Henk Otten uit Forum voor Democratie gezet door partijleiding. Hij blijft lid van de Eerste Kamer

Update 25 juli 2019: Twitterstorm van Henk Otten waarin hij zich onder meer afvraagt waarom de Jaarrekening 2018 niet wordt gepubliceerd. Volgens Otten zijn de vermoedens en of beschuldigingen van fraude door de partijtop (Baudet, Rooken, Frentop) terug te brengen tot een boekhoudkundig verschil van mening (kostenallocatie):

En zo is Forum voor Democratie samen met de VVD niet meer de grootste partij in de Eerste Kamer met 12 zetels. Henk Otten die door de partijleiding uit de partij is gezet blijft lid van de Eerste Kamer, zo zegt hij in een tweet. Zodat Forum nu nog 11 zetels heeft. De zuivering van Otten doet denken aan Stalinistische methoden. In een persbericht heeft de partij het over ‘een vermoedelijke poging tot fraude met overheidssubsidie voor politieke partijen’. Het is merkwaardig dat de partij niet een definitief onderzoek afwacht, maar Otten nu al royeert vanwege een vermoeden.

Het wordt er moeilijk op om het opereren en de partijdemocratie van Forum voor Democratie serieus te nemen. Op 31 mei 2019 boekte Forum groot succes in de provinciale verkiezingen en werd met 15,87% van de stemmen de grootste partij. Door onhandig manoeuvreren en interne verdeeldheid behaalde de partij bij de Europese verkiezingen van 23 mei 2019 nog slechts 10,96%. Het gekrakeel doet de partij geen goed.

Foto: Tweet van Henk Otten, 24 juli 2019.

Subcultuur DDS steunt subcultuur van alt-right en Thierry Baudet. Met pseudo-christendom. Alle remmen los in aanval op Henk Otten

Het rommelt in Forum voor Democratie. Er is een strijd gaande om de macht, de politieke richting en de partijcultuur met als de hoofdrolspelers partijleider Thierry Baudet en een van de mede-oprichters en beoogd fractievoorzitter in de Eerste Kamer Henk Otten. In een interview in NRC met de titel ‘Tweede man van Forum Henk Otten: ‘Baudet trekt de partij te veel naar rechts’’ bond Otten de kat de bel aan. Dat lijkt hem door Baudet en diens vertrouwelingen niet in dank te worden aangenomen. Otten wordt naar de zijlijn gedrongen, maar lijkt terug te vechten in het gevecht om de ziel van de partij. En ook in het gevecht om zijn eigen positie.

De Dagelijkse Standaard (DDS) die zoveel alt-right retoriek en steun aan Baudet in haar kolommen stopt, ging in een opinie-artikel van 22 april van Michael van der Galien in op Ottens kritiek dat Baudet in 2017 ineens ‘een christelijke kant‘ opging. Otten antwoordt daarop: ‘Maar ik wil politiek los zien van geloof’. Dat is een positie die past binnen de traditie van de Nederlandse politiek van voor het tijdperk van de identiteitspolitiek en de doorbraak in 2016 van de alt-right subcultuur in de VS. DDS geeft Ottens woorden verkeerd weer en noemt hem een ‘christendom-hater’ en ‘weg-met-ons-fanatiekeling’. Dat is van dik hout zaagt men planken en zo onnauwkeurig en onzorgvuldig afgeleid uit wat Otten zegt, dat hiermee DDS vooral zichzelf te kijk zet. Het is altijd een plezier om DDS te lezen omdat het zo sterk raakt aan de absurditeit en de stompzinnigheid, en in het kritiekloos ophemelen van de eigen helden een hoog niveau bereikt. Mijn reactie bij het artikel:

De opstelling van Henk Otten is begrijpelijk en goed verdedigbaar. Hij keert zich niet tegen het christendom of de (vermeend) joods-christelijke cultuur, maar tegen het vermengen van politiek en religie. Dat past in de traditie van scheiding van kerk en staat.

Otten wijst het gebruiken van het christendom, of religie in algemene zin in de politiek af. De reactie van Teunis Dokter slaat daarom de plank mis. Otten keert zich niet tegen het christendom of ‘de christelijke cultuur’ (?), maar tegen het misbruik van religie in de politiek.

