Attractie op Haagse kermis: Sun-Devils, vermoedelijk 1955-1962

Twee foto’s uit een post van 8 oktober 2019 op de FB-pagina Stichting Kermis-Cultuur. De attractie met de naam ‘Sun-Devils’ verwijst naar exotisme en Afrikaanse maskers en stond op de Haagse kermis. In de kunst lieten de Vijftigers zich inspireren door Afrikaanse volkskunst. Datering ontbreekt, maar het zal waarschijnlijk tweede helft jaren 1950, mogelijk begin jaren 1960 zijn. Dat was de periode dat op de wereldtentoonstelling Expo 1958 in Brussel in het Congolese paviljoen een dorp met ‘inboorlingen’ werd tentoongesteld. Maar de tijdsgeest kantelde en halverwege de Expo liepen ze weg uit de menselijke dierentuin. Maatschappelijk kon het niet meer door de beugel. In 1960 werden 17 voormalige Afrikaanse kolonies zelfstandig. Toen waren op kermissen volop kramen met pseudo-educatief vertier te vinden. In de tijd dat televisie nog aan een opmars moest beginnen. Iedereen kon weten dat het onzin was, zodat de kunst van het bedrog er getetst kon worden.

Moeten we hier achteraf over oordelen? Het cliché van de zwarte man in luipaardvel die op de trommels slaat en de zwarte vrouwen met rieten rok en sambaballen (notabene een Zuid-Amerikaans instrument) brengt nu zichzelf om zeep zonder dat er diepgaand commentaar voor nodig is. Het is nepnieuws voordat het woord in de huidige betekenis werd gebruikt. Of deze attractie een wederzijds complot was tussen kijker en bekekene weten we niet zeker. Dat geeft er de spanning aan. De exploitatie was zichtbaar en was zelfs een belangrijk onderdeel van de bezienswaardigheid. Curiositeit, trekpleister en schaamteloosheid in één. Dat lijkt het grote verschil met nu. Uitbuiting wordt door uitbaters zoveel mogelijk aan het oog onttrokken. Wat is meer oprecht?

Foto’s: Foto’s op de FB-post van 8 oktober 2019 op Stichting Kermis-Cultuur geplaatst door Piet Winkelmolen.

Antwoord aan Broos Schnetz: Utrechtse Culturele Zondagen zijn bij het oud vuil gezet omdat ze aan culturele inhoud hadden verloren

Antwoord aan Broos Schnetz die een open brief aan de raadsleden van de gemeente Utrechts stuurt om wat er van de Culturele Zondagen terecht is gekomen. Ik ben het deels eens, deels oneens met de briefschrijver. Ik heb mijn reactie ook geplaatst op de DUIC waar op 30 mei 2020 genoemde open brief werd gepubliceerd:

De poging om de verkeerde framing van de Culturele Zondagen (CZ) aan te pakken levert nieuwe verkeerde framing op. Want er is heel wat voor te zeggen dat Utrecht Marketing (UM) en CZ vreemde bedgenoten zijn die elkaar niet liggen. Dat marketing de cultuur zou wegdrukken viel te verwachten voor iedereen met ook maar oppervlakkige kennis van de kunst heeft. Kortom, de samenwerking van kunst en cultuur met marketing, stadspromotie en toerisme was vanaf het begin ten dode opgeschreven. Dat kon het Utrechtse gemeentebestuur weten.

Maar de auteur wijkt af van zijn koers en maakt het er onnodig verwarrend op als hij zijn pijlen richt op de grote culturele instellingen. De mislukking van de fusie kan echter niet eenzijdig op het bordje van de grote culturele instellingen geschoven worden. Het wordt er zelfs ronduit rancuneus op als hij zegt: ‘Cultuurgeld verdwijnt al voor het overgrote deel in de zakken van de grote culturele instellingen die toch vooral een cultuur faciliterende functie hebben.

Wie spreekt over geld dat verdwijnt in de zaken van culturele instellingen toont vijandschap tegenover kunst en cultuur en bedient zich van een jargon dat aanhaakt bij de haat tegen kunst. Of in elk geval kunst haar rechtmatige plek niet vanzelfsprekend gunt. Deze onnodige opmerking doet afbreuk aan het betoog dat zinnige en waardevolle elementen bevat.

