Hoe onbekend is de Utrechtse burgemeester op het ‘Portret van een onbekende man achter een bureau’ (1934-1939)?

Het verschil tussen beide foto’s is miniem. Op de eerste foto leunt de man naar achteren, op de tweede foto naar voren. Het zijn foto’s van de Utrechtse fotograaf F.F. van der Werf die zich bevinden in de collectie van Het Utrechts Archief. De beschrijving zegt: ‘Portret van een onbekende man achter een bureau’ en de datering geeft 1935-1960. De foto geeft aan wie geportretteerd wordt. Op de onderste foto is bovenaan de rugleuning van de stoel het Wapen van Utrecht (stad)te zien. Leunt daarom de man naar voren? Men mag aannemen dat dit een burgemeester is. Dat klopt, het is Gerhard Abraham Willem ter Pelkwijk (1882-1964). Hij was van 1934 tot 1942 en van 1945 tot 1948 burgemeester van Utrecht. In 1942 werd hij afgezet en vervangen door NSB’er Cornelis van Ravenswaay. Die zowel als voorganger en opvolger Ter Pelkwijk had. Waarom de foto niet kan dateren van voor 1935 is onduidelijk. Ter Pelkwijk trad op 15 januari 1934 in functie. Hij was toen 51 jaar oud. Op een portret dat gedateerd is 1939 -1941 en ook is gemaakt door Van der Werf ziet hij er ouder en grijzer uit dan op deze foto’s. Men mag dus aannemen dat deze foto’s zijn gemaakt tussen 1934 en 1939.

Een portret van een onbekende man achter een bureau wordt uiteindelijk een portret van de maker. Ook de ‘goede’ burgemeester wordt zo een onbekende man die fungeert als beeldmateriaal in de collectie van een stadsfotograaf die herontdekt wordt en hernieuwde aandacht krijgt. Het verleden wordt afgestoft en dichtbij gehaald via de fotograaf. Die postuum wordt opgewaardeerd tot ‘fotojournalist’ van wie gezegd wordt dat ze hun tijd weergaloos vastlegden. In Amsterdam was dat Ben van Meerendonk, in Utrecht F.F. van de Werf. Het geeft ook de stadsarchieven een focus en marketinginstrument via de op het schild gehesen fotograaf.

De aanleiding voor de selectie van deze beide foto’s was de vraag hoe het gezag afgebeeld wordt. In onze tijd laat de burger zich weinig meer gezeggen door autoriteiten en is zo’n foto van een burgemeester achter een bureau al gedateerd voordat de foto correct gedateerd kan worden. Dit voelt nu potsierlijk, maar we beseffen dat deze foto’s in de eigen tijd beter gewaardeerd en begrepen werden. Op onderstaande foto toont op 7 mei 1945 de opnieuw geïnstalleerde burgemeester Ter Pelkwijk emotie als hij op het bordes van het stadhuis de geallieerde troepen opwacht die Utrecht hebben bevrijd. Leden van de Binnenlandse Strijdkrachten begeleiden hem. Rechts is een Britse sten gun zichtbaar. Zijn beschermende overschoenen of galoches worden zichtbaar doordat vanwege de in de lucht gestoken handen zijn schoenen zichtbaar worden onder zijn broek. Dit detail verraadt het vuil van de stad dat de burgemeester in mei 1945 verwacht. Hij had zich erop voorbereid. Lopend door de stad in triomf tussen de Utrechtse bevolking. Een rol die de dan 63-jarige Ter Pelkwijk verbeeld(t).

Foto 1: F.F. van der Werf, ‘Portret van een onbekende man achter een bureau.’. Datering 1935-1960. Collectie: Het Utrechts Archief.

Foto 2: F.F. van der Werf, ‘Portret van een onbekende man achter een bureau.’. Datering 1935-1960. Collectie: Het Utrechts Archief.

Foto 3: Schipper, ‘Afbeelding van de bevrijding van Utrecht. Burgemeester mr.dr. G.A.W. ter Pelkwijk en zijn vrouw keren, begeleid door leden van Binnenlandse Strijdkrachten, terug op het Stadhuis en juichen op het bordes de menigte toe.’ 7 mei 1945. Collectie: Het Utrechts Archief.

Petitie ‘Halveer de Nederlandse veestapel’ verdient aandacht en steun

De petitie ‘Halveer de Nederlandse veestapel’ is een initiatief van het Brabants Burgerplatform. Dat wil met name de intensieve veehouderij terugdringen en de omslag helpen maken naar ‘liefst lokaal grondgebonden, circulaire landbouw’. De slogan ‘Boeren horen op het platteland; bio-industrie op een industrieterrein’ vat dat samen. De petitie merkt op dat driekwart van de producten van de Nederlandse veehouderij geëxporteerd wordt. Met andere woorden, voor de voedselvoorziening van Nederland heeft de omslag naar kleinschaligheid en duurzaamheid geen gevolgen. Tevens wordt ermee de stikstofcrisis en andere soorten van vervuiling (drinkwater, stank, fijnstof, dierenwelzijn) aangepakt. De omslag die het Brabants Burgerplatform bepleit is winst voor iedereen. Ook voor veehouders die door de agro-industrie opgejaagd zijn richting intensieve veehouderij en grootschaligheid. Deze petitie is het beste antwoord op de claim van de radicale boeren dat de Nederlandse bevolking voor 100% achter hen staat. Dat is aantoonbaar onjuist. Tekenen kan hier.