Otten neemt ook afstand van identiteitspolitiek die om politieke redenen een religieuze identiteit construeert. Een voorbeeld daarvan is president Trump die zijn achterban van vooral witte evangelicals op een sekte-achtige wijze met christelijke retoriek bedient, maar over wie het de vraag is of hij wel een christelijke overtuiging of levenswandel heeft. De kritiek op Trump en opinieleiders uit de alt-right beweging is dat hun identiteitspolitiek en pleidooi voor het christendom oppervlakkig en niet gemeend is en vooral politieke marketing om electorale redenen is.

Baudet handelt omgekeerd aan Buma, Segers of Van der Staay. Waar christelijke politici terughoudend zijn in de verwijzing naar het christendom, zijn politici van niet-christelijke partijen (PVV, FvD) minder terughoudend. Dat is merkwaardig.

De paradox is dat de politici van de christelijke partijen CDA, CU en SGP in de praktische politiek terughoudender zijn in het gebruik van christelijke retoriek dan Baudet. Zij beseffen het gevaar hoe hun geloof politiek kan worden misbruikt en beschadigd. Zij hebben in de praktische politiek door schade en schande geleerd dat als ze met andere partijen iets willen bereiken het averechts werkt door zich te beroepen op hun religieuze gedachtegoed. Ze weten dat ze moeten schakelen naar een ideologisch neutraal terrein om tot overleg te komen. Baudet redeneert echter niet vanuit het belang van het christendom, maar vanuit zijn politieke profilering.

Het is onduidelijk hoever Otten nadenkt. Het lijkt er sterk op zoals hij in het interview in NRC zei dat hij de koers van Baudet te rechts-radicaal, te populistisch, te Angelsaksisch en te negatief vindt waar het de terminologie over ondergangsfantasieën en de pessimistische kijk op de westerse geschiedenis en Europa betreft.

Uiteindelijk gaat het erom of Forum voor Democratie binnen de eigen gelederen ruimte geeft aan tegenspraak of niet. De keuze is aan Forum om het beginsel van interne democratie en een zekere mate van pluriformiteit te omarmen of af te wijzen. Dat vergt goed nadenken en manoeuvreren van de partijleiding. De schrikbeelden zijn de anarchistisch LPF die met ruzie uit elkaar viel, maar ook de dirigistische SP of PVV die in de praktijk geen interne democratie kennen en daar nu de wrange vruchten van plukken: achteruitgang door stilstand.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelHenk Otten is een weg-met-ons D66’er: “Als je nog een keer over het christendom begint dan stap ik op”’ van Michael van der Galien op DDS, 22 april 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van deel interviewTweede man van Forum Henk Otten: ‘Baudet trekt de partij te veel naar rechts’’ van Petra de Koning en Philip de Witt Wijnen in NRC, 19 april 2019.

Het geval Fred Walravens: Zeeuwse lijsttrekker van FvD maakt zich onbereikbaar & onzichtbaar. Wat zegt dat over de partijdemocratie?

Een jaar geleden werden in februari 2018 drie voormalige Kamerkandidaten uit Forum voor Democratie (FvD) gezet. Ze vroegen om democratisering en overleg. Gert Reedijk, Arthur Legger en Freek Jan Berkhout kregen een brief van het bestuur die als redenen geeft dat ze geprobeerd hebben ‘de gecontroleerde uitbouw van de partij actief tegen te werken’ en het partijbestuur te ondermijnen. Punt van kritiek van de kritische leden die om meer partijdemocratie vroegen was juist dat het partijbestuur vanaf november 2017 de uitbouw van de partij ondanks eerdere toezeggingen abrupt had afgebroken. Onder meer op provinciaal niveau.

Juist dat gebrek aan interne democratie van FvD wreekt zich bij de campagne voor de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 20 maart 2019. Het heeft van eigen lijsttrekkers lege hulzen gemaakt van wie onduidelijk is hoe ze over regionale problemen denken. Ze maken zich onbereikbaar zoals het Zeeuwse voorbeeld aantoont. Volgens onderstaande tweet van het door het hoofdbestuur in februari 2018 geroyeerde kaderlid van de partij Robert de Haze Winkelman hebben de kandidaten een spreekverbod opgelegd gekregen door penningmeester Henk Otten. De interne democratie van FvD is op provinciaal niveau door de partijleiding niet alleen de nek omgedraaid, maar leidt tot een gesloten en krampachtige manier van politiek bedrijven.

