. Als er behoefte is aan een schaakrubriek hoeft die voor de toekomst niet aan Ree verbonden te blijven, maar ga op zoek naar een goed geïnformeerde schaker die onderhoudend en interessant kan schrijven. Idem dito voor de andere ‘denksporten’. Het bijzondere is dat NRC zich hiermee kan onderscheiden. Om de geest van de liefhebbers te slijpen.

Is Bas Heijne een geloofwaardig criticus van Susan Nieman?

Schermafbeelding van deel column van Bas Heijne in NRC, 5 mei 2023.

Bas Heijne meent in zijn columnJa, absurde voorbeelden van ‘woke’ genoeg. Maar zo ziet emancipatie er nu uit‘ dat het woke-isme een vorm van emancipatie is die niet tegen te houden is. Hij vertelt hoe hij in gesprek ging met de Amerikaans-Duitse filosoof Susan Neiman over haar boekjeLinks is niet woke‘.

Heijne karakteriseert de positie van Neiman zo: ‘Haar pamflet is een oproep aan links zich af te keren van zelfbetrokken identiteitspolitiek – tribalisme, zoals zij het noemt. Zijzelf beroept zich op het universalisme. Mensen moeten zich niet enkel gaan zien in het licht van kenmerken die ze toevallig hebben meegekregen, geslacht, geaardheid, kleur. En ook niet alleen betekenis vinden in hun slachtofferschap.’ 

Heijne meent dat Neiman niet uitlegt waar dat woke vandaan komt. Hij parafraseert haar opstelling en teleurstelling in jongeren die haar linkse wereldbeeld verraden zouden hebben: ‘Waarom houden ze zich bezig met identiteitsdingetjes en haarkloverijen over het juiste taalgebruik, ophef over culturele toe-eigening, terwijl er zo veel grotere problemen zijn?

Na deze inleiding over hoe Nieman redeneert geeft Heijne zijn kijk op de zaak. Hij meent dat wat nu ‘woke‘ genoemd wordt ‘gewoon een voortzetting is van de grote emancipatiebewegingen van de vorige eeuw‘. Dat betwijfel ik.

De focus en ambitie van de huidige ‘woke‘-emancipatiebeweging zie ik als anders dan die van de 20ste-eeuwse emancipatiebewegingen. Ik zie er geen voortzetting in, maar een afsplitsing die elementen van de 20ste-eeuwse emancipatiebeweging laat liggen. Zoals het accent op machtsdeling en economie.

Bas Heijne schrijft dat er gestreden werd voor reeële doelen, voor rechten, voor gelijkheid voor de wet die niet werden ingelost. Dat laatste verklaart hij door achterblijvende gedragsverandering, bewustwording, andere manieren van kijken. 

Vraag is of deze analyse klopt. Het lijkt eerder dat de concrete doelen niet werden gehaald, niet als belofte werden ingelost, omdat ze halfslachtig waren en niet ver genoeg gingen omdat de ambitie niet groot genoeg was en ze effectief door de zittende macht werden tegengewerkt. 

Heijne springt ineens naar de mentaliteit, het gedrag van individuen in de samenleving, zonder dat hij onderkent waarom nou precies de concrete doelen niet werden behaald en de ‘enorme vooruitgang‘ die hij noemt bij nader inzien relatief is. 

Het is geen eenduidige ontwikkeling. Want de samenleving mag gedemocratiseerd zijn en individuen mogen wettelijk beter beschermd zijn en meer welvaart en vrijheid genieten, maar dat speelt op het niveau van burger – overheid. 

Tegelijkertijd heeft de economische macht a-synchroon teruggevochten en de geëmancipeerde, vrijere individuen opgesloten in het eigen verdienmodel. Zodat die vrijheid de burger op andere wijze weer wordt ontnomen. 

Heijne ontkomt niet aan een zekere blikvernauwing als beschouwer van cultuur. Hij verbindt de economische, sociale, politieke en culturele aspecten onvoldoende om een geloofwaardig criticus van Susan Neiman te zijn. 

