Museum Oud Amelisweerd laat zich failliet verklaren. Durft Utrecht raadsenquête aan? Het fiasco was voorspeld en onafwendbaar

Op 16 augustus 2018 is Stichting Museum Oud-Amelisweerd te Bunnik (Utrecht) door de rechtbank in Midden-Nederland failliet verklaard, zoals blijkt uit het faillissementsdossier. De stichting werd op 12 december 2011 opgericht. In bovenstaande Raadsbrief Ontwikkelingen Museum Oud Amelisweerd wordt namens cultuurwethouder Anke Klein de raad geïnformeerd.

Nu kan eindelijk gebeuren wat in 2010-2012 moest gebeuren maar toen niet gebeurd is. Namelijk het op een open manier met een open inschrijving en open pitch – zonder inmenging van een cultuurwethouder die te dicht op het dossier zit – zoeken van een geschikte en financieel krachtige exploitant voor landhuis Oud Amelisweerd. Het is verstandig om daar landelijke museummensen bij te betrekken die in 2010 op afstand stonden omdat een lobby vanuit Amersfoort het initiatief nam. Terug naar de essentie is daarbij de kern. Dat is het antieke Chinese behang en het ensemble van landhuis en tuinen. Het werk van Armando werd er om politiek-bestuurlijke redenen aan de haren bijgesleept en is er onlangs ook weer uitgesleept. Armando paste niet in dat bos in Bunnik omdat de aard van de plek niet bij hem paste. Dat verklaart een deel van de mislukking waarvoor overigens in 2011 van vele kanten voor gewaarschuwd werd. Maar de Stichtse politiek wilde het niet horen en miste overzicht, bezinning en kennis.

De reden die de Raadsbrief geeft voor het faillissement is ‘tegenvallende bezoekersinkomsten in combinatie met de reeds wankele financiële positie’. Dat klopt, maar maakt niet duidelijk wat er exact aan de hand was. Zo vielen de bezoekersinkomsten tegen omdat de tentoonstellingen van zeer wisselend niveau waren en soms onvoldoende kwaliteit boden, het museum onvoldoende financiële armslag en personeel had voor goede marketing en publiciteit en het kwetsbare rijksmonument Oud Amelisweerd hoe dan ook beperkingen kent die samenhangen met klimatisering en behoud die het bezoekersaantal drukken. De ‘reeds wankele financiële positie’ bestond vanaf de opening en het museum heeft zich daar nooit aan kunnen ontworstelen. Geen enkel jaar werden afgesloten met een positief saldo, de grootste ‘inkomsten’ waren de ‘bruidsschat’ (afkoopsom) van 1 miljoen euro van Amersfoort en een lening van de provincie Utrecht van 160.000 euro.

Gewenst is een raadsenquête in de Utrechtse raad om tot op de bodem uit te zoeken hoe het sinds 2010 zo mis heeft kunnen lopen, hoe de besluitvorming exact is gegaan en wat de rol van de Utrechtse bestuurders daarbij was en waarom een kansloos project met een kansloze exploitant waarvoor deskundigen uit de museumsector waarschuwden dat het een fiasco zou worden toch nog zes jaar door de gemeente Utrecht in de lucht is gehouden. Tot en met een subsidie aan het MOA waarmee een vorige cultuurwethouder in december 2017 in strijd met de eigen afspraken handelde. Heeft de Utrechtse raad de ambitie, durf, kennis, onafhankelijkheid, het zelfbewustzijn en politieke wil om dat te onderzoeken?

Foto: Schermafbeelding van ‘Raadsbrief Ontwikkelingen Museum Oud Amelisweerd’, 16 augustus 2018.

College Utrecht geeft in strijd met afspraken met raad subsidie in de exploitatie van MOA. Laat de raad dat zomaar gebeuren?

gu

De gemeente Utrecht geeft het ‘noodlijdende’ Museum Oud Amelisweerd op verzoek van dit museum een bijdrage in de exploitatie van 32.500 euro. Dit blijkt uit een brief van wethouder Kees Diepeveen aan de raad. De provincie Utrecht geeft hetzelfde bedrag en de gemeente Bunnik zou overwegen 10.000 euro bij te dragen.

