Halsema gaat voorbij aan scheiding van kerk en staat en probeert religieuze organisaties voor haar beleid te ronselen. Kritiek op haar slaat ook de plank mis

Schermafbeelding van deel artikelMoskeebestuurders woedend op Halsema om verzoek steunverklaring lhbtq-gemeenschap‘ van Bas Soetenhorst in Het Parool, 16 oktober 2022.

De reactie van delen van de islamitische gemeenschap van Amsterdam op de oproep van burgemeester Halsema om een steunverklaring te tekenen voor de LHBTQ-gemeenschap is verkeerd en een gemiste kans om het debat op een abstract niveau te voeren. Die reactie gaat uit van miskenning omdat moslims achtergesteld zouden worden bij christelijke en joodse organisaties waaraan de oproep nog niet was gedaan. De islamitische organisaties hebben gelijk om de oproep af te wijzen, maar brengen de verkeerde argumenten naar voren.

De islamitische organisaties gaan voorbij aan de hoofdzaak, namelijk dat de overheid zich op geen enkele manier heeft te bemoeien met religieuze organisaties en deze op geen enkele manier onder druk mag zetten. Dat doet burgemeester Halsema wel. Ik omschreef dat op 16 oktober 2022 in onderstaande tweet:

Tweet van George Knight, 16 oktober 2022.

Het is een dunne lijn tussen de compenserende neutraliteit waarbij de overheden actief zijn in het ‘samenwerken’ met religieuze organisaties en deze oproep van Halsema. Overheden moeten zich vanwege de scheiding van kerk en staat niet bemoeien met de inhoud van religies en zich neutraal opstellen. En religieuze organisaties niet voor het eigen karretje proberen te spannen zoals Halsema deed. Het leidt tot niets en is dom beleid.

Daarnaast is het merkwaardig dat in land waar een meerderheid van de bevolking zegt zich niet te laten inspireren door godsdienst de Amsterdamse overheid exclusief steun zoekt bij religieuze organisaties voor de oproep voor de LHBTQ-gemeenschap. Dat is eenzijdig. Worden religieuze organisaties door Halsema minder of meer serieus genomen en als meer of minder volwassen opgevat? Dit soort vragen laat zien tot wat voor ongewenste dynamiek de actie van Halsema leidt.

Mijn tweet was een reactie op een tweet van MG Valenta van 15 oktober 2022 die terecht opmerkte dat de overheid zich niet heeft te bemoeien met de overtuigingen van een religieuze gemeenschap.

Tweet van MG Valenta, 15 oktober 2022.

Open brief van ‘Vele Amsterdammers uit de creatieve sector’ neemt Halsema in bescherming en gaat voorbij aan de feiten

Open brieven bestaan. Ze horen erbij als regendruppels in een stortbui of vallende bladeren in de herfst. Het zijn er te veel om te onderscheiden. Soms valt een open brief op door onnozelheid. Dan wordt het interessant. Zo’n brief komt van wat geframed wordt als ‘Amsterdammers uit de creatieve sector’. Het Parool plaatste de brief op 3 juni 2020 als opiniestuk. Ze nemen het op voor burgemeester Femke Halsema die onder verdenking staat slecht leiding te hebben gegeven op de voorbereiding van een anti-racisme demonstratie op de Dam.

De details ervan zijn nog niet in kaart gebracht, zodat een definitief oordeel opgeschort moet worden tot een debat erover in de Amsterdamse gemeenteraad. Halsema geeft weliswaar toe inschattingsfouten te hebben gemaakt, maar houdt tegelijkertijd vol dat er geen sprake is van operationele fouten. Maar dat kan niet allebei waar zijn. Halsema en korpschef Frank Paauw hebben een eigen verantwoordelijkheid. Er zijn fouten in de inschatting gemaakt. Door wie is nog niet helder. Maar het lijkt ook mis te zijn gegaan in de uitleg achteraf door Halsema. Ze beweert dat zij 1,5 dag dicht op de sociale media zat om te zien hoe de verwachtingen over de opkomst en de sfeer van het protest zich ontwikkelden. Die weergave van de feiten door Halsema lijkt echter in strijd met hoe het werkelijk is gegaan in die 1,5 dag. Politieagenten hebben gisteren naar buiten gebracht dat hun leiding niets met hun waarschuwing over de verwachte drukte deed. Het beeld dat blijft hangen is een slecht georganiseerd gemeenteapparaat waar onvoldoende of slecht leiding aan wordt gegeven.