Ok, Neiman laat gaten in haar betoog vallen, maar dat doet Heijne ook. Bien étonnés de se trouver ensemble.

Poetins repressie in Russische Federatie nadert niveau van Stalin

De onderdrukking in de Russische Federatie neemt toe. Kritiek wordt onmogelijk gemaakt. De media zijn allang gelijkgeschakeld, politieke oppositie is allang uitgeschakeld en mag al sinds jaren niet meer deelnemen aan de politiek.

Op talkshows op de Russische staatstelevisie spreken propagandisten als Vladimir Solovyov over de vernietiging van Oekraïne, de inzet van kernwapens en de denazificatie van Duitsland.

Met harde, onverzoenlijke taal en optreden heeft het Kremlin zichzelf in de hoek gebokst. De Russische Federatie heeft geen bondgenoten, maar alleen ‘vrienden’ als China die langzaam de Russische bodemschatten overnemen. De Russische Federatie verkoopt zichzelf uit.

Dat is allemaal geen verrassing. Dat is het sinds de Russische inval in Oekraïne in 2014 niet meer. En zelfs toen deden de Amerikaanse president Obama en de Britse premier Cameron niets toen de Russische Federatie door de bezetting van de Krim voor het zicht van de hele wereld de territoriale integriteit van Oekraïne schond. Die inactie was niet in de geest van het Boedapest Memorandum. Het gaf Poetin het idee dat hij straffeloos zijn eigen bevolking kon onderdrukken. En vrij spel had in buurlanden als Oekraïne.

De ontmaskering is dat de West-Europese landen als Duitsland en Nederland lange tijd ziende blind waren en handel met het Kremlin bleven drijven, terwijl hun inlichtingendiensten voor Russische spionage, ondermijning, desinformatie, hacking en een Russische greep naar de macht in Europa waarschuwden.

Ondanks de waarschuwingen van Oost-Europese landen en de VS om afstand te houden tot het Kremlin wisten Duitsland en Nederland het beter. Wat hadden ze ongelijk. Niet alleen met de kennis van nu, maar ook met de kennis van toen.

Waarom dat zo was en of er sprake was van corruptie, spionage tot op hoog niveau en verregaande naïviteit is in betreffende landen nog steeds niet onderzocht. Waarom niet? Zijn er in de top van de Nederlandse politiek en het bedrijfsleven te veel lijken in de kast die zo’n politiek onderzoek blokkeren?

NRC omschrijft dat gebrek aan realiteitszin van premiers als Balkenende en Rutte in een overzichtsartikel van 28 april 2023 zo: Hoe Balkenende en Rutte de deuren openzetten voor Russische spionage. Het economisch belang van Shell en Gasunie woog zwaarder dan de nationale veiligheid van Nederland. Dat was roekeloze berekening en opportunisme, en geen argeloosheid van Balkenende en Rutte. Ze namen het risico dat een behoedzame premier nooit had mogen nemen. Laat ze daar publiekelijk verantwoording voor afleggen.

Nederland heeft door miljardeninvesteringen in Russische projecten het de Russische inlichtingendiensten in Europa makkelijk gemaakt en is behulpzaam geweest bij de onderdrukking van de Russische bevolking. Laten we dat nooit vergeten. De Nederlandse politiek en bedrijfsleven hebben Russisch bloed aan hun handen.

Het is begrijpelijk om vreselijke gebeurtenissen van zo’n 80 jaar terug te blijven herdenken, maar het is onbegrijpelijk om gebeurtenissen van de laatste 20 jaar in de relatie van Nederland met de Russische Federatie te vergeten. Met een invloed die nog steeds sterk doorwerkt te vergeten. Het is meer dan raadselachtig, het is verraderlijk.

Poetins onderdrukking van de eigen bevolking en zijn roekeloze oorlog tegen Oekraïne zijn niet uit de lucht komen vallen. Ze hebben een voorgeschiedenis in landen als Nederland en Duitsland die nog steeds onvoldoende in kaart is gebracht. Waar is het wachten op?