Omdat het MOA al sinds 2014 jaarlijks een tekort op de exploitatie heeft van meer dan 200.000 euro is het al enkele jaren duidelijk dat het MOA de exploitatie niet rond krijgt. Wat de 75.000 euro die nu van de gemeente en provincie Utrecht en Bunnik gevraagd wordt daar structureel aan verandert is de vraag. Het ‘zorgvuldig onderzoek’ naar de toekomst van het landhuis had de wethouder al eerder kunnen laten uitvoeren.

De Utrechtse wethouder licht in zijn brief niet toe waarom hij in strijd handelt met de afspraak die het college door de raad is opgelegd om geen subsidie of bijdrage aan de exploitatie van het MOA te verlenen. Diepeveen is hier aan gehouden. Dit is sinds juni 2012 staand beleid van de gemeente Utrecht die in raadsvragen van november 2015 werden gememoreerd. Het staat er duidelijk: ‘Wij houden vast aan het bestuurlijke standpunt dat bij de informatie aan de gemeenteraad in 2011 en vervolgens bij de kredietaanvraag Museum Oud Amelisweerd (juni 2012) is geformuleerd: de gemeente Utrecht is niet verantwoordelijk voor de exploitatie.’

moa2

Het is opmerkelijk dat Diepeveen de afspraken die het college zijn opgelegd niet volgt en er in strijd mee handelt. Het lijkt er sterk op dat deze wethouder zich onder druk laat zetten en weigert de uiterste consequentie te trekken uit het beleid van de gemeente Utrecht. Want in genoemde raadsvragen wordt gezegd dat als het MOA ‘qua financiele exploitatie niet haalbaar is zal de gemeente een nieuwe bestemming kiezen’.

Het Utrechtse college oogst vandaag met deze raadsbrief van Diepeveen wat het eind 2010 heeft geoogst. Een project dat nooit op de juiste fundamenten is gebouwd. De besluitvorming onttrok zich grotendeels aan de gemeenteraden van Utrecht en Amersfoort en was verre van transparant. Een reeks bestuurlijk dieptepunten.

Als de Utrechtse raad lef heeft om zichzelf en de collegepartijen tegen het licht te houden dan komt het met een initiatief voor een raadsenquête dat de opdracht heeft om de voorgeschiedenis en besluitvorming over het MOA vanaf 2010 in kaart te brengen. Kunstensector en kunstliefhebbers hebben het recht om te weten dat de cultuurgelden in Utrecht goed worden besteed. En niet dat een museum zonder een aantoonbaar financiële basis en met een inhoudelijk uitgangspunt waarvan de Raad voor Cultuur in een advies van mei 2016 zegt: ‘De raad is echter niet overtuigd van de museale samenhang met de Armando Collectie die het museum beoogt’ kunstmatig in de lucht wordt gehouden. Het is de vraag of Diepeveen beseft welk belang hij dient.

Foto 1: Schermafbeelding van raadsbrief ‘Incidentele bijdrage MOA voor 2017’ van wethouder Kees Diepeveen (GroenLinks) aan gemeenteraad Utrecht, 22 december 2016.

Foto 2: Raadsvragen en antwoorden van Aline Knip en André van Schie, 13 november 2015. Gemeente Utrecht.

College Utrecht wil MOA subsidie geven. Ondanks toezegging raad dat niet te doen en in de Voorjaarsnota met scenario’s te komen

In december 2010 verscheen hier het eerste stuk over Museum Oud Amelisweerd (MOA). Toen nog ‘Armando Museum’ genoemd. Dat zette vragen bij de integriteit van een ‘haalbaarheidsonderzoek’ dat veel overhoop gooide, maar de haalbaarheid niet echt toetste. Het was een schijnonderzoek. Het gebrek aan objectiviteit gaf het een ingeweven groen licht. Merkwaardig is dat zes jaar later het openbaar bestuur nog steeds van incident naar incident hobbelt, niet het idee geeft grip op dit dossier te hebben en de besluitvorming laat bepalen door externe partijen. Voor echte democraten is dat triest en onbegrijpelijk tegelijk. Zes jaar later wordt nog steeds niet voldoende de vraag gesteld wat de logica van het MOA is en welke toegevoegde waarde het biedt.