De briefschrijvers gebruiken het doel van de demonstratie als rechtvaardiging voor de misslagen die door Halsema en gemeentelijke diensten zijn gemaakt in de voorbereiding op de demonstratie en de effectuering ter plekke van de corona-maatregelen. Het is een niet valide manier van argumenteren om twee losstaande feiten zo met en door elkaar te verbinden en een doelstelling met de uitvoering te verwarren. Want in de bestrijding van een pandemie met een zwaar belaste gezondheidszorg heiligt niet elk doel de middelen.

Het lijkt er in de kwestie van de demonstratie op de Dam op dat Halsema steken heeft laten vallen en dat de kritiek op haar eveneens faalt. De kwestie moet echter niet gepolitiseerd, maar gedepolitiseerd worden. Van welke politieke partij Halsema is en waar de demonstratie over ging zijn van ondergeschikt belang. Vraag is evenmin of Halsema geliefd of gehaat is. Dat is een te simpele tweeledigheid en een geval van individueel perspectief. De essentiële vraag die beantwoord dient te worden is of zij en de overheidsdiensten volgens de eigen normen en procedures hebben gehandeld in de aanloop naar en de begeleiding van de demonstratie en of burgemeester Halsema voldoende leiding heeft gegeven zoals van een burgemeester verwacht kan worden.

Zonder de feiten te kennen springen de briefschrijvers in de bres voor Halsema. Ze mogen spreken, maar spreken voor hun beurt. Vraag is of ze zich afgevraagd hebben of ze ermee de kunstsector dienen en namens wie ze spreken. Wie zo opvallend de publiciteit zoekt weet dat een groep als mening van een groter geheel geframed kan worden. Zo ontstaat het levensgrote risico dat het beeld bevestigd wordt dat de Amsterdamse kunstsector onnozel is. Ze buigen een motie van vertrouwen om in een motie van wantrouwen tegen de kunst.

Foto: Schermafbeelding van deel open briefCreatieve sector: ‘Beste mevrouw Halsema, dit is onze motie van vertrouwen’’ in Het Parool, 3 juni 2020.

Femke Halsema ligt onder vuur voor toelaten drukke anti-racisme demonstratie op Dam. De felle reacties op haar zijn opvallend

Wie wat zegt is goed voorspelbaar in de kwestie-Halsema. Duizenden demonstranten kwamen bijeen zonder de maatregelen in verband met het coronavirus afdoende te respecteren. De politie greep niet in.

Halsema’s tegenstanders vinden dat ze af moet meten treden vanwege de in hun ogen gebrekkige voorbereiding op en inschatting van de demonstratie op de Dam. Voorstanders relativeren het gebeurde en menen dat de toeloop niet kon worden ingeschat.

Het klopt dat burgemeester Halsema verantwoordelijk is. Een uitkomst kan zijn dat ze zonder direct schuld te hebben toch aftreedt vanwege die verantwoordelijkheid. Het Carington-beginsel. Dan moeten er wel kwalijke gevolgen, zoals een uitbraak van besmettingen uit volgen om dat genoeg zwaarte te geven.

Voor de inschatting van de inschatting is nader onderzoek nodig. Er is gefaald. Zoveel is duidelijk. Maar door wie precies is niet helder. Femke Halsema is als burgemeester verantwoordelijk, maar dat wil niet zeggen dat zij het was die het verkeerde besluit nam. Ook de politie, Halsema’s stafmedewerkers of anderen hebben het kunnen laten afweten.

Ik begrijp evenmin waarom de inschatting door stadsbestuur en politie blijkbaar niet kon voorzien wat er zou volgen. Halsema’s verklaring dat de laatste 1,5 dag ook sociale media werden gemonitord begrijp ik nog minder omdat juist daar enthousiasme en bereidheid om te komen was te herkennen.