NRC moet inzetten op kwaliteit en niet op kwantiteit. Dat ben ik eens met Eduard Bomhoff

Schermafbeelding van deel opinie-artikelBomhoff: hoe mijn oude krant zich vult met goedkope en gemakzuchtige journalistiek‘ van Eduard Bomhoff op Wynia’s Week, 15 april 2023.

Het is lastig om het eens te zijn met gespierde taal uit radicaal-rechtse hoek. Deze keer een commentaar van oud-minister Eduard Bomhoff op Wynia’s Week. Doorgaans een rariteitenkabinet van malcontenten, complotdenkers en op z’n best conservatieve opinieleiders.

Het is altijd de moeite om de greintjes zinvolle opmerkingen te ontdekken in dit soort rechtse talking points en vooroordelen die de meningen van deze opinieleiders bepalen. Het wil niet zeggen dat ze het nooit bij het rechte eind hebben. 

Bomhoff neemt NRC kritisch onder de loep en daar ben ik het in grote lijnen mee eens. Zijn irritatie is mijn irritatie over de redactionele koers die NRC is ingeslagen. 

Bomhoff zegt: ‘Nieuwsgierig na twintig jaar in Azië om weer eens de band met NRC op te pakken, kocht ik vorige week het Paasnummer. 96 pagina’s, een dik pak papier in vier katernen, maar kwantiteit ten koste van kwaliteit: de krant die zichzelf graag ‘kwaliteitskrant’ noemt, heeft duidelijk moeten inkrimpen. Een team van redacteuren dat vroeger de aangeleverde teksten onder handen nam, is wegbezuinigd onder druk van eigenaar Mediahuis.’

Vervolgens gaat Bomhoff in op een artikel van Frans Verhagen waar hij kritiek op heeft. Ik vond het ook een opmerkelijk zwak artikel waar Verhagen beweringen doet die niet overeen komen met de feiten of vreemde conclusies trekt. Heeft NRC geen fact checkers die feiten corrigeren of redacteuren die teksten herschrijven? Wat gaat er mis?

Zoals Verhagens mening dat het proces tegen Trump ‘politiek‘ is. Dat is het niet, dat beweren alleen Trump en zijn aanhangers. Aanklager Alvin Bragg zeker niet. Het is fatalisme om dit proces politiek te noemen. Ook de afgelopen jaren wezen vele door Republikeinse presidenten benoemde federale rechters Trumps claims af. Ze oordelen onafhankelijk. Uiteraard geldt dat niet voor het geradicaliseerde Hooggerechtshof.

Verhagen is onzorgvuldig en schept verwarring als hij spreekt over de zich misdragende ‘oud-president’ Trump, terwijl Trump tijdens zijn presidentschap allerlei kwaads heeft uitgevreten. Zoals het oproepen tot een staatsgreep op 6 januari 2021. Toen was Trump president, geen ‘oud-president’. Trump heeft zich niet misdragen als oud-president, maar als president. 

Het is evenmin juist dat de Republikeinen de tussentijdse verkiezingen van november 2022 verloren, zoals Verhagen zegt. Het is een gemengd beeld. Republikeinen veroverden niet de Senaat, maar wel het Congres. Dat laatste met een flinterdunne meerderheid en een zwakke meerderheidsleider, maar ze bepalen er nu wel de agenda met stokebranden Jim Jordan en Marjorie Taylor Greene. 

Deze fouten en redactionele onnauwkeurigheden zouden in een zich noemende ‘kwaliteitskrant’ tussen auteur en redactie Opinie besproken en gecorrigeerd moeten worden. Niet om de auteur op de vingers te tikken, maar om de lezer van kwaliteit te voorzien. Maar NRC laat het passeren.