De grote culturele instellingen hebben als ondernemingen hun eigen verantwoordelijkheid. Ze zijn verzelfstandigd en staan alleen nog in een subsidierelatie tot de gemeente. Ze bepalen hun eigen beleid.

Er heeft altijd spanning bestaan tussen het Centraal Museum (CM), de Stadsschouwburg en Tivoli Vredenburg en de rest van de culturele instellingen. Simpelweg omdat ze een andere positie innemen dan de kleinere culturele instellingen of de individuele kunstenaars.

De grotere culturele instellingen zijn verplicht om een steeds groter percentage van hun inkomsten uit de markt te halen. Daarmee komen ze verder af te staan van de gemeente. Het gemeentebestuur heeft niet altijd rechtlijnig geopereerd door de grote culturele instellingen ook nog deelgenoot te willen maken van gemeentebeleid dat tegen het eigenbelang van die grote instellingen inging. Het lijkt alsof ze door het gemeentebestuur en de betrokken beleidsambtenaren nog worden beschouwd als de instellingen die ze voor hun verzelfstandiging waren.

CZ is een voorbeeld van een project waar de grote culturele instellingen niet veel belang bij hebben. Dat valt deze instellingen niet te verwijten en zelfs uiteindelijk niet het gemeentebestuur dat altijd wil bundelen, koppelen en focussen. Overigens hebben de grote culturele instellingen waar mogelijk coöperatief meegewerkt. Het is eerder door de verzelfstandigingen die zich pas tijdens de looptijd van de CZ aankondigden dat er een gebrek aan eenstemmigheid naar boven kwam in de opzet van de CZ omdat die door de tijd achterhaald was.

Het gevolg was dat de afstand van de gevestigde kunstinstellingen met de CZ werd vergroot. Er ontstond een kader waar de grote culturele instellingen per definitie niet in pasten en de CZ verloor aan culturele inhoud. Met als gevolg dat de per definitie oppervlakkige marketing van UM het gat moest vullen. Dat is de samenloop van omstandigheden. Het is te simpel om dat verband niet te zien.

Is er redelijkheid in de onredelijkheid om de politieagent die George Floyd doodde de doodstraf op te leggen?

In de zaak George Floyd in het Amerikaanse Minneapolis kan men zich afvragen of de politieagent die acht minuten lang zijn knie in de nek van de op de grond liggende Floyd drukte in aanmerking zou moeten komen voor de doodstraf. In Nederlandse oren klinkt die vraag bizar. Maar de aanleiding is ernstig. Floyd liet de agent weten dat hij niet meer kon ademen. Uiteindelijk stierf Floyd onder de knie van de agent. Dit gaat tegen de procedures in. Tot nu toe zijn de betreffende agent en drie agenten die hem vergezelden niet aangeklaagd. Zeer vermoedelijk houdt het gepolitiseerde ministerie van Justitie de agenten uit de wind. Dit betreft de VS waar de doodstraf een sanctie voor zo’n overtreding kan zijn. Dus volgens de logica van de Amerikaanse grondwet kan de betreffende agent de doodstraf opgelegd worden. Een broer van het slachtoffer en Floyds vriend Stephen Jackson hebben afgelopen dagen gepleit voor het opleggen van de doodstraf aan de agent.

Ik ben tegen de doodstraf ‘in normale omstandigheden’. Zoals een roofoverval met dodelijk afloop of een moord. Wat het niet normaal maakt is dat het een overheidsdienaar, te weten een politieagent betreft die is belast met het geweldsmonopolie. Hij opereert namens de overheid. Het geweld van politieagenten tegen burgers is een verzwarende factor omdat ze extra verantwoordelijkheid hebben. Daarbij komt dat het handelen van betreffende agenten ideologisch gemotiveerd lijkt. George Floyd wordt bewust ontmenselijkt en vernederd. Het rapport21st Century Policing’ (2015) van de regering Obama dat aanbevelingen bevat om de kloof tussen politie en agent te verkleinen is door de regering Trump in de la gelegd. De kloof is verbreed.