FvD is doorzichtig in haar ondoorzichtigheid. Gezien de winst in de peilingen lijkt dat besef nog niet tot het electoraat doorgedrongen. Hoewel het kan dat een deel van de kiezers een spreekverbod voor regionale lijsttrekkers een aanvaardbare politieke strategie vindt en dat waardeert als de ultieme vorm van anti-politiek.

Hoe dan ook zijn de beweringen over democratie van het bestuur van FvD een façade waarvan het de vraag is of die al is doorgeprikt. Want welk doel dient de nepshow over democratie van FvD? Waarom wordt het de lijsttrekkers verboden hun mening te geven in de openbaarheid, en hoe kunnen ze zich zonder verlies van hun zelfrespect daar mee inlaten? Notabene op het moment dat PVV’er Geert Wilders in de zogenaamde ‘linkse pers’ voor het eerst sinds lange tijd optreedt vanwege de hete adem van FvD in zijn nek. Wie onthult wat FvD tot nu toe wil verbergen? Het is er nog steeds niet van gekomen. Het cynische antwoord is dat het niet uitmaakt. De Zeeuwse lijsttrekker Fred Walravens maakt zich onzichtbaar, praat niet met journalisten, neemt niet deel aan verkiezingsdebatten en maakt zich onderhorig aan het partijbestuur. Het is veelzeggend voor een partij dat kandidaten zich daartoe lenen en voor kiezers dat ze op deze spookkandidaten stemmen.

Foto: Tweet in reactie op Robert de Haze Winkelman, 7 maart 2019.

Met het terugtreden van Yernaz Ramautarsing begint discussie pas binnen FvD. Hij is geen oorzaak, maar gevolg van de problemen

In een opinie-artikel voor DDS is Michael van der Galien kritisch op Yernaz Ramautarsing en het partijbestuur dat hem zo hoog op de lijst zette: ‘Yernaz had nooit op de lijst mogen staan. En als hij er wél op gezet was, welnu, dan had men hem ergens op plek 10 of 15 moeten zetten. Maar nee, hij kreeg plek twee waardoor hij na Annabel Nanninga hét gezicht van de partij werd in Amsterdam. Dat ‘onverstandig’ noemen is een understatement van jewelste. Het was gewoon stupide.’ Maar met deze constatering dat het stupide was is de kous nog niet af. Het gaat om het beoordelingsvermogen van het partijbestuur. Daar lijkt het nodig aan te schorten. Want wat was de overweging om Ramautarsing zo hoog op de lijst te zetten? Daarnaast heeft het partijbestuur tot nu toe geen openbare verantwoording over deze stupide misstap. gegeven. Mijn reactie:

Eens met het standpunt dat Ramautarsing nooit hoog op de lijst van FvD in Amsterdam gezet had moeten worden. Maar met zijn terugtreden is het verhaal nog niet af en het probleem voor FvD opgelost. Eigenlijk begint de discussie nu pas goed.

Want de achterliggende vraag die nog lang niet beantwoord is, is waarom Ramautarsing zo hoog op de lijst is geplaatst door het partijbestuur. Dit ondanks de waarschuwing van de toenmalige scout Robert de Haze Winkelman die zegt dit afgeraden te hebben.

Ofwel, de kandidatuur van Ramautarsing is geen reden voor de huidige onrust binnen FvD, maar juist een gevolg daarvan.

De discussie die dus nog gevoerd dient te worden betreft het functioneren van FvD als politieke partij, de rol van het drietallige partijbestuur hierin en de organisatie en interne democratie van FvD. Of liever gezegd, als de top van FvD deze discussie wenst en durft te voeren.

Ramautarsing was zoals Michael van der Galien terecht beweert zo’n aantoonbaar ongeschikte en contra-productieve kandidaat dat het beoordelingsvermogen van het partijbestuur nu ter discussie staat. Hoe kon Ramautarsing als nummer twee ooit op de lijst in Amsterdam geplaatst worden door dit partijbestuur? Tegen het uitdrukkelijke advies van De Haze Winkelman in.

Amsterdam, notabene de enige stad waar FvD met een eigen lijst deelneemt aan de gemeenteraadsverkiezingen. Daar had het partijbestuur wel wat zorgvuldiger mee om kunnen gaan. De uitleg daarvoor hebben Baudet, Otten en Rooken nog niet gegeven.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel van Michael van der Galien voor DDS, 4 maart 2018.