Bomhoff constateert naar mijn idee terecht dat NRC inzet op kwantiteit en niet op kwaliteit. Dat geldt niet voor alle redacties, maar hij heeft een punt. Onbenullige interviews, columns, profielen, ditjes en datjes en leefstijl onderwerpen overspoelen NRC en ontnemen het zicht op wat er wel aanwezig is aan kwaliteit. Het toont gemakzuchtig. Volgens welke journalistieke lat wil NRC zichzelf beoordelen of door anderen beoordeeld worden? Die van de limbodans naar de bodem?

NRC zou de helft dunner én beknopter kunnen. Dat gaat ten koste van de advertentieruimte, maar ten dienste van de lezer. Energie en tijd kunnen dan ingezet worden om de overgebleven helft een kwalitatieve stimulans te geven door betere begeleiding van auteurs en eigen journalisten. Met als voordeel dat de lezer alle onbenulligheid bespaard blijft en artikelen verschijnen zonder onnauwkeurigheden.

Antwoord aan Achraf El Johari: Eis voor gebedsruimte op school hoeft niet te kunnen

Schermafbeelding van deel opinie-artikel ‘De gebedsruimte op school moet kunnen in Nederland‘ van Achraf El Johari in NRC, 3 april 2023.

Reactie op de FB-pagina van Achraf El Johari bij bovengenoemde opinie:

Nederlands secularisme betekent dat alle godsdiensten en levensbeschouwingen voor de wet gelijk zijn, en door de staat gegarandeerd zijn. Dat is de politieke filosofie van het secularisme. 

Tegelijk hebben onderwijsinstellingen de ruimte om in ‘eigen kring‘ en binnen de wet te opereren volgens de eigen beginselen. Het inrichten van een stilteruimte kan daar in strijd mee zijn. 

Het is te beperkt gedacht om dat een ‘gebedsruimte‘ te noemen. Waarom zou een humanistische of neutraal-openbare onderwijsinstelling verplicht ruimte moeten bieden aan religieuze studenten voor het uitoefenen van hun religieuze plichten? 

Wat is dat eigenlijk voor godsdienst die dat op hoge poten eist? Men kan zo’n eis opvatten als een stadium in de emancipatie, maar ook als poging tot expansie en verkondiging. Niet in het minst tegenover andere religieuze minderheden en levensbeschouwingen die in de praktijk van de stilteruimte opzij worden geduwd. 

Bedenk dat een meerderheid van de Nederlandse bevolking aangeeft geen godsdienst aan te hangen. Dat geldt nog in meerdere mate voor jongeren. De discussie over ‘gebedsruimte’ is in zekere zin een achterhoedegevecht. 

Het is een misvatting, een verkeerde voorstelling van zaken en zelfs misleiding om te spreken over het ‘bemoeilijken’ van het leven van studenten indien er geen stilteruimte op een onderwijsinstelling wordt ingericht. Dat is onterechte framing. Dat suggereert dat ze door een bestuur van een onderwijsinstelling bewust gedwarsboomd worden. Maar zoals gezegd, dat hoeft niet. Dat kan ook volgen uit het gedachtengoed van de onderwijsinstelling.

De Nederlandse seculiere traditie betekent diversiteit, vrijheid in ‘eigen kring’ en tolerantie van een meerderheid jegens minderheden. De niet-godsdienstige meerderheid is tolerant jegens de godsdienstige minderheden. Ook waar het de bekostiging van het bijzonder onderwijs betreft die een politiek compromis en weeffout is die al meer dan een eeuw bestaat. 

De Nederlandse seculiere traditie houdt in dat besturen van onderwijsinstellingen niet eenzijdig gedwongen kunnen worden om een ‘gebedsruimte‘ voor studenten en medewerkers van een specifieke godsdienst in te richten. Dat is geen diversiteit die verschillen probeert te overbruggen, maar evangelisatie die het omgekeerde nastreeft.

Open brief is onderdeel campagne bestuur KABK om Ranti Tjan weg te werken en zijn medestanders het zwijgen op te leggen

Schermafbeelding van deel open brief van 1 april 2023 op het Instagram-account van de KABK, zonder ondertekenaars.