De zaak George Floyd staat niet op zichzelf. Er zijn in de VS talloze vergelijkbare gevallen die als institutioneel racisme kunnen worden gekenschetst. Alleen als het wordt gefilmd haalt zo’n zaak de publiciteit. De niet gefilmde gevallen van racistisch geweld tegen minderheden blijven buiten de publiciteit. Ook ‘betrapte’ agenten worden altijd van vervolging vrijgesteld. Zoals dat in Nederland na onderzoek ook gebeurde bij de zaak Mitch Henriquez in Den Haag. Agenten opereren soms onder hoogspanning en zijn zelf kwetsbaar voor geweld van burgers. Maar juist door het juridisch aanpakken van de ergste overtredingen van politiegeweld zou de kou uit de lucht gehaald kunnen worden om de spanning tussen politie en burger te verkleinen.

Het is lastig om te beredeneren welk doel de middelen heiligt. De doodstraf is onherroepelijk en een zwaar middel. In een ideale situatie is elke weldenkende burger tegen de doodstraf. De EU ervoor pleit ervoor om de doodstraf in alle gevallen en in alle omstandigheden af te schaffen. Aanvullend feit is dat de doodstraf in landen die het toepassen discriminerend wordt opgelegd aan voornamelijk leden van zwakkere groepen. Er pleit wat voor de redenering om dat (uitsluitend in landen waar de doodstraf al wordt opgelegd) om te keren en te richten op degenen die zwakkere groepen onderdrukken. Ideaal is het niet, maar binnen het geldende rechtsprekende systeem kan het als een correctie dienen. De Amerikaanse grondwet biedt de mogelijkheid.

Foto: Schermafbeelding van paragraaf ‘TITLE 18, U.S.C., SECTION 242; DEPRIVATION OF RIGHTS UNDER COLOR OF LAW’ van het Amerikaanse ministerie van Justitie (DoJ).

‘Cultuur In Actie’ is te breed om een verschil te maken voor de kunst en te smal om duurzaam te zijn voor de culturele identiteit

Er komt een nieuwe actie aan. Deze keer gaat het om CultuurInActie. Een beladen acroniem: CIA. Vanwege de 1,5 meter-maatregelen als gevolg van COVID-19 is het een digitale actie die wordt gehouden van 30 mei tot en met 5 juni 2020. Ik heb er een hard hoofd in dat het een lans zal breken voor de kunst. De breedte en de onevenwichtigheid ervan valt op, zoals blijkt uit een fotoblok: Theater, Musea, Dans, Evenementen, Poppodia, Monumenten, Bioscopen, Dierentuinen, Bibliotheken.

Dat duidt op denken vanuit productie en bedrijfsvoering. Niet vanuit de kunstdisciplines drama of film, maar Theater en Bioscopen. Niet literatuur, maar Bibliotheken. Niet beeldende kunst, maar Musea. En waarom Dierentuinen en geen kermis, carnaval of bloemencorso? Niet klassieke muziek, jazz of geïmproviseerde en experimentele muziek, maar Poppodia. Wie organiseert dit?

Cultuur is alles dat verbindt, kunst is in de opvatting dat de functie ervan het aanscherpen is er het tegendeel van. Kunst is een onderdeel van cultuur, maar niet elke cultuur is kunst. Cultuur is gericht op de samenleving, kunst is dat niet per definitie. De kunstsector is verdeeld in verschillende, afzonderlijke disciplines, en kunst is weer een klein onderdeel van de cultuur.

De claim van de actie is even breed als de opzet ervan: ‘Zeven dagen lang, 12 uur per dag, verzamelen wij geluiden die samen één luide stem vormen. De stem die opkomt voor de cultuur in ons land.’ Het brede karakter van CultuurInActie leidt tot verwarring omdat onduidelijk is waar de organisatoren de grenzen van de cultuur trekken en hoe de grens tussen kunst en cultuur getrokken wordt.