Een mogelijkheid is dat burgemeester en politie zich te veel gebaseerd hebben op de informatie van de organisatoren. Maar dat zijn goedwillende amateurs en geen professionals op het gebied van orde en veiligheid (en volksgezondheid).

In de VS liepen talloze demonstraties nog veel dramatischer uit de hand dan in Amsterdam. De felle reacties van uiteenlopende partijen op Halsema is opvallend. Ze volgen eigenlijk niet direct uit dit incident.

Waarom is er geen breed debat over afschaffing van de monarchie?

Morgen 27 april is het Koningsdag. In de supermarkten is extra bier ingeslagen. De continuïteit en kwaliteit van de Nederlandse monarchie is een mythe. Zoals elke mythe komt het niet overeen met de realiteit. Eeuwenlang is het verhaal bijgeslepen en verdraaid om de natie te bouwen. Zo’n broodjeaapverhaal over Oranje kan desondanks werken. Soms hebben volkeren een leugentje om bestwil nodig om zich te verenigen.

Maar een mythe kan uitgewerkt raken. De positie van Oranje lijkt sterker dan die is. Principieel tegenargument is dat erfopvolging in tegenspraak met de volkssoevereiniteit is. Het is discriminatie dat een burger nooit staatshoofd kan worden. Traditioneel wordt het beeld uitgedragen dat Oranje al eeuwenlang op twee pijlers rust: het grauw en de pluimstrijkers die de kern van de macht trachten te bereiken. De calculerende burger neemt de monarchie op de koop toe en staat er vrij onverschillig tegenover. Op een kleine minderheid na.

Aan de andere kant voert een kleine minderheid campagne tegen de monarchie. Zo zegt blogger Kevin Levie in een opinie-artikel voor Het Parool dat Amsterdam Koningsdag moet afschaffen. Hij hoopt ermee een debat over de afschaffing van de monarchie te starten. Levie geeft als reden dat Amsterdam een progressieve stad is. En: ‘Die monarchie is niet alleen archaïsch en ondemocratisch, maar kost ons jaarlijks ook bakken met geld: 345 miljoen, becijferde het Republikeins Genootschap deze week. (…)  Treurig genoeg wordt juist in het vooruitstrevende Amsterdam jaarlijks ’s lands grootste en meest ontspoorde feestje ter ere van het koningshuis gevierd. Dit feestje wordt (…)  zelden of nooit politiek ter discussie gesteld. Het is hoog tijd om dat wél te doen: want als Amsterdam de eerste stad is die Zwarte Piet in de ban doet, waarom zouden we dan niet ook voorop kunnen lopen in het verwerpen van de achterhaalde monarchie?’ Als inwoner van het niet minder progressieve Utrecht hoop ik dat dit debat ook in de Domstad gevoerd wordt. Met als eerste inzet het afschaffen van Koningsdag zoals die nu gevierd wordt, als opzet naar de afschaffing van de monarchie.

Oranje is geen waakhond, maar een jachthond die zelf in de bossen op wild jaagt. Die de broekriem niet wilde aanhalen, terwijl iedereen gekort werd. De koning weerspiegelt onze tegenstrijdigheid en verdeeldheid. Hij is welvarend en denkt geloofwaardig namens minder daadkrachtigen en sociaal zwakkeren te spreken. Het gaat er niet om dat de koning geen geschikte vent is, maar dat monarchie Nederland steeds slechter past. Omdat er een taboe ligt op het debat erover kan een maatschappelijk debat erover niet plaatsvinden. Dat is jammer.

Constitutionele toetsing doet recht aan het vertrouwen in de integriteit van de Nederlandse rechtspraak, betoogde Femke Halsema in 2002 in haar Initiatiefwet over de toetsing aan de Grondwet. Wellicht is zij de nieuwe burgemeester van Amsterdam. Integriteit is de essentie, de staalconstructie die het gebouw stevigheid biedt. Of een koning, president, komiek of filmster op de troon mag zitten is ondergeschikt. Instituties doen ertoe. Als een natie uit nostalgie of traditie haar cohesie en identiteit denkt te kunnen versterken door Oranje dan moet dat mogelijk zijn. Het helpt niet als een debat erover door de politiek en de gevestigde media wordt geblokkeerd zodat we niet weten wat de Nederlanders werkelijk denken over de afschaffing van de monarchie.