Turkije-politiek van DENK leidt tot uitsluiting van deze partij door VVD Deventer. Waarom zwijgen niet-Turkse kaderleden van DENK?

De VVD Deventer wil niet met DENK in debat. In een bericht op de website met de veelzeggende titel ‘Geef het Erdoganistische gif van DENK geen kans in Deventer’ kwalificeert fractievoorzitter Daan Ledeboer DENK als ‘Een regelrechte aanval op onze waarden en onze democratie.’ Dit naar aanleiding van de oproep van DENK-leider Tunahan Kuzu om Turks-Nederlandse kamerleden en bestuurders te bevragen over hun stellingname in de Armeense kwestie. In een opvallende reactie noemde hij kamerleden die de Armeense genocide erkenden landverraders. De vraag die Kuzu ongenoemd laat is welk land ze volgens hem zouden verraden. Noorwegen? Thailand? Japan? België? Honduras? Het enige relevante land is Nederland omdat de kamerleden en raadsleden Nederlandse staatsburgers zijn die een controlerende en wetgevende rol in de Nederlandse politiek hebben.

Met zijn fanatisme, gespeelde onbegrip en onnozelheid neemt Kuzu met zijn partij afstand van Nederland en doet hij zich kennen als vijfde colonne in Nederland voor de politiek van de Turkse leider Recep Erdogan. Valt zo’n opstelling van de pro-Erdogan Kuzu nog enigszins te begrijpen, vraag is wat niet-Turkse kaderleden van DENK die als vanouds zo’n duidelijke pro-Erdogan opstelling missen binnen DENK te zoeken te hebben. Want de Turkije-politiek van DENK zoals Kuzu die verwoordt trekt deze partij naar de marges van het politieke spectrum. Dat is ook van invloed op kandidaat-raadsleden in Deventer, Rotterdam, Utrecht of Amsterdam die door deze pro-Erdogan politiek van DENK straks belemmerd kunnen worden in hun raadswerk. Kunnen ze zich vereenzelvigen met Kuzu’s Turkije-politiek die de andere programmapunten van DENK marginaliseert?

Hoelang nog blijven niet-Turkse kaderleden van DENK zwijgen en wanneer nemen ze afstand van de Turkije-politiek van DENK die de partij verwijdert van de redelijkheid, de Nederlandse democratie en een solide plek tussen andere partijen in Tweede Kamer en gemeenteraden? Of kent DENK net als Forum voor Democratie geen interne partijdemocratie, met als gevolg dat grieven van de basis genegeerd worden en niet in openheid en zonder dwang van de partijtop op een ledenvergadering besproken kunnen worden? Het lijkt er sterk op.

Foto: Eigen tweet in antwoord op een tweet van DENK, 24 februari 2018.

Onrust bij FvD duurt voort: drie geroyeerde kandidaat-Kamerleden. Is de partij een nepshow over democratie? Wat verbergt de façade?

Het gerotzooi binnen Forum voor Democratie bereikte vandaag opnieuw een nieuwe hoogte. Drie voormalige Kamerkandidaten zijn uit de partij gezet. Ze vroegen om democratisering en overleg. Gert Reedijk, Arthur Legger en Freek Jan Berkhout kregen een brief van het bestuur die als redenen geeft dat ze geprobeerd hebben ‘de gecontroleerde uitbouw van de partij actief tegen te werken’ en het partijbestuur te ondermijnen. Punt van kritiek van de kritische leden die om meer partijdemocratie vragen is juist dat het partijbestuur vanaf november 2017 de uitbouw van de partij op een laag pitje heeft gezet. Onder meer op provinciaal niveau.

De conclusie mag zijn dat het partijbestuur de geest niet meer in de fles krijgt. Het is ook de vraag of het royeren van leden slim is. Want elk geroyeerd partijlid staat borg voor voortdurende kritiek vanaf de zijlijn op de partij. De uitspraak  van president Johnson maakt dat inzichtelijk: ‘It’s probably better to have him inside the tent pissing out, than outside the tent pissing in’. FvD doet het omgekeerde en jaagt critici de tent uit.