Ik voeg aan het bovenstaande een overweging toe uit een commentaar uit 2017. Als context voor de CIA:
Nederland kan zijn cultuur voldoende beschermen met beleidsmaatregelen die de Nederlandse taal, kunst, geschiedenis en het (cultuur)onderwijs steunen. Maar dat doet de huidige politieke klasse niet. Het kort juist op dit beleid dat een basis onder de Nederlandse culturele identiteit zou kunnen leggen. Hoofdzaak zijn dus geen defensieve maatregelen tegen de radicale islam wat Buma, Klaver en Asscher er in hun reacties van maken, maar offensieve maatregelen die de Nederlandse kunst en cultuur positief  en ruimhartig steunen. Het sterke vermoeden dat Buma weet dat hij deze steun voor de Nederlandse cultuur heeft laten liggen en daarom als afleiding de aanval op de radicale islam zoekt maakt het er nog valser, schijnheiliger en onbetamelijker op.

Wie herinnert zich in 2011 niet toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD) in het kabinet Rutte I dat werd gevormd door VVD en CDA en gedoogd door PVV? Dat zijn de drie partijen die met duivels plezier en breed verkondigde minachting de cultuursector een lesje leerden door bovenmatig te korten op het cultuurbudget waardoor de culturele basisinfrastructuur van Nederland ernstig werd aangetast. In 2017 werken deze bovenmatige korting en imageschade nog na en zijn kunst en cultuur deze klap nog steeds niet te boven.

Nodig is niet een actie die vanuit de verdediging van instellingen, organisaties en bedrijven op het raakvlak van cultuur en commercie pleit voor financiële steun vanwege tegenvallers in de bedrijfsvoering, maar een actie die het offensief zoekt. Culturele ondernemers zijn tijdelijk, een solide, integrale culturele identiteit van Nederland is voor de lange termijn. Dat vraagt om een brede actie die pleit voor een beter overheidsbeleid op het gebied van Nederlandse taal, kunst, geschiedenis en onderwijs. Conclusie is dat deze CIA-actie te breed is om echt een verschil te kunnen maken voor de kunsten en te smal om duurzaam te zijn voor de toekomst.

Foto: Schermafbeelding van deel paragraaf ‘over ons’ op cultuurinactie.nl, 29 mei 2020.

Berichtgeving in Nederlandse media over Trump is nog steeds niet op orde. Misleidende informatie wordt nog steeds doorgeplaatst

Afgelopen maandag 25 mei 2020 besteedde ik in een commentaar aandacht aan een artikel in het AD over beweringen van Trump en de Republikeinse partij over het stemmen per post die zonder context werden geplaatst. Ik kwalificeerde het artikel als ‘eenzijdig en te kort door de bocht’. Het artikel in het AD was een betrekkelijk toevallig voorbeeld. Bij de reacties verwees ik ook naar een kort bericht in NRC over dezelfde kwestie zonder enige duiding en uitleg voor de lezer. Zo zijn er meer berichten in de Nederlandse media over de Amerikaanse politiek van het kaliber ‘doorgeefluik’, ‘aanstippen’ en ‘weglopen’. Gelegenheidsstukjes.

Juist bij president Trump die misleiding en desinformatie op sociale media inzet als politiek wapen faalt de aanpak van dat aanstippen. Het zet de lezer op het verkeerde been. AD, NRC en andere Nederlandse media dienen met het plaatsen van dit soort (korte) berichten Trumps agenda die niet zozeer als doel heeft om te overtuigen, maar om de waarheid te vertroebelen door de verspreiding van valse informatie. Het gaat Trump en zijn medestanders er niet om om te informeren, maar om verwarring te zaaien. Om ‘het water modderig te maken’. Het lijkt of bij de Nederlandse media onvoldoende het besef is doorgedrongen dat die uitspraken van Trump eerst moeten worden ontmaskerd voordat ze geplaatst kunnen worden. Dat is het verschil tussen een nieuwsmedium dat zich deelgenoot maakt aan de politieke marketing en journalistiek zorgvuldig handelt.