Foto: ‘Picking oranges’, 1902. Collectie: Library of Congress.

Atheïstische politiek van het Atheïstisch Verbond geeft strijdbare christenen munitie. En begrijpt niets van het secularisme

Via de petitieFemke Halsema als burgemeester’ van petitionaris Geert Hoogeveen kwam ik op de website van het Atheïstisch Verbond terecht. Overigens een prima petitie die ik graag steun. Daar publiceerde Hoogeveen een artikel. Hij presenteert zich in de petitie als voormalig GroenLinkser ‘nu aktief op gebied van atheïstische politiek’. Hij lijkt overgestapt te zijn naar de Partij van de Rede waarvan hij secretaris/penningmeester is. Ik had nog nooit van ‘atheïstische politiek’ gehoord en had geen idee wat ik me er bij voor kon stellen.

Het probleem zit in de term ‘atheïsme‘ omdat het twee tegengestelde bewegingen inhoudt. De term is ongelukkig, maar wordt wel door bijna alle Nederlanders herkend. Er bestaat dus een praktisch probleem om een betere term te introduceren. Het voorvoegsel ‘a’ neemt afstand van het ‘theïsme’ waardoor een betekenis ontstaat die inhoudt dat er geen Goden bestaan. Maar tegelijk klinkt de term zich vast aan God (theos) en laat zich in een idioom en wereldbeeld trekken waarvan het afstand wil nemen. Dat is onbruikbaar en onhandig.

De doelstellingen van het Atheïstisch Verbond borduren voort op die term ‘atheïsme’. Het gaat de fout in als het zich zegt ten doel te stellen om ‘het atheïstisch en seculier stemgeluid’ een plaats in de samenleving te geven. De gelijkstelling van atheïsme met secularisme geeft aan dat de opstellers ervan niet begrijpen wat secularisme inhoudt. Of daar een verkeerde opvatting van hebben. Omdat andere doelstellingen eruit volgen is dat essentieel. Ze suggereren dat binnen het secularisme het atheïsme een principieel andere plek inneemt dan godsdienst. Dat is niet zo. Onder de paraplu van het secularisme –een politieke filosofie die verzekert dat iemand nooit onderworpen zal worden aan religie- zijn alle religies en levensovertuigingen gelijkwaardig. Atheïsme of humanisme hebben geen streepje voor en het secularisme is niet vijandig jegens religie of een specifieke godsdienst, maar biedt elke godsdienst of levensovertuiging een gelijkwaardige plek.

Zolang dit slordig en lui denken binnen de ‘atheïstische politiek’ bestaat geeft het munitie aan religieuze organisaties om het secularisme verdacht te maken en te verwerpen. Het lijkt er sterk op dat in het Westen vooral strijdbare christenen het opgeven van hun voorkeurspositie niet kunnen accepteren ten koste van minderheden als homosexuelen of moslims die een gelijke plek onder de zon opeisen. Ze beweren dat de marginalisatie van het christendom een gevolg is van zogenaamd ‘agressief secularisme’. Afnemend belang van christelijke politieke macht lijkt echter eerder het gevolg van demografische en maatschappelijke ontwikkelingen als ontkerkelijking en individualisering. Secularisme beschermt ook de christelijke minderheid.

In feite verwerpen deze christenen niet de politieke filosofie van het secularisme, maar het opgeven van hun voorkeurspositie. Omdat ze dat laatste niet kunnen toegeven richten ze hun pijlen op het secularisme. Zo ontstaat de merkwaardige tangbeweging dat zowel christenen als een vereniging als het Atheïstisch Verbond vanuit hun strijdbaarheid een verkeerd beeld van het secularisme geven. Ik moet niks hebben van dit soort atheïstische politiek. En zeker niet alleen omdat ik de term ‘atheïsme’ ondeugdelijk en tegenstrijdig vind.

Foto: Schermafbeelding van ‘Doelstellingen van het Atheïstisch Verbond’.