Afgelopen weekend bezocht ik de nu lopende tentoonstelling over Lodewijk Napoleon en schrok van het gebrek aan niveau. Van de kwaliteit en selectie van de bruiklenen, de kunsthistorische onderbouwing en de logica en relevantie van de tentoonstelling. Het was in mijn ogen een Nederlands museum onwaardig en de investeringen niet waard. Of liever gezegd, de investeringen in het vastgoed verdienen een betere exploitant die meer waar voor zijn geld biedt. Opvallend aan het dossier MOA is dat door het openbaar bestuur van de gemeenten Amersfoort en Utrecht de vraag naar de kwaliteit van de wetenschappelijke staf nooit is gesteld. Of afdoende beantwoord. Waar is de openbare procedure voor de directeur te vinden, wie waren de kandidaten, hoe verliep de procedure precies en welke eisen werden er aan de kandidaten gesteld? Het is niet terug te vinden, zoals veel over de besluitvorming van het MAO niet terug te vinden is. Want het is een dossier van de voldongen feiten die zich grotendeels aan de democratische controle onttrok. Met als gevolg dat het beoogde einddoel nooit centraal werd gesteld omdat het over procedures, uitruil van belangen en politieke deals ging.

En het gaat maar door, zoals een interview met de Utrechtse cultuurwethouder Kees Diepeveen (GroenLinks) in het AD verduidelijkt:

moa1

Waar de haast vandaan komt is een raadsel. Het college heeft een eigen dynamiek en hoeft zich niet te voegen in de dynamiek van externen. Diepeveen suggereert dat het college op dinsdag 20 december beslist om een subsidie van 75.000 euro aan het MOA te verlenen, maar dat is in strijd met afspraken zoals onder meer bleek uit antwoorden op raadsvragen van Aline Knip (D66) en André van Schie (VVD) uit november 2015. Het college heeft de Utrechtse gemeenteraad toegezegd om geen subsidie te verlenen in de exploitatie van het MOA.

moa2

Uit dit antwoord van het college blijkt dat als het MOA de exploitatie niet rond krijgt de gemeente Utrecht een nieuwe bestemming kiest. Dus een andere exploitant zoekt. Dat valt binnen de strekking van motie 188 van november 2016 (zie onder) waarin de Utrechtse raad het college vraagt om ‘een toekomstbestendige en realistische openstelling van het landhuis Oud Amelisweerd’. Dat beperkt zich dus niet tot financiële steun aan de ‘noodlijdende’ exploitant Stichting MOA. De motie vraagt het college een en ander in de Voorjaarsnota 2017 uit te werken. Wethouder Diepeveen heeft zich te houden aan eerdere toezeggingen aan de raad die hem verbieden om het MOA subsidie te verlenen en de opdracht om in de Voorjaarsnota verschillende scenario’s te overleggen. Hoe deze verplichtingen zich verhouden tot zijn suggestie om het MOA direct of indirect voor 1 januari 2017 een subsidie van 75.000 euro te verlenen is een nieuw raadsel in dit dossier. Het jaarlijkse exploitatietekort van het MOA bevindt zich overigens al sinds de opening in 2014 boven de 200.000 euro. Dus wat de 75.000 euro die nu van Utrecht gevraagd wordt daar structureel aan verandert is de vraag.

moa3

Foto 1: Schermafbeelding van deel interview met wethouder Kees Diepeveen in het AD, 18 december 2016.

Foto 2: Raadsvragen en antwoorden van Aline Knip en André van Schie, 13 november 2015. Gemeente Utrecht.

Foto 3: Schermafbeelding van motie 188, 10 november 2106. Gemeente Utrecht.

België: Sinterklaas en Zwarte Piet geen racistische stereotypering

zp

Zijn Belgen verstandiger over Zwarte Piet? Het lijkt er sterk op. Op het moment dat het Interfederaal Gelijkekansencentrum onder druk ligt vanwege politieke benoemingen die een opponent tot de diskwalificatie ‘verrottingsstrategie’ bracht, komt het met een uitspraak over Zwarte Piet: ‘Het antwoord is dat er in de figuur van Sinterklaas en (een al dan niet stereotype) Zwarte Piet geen sprake is van een strafbare vorm van racisme of een wettelijk verboden vorm van raciale discriminatie.’ Met een beperking: ‘Dat zou wel zo zijn wanneer een concrete uitbeelding van Sinterklaas en Zwarte Piet gepaard zou gaan met strafbare racistische uitspraken of handelingen’. Maar da’s bij de viering van het Sinterklaasfeest allang niet meer aan de orde. Zo, dat staat.