Uiteraard zijn de Nederlandse media voor president Trump en de Amerikaanse politiek totaal niet van belang. Evenmin is Trump voor de Nederlandse media van belang. Maar Trump heeft in Nederland wel navolgers die in rechts-radicale hoek zijn te vinden. Die zullen vermoedelijk de gevestigde Nederlandse media overslaan en zich rechtstreeks richten op de pro-Trump gezinde Amerikaanse bronnen. De Nederlandse rechts-radicalen die daar minder thuis zijn zullen niet de gevestigde Nederlandse media als AD, NRC of NOS volgen, maar de rechts-radicale nieuwsmedia als DDS of TPO die Trumps talking points enthousiast en doelbewust doorgeven.

Het gaat er dus niet zozeer om hoe president Trump in een hoofdredactioneel wordt benaderd. Dat pakt in de Nederlandse pers overwegend negatief voor hem uit. Op vooral de rechtse media media na. Het gaat om de totale beeldvorming. De vraag is in welke mate Trumps beweringen die doorgaans leugens zijn, zijn terug te vinden. De misleiding is in zijn boodschap ingebakken. Dat brengt de nieuwsconsument in verwarring. Het is juist in de korte ‘hit and run’ berichten waar Trump en de Republikeinse partij hun punten kunnen scoren.

Hoe dat onnozel ontspoort toont bovenstaand bericht van de NOS van 27 mei 2020 aan. Dat gaat over de misleidende tweets van Trump en de reactie van Twitter daarop. Het dilemma van Twitter is dat het heeft verklaard zich politiek neutraal op te stellen. De Russische inmenging in de campagne van 2016 ligt Twitter en de andere techbedrijven nog steeds zwaar op de maag. Daar hadden ze toen geen antwoord op en het scenario dreigt zich in 2020 te herhalen. Ze moeten dus iets doen omdat niet modereren niet langer als neutraal kan worden beschouwd. Trump zet dat door zijn misleidende beweringen op scherp. De kritiek is niet dat Trump politieke uitspraken doet in zijn tweets, maar het electorale proces ondermijnt door zonder enige onderbouwing te praten over fraude en corruptie ervan. Maar Trump is te machtig om zijn tweets te verwijderen zoals wel gebeurt met tweets van de Braziliaanse president Bolsonaro. Als compromis heeft Twitter aan twee misleidende tweets nu een waarschuwing toegevoegd: ‘Get the facts about mail-in ballots’.

Trump reageert daar woedend op. Hij heeft uiteraard de opzet om zijn basis te bedienen en de waarheid te vertroebelen. NOS geeft Trumps reactie zonder uitleg weer als het zegt dat Twitter volgens Trump de vrijheid van meningsuiting ondermijnt. De NOS laat deze claim onweersproken in dit bericht dat notabene de bedoeling heeft om duiding en achtergrondinformatie te geven. Trumps claim is om vele redenen onjuist. De toevoeging van Twitter bij de twee tweets van Trump ondermijnt de vrijheid van meningsuiting niet. Zijn tweets worden niet verwijderd en een particulier bedrijf als Twitter kan volgens de eigen richtlijnen in het eigen domein ingrijpen zonder dat het daarmee een grondrecht overtreedt. De vrijheid van meningsuiting gaat over het grondrecht van de burger in relatie tot de nationale staat. Daarnaast intervenieert Twitter meer als het Trumps misleidende tweets laat staan, dan dat het ze verwijdert. Dus hoewel het lijkt dat de NOS kritisch is op Trumps handelen, volgt het in de marges van het eigen bericht toch Trumps agenda door de eigen kritische duiding vergezeld te laten gaan van misleidende informatie uit het Trumps wedstrijdplan.