Jesse Klaver en GL krijgen het verwijt inhoudsloos te zijn. Ook van Lubach

Het politieke seizoen is geopend en de aanval op de oppervlakkigheid van GL-leider Jesse Klaver is ingezet. Niet alleen door de rechtse, natuurlijke vijanden, maar ook door de natuurlijke bontgenoten uit links-liberale hoek. Zoals de VPRO of de NRC. Aanleiding is de ‘documentaire’ ‘Jesse’ van Joey Boink die volgens critici elke inhoud en verdieping mist. Met terugwerkende kracht slaat de gehekelde persoonsverheerlijking van Klaver in ‘Jesse’ terug op de campagne van GL. En het weglopen tijdens de formatie van de onderhandelingstafel door Klaver over een Afrika-deal voor migranten. Het lijkt nu waarschijnlijk dat dat uit onmacht en door een gebrek aan inhoud gebeurde. GL wordt zo in de beeldvorming de partij van marketing und gar nichts. GL bevestigt dat beeld door sinds de verkiezingen van 15 maart niet met beleid in het nieuws te komen. Wat denkende doeners als Mariko Peters of Femke Halsema ooit deden. Wetenschappelijk bureau De Helling lijkt geïsoleerd.

De marketing van GL waarachter niet inhoudelijks te ontdekken is zou niet rampzalig zijn als de twee andere linkse partijen PvdA en SP in vorm waren. Maar dat zijn ze niet. De PvdA worstelt na de verkiezingsnederlaag nog steeds met de eigen leegte en in de SP verstikt centralisme het functioneren. Ideeën die met overtuiging en continuïteit worden gepresenteerd zijn op dit moment bij PvdA, SP en GL niet te vinden. Bas Heijne zegt het in zijn NRC-column aldus: ‘Waar houden Klaver en Boink ons voor, zien ze ons als zo dom en oppervlakkig?’ Die vraag kan ook aan de PvdA en SP gesteld worden. Waar houden deze partijen ons voor? Links liep weg van de onderhandelingstafel (GL) of weigerde er zelfs aan plaats te nemen (PvdA, SP).  Zodat de rechtse VVD en CDA het initiatief konden nemen, wat zo traag gebeurt dat ook daar weinig zelfvertrouwen lijkt te bestaan.

Met stellingen van De Hond op weg naar de politiestaat. Weg met onze cultuur en de rechtsstaat

peil

Maurice de Hond peilt de stemming van Nederland in reactie op de recente aanslagen in Brussel. Het zegt in een toelichting bij de peiling van 27 maart 2016: ‘Bij de keuze tussen maatregelen nemen om terrorisme te bestrijden en daarbij veel vrijheden inleveren of onze huidige verworvenheden handhaven met mogelijke consequentie dat we meer risico lopen op terroristische aanslagen, zijn de Nederlanders behoorlijk verdeeld.

Femke Halsema constateert in een tweet dat een meerderheid van de Nederlanders af wil van onze cultuur en rechtsstatelijke tradities. Hoe dat zover is gekomen na de bevrijding van de jaren ’60 is de vraag. Zijn het de (sociale) media die een angstcultuur hebben helpen creëren en mensen bang maken? Of is het een generatie politici die bij gebrek aan een solide aanpak Nederland schijnzekerheid biedt? En de burgers onvoldoende uitlegt wat de achtergrond van onze cultuur en tradities is? Of is het een verwend en in zichzelf gekeerd Nederland dat in luxe leeft en weinig ontberingen kent? Of is het gewoon de aloude angst voor de ander?

Deze peiling is ontluisterend voor Nederland. Om je rot te schamen. Tolerantie, begrip en koelbloedigheid zijn ver te zoeken. Verschil tussen gedrag en een mening wordt door een meerderheid niet gemaakt. Met name het antwoord op de stelling over ‘heropvoedingskampen voor leerlingen die juichen als ze horen van terroristische aanslagen’ geeft te denken. De stellingen zelf staan trouwens evenmin boven verdenking. Want 100% veiligheidscontroles ‘op alle plekken waar veel mensen samenkomen‘ zijn zelfs in een politiestaat praktisch onmogelijk. Dus wat heeft het voor zin om zo’n stelling voor te leggen? Vraag is of deze stellingen de vinger aan de pols van Nederland houden of dat ze de opzet hebben om Nederland rijp te helpen maken voor politieke meningen die tot nu toe taboe waren. De peiling is een teken aan de wand van de politiestaat.