Het door het bestuur onlangs geroyeerde kaderlid van de partij Robert de Haze Winkelman is duidelijk in zijn tweets. Hij heeft het over zuiveringen in de partij ‘die in de DDR niet zouden hebben misstaan’. Hij vraagt zich af of de ‘beweringen over pro-democratie’ van de partijtop dan alleen maar een façade zijn. Maar wat moet de nepshow over democratie bij FvD dan aan het zicht onttrekken? Wie onthult wat FvD tot nu toe wil verbergen?

Foto: Schermafbeelding van tweets van 16 februari 2018 van Robert de Haze Winkelman.

Kritiek op de gebrekkige partijdemocratie bij FvD dekt vooralsnog het debat over de politieke verschillen binnen de partij toe

Het lijkt erop dat alle kaderleden die nu als lemmingen FvD verlaten geen kritiek hebben op de koers van de partij. Vandaag is het Susan Teunissen die na Baudet en Hiddema, nummer drie op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer stond. In elk geval als er de politieke koers mee bedoeld wordt. Punt van kritiek van deze spijtoptanten zoals ze dat nu naar buiten brengen is het gebrek aan interne democratie van FvD, maar niet de extreem-rechtse stellingname of de contacten van Baudet met Europese of Amerikaanse rechts-extremisten.

Het is mogelijk dat dit politieke geschil van mening bij spijtoptanten aanwezig is, maar ze het op dit moment te complex vinden om dat zo te benoemen en hun kop uit te steken. Het is makkelijker om het over de boeg van de interne democratie te gooien. Maar het zou toevallig zijn als er geen politiek verschil bestaat tussen de partijverlaters (Robert de Haze Winkelman, Betty Jo Wevers, Kees Eldering) en de politieke koers van FvD.

Emeritus hoogleraar Frank Ankersmit die lijstduwer, maar geen lid was heeft in november 2017 de partij de rug toegekeerd. Hij had wel inhoudelijke kritiek. In een bericht in het DVHN zei hij over partijleider Thierry Baudet: ‘Hij vertelde dat Nederland terug moet naar 1850. Dat vind ik geen goed uitgangspunt voor een politieke partij. Dat gaat mij veel te ver.’ Dat was niet de partijvernieuwing waar Ankersmit op hoopte, maar naar zijn idee het omgekeerde: nostalgische teruggang naar de 19de eeuw. Maar hij lardeerde dat vervolgens toch ook weer met het gebrek aan interne democratie bij FvD. DVHN over Ankersmit: ‘Hij vindt het ook ernstig dat Baudet ervan wordt beticht dat hij geen democratie toestaat in het bestuur van zijn partij, ‘terwijl hij naar buiten toe democratisering hoog in het vaandel heeft staan’. ,,Dat is een wonderlijke constructie.’’

Zo kan de verwijzing naar het gebrek aan interne democratie en de vermeende almacht van het bestuur met penningmeester Henk Otten als spin in het web een containerbegrip voor alle soorten onrust worden. Er lijkt vooralsnog geen richtingenstrijd uitgebroken binnen FvD. Maar uitsluitsel dat dit niet zo is bestaat niet. Want het één kan uit het ander volgen. Als er namelijk geen interne democratie binnen een politieke partij is, dan is er ook geen open debat mogelijk over de politieke koers waarin accentverschillen, nuanceringen, facties, richtingen of stromingen tot uiting komen. Zonder open debat kan een politiek verschil zich niet openbaren.

Dat FvD een partij met een rechts-nationalistische agenda is lijkt wel duidelijk. Zoals minister Ollongren in haar Ien Dales-lezing zei gaat FvD verder waar de PVV stopt. Met als gevolg dat leden die in 2017 door Baudet werden voorgespiegeld dat FvD een fatsoenlijk en maatschappelijk aanvaardbaar alternatief voor de PVV was, zich nu realiseren dat FvD extremere standpunten over ras en afkomst inneemt dan Geert Wilders. En als ze zich het niet realiseren kunnen ze er door hun omgeving op aangesproken worden. De PVV lijkt nu – op het netelige islam-standpunt na – het fatsoenlijke en maatschappelijk aanvaardbare alternatief voor FvD te zijn.