Sinterklaas van België is geen racist en de Belgische Zwarte Piet geen racistische stereotypering. Nu Nederland nog waar een strijdbare minderheid Zwarte Piet een racistische stereotypering vindt. Met een ‘Zwarte Piet-debat’ met extreme proporties tot gevolg. Zijn Belgen minder gestrest als het om Zwarte Piet gaat?

Foto: Schermafbeelding van oordeel ‘Zwarte Piet: het standpunt van het Centrum’ van het Belgische Interfederaal Gelijkekansencentrum.

GroenLinkser Leeuwin herkent Zwarte Piet in beeld Nelson Mandela

nelson-mandela-park-amsterdam_0

Ziet fractievoorzitter van GroenLinks in Amsterdam Zuidoost Iwan Leeuwin spoken? Leidt hij aan tunnelvisie? Het Parool meldt dat Leeuwin kwaad is weggelopen bij de presentatie van een uit papieren en bloemen bestaand beeld van Nelson Mandela ter gelegenheid van de opening van het Nelson Mandelapark. Volgens Leeuwin leek het door kinderen van de basisscholen De Achtsprong en de Rozemarn gemaakte beeld teveel op Zwarte Piet. De kinderen waren zelf ook aanwezig bij de opening, evenals burgemeester Van der Laan en ambassadeur Bruce Koloane van Zuid-Afrika. Uit de FB-pagina van Leewin blijkt dat Leeuwin zich de laatste tijd veelvuldig bezig houdt met het debat over Zwarte Piet. Trouwens, ooit een Zwarte Piet met grijs haar en een kostuum met de vlag van Zuid-Afrika gezien die het Amandla! gebaar maakt? Nou, Iwan Leeuwin wel.

1063209775-80766302

Foto 1: Beeld Nelson Mandela bij opening Nelson Mandelapark in Amsterdam, 24 oktober 2014. Credits: ANP.

Foto 2: Beeld Nelson Mandela bij opening Nelson Mandelapark in Amsterdam, 24 oktober 2014. Credits: Wouter Methorst.

Zwarte Piet: wat doen we ermee? Pleidooi voor onderzoek en debat

1_image06

Over de herkomst van Zwarte Piet wordt onzin verteld. Zoals Verene Shepherd van een VN-werkgroep gisteren deed. Nederland barstte los in verontwaardiging. Omdat Shepherd in Zwarte Piet een terugkeer naar slavernij ziet wil ze het Sinterklaasfeest verbieden. Maar wat zij zegt is niet meer dan een van de vele meningen. Ze is niet deskundig in de volkswetenschap en heeft naar het onderwerp geen onderzoek gedaan. Haar specialisme is slavernij en Afrika. Zodat het voor de hand ligt dat ze vanuit haar expertise alles aan de slavernij koppelt.

Het is haar tunnelvisie. Shepherd beschadigt de VN en critici die wel een onderbouwde mening hebben over alledaags racisme. Kortom, het rechtstreekse verband dat zij tussen Zwarte Piet en slavernij ziet is niet zeker. De feiten staan nauwelijks vast. De volkswetenschap moet maar eens hard aan het werk om duidelijkheid te geven hoe Zwarte Piet in de samenleving is terechtgekomen. Wikipedia geeft volgende zekerheden en opties:

Vaststaat dat de knecht die later de naam Zwarte Piet kreeg, pas in 1850 is geïntroduceerd. Voor die tijd had de folkloristische Sinterklaas in Nederland voor zover bekend geen helper. Desondanks circuleren er voor die helper van Sinterklaas diverse volkswetenschappelijke verklaringen:

  • hij zou oorspronkelijk een schoorsteenveger zijn, en van het roet zwart zijn geworden;
  • hij zou een Ethiopische zwarte slaaf Piter zijn die door de heilige Nicolaas op een slavenmarkt in Myra werd vrijgekocht;
  • hij zou oorspronkelijk een demon zijn geweest die door de heilige gedwongen werd goede daden te verrichten;
  • hij zou een voorchristelijke godheid zijn die zich moest onderwerpen aan de christelijke sint;
  • hij zou de bedwongen satan zijn, plaatsvervanger van de overwonnen Wodan, of diens helper Nörvi, de zwarte vader des nachts, die ook een roe droeg (alsvruchtbaarheidssymbool);
  • hij zou afstammen van de zwarte raven Huginn en Muninn, die Odin vergezelden;
  • hij zou afstammen van berserkers, die het lichaam zwart verfden en dierenhuiden droegen.

LW331

En er zijn nog meer verklaringen, zoals van kunsthistoricus Elmer Kolfin in De Volkskrant dat Zwarte Piet afstamt van 17de eeuwse kindslaven. Wie weet, het is scoren met dit onderwerp. Het Tropenmuseum komt met de tentoonstelling Zwart & Wit en zegt in dezelfde Volkskrant: ‘Er is ook aandacht voor Zwarte Piet en Sinterklaas, aldus een woordvoerster. Het Tropenmuseum mengt zich volgens haar niet zelf in de discussie over Zwarte Piet‘. Dat moet dan een tentoonstelling zijn die echt nergens over gaat, want door een presentatie te maken neemt een museum per definitie een standpunt in. Het nieuwe Tropenmuseum is wellicht overvallen door de discussie over rol en herkomst van Zwarte Piet. Dat toegeven is een kunst die geleerd kan worden.

Mij trekt de verklaring van de demon die door de heilige gedwongen wordt goede daden te verrichten wel aan. In Europa en elders bestaan in de volkscultuur verschijningsvormen van monsters, vampiers, duivels, heksen en geesten. Deze volkscultuur is een onderstroom die zich vermengt met andere culturen. Zodat het beelden van slavernij van lang geleden kan hebben opgezogen. Maar daarmee is de verschijningsvorm van Zwarte Piet niet terug te brengen tot slavernij alleen. Volkscultuur is diverser en gelaagder. Dus: gecompliceerder. Juist daarom zijn zoveel feiten nog onduidelijk. Het debat over de rol van Zwarte Piet moet gevoerd worden. In alle rust. Want als een bevolkingsgroep bezwaren heeft tegen die rol, dan moeten die serieus genomen worden. Maar het gaat ook om een eigen volkscultuur die Nederlanders koesteren en niemand hen af kan pakken.

421px-Hans_Trapp

Foto 1: Hans Trapp in Wissembourg. Elzas, Frankrijk.

Foto 2: M.C. Escher, ‘Ontmoeting‘. 1944. Steendruk.

Foto 3: Hans Trapp in Wintzenheim, 1953. Elzas, Frankrijk.

Benoeming burgemeester Utrecht: een kwestie van perspectief

utr

Update 5 november: Naar verluidt heeft de Utrechtse raad vanmiddag unaniem Jan van Zanen (VVD) als burgemeester van de Domstad voorgedragen. Hoe dan ook een spel van partijpolitiek.

De vertrouwenscommissie was de ingebakken weeffout bij de benoeming van Wolfsen. Elke partij uit de raad mocht een vertegenwoordiger leveren. De grotere PvdA en GroenLinks legden meer gewicht in de schaal. Zo’n groep raadsleden denkt ondanks onderlinge verschillen in dezelfde politiek-bestuurlijke richting. Van de 22 sollicitanten in Utrecht waren er 9 partijloos. Deze laatsten moeten bij voorbaat kansloos worden geacht bij een vertrouwenscommissie die gefocused is op politiek en politieke partijen. Want de partijen zitten aan de knoppen van de banenmachine en bedienen alleen zichzelf. Dat bleek overduidelijk in Utrecht.’ Zo schreef ik ruim 2 jaar geleden over de benoeming van Aleid Wolfsen (PvdA) in ‘Weeffout Wolfsen: een reconstructie‘.