Foto: Schermafbeelding van deel van een opiniepeilingNa de aanslagen in Brussel, maart 2016’ van Peil.nl.

Femke Halsema antwoordde Federica Mogherini over religie en politiek

%22Freedom_go_to_hell%22

Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, PvdA) beantwoordde op 18 augustus mede namens minister Koenders kamervragen van de PVV over het bericht ‘EU: Wij willen meer politieke islam in Europa. Hiermee verwezen De Graaf, Beertema en Wilders naar de toespraak ‘Call to Europe V: Islam in Europe’ van de Italiaanse EU-commissaris voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid Federica Mogherini op 25 juni 2015.

Mogherini’s toespraak heeft aandacht getrokken door de uitspraak dat de politieke islam deel van Europa uitmaakt: ‘For this reason I am not afraid to say that political islam should be part of the picture. Religion plays a role in politics -not always for good, not always for bad. Religion can be part of the process.’ Kritiek op Mogherini betrof niet de algemeen aanvaarde opvatting dat religie of de islam deel is van de politiek, maar dat de politieke islam dat doet. De politieke islam of het islamisme is immers een radicale opvatting van de islam die haaks staat op de democratie, de rechtsstaat, de diversiteit en de open samenleving waarvoor de EU en Mogherini pleiten te staan. Hoe is het mogelijk dat een EU-commissaris zo’n ideologie omarmt?

De vragen van Geert Wilders en z’n partijgenoten zochten niet de nuancering en de scherpte die het Lodewijk Asscher moeilijk kon maken. Vragen die het hem wel moeilijk hadden kunnen maken en het pleidooi van Federica Mogherini voor de politieke islam onderuit had kunnen halen zijn te vinden in de Ab Harrewijn lezing over religie en politiek van voormalig GroenLinks-leider Femke Halsema uit 2008.

Halsema bewandelt in de rol die ze religie toemeet een middenweg. Die religie volop de ruimte geeft, maar de ‘ethische superioriteit’ ervan afwijst omdat het een debat blokkeert: ‘Ethische superioriteit, het geloof van het weten, draagt ook de kiem van geloofs- of gewetensdwang in zich. Omdat eenvoudig niet voorstelbaar is of invoelbaar is dat mensen tot andere ethische afwegingen zouden kunnen komen, nemen ethische keuzes ook de vorm aan van een gebod of een verbod.’ Het geloof van het weten karakteriseert de politieke islam die niet een open debat met anderen zoekt, maar uitroept: ‘Islam is de oplossing!‘. Halsema gaf ooit het perfecte antwoord aan Mogherini die niet eens beseft voor welke waarden Europa staat dat ze mag vertegenwoordigen.

Foto: ‘An Islamist protestor in London protesting over anti-Muslim cartoons, 6 February 2006’.

Een schijnoplossing van GroenLinks: grenzen aan politieke kunst

VVD2

‘Politieke kunst wil de wereld niet alleen verbeelden; zij wil de wereld veranderen. Politieke kunst is daarom de natuurlijke bondgenoot van progressieve politiek. Politieke kunst wil nuttig zijn.’ aldus Erica Meijer in een redactioneel bij een themanummer van De Helling over politieke kunst. Hier te bestellen voor  € 9,50. Zij is hoofdredacteur van dit door GroenLinks uitgegeven tijdschrift. Voor Joop licht zij in een opinieartikel aan de hand van enkele voorbeelden (Zentrum für Politische Schönheit in Berlijn, Jonas Staal) toe wat ze bedoelt.

Beide stukken zijn in lijn met de politieke opstelling van Groen Links zoals in 2011 geformuleerd door toenmalig kamerlid Mariko Peters in reactie op de bezuinigingen op de cultuursubsidies door toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD): ‘Dit voelt als een valse dolk in de rug van de cultuursector. Straks vullen alleen nog buitenlandse kunstenaars de Nederlandse podia en musea. Het kabinet houdt topinstellingen uit de wind, maar wat kunnen die zonder broedplaatsen?’ Afgelopen week publiceerde Rektoverso de resultaten van een online enquête onder 311 Vlaamse en Nederlandse kunstenaars waaruit onder meer blijkt dat 64% niet kan leven van het kunstenaarschap. Meer dan 50% heeft een jaarinkomen dat onder de 10.000 euro ligt.