Het is lastig voor leden van FvD die beseffen dat ze zich bij de verkeerde partij hebben aangesloten om dat volmondig toe te geven. Daarmee tornen ze aan hun eigen oordeel dat verkeerd was. Om dat verschil te overbruggen gooien ze hun verschil van mening met de partij (en het gebrek aan harmonie met zichzelf) niet op hun verkeerde inschatting en de rechts-extremistische koers van FvD (die zich in 2017 al aankondigde en in 2018 duidelijk naar buiten kwam), maar op het gebrek aan interne democratie en een dictatoriaal bestuur dat als een duiveltje uit een doosje en buiten hun schuld de volle verantwoordelijkheid van FvD zou zijn.

Foto: Tweet van Susan Theunissen met eigen reactie, 9 februari 2018.

Forum voor Democratie kampt met groeistuipen. Zijn ze incidenteel of structureel? Heeft de partij voldoende benul van politiek?

Politiek leider van Forum voor Democratie Thierry Baudet heeft een aangifte wegens smaad en laster gedaan tegen minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren. Volgens juristen is dat kansloos en daarom op te vatten als een publiciteitsstunt. In de Ien Dales lezing zei ze over Baudet en zijn partij: ‘De nieuwste afsplitsing van het populisme gaat verder waar Wilders ophoudt. De partij van Baudet lijkt geobsedeerd te zijn door één van de weinige taboes waar ik als progressieve liberaal aan hecht: Het praten over rassen in het politieke debat. Rassenmenging kwam al voorbij uit de mond van Forumleden. Rassenverdunning ook. De afgelopen weken ging Baudet opnieuw verder. Geconfronteerd met uitspraken dat Nederlanders met een donkere huidskleur minder intelligent zouden zijn dan andere rassen, een uitspraak van een kandidaat van Forum bij de verkiezingen aanstaande maart, zei de voorman van Forum dat hij daar geen afstand van wilde nemen. Volgens Baudet was dit een wetenschappelijk debat. Daar wilde hij zich niet in mengen. Zo laat hij het dus onweersproken als zijn partijgenoten openlijk discrimineren op basis van ras. Het populisme wil sommige Nederlanders dus anders behandelen dan andere. En daarmee bedreigt het kernwaarden van Nederland. Het is in deze tijd dan ook belangrijker om artikel 1 van de Grondwet te koesteren dan ooit.

Of het verstandig is dat een minister zich uitlaat over een parlementariër is de vraag. Want een parlementslid moet de minister controleren. Van de andere kant mag een minister een politieke mening uitspreken. Dat Baudet zich meende te moeten mengen in een wetenschappelijk debat met metereoloog Gerrit Hiemstra over het klimaat, maar over ras een wetenschappelijk debat uit de weg gaat oogt selectief. Het is niet consequent.

De afgelopen dagen bleek dat het bestuur twee kaderleden zonder dat ze zich konden verdedigen uit de partij heeft gezet: Robert de Haze Winkelman en Betty Jo Wevers. In een verklaring zegt FvD over deze twee leden dat ze: ‘op oneigenlijke wijze en door gebruikmaking van dreigementen en kwaadsprekerij, geprobeerd hebben de gecontroleerde uitbouw van de partij actief tegen te werken en het partijbestuur over te nemen.’ Wat FvD daar mee bedoelt is onduidelijk en evenmin wat eigenlijk de kern van het geschil is en de werkelijke reden om deze leden te royeren. De Haze Winkelman neemt extreme standpunten in over de Holocaust en Rusland en dat kan door de leiding van FvD als een publicitair risico gezien worden. Vanwege de stapeling van incidenten. Allerlei FvD’ers halen landelijk en in Amsterdam met extreme standpunten over ras de publiciteit. Dat staat de normalisering van de FvD in de weg en bedreigt de verzilvering van de gunstige peilingen.

Uit een reactie van oud kandidaat-kamerlid Kees Eldering voor TPO onder de titel ‘De problemen bij Forum voor Democratie zijn het topje van de ijsberg’ wordt penningmeester Henk Otten afgeschilderd als een idioot: ‘Daarnaast maak ik me ernstig zorgen over de wanen die Henk heeft over “afgeluisterd” en “achtervolgd” worden.’ Hieruit blijkt hoe erg de onderlinge verhoudingen binnen FvD zijn verziekt. Het lijkt een partij met generaals en zonder soldaten waar het absurdisme nu door het vernis breekt. Ook De Haze Winkelman richt zich in een reeks tweets op de macht van het bestuur met Baudet (voorzitter), Otten (penningmeester) en Rob Rooken (secretaris) dat als een soort politbureau de macht achter de schermen in handen zou hebben:

Foto:  Tweets van Robert de Haze Winkelman, 5 februari 2018.