De vijf partijlozen die zich deze keer aanmeldden zijn bij voorbaat kansloos, hoe goed ze ook zijn. Ze staan buiten de lobby van grote partijen waar wordt beslist. Is het deze keer een krachtmeting, uitruil en geheime creditering tussen de VVD en de PvdA met hun kandidaten Jan van Zanen en Agnes Jongerius? Het lijkt erop, maar moet ongenoemd blijven. De montage van de macht mag door het publiek niet gezien worden.

Procedure burgemeester Utrecht is het media-circus voorbij‘, zo kopt Binnenlands BestuurDe kop is geen feit, maar de mening van de Haarlemse burgemeester Bernt Schneiders (PvdA). Hij spreekt als voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en wil kennelijk geen ruis die de lobby van de grote partijen doorkruist. Daarom z’n schot voor de boeg. BB merkt op dat deze week de sollicitatieronde gesloten is.

BB maakt een onderscheid tussen ‘een aantal kandidaten [dat] zelf de publiciteit zocht‘ en ‘meer serieuze kandidaten die zich eraan stoorden dat ze werden genoemd’. Schneiders verbindt dat half-afkeurend en half-berustend met de gekozen burgemeester: ‘Dit is een voorbode van wat ons te wachten staat als de gekozen burgemeester er ooit komt. Het betekent in ieder geval wel dat de benoeming onder de bevolking leeft’. Zowel het een als het ander is echter de vraag. ‘We hoeven de gekozen burgemeester niet enorm te vrezen, zo suggereert de ervaring in relatief sterk op Nederland gelijkende Duitse deelstaten als Noordrijn-Westfalen‘, zo meent bestuurskundige Frank Hendriks. Hij voegt toe: ‘Degenen die rampspoed voorspellen overdrijven schromelijk. Tegelijkertijd zien we dat de veronderstelde voordelen nu ook weer niet voor het oprapen liggen. Na een eerste en incidentele opleving zakt de verkiezingsopkomst doorgaans weer terug naar normaal.

Schneiders meent dat het ‘mediacircus‘ nu voorbij moet zijn. Hij reduceert dat tot de vertrouwenscommissie: ‘Voor alle professionals die de lijst onder ogen hebben gekregen geldt immers strikte geheimhouding, lekken uit de vertrouwenscommissie is strafbaar‘. Schneiders gaat eraan voorbij dat het ‘mediacircus‘ uit meerdere bronnen gevoed kan worden. Partijloze kandidaten die weten dat ze volgens de Nederlandse democratische traditie kansloos zijn kunnen er belang bij hebben om het publicitaire vuurtje op te stoken. Schneiders denkt vanuit de grote partijen die het onder elkaar regelen en eist van anderen instemming met deze weeffout.

Artikel 61 van de Gemeentewet beschrijft hoe de benoeming van de burgemeester in z’n werk gaat. De raad stelt een vertrouwenscommissie met leden uit de raad samen die gesprekken voert met kandidaten. Alles gebeurt in beslotenheid. De commissie heeft zich te houden aan de profielschets die de raad zelf opgesteld heeft. René Kuiper van GroenRechts is vanwege de geheimhouding en het feit dat-ie weinig steun kreeg begin juli uit de vertrouwenscommissie gestapt. In een persbericht schreef-ie: ‘De fractie van Groen Rechts staat niet toe dat de benoeming van de burgemeester op een achterbaks politiek spelletje zal uitdraaien’. 

Foto: Schermafbeelding van stereokaart Utrecht met Oude Gracht en Stadhuis, 1910

Elleboogkerk mogelijk weer museum. Amersfoortse logica

interieur 22 mei 2012-1

Amersfoort worstelt met de Elleboogkerk die op 22 oktober 2007 door brand zwaar beschadigd werd. En nu zo goed als herbouwd is. Het Armando Museum was er gevestigd. In 2010 verbreekt het college eenzijdig de in 1998 met Armando en zijn ex-vrouw Tony de Meijere afgesloten prestatieovereenkomst. Zie RIB 2010-136. Voorzitter van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn is not amused. Hij beschouwt het handelen van het college als onbehoorlijk bestuur. Om er vanaf te zijn en het leed af te kopen besluit de raad onder veel protest het Armando Museum een bruidsschat van 1 miljoen euro mee te geven voor een doorstart buiten Amersfoort. Van een leien dakje gaat de besluitvorming niet. Zo beticht de Amersfoortse PvdA het college van misleiding.