Een actie beschadiging van Ranti Tjan vanuit het College van Bestuur (CvB) en de Raad van Toezicht (RvT) van het KABK in een poging om de beeldvorming pro-De Deugd of anti-Tjan bij te sturen viel te verwachten sinds Tjan op 27 maart werd gedwongen de KABK te verlaten. Zie voor de achtergronden dit commentaar. De brief op Instagram is een teken van de actie beschadiging Tjan. 

Een aantal afdelingshoofden van de KABK reageerde op 1 april met een open brief op het Instagram-account van de KABK. De brief is een indirect antwoord op de petitie van de studenten die inmiddels zo’n 1700 keer is ondertekend. In mijn ogen roept de brief vooral vragen op over de productie, presentatie en bedoeling ervan. Ofwel, waarom en hoe kwam deze brief tot stand? Deze vragen zijn des te klemmender omdat de brief naadloos het standpunt van het CvB lijkt weer te geven.

De tweede alinea van de Engelstalige brief is een frontale aanval op Tjan die ervan wordt beticht ‘minachting’ te hebben getoond voor ‘onze bestuursprocessen’. Er zou door hem ‘onherstelbare schade zijn aangericht’. De ondertekenaars of liever gezegd de opstellers zien Tjans acties als ‘machtsmisbruik’ en ‘misbruik van goede wil’. De ondertekenaars hebben ‘collectief het vertrouwen verloren om met Tjan samen te werken’.

Deze kwalificaties zijn een subjectieve mening. Ze worden niet onderbouwd met feiten. Er wordt geen betoog opgebouwd. Inhoudelijk gaat de brief niet in op het conflict De Deugd -Tjan en de polemiek over het soort bestuurscultuur dat bij de KABK past. Gratuite opmerkingen in een 20ste eeuws welzijnsjargon voeren de boventoon.

De brief heeft juridisch geen waarde en publicitair moet de waarde ervan zich nog maar bewijzen. De brief lijkt een parodie op hoe zo’n brief moet zijn, met in het middenstuk verstopt het gif dat bovenal wat zegt over de verspreiders ervan. In welke spiegel kijken zij?

De wetmatigheid in dit soort kwesties is dat CvB en RvT alles uit de kast halen om docenten en studenten onder druk te zetten en tot zwijgen te brengen. Of zelfs tot ondertekening van zo’n brief. Wie niet ondertekent kan beëindiging van de aanstelling verwachten. Dat middel wordt nu ingezet bij de KABK. Dat is machtsmisbruik door RvT en CvB waar nu juist zoveel kritiek op is. RvT en CvB doen precies wat hun wordt verweten.

Waarom verwijst de brief zonder zijn naam te noemen uitsluitend naar de geschorste directeur Ranti Tjan en niet naar de eenkoppige CvB-voorzitter Huug de Deugd en RvT-voorzitter Susana Menéndez? In welk geestelijk vacuüm is de brief opgesteld?

De achterliggende vraag is waarom een brief met deze strekking die alle bruggen met Tjan achter zich verbrandt op een account dat onder controle staat van het CvB naar buiten wordt gebracht. Wat beoogt het eenkoppige CvB met plaatsing ervan? Het CvB had plaatsing kunnen verhinderen, maar heeft dat niet gedaan. Dat is de essentie.

De houding tegenover Tjan en het onder druk zetten van docenten voelt niet als zorgvuldig bestuur. Waarom acht De Deugd de plaatsing van de brief opportuun? Waar is de RvT om de brand te blussen en de rust en de relatie tussen De Deugd en Tjan te herstellen? Wie heeft trouwens het toezicht op het functioneren van de RvT en haar voorzitter Menéndez?

Ter herinnering, Tjan werd door De Deugd maximaal 70.000 euro geboden om met stille stom te vertrekken. Tjan gaf daar geen gehoor aan en bracht dat aanbod in de openbaarheid. Tjan zei tevens dat hij gaat voor transparant bestuur en het bestuurlijk ongelukkig vindt dat De Deugd enig lid van het CvB is.