Het is lovenswaardig dat GroenLinks een lans voor kunst breekt. Net als de SP dat bij monde van Jasper van Dijk vaak doet. Maar deze partijen hebben de cultuurbezuinigingen van de Rijksoverheid niet alleen niet kunnen voorkomen, maar hebben er sinds 2011 evenmin een halszaak van proberen te maken zich in een positie te manoeuvreren waarin ze teruggedraaid konden worden. Peters’ en Meijers woorden zijn eerder op te vatten als praten voor de bühne en het binden van de eigen achterban, dan als politiek speerpunt. Hoewel ze zeker programmatisch aansluiten bij de wereldvisie van GroenLinks en meer zijn dan politieke marketing.

Kunst kan per definitie geen natuurlijke bondgenoot van politiek zijn. Laat staan van progressieve politiek. Waarbij dat laatste in de opvatting van oud partijleider van GroenLinks Femke Halsema ‘internationalistisch, toekomstgericht, veranderingsgezind, anti-bureaucratisch en democratisch’ is. Kunst kan deels, toevallig en tijdelijk gelijk opgaan met een bepaalde politieke stroming, maar daar op straffe van verlies van eigenheid en bewegingsvrijheid nooit een natuurlijke bondgenoot van zijn. Kunstenaars die een alliantie sluiten met de politiek worden ingesloten en houden op kunstenaars te zijn die kunst maken die per definitie ongebonden is.

De woorden van Erica Meijer hebben hun waarde omdat ze kunst proberen te bevrijden uit de gevangenis van het rendementsdenken en de marktwerking, en het idee van topkunst als life style voor een maatschappelijke elite. Maar een nieuwe gevangenis die kunstenaars tot instrument maakt van de zogenaamde progressieve politiek is een slecht idee. Politieke partijen moeten werken aan het verbeteren van de voorwaarden waaronder kunstenaars kunnen functioneren. Daar houdt hun verantwoordelijkheid en aanspraak op de kunsten op.

Foto: Nelle Boer, VVD: dictators in eigen regio opvangen. Cartoon, 2014.

GroenLinks komt met petitie tegen JSF. Hoe principieel is het?

gl

GroenLinks is vanochtend een actie tegen de JSF begonnen. Men kan hier een petitie tegen de aanschaf ervan tekenen. Volgens Het Parool vindt fractieleider Bram van Ojik het ‘veel verstandiger en goedkoper om de eventuele opvolger van de F-16 van de plank te kopen‘. GroenLinks wil met de petitie laten zien dat er geen maatschappelijk draagvlak voor de aanschaf van de JSF is. Maar voor welk toestel is GroenLinks dan wel?

Onduidelijk is hoe principieel GroenLinks zich met deze petitie opstelt. De partij suggereert door de reactie van Van Ojik dat het vooral tegen de deelname van de Nederlandse industrie aan het JSF-project is. Dat zou binnenlopen door compensatie-orders. Deze industrie zet continu druk om de JSF aan te schaffen. Dit gebeurt vooral op VVD en CDA door politici van VVD en CDA die het voor veel geld op de loonlijst heeft gezet. Gevolg is dat aspecten van partijpolitiek, werkgelegenheid en industriepolitiek een militaire keuze vertroebelen.

De opstelling van GroenLinks roept de vraag op of de bezwaren politiek, ethisch, budgettair, economisch of militair van aard zijn. Dat wordt niet duidelijk uit de petitie en het commentaar vanuit de partij. Tot 1989 was er de pacifistische PSP, die met CPN, EVP en PPR opging in fusiepartij GroenLinks. Als de PSP nog had bestaan en vandaag een petitie had opgesteld dan was die zonder twijfel uit principiële redenen tegen de aanschaf van de JSF geweest. Zo’n petitie had ik vanwege de duidelijkheid en het idealisme wel kunnen ondertekenen.

Foto: Petitie van GroenLinks tegen JSF. 6 september 2013.