Het Armando Museum moest op zoek naar een andere locatie en liet het oog vallen op rijksmonument Oud-Amelisweerd. Bezit van de gemeente Utrecht in Bunnik. Volgens critici een ongeschikte en te dure locatie die een gezonde exploitatie zo goed als onmogelijk maakt. Cultuurkoepel Amersfoort-in-C en de organisatie van het Armando Museum gingen vanaf 2010 met verkenningen en haalbaarheidsonderzoeken aan de slag. Dat resulteerde in een door alle partijen minimaal gesteunde variant voor een museum onder de naam ‘Museum Oud-Amelisweerd‘ met een bredere doelstelling dan het tonen van de Armando Collectie. Ook toen was al voorzienbaar dat dit moest gebeuren in een teruggaande economie en bij krimpend sponsoraanbod. Het museum is nog steeds niet regulier geopend. De keuze voor het Armando Museum is niet onbetwist. Zelfs bestuurlijk onzuiver omdat de Utrechtse politiek met kennis van belangenverstrengeling tussen de directeur van beheerder Centraal Museum en de beoogde directeur met de keuze voor het Armando Museum instemde.

Amersfoort heeft een museumbeleid dat wispelturig oogt. De bestuurlijke lijn van de colleges sinds 2010 is moeilijk te herkennen. Het kan samengevat worden als ‘van incident naar incident’. Amersfoort betaalde een miljoen voor een museum dat het de gemeentegrenzen over joeg met als gevolg dat het Armando Museum in een te ruim en luxe jasje zit. Amersfoort gaat nu mogelijk opnieuw geld besteden aan een museum in de Elleboogkerk. In elk geval als het aan Amersfoort-in-C ligt. Dat gaat het komende half jaar een plan voor een museum uitwerken. Het college kijkt de kat uit de boom. Het zegt voor een culturele bestemming te voelen.

Foto: Herbouw Elleboogkerk. Credits: Wil Groenhuisen.

Utrecht vs Utrecht: vragen bij stadspromotie

482112_171377859681699_1458710185_n

Het Facebook-spel Utrecht vs Amersfoort heeft Utrecht verloren. Het benadrukt inhoudelijk het tekort van de domstad en in vorm de ultieme leegte. Marketing voor een immaterieel produkt probeert die leegte doorgaans te verhullen door een verbinding te maken met een ‘hoger’ doel. Dat uitgebannen of bevorderd moet worden. Armoede, solidariteit of honger in Afrika. Noem maar op. De eerlijkheid van de initiatiefnemers valt te prijzen dat ze dit spel niet gekoppeld hebben aan een ‘hoger’ doel. Maar de wezenloosheid ervan valt des te meer op.

Het produkt is de stadspromotie van Utrecht dat in onnavolgbare reclametaal Utrecht vs. The World’ wordt genoemd. In Utrecht is ‘tze skai de li-mit‘. Het spel is een initiatief van Taskforce Innovatie Utrecht in samenwerking met Toerisme Utrecht en wordt ontwikkeld door Vuurrood Communicatie Ontwerp. Utrecht vs The World is bedoeld om mensen buiten Utrecht ‘op een speelse en vernieuwende manier‘ te laten zien wat Utrecht allemaal te bieden heeft, aldus Carlijn Leenders, marketeer van Toerisme Utrecht. Da’s taal die orakelt.

Zoals voetbal soms gekscherend de belangrijkste bijzaak in het leven genoemd wordt, komt dit spel over als de onbelangrijkste bijzaak. Op het Utrechtse DUIC.nl reageert Jiri: ‘Sjonge jonge, wat is dit kinderachtig zeg!‘. Dat roept deze speelse vernieuwing in Utrecht op. Een godgeklaagd inzicht in wat stadspromotie is. Mensen die er hun geld mee verdienen ontbreekt het aan goede ideeën. Hun werk wordt een spel. Zeker voelden ze zich niet. Daarom dekten ze zich in door het een test te noemen. Een test die gelijk al volop publiciteit trekt.