Het is de vraag hoe goed de lezer van NRC of AD over de Amerikaanse politiek geïnformeerd is. Het valt te bezien of ‘de lezer’ de conclusie kan trekken over zo’n berichtje dat weer een onderdeel is van een kluwen van berichten, tegenberichten, feiten en misleidingen. Soms lijken redacteuren van Nederlandse media zelf niet eens meer meer te weten welke conclusie ze moeten trekken (a en b). Hoe kun je dan van Nederlandse nieuwsconsumenten verwachten dat ze door de bomen het bos nog zien? Trumps misleidende informatie sluipt ondanks alle goede bedoelingen én ondanks een kritische houding toch nog steeds de kolommen van Nederlandse media binnen. Hier ontbreekt het besef dat Trump en de Republikeinen alle middelen inzetten om via kiezersonderdrukking de verkiezingen van november 2020 te stelen. Nieuwsconsumenten die zich voornamelijk op Nederlandse media baseren kunnen niet de juiste conclusie trekken omdat die media dat zelf in hun berichtgeving over Trump nog steeds niet hebben gedaan. Ondanks hun bewering van het tegendeel.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelTwitter plaatst voor het eerst disclaimer bij tweets president Trump’ van de NOS, 27 mei 2020.

Bouterse op verlies in verkiezingen. Hoe verder met hem en Suriname?

President Desi Bouterse stevent in de Surinaamse parlementsverkiezingen af op een nederlaag. Het parlement benoemt de president. Oppositiepartij de VHP is de gedoodverfde winnaar. De stemmen worden nog geteld.

Suriname heeft de eer om het eerste land in de rij te zijn dat de overgang van autoritair leiderschap naar democratie maakt. De VS, de Russische Federatie en Brazilië kunnen volgen. Hoewel het gesloten Rusland niet echt in het rijtje thuishoort. De verwachting was niet dat de machtsoverdracht in Suriname zo makkelijk zou gaan en evenmin dat het in die andere landen zo makkelijk als in Suriname zal gaan. De overeenkomst is dat de politieke leiders van deze landen hun ambt van president gebruiken om zich te vrijwaren van een vrijheidsstraf of sancties. Door in functie te blijven kunnen ze dat ontlopen, of voor zich uit schuiven. Maar ooit verkruimelt hun machtsbasis. Voor Bouterse en types als Trump staat er daarom meer op het spel dan de voortzetting van hun ambt alleen. Hoe de machtsoverdracht in Suriname gaat, kan er een aanwijzing voor zijn hoe dat in de VS of Brazilië zal gaan. Ondanks de verschillen. Want Bouterse domineert al zo’n 40 jaar de Surinaamse politiek. Zijn magie is uitgewerkt.

Hoe verder met Suriname? Wellicht vlucht Bouterse naar Cuba. Suriname kan met wederzijds voordeel de banden met Nederland aanhalen voor de wederopbouw. De Surinaamse politiek en maatschappij moet krachtig genoeg worden geacht om zich niet nogmaals te laten koloniseren door het oude moederland. De vele hoogopgeleide Surinamers die in Nederland wonen kunnen het verschil tussen de twee landen helpen overbruggen. Blijft echter het probleem van het aanhoudingsbevel van Bouterse dat als een steentje in de schoen de relatie tussen de twee landen zal blijven belasten. Levert het land waar Bouterse zich straks gevestigd heeft hem uiteindelijk uit aan Nederland?

Zwendel van AD. Gaat buitenlandredactie nou bewust of onbewust de fout in met de berichtgeving over het stemmen per post in VS?

De buitenlandredactie van het AD plaatste op 25 mei 2020 het berichtRepublikeinen beginnen rechtszaak om stemmen per post in Californië te verbieden’ online. Het is geplaatst om 04:21 uur en heeft als laatste update: 06:49 uur. Het is dus ’s nachts gemaakt. Of dat het povere niveau ervan verklaart is de vraag die na lezing blijft hangen. Want het artikel is eenzijdig en te kort door de bocht. Het voldoet in de verste verte niet aan een zorgvuldige journalistieke aanpak. Analytisch mist het ronduit elke diepte. Met dit soort berichten dat het niveau van broddelwerk niet ontstijgt verliezen de zogenaamde MSM (Mainstream Media) elk krediet én draagvlak om zich te onderscheiden van de verspreiders van nepnieuws en desinformatie, en de aanhangers van complottheorieën. De buitenlandredactie van het  AD maakt zich met dit bericht zelf tot een verspreider van desinformatie. Men kan zich alleen maar afvragen welke chef van de buitenlandredactie dit bericht heeft laten passeren en waarom het in tweede instantie in de dagredactie niet grondig is aangepast.