Onderschrijft de plaatsing van de brief en de pogingen om de weerstand te breken niet precies wat Tjan beweert, namelijk dat het ontbreekt aan bestuurlijke transparantie bij de KABK? De indruk bestaat dat er in CvB en RvT sprake is van een gesloten CDA-achtige cultuur. Hoe komt het dat Tjan de derde directeur sinds 2020 is die bij de KABK moet opstappen? Is de rol van het CvB en de RvT in deze kwesties geheel onschuldig? Waarom is er geen externe, onpartijdige bemiddelaar?

Wie heeft dus het initiatief voor deze brief genomen? Wie heeft de brief opgesteld? Waarom is deze brief op het Instagram-account van de KABK geplaatst, terwijl andere stukken die kritisch zijn op het CvB niet? Zoals een petitie. Leidt de persoon die uiteindelijk de zeggenschap over de sociale media van de KABK heeft niet direct naar de initiator van de brief? Waarom spreekt de brief namens alle hoofden (From Heads of Departments), terwijl niet alle hoofden getekend hebben? En als ze getekend hebben, hebben velen dat waarschijnlijk onder dwang gedaan.

De brief lijkt bedoeld om verwarring en verdeeldheid te zaaien, en de oppositie tegen De Deugd af te remmen en de steun voor Tjan te verdelen. De KABK schiet niks op met dit geschil waarbij CvB en RvT niet naar overleg en een oplossing zoeken, maar de kwestie alleen nog meer op scherp zetten. Het gaat niet meer om de inhoud, maar om de poppetjes. Om pure macht.

Het is echter de vraag of vanuit het perspectief van het CvB het een productieve of een contra-productieve brief is. Want de plaatsing en opzet van de brief komt evident uit de koker van CvB en RvT en is bedoeld om studenten en docenten te misleiden. Dat doet de brief echter zo dom dat het in zijn tegendeel verkeert en juist de negatieve aspecten van CvB en RvT extra accentueert.

Het feit dat de brief met subjectieve negatieve kwalificaties over Tjan komt is er een aanwijzing voor dat hij de moeite waard is om in de rug aan te vallen. Dat CvB en RvT dat doen wekt gezien de voorgeschiedenis geen verwondering, maar dat enkele afdelingshoofden zich daartoe moesten lenen is het trieste aan deze brief.

Directeur KABK Ranti Tjan geschorst. Studenten en docenten staan tegenover College van Bestuur en Raad van Toezicht

Schermafbeelding van deel artikel ‘Opnieuw conflict KABK: directeur Ranti Tjan weigert ontslag‘ van Lucette ter Borg in NRC, 27 maart 2023.

Er is opnieuw een conflict bij de KABK. De Haagse kunstacademie, de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Deze keer gaat het niet om verwikkelingen tussen studenten onderling of een docent die uit de bocht vliegt, maar om een conflict in de bestuurlijke top.

Lucette ter Borg heeft er op 27 maart 2023 voor NRC een informatief stuk over geschreven. Zij legt uit dat de positie van KABK-directeur Ranti Tjan wankelt omdat Huug de Deugd, het enig lid en voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool der Kunsten in Den Haag, de arbeidsovereenkomst met Tjan wil beëindigen. Tjan is geschorst en de toegang tot de KABK ontzegd.

Reden zou volgens De Deugd ‘een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie‘ zijn. Tot nu toe is niet publiekelijk bekend gemaakt wat dit inhoudt. Niet zelden wordt dit containerbegrip gebruikt om een conflict dat over de macht tussen botsende karakters gaat te objectiveren en een zekere onderbouwing te geven. Rechters gaan doorgaans mee in de redenering van een werkgever dat een arbeidsrelatie is verstoord. De onderliggende reden waarom dat zo is komt dan niet (meer) aan de orde.

De Deugd had Tjan in februari 2023 geld geboden om te vertrekken. Dat had op kunnen lopen tot 70.000 euro als Tjan snel was vertrokken. Tjan heeft dat naast zich neergelegd. Hij had dan een geheimhoudingsverklaring moeten ondertekenen om hierover publiekelijk te zwijgen. De Deugd zette gemeenschapsgeld van een financieel zwakke Hogeschool in om de directeur van de KABK weg te krijgen.