Utrecht heeft het spel kansloos verloren van Amersfoort. Een variant op de doctrine van Carl von Clausewitz over oorlog zegt ‘Er moet een redelijke kans op slagen zijn tegen redelijk verlies aan prestige‘. In de Utrechtse marketing en politiek weet dit besef maar niet door te dringen. Nog vers in het geheugen ligt de uitschakeling in de eerste ronde van Utrecht als Culturele Hoofdstad. De lokale politiek voelde wethouder Frits Lintmeijer erover aan de tand. Wat volgt? Utrecht vs. Utrecht? Da’s de echte strijd die nu speelt. Utrecht kan beter.

Foto: Einduitslag van Facebook-game Utrecht tegen Amersfoort: 1738-3430.

Utrecht geen Culturele Hoofdstad: Trust The Future Create Your City

MG_0068

In november 2010 was het volgende te lezen in de rapportage haalbaarheidsonderzoek ‘De Wegh der Weegen‘ over rijksmonument Oud-Amelisweerd te Bunnik: ‘De vestiging van het Armando Museum in Oud Amelisweerd is een belangrijke bijdrage aan de ambities van Utrecht in het licht van de Vrede van Utrecht in 2013 en Utrecht Culturele Hoofdstad van Europa in 2018.’ Nu blijkt dat Utrecht van de vijf kandidaten samen met Den Haag niet doorgaat naar de tweede ronde. Eindhoven, Maastricht en Leeuwarden gaan wel door.

Uit hun reacties blijkt dat Utrechtse verantwoordelijken het verlies nog niet hebben verwerkt. Wethouder Cultuur Frits Lintmeijer is onnavolgbaar: ‘Laat ik om te beginnen zeggen dat Utrecht een – zo niet dé – Europese stad van kennis en cultuur blijft. Met en zonder de titel culturele hoofdstad.’ Waarschijnlijk is-ie de enige die Utrecht nu ‘dé Europese stad van kennis en cultuur’ noemt. Gedeputeerde Mariëtte Pennarts is even onnavolgbaar: ‘Ik betreur het oordeel van de jury, maar constateer tegelijkertijd dat werken aan het bidbook heel veel energie en ideeën heeft opgeleverd hoe stad en regio cultuur kunnen inzetten bij hun toekomstige ontwikkeling. We gaan het merken dat 2000 mensen hebben meegewerkt aan het Utrechtse bidbook.

Er hebben dus maar liefst 2000 mensen aan een bidbook gewerkt dat deels verspilde moeite is. De kosten van het projectbureau en de onkostenvergoedingen hadden ook anders besteed kunnen worden. Bij een andere prioritering. Alle energie, kosten en ideeën hadden directer op de kunstenaars gericht kunnen worden. Zonder tussenschakel van projectbureau en stadspromotie waarvan nu blijkt dat de plannen en presentaties van het Utrechtse bidbook onvoldoende gewaardeerd werden. Volgens RTV Utrecht heeft Utrecht al 1,2 miljoen euro aan promotie voor de Culturele Hoofdstad 2018 uitgegeven. Een deel van de middelen had naar de reguliere cultuurbegroting kunnen stromen met zicht op betere resultaten. En een betere beeldvorming van de stad.

Behalve de plannen over Utrecht Culturele Hoofdstad 2018 zijn nu ook argumenten en onderbouwingen over Oud-Amelisweerd doorgeprikt. De bestuurlijke behandeling heeft uitgewezen dat het primair een onroerend goed project was en dat de bestemming daaraan ondergeschikt werd. Het tonen van ambities is goed als het realistisch gebeurt, dat kan iets of iemand boven zichzelf doen uitstijgen. Maar als ambities als argument dienen om projecten te realiseren dat komt de politiek terecht in het domein van het wensdenken. De Utrechtse raad moet die ambities nog maar eens evalueren om er lering uit te trekken voor de toekomst.

PS: Op 30 november vierde CBK Utrecht de slotavond. Door het intrekken van overheidssubsidie gaat het dicht. ‘Tussen het gesloten wereldbeeld van BAK en het gebrek aan focus van het Centraal Museum wist het een perfecte middenweg te vinden. Ook interessant voor een breed publiek‘. Zie ‘CBK Utrecht verdwijnt om politieke redenen‘.

Foto: Promotie Utrecht Culturele Hoofdstad 2018: ‘Trust The Future Create Your City‘.