Johan van den Hout uit kritiek op centralisme SP en op Marijnissen

De Brabantse gedeputeerde Johan van den Hout (SP) heeft kritiek op voorzitter en oud-partijleider Jan Marijnissen. Hij zei gisteren in NRC dat de 62-jarige Marijnissen op moet stappen als partijvoorzitter. Een functie die Marijnissen sinds 1988 inneemt. Van den Hout hekelt de autoritaire stijl van de voorzitter: ‘Die man is zo autoritair, het is bij de wilde beesten af.’ Opvallend is ook de kritiek van Van den Hout op de SP-fractie in de Tweede Kamer: ‘Ze informeerden echt niet hoe we het deden in Brabant.’ Dit alles is in strijd met het beeld van een basispartij die de wijken ingaat en de vinger aan de pols van de maatschappij houdt.

De kritiek op het gebrek aan interne democratie die doorgaans wordt verwoord als ‘stalinistisch’ staat niet op zichzelf en klinkt binnen de SP regelmatig. Op dat bureaucratisch centralisme klinkt vanaf de linkerkant kritiek van onder meer het Socialistisch Alternatief. In 2007 omschreef Bas de Ruiter dat als volgt: Dat ‘een selecte partijtop beslissingen neemt voor een hele partij zonder bovenstaande vormen van directe zeggenschap te laten plaatsvinden en de vrije organisatie van fracties binnen een partij toe te staan.’ En: ‘Dat er allerlei formele regelingen zijn opgesteld voor de interne partijdemocratie maakt een partij nog niet democratisch.’ Feit dat Jan Marijnissen al 27 jaar voorzitter is geeft te denken over de partijdemocratie van de SP. Het besef ervan kan in de afweging een reden zijn voor kiezers om dan maar niet op de partij te stemmen.

We zijn allemaal niet-buitenlanders, PVV en PvdA

hbm_gormez_51_u

Na 9/11 kopte Le Monde in een hoofdredactioneel van Jean-Marie Colombani ‘We zijn allemaal Amerikanen’ (Nous sommes tous Américains). Hij besloot met ‘Waanzin, zelfs onder het mom van wanhoop, is nooit een kracht die de wereld kan hervormen (régénérer). Dat is de reden waarom we vandaag Amerikanen zijn’.

De PvdA startte voor de gemeenteraadsverkiezingen de T-shirtactie ‘Ik ben ook Marokkaan‘. T-shirts met genoemde tekst waren voor 15 euro te koop inclusief verzendkosten. Elk volgend shirt kostte 7 euro. Bedoeld om ‘met name niet-Marokkaanse Nederlanders op ludieke wijze hun steun aan de Marokkaanse gemeenschap [te] laten blijken‘, aldus PvdA Utrecht. Initiatiefnemers waren PvdA-raadslid Bouchra Dibi en de leden Ahlam El Yaakoubi en Lucinda van Ewijk. Als reactie op de vraag van Geert Wilders om minder Marokkanen te regelen.

Een prima actie die in de uitvoering echter niet te begrijpen was. Waarom noemde de PvdA het een ludieke actie? Het middel is wellicht speels, maar het doel is dat niet. Waarom mag iets serieus niet serieus genoemd worden? Waarom altijd de ironie als het serieus dreigt te worden? Nog minder valt het te begrijpen waarom er niet werd gekozen voor de tekst ‘We zijn allemaal Nederlands-Marokkanen‘? De gevoelswaarde van ‘Ik ben ook Marokkaan‘ volgt exact het frame van Wilders die praat over ‘de Marokkanen‘. Hoe denkt de PvdA een vooroordeel te kunnen doorbreken door het te bevestigen? Zo komen we nooit af van de praatjes over ‘buitenlanders’. Met de politieke marketing van PVV of PvdA waarbij Turken of Marokkanen verworden tot halffabrikaat voor partijpolitieke electorale aspiraties en positionering van de voormannen Wilders of Asscher.

Foto: ‘Conservatieve Turken protesteren op het Museumplein tegen het beleid van de Amsterdamse wethouder van Onderwijs, dat in hun ogen tegen de waarden van de Turkse en islamitische cultuur indruiste.’ Circa 1973. Historisch Beeldarchief Migranten.