Het is in de ogen van velen absurd dat Ranti Tjan zou moeten vertrekken. Hij staat voor studenten, kunst en transparantie. Eerder was Tjan directeur bij Museum Gouda en het EKWC in Oisterwijk waar hij een prima band met het personeel had, en in het EKWC ook met de kunstenaars. Een petitie die is opgesteld door de studenten van de KABK is inmiddels meer dan 1100 keer getekend. De petitie vraagt om overleg en zegt onder meer (vertaald):

De kritiek van Ranti op de ondoorzichtige en hiërarchische bestuursstructuur onderschrijven wij van harte. We zijn geschokt dat Huug de Deugd en leden van de Raad van Toezicht niet bereid zijn geweest om hierover in gesprek te gaan. Het gebrek aan erkenning en waardering voor de stabiliteit en zekerheid die Ranti heeft opgebouwd, samen met het herwonnen vertrouwen in de instelling, bewijst dat het College van Bestuur en de Raad van Toezicht afstandelijk zijn en geen voeling hebben met wat het beste is voor de academie. Wederom laat de topleiding de KABK in de steek.

De kritiek van de studenten (en docenten) op het afstandelijke College van Bestuur lijkt gerechtvaardigd. Huug de Deugd heeft het als enig lid en voorzitter van het College van Bestuur voor het zeggen. Debat of tegenspraak wordt in het management dus niet georganiseerd, maar geblokkeerd. Dat geeft De Deugd een machtspositie die hij in het conflict met Tjan blijkbaar heeft ingezet.

Tevergeefs naar nu blijkt, want dat werkt alleen als de ander daar aan meewerkt en zich laat intimideren. Toch kan De Deugd uiteindelijk aan het langste eind trekken bij de rechter. Maar evenmin ondenkbaar is dat De Deugd in dit conflict zijn Waterloo vindt en moet vertrekken.

Het is opvallend dat De Deugd bestuurlijk leiding mag geven aan een kunstacademie en conservatorium, terwijl hij volgens zijn LinkedIn-profiel geen opleiding of werkervaring in de beeldende kunst of muziek heeft. Hij heeft Engels gestudeerd. Dat tekent de tendens dat bestuurders geen vakkennis hoeven te hebben. De Deugd had hetzelfde kunnen doen bij een koekjesfabriek.

Je vraagt je af waarom iemand als De Deugd ooit als enige op zo’n positie benoemd is. Dat is klaarblijkelijk een bestuurlijke weeffout. Er is een verklaring die te maken heeft met wisselingen in de directies van conservatorium en kunstacademie, maar dat zou niet meer dan een tijdelijke situatie moeten zijn. Dat is een machtspositie die je niemand moet geven omdat daarmee de kans op een evenwichtig debat én tegenspraak uit de top van het management verdwijnt. Dat maakt een organisatie niet sterker, maar zwakker.

Het is onduidelijk of de almacht van De Deugd het huidige conflict volledig verklaart, maar het is voorstelbaar dat dit het vinden van een oplossing met Tjan in de weg heeft gestaan. Want er is niemand die De Deugd op een gelijk bestuursniveau tegenspreekt, tot concessies dwingt of tot relativering van zijn eigen positie en standpunten brengt.

Altijd komt bij dit soort conflicten ook de Raad van Toezicht in beeld. Ook hier. Met als vraag waarom het niet tijdig heeft ingegrepen en een kwestie heeft laten escaleren. Is de voorzitter van de Raad van Toezicht hierbij betrokken? Zoniet, waarom niet? Zoja, waarom heeft Susana Menéndez niet succesvol bemiddeld tussen Tjan en De Deugd? Zij heeft niet kunnen voorkomen dat de naam van de KABK voor de derde keer in enkele jaren publiekelijk beschadigd wordt. Met trouwens een compleet andere aanleiding dan voorheen.