Achtergrond is dat volgens de peilingen de Democraten voor zowel het Witte Huis als de Senaat meer dan in andere verkiezingsjaren op een grote winst afkoersen in november 2020. Landelijk ligt Biden Trump stabiel zo’n 6 tot 11% voor. De reden daarvan is de ongekende economische teruggang met miljoenen werklozen, de zorgen van de bevolking over gezondheidsonderwerpen en de slechte aanpak van de coronacrisis door president Trump. Zo is de situatie nu. Er zijn twee scenario’s waarin de Republikeinen ondanks hun mindere steun toch de winst naar zich toe kunnen trekken: door kiezersonderdrukking en het creëren van chaos waarbij de coronacrisis als excuus dient. Kiezersonderdrukking door de Republikeinen is overigens geen nieuw middel uit hun trukendoos, het wordt op een grootschalige manier al sinds de jaren 1990 toegepast.

De buitenlandredactie van het AD praat op eenzijdige en naïeve wijze de talking points van de Republikeinen en Trump na. Want het zijn niet de Democraten of de Californische gouverneur Newsom die de integriteit van de verkiezingen bedreigen, het zijn de Republikeinen die dat doen. Stemmen per post neutraliseert namelijk de kiezersonderdrukking waarvan Republikeinen een krachtig verkiezingsinstrument hebben gemaakt. De mogelijkheden om extra voorwaarden te stellen aan minderheidsgroepen die minder vaak op Republikeinen stemmen worden hiermee teruggedrongen. Trumps argument dat stemmen per post fraudegevoelig zou zijn is nooit aangetoond. Het is een van de duizenden leugens van Trump. De buitenlandredactie van het AD trapt bewust of onbewust in Trumps leugen. In het eerste geval stelt het zich partijdig en in het tweede geval onprofessioneel op. Vraag is wat kwalijker is. Het napraten van Trumps selectieve feiten zonder enige toelichting en zonder de weergave van het standpunt van de Democraten hierover kan niet de bedoeling zijn van een nieuwsmedium dat op een grondige, serieuze en evenwichtige wijze haar lezers wil informeren.

Foto’s: Schermafbeelding van delen artikelRepublikeinen beginnen rechtszaak om stemmen per post in Californië te verbieden’ van de buitenlandredactie van het AD, 25 mei 2020.

Nederland, God of Oranje. Waar hebben we het minste mee?

OMG (Oh Mijn God) in Amsterdam is een YouTube-kanaal dat levensvragen beantwoordt. Dominees van de protestante gemeente geven in ‘Dominuutje’ afwisselend een antwoord van zo’n minuut lang. Dit is een leuke vraag: ‘God, Nederland en Oranje zijn al heel lang met elkaar verbonden. Waar heb je het minste mee?

Bas van der Graaf doet er lacherig over, loopt even weg en komt dan tot zijn antwoord. Zijn rangorde is: 1) God; 2) Nederland en 3) Oranje. Een voor een dominee begrijpelijk antwoord. Het is een gewetensvraag voor allen. Mijn individuele rangorde is: 1) Nederland; 2) God en 3) Oranje. Hoewel ik twijfel tussen God en Oranje.

Mijn keuze voor de ‘God’ die ik als Nescio in Titaantjes opvat als de God van Nederland, als God die zich manifesteert in de mensen en de natuur, staat ver af van de God van het Nederlandse Protestantisme. Ook op een andere manier valt de God van Nederland samen met land en bevolking omdat die God een constructie is van de Nederlanders. Buiten die projectie is het bestaan van God niet aan te tonen. Die God is een projectie waarin de Nederlanders zo’n 15 eeuwen lang hun wensen, angsten, behoeften en verlangens afgebeeld hebben. Zeg maar hun dijkbewaking tegen de leegte van het leven. Die God valt samen met Nederland en is er niet in tegenstelling mee. Oranje valt in vergelijking met Nederland en God in een andere, ‘lagere’ categorie.

Waar Nederlanders zich eeuwenlang projecteerden in de God van Nederland, en de God van Nederland als kader, omlijning eeuwenlang Nederland hielp vormen, is Oranje een constructie (met Duitse elementen) die in de geschiedenis toch wat wezensvreemd is gebleven en gaten, haperingen, mankementen, onregelmatigheden en gekunsteldheden bevat. De paradox is dat de constructies ‘Nederland’ en ‘God van Nederland’ deugdelijker constructies zijn die natuurlijker en echter aanvoelen en juist daarom minder als constructies ervaren worden.

Documentaire fotoprojecten in Ethiopië en Oeganda: ‘Vintage Addis Abeba’ en ‘Ebifananyi’. Met Philipp Schütz en Andrea Stultiens

Dit is de studiofoto ‘Omringd door snorren’ uit de serie Vintage Addis Abeba. Meer bijzonderheden geeft de website niet. Het is een in juli 2017 gestart documentair en beeldend kunstproject dat oude foto’s van het publiek verzamelt om verhalen te vertellen van gewone mensen in het verleden. Opzet is dat jonge Ethiopiërs via Vintage Addis Ababa hun erfgoed leren kennen en koesteren en dat buitenlanders Ethiopië en haar mensen op een nieuwe en frisse manier leren kennen. Aldus de toelichting van de initiatiefnemers fotograaf Wongel Abebe, uitgever Philipp Schütz en fotograaf Nafkot Gebeyehu. De vergelijking met de opgang die de studiofoto’s uit 1948-1960 van de Malinese fotograaf Seydou Keïta maakten ligt voor de hand, maar gaat uiteindelijk mank. Want het doel (van betrokkenen uit Europa) is niet het veroveren van de kunstmarkt, maar het documenteren van een tijdperk. Een fotoboek is te bestellen voor 49 euro (tegen de huidige wisselkoers) vanuit de bookshop in Zwitserland. Volgens een artikel in Quartz Africa werd Schütz op het idee gebracht toen hij een fotoboek over Oeganda van de Nederlandse fotografe Andrea Stultiens onder ogen kreeg. Met de Oegandese ‘kamikaze kunstenaar‘ en fotograaf Canon Griffith heeft ze History In Progress Uganda opgericht. Hier is informatie te vinden over de tot nu toe acht verschenen, uitverkochte Ebifananyi boeken.

Foto 1: Foto ‘Surrounded by moustaches’ in: Vintage Addis Abeba. Gelijknamig fotoboek, november 2018.

Foto 2: Foto uit ‘The Photographer; Deo Kyakulagira, Deel 1 van Ebifananyi boeken, mei 2014.

Communistische Partij China doet greep naar de macht in Hong Kong. Hoe reageert de internationale gemeenschap hierop?

De toekomst van Hong Kong als vrije, internationale stad is in het geding. De Communistische Partij China (CPC) zet eenzijdig het Brits-Chinese akkoord van 1997 bij het oud vuil. Een overeenkomst die beide landen verzekerden door het internationaal te borgen. Het pseudo-parlement van de CPC zet hiermee het ‘Een land, twee systemen’ beleid overboord. Zelfs de gedelegeerden van Hong Kong waren niet geraadpleegd. Het is van bovenaf beslist. Interessant is wat de internationale reactie is. Tot nu toe valt de lauwe reactie van het VK op. Lord Patten, de laatste gouverneur van Hong Kong, noemt de Chinese greep naar de macht een ‘uitgebreide aanval op de autonomie, de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden van de stad’. Maar het VK is machteloos en heeft door de Brexit, de uitbraak van COVID-19 en de aangetaste gezondheid van premier Johnson genoeg zorgen aan het eigen hoofd. Het land is niet langer de macht van weleer. De Amerikaanse regering en de EU reageren feller. Maar de vraag blijft of het Westen en Aziatische bondgenoten als Japan, Zuid-Korea, Vietnam en Singapore een geloofwaardige internationale houding kunnen optuigen die China tot zinnen brengt. Complicatie is ook dat landen als Vietnam, Zuid-Korea en Singapore er belang bij hebben om bedrijven te huisvesten die Hong Kong verlaten als de Chinese greep naar de macht daar de democratie om zeep helpt.