Foto 1: Schermafbeelding van deel petitie ‘Halveer de Nederlandse veestapel’

Foto 2: Schermafbeelding van beginpagina brabantsburgerplatform.nl

De wonderen van het bedrog dat religie heet. Hobbyist-prediker claimt dat via hem Jezus een man met rugklachten geneest

Religie geeft velen troost en zin. Maar het is ook een bron van bedrog. Religie is het ideale werkterrein voor bedriegers, schijnheiligen en gladakkers. Dat dubbele gebruik van religie maakt het zo lastig definieerbaar, af te bakenen en in te perken. De grens tussen religie en pseudo-religie is vaag. Als predikers zeggen in naam van Jezus te opereren wordt het nog ingewikkelder. Heus? Bij religie is het glas tegelijk halfvol en halfleeg. In deze video is het glas overduidelijk leeg. Dit is niet eens religie, dit is misbruik van religie door een hobbyist. Maar zoals gezegd, ook pseudo-religie is religie. Religie is een loterij waarbij de organisatoren zeggen dat op alle loten een prijs valt. Hoewel doorgaans de prijs pas na het leven kan worden opgehaald. Wie checkt dat?

Christelijke IFTCC heeft een verwrongen beeld van het secularisme

De IFTCC (International Federation for Therapeutic and Counselling Choice) is een christelijke organisatie die vol op het orgel gaat tegen het secularisme. Het pretendeert een thuis te zijn voor mensen die slachtoffer zijn van een vermeend agressieve seculiere cultuur. De IFTCC houdt zich het recht voor om te discrimineren. Het claimt dat het niet mogen discrimineren discriminatie is. Hoe kortzichtig kunnen christenen zijn? Om dat te bereiken misleidt het IFTCC en verspreidt het desinformatie. Hier met een zogenaamd redelijke Noorse dominee die in de kern onverdraagzaam is. Het is onjuist wat de IFTCC beweert over een ‘agressieve seculiere cultuur’ waarin iedereen verplicht zou zijn om homoseksualiteit of ‘transgender ideologie’ te omarmen. Want binnen het secularisme is iedereen vrij om wat dan ook af te wijzen om te omarmen. Keuzevrijheid is het kenmerk van het secularisme. Wat IFTCC vermoedelijk steekt is dat het in steeds minder landen conversie therapie aan mag bieden om zogenaamd homoseksuelen om te turnen tot hetero. Maar dat heeft niets met het secularisme te maken, maar alles met een ondeugdelijke therapie die homoseksualiteit als een ziekte probeert te framen. Terwijl eerder dit soort christelijk denken een ziekte is. Mijn commentaar bij de video:

What a bizarre framing to talk about the religion of secularism. Is that only in the spirit of the iftcc? Why that reduction and condescension? With this the iftcc violates itself.

Secularism is not a position for or against religion, or for or against beliefs. It is a neutral political philosophy in which all religion and beliefs are equal.

I understand that it is tempting for (some) Christians to name anything that is by definition non-Christian religious. But that is an inappropriate, insincere and essentially church-political claim to attract people who have nothing to do with religion (both in a positive and negative sense) to the domain of religion. That is childish of the iftcc.

You would hope that there would be some intellectual maturity within the iftcc. Not so. The framing betrays the expansion drive of the iftcc. Very disappointing.

Foto 1: Schermafbeelding van een deel van de homepage van iftcc.org.

Foto 2: Schermafbeelding van videoResponding to the Religion of Secularism’ met toelichting op het YouTube-kanaal van de IFTCC, 27 december 2019.

OM geeft zichzelf brevet van onvermogen voor handhaving bij boerenprotesten. Ontsla baas OM en politie, en Justitieminister

Officier van justitie Linda Bregman geeft het OM een brevet van onvermogen betreffende het handhaven bij de recente boerenprotesten, aldus een bericht in het AD. Ze kondigt het failliet van rechtsstaat en democratie aan als ze zegt waarom er niet opgetreden werd tegen blokkades van boeren op de openbare weg: ‘Niet omdat we het niet wilden. Niet omdat we de wet niet snapten. Maar omdat het gewoon niet tegen te houden was.’ Dit is een ontluisterende bekentenis van onmacht door een vertegenwoordiger van het openbaar bestuur.

Het is begrijpelijk dat zowel politie als OM door het eerste massale boerenprotest op 1 oktober overvallen werd. Maar dat vervolgens in de weken erna bij de overheid een houding bleef bestaan van ‘we kunnen het niet tegenhouden’ is van een onverantwoorde lichtzinnigheid en een totaal gebrek aan creatief en zelfbewust handelen. Waarom werd er niet proactief gedacht en gehandeld op het hoogste niveau van politie, OM en kabinet? Waarom werd er geen plan ontwikkeld om de boerenprotesten op 14, 16 en 25 oktober te counteren? Die notabene in de media ook nog eens vooraf werden aangekondigd? Waarom zijn de leiders van de radicale boeren (FDF) niet vooraf gewaarschuwd dat ze persoonlijk verantwoordelijk zouden worden gehouden bij onregelmatigheden? Waarom zijn er geen tractors in beslag genomen die gevaarlijke verkeerssituaties hebben veroorzaakt? Nu blijft het beeld bestaan dat de politie bang is voor zich agressief gedragende boeren en zich er uit compensatie toe beperkt om klimaatactivisten die geweldloos protesteren van de straat te plukken.

Zoeken van zondebokken is niet altijd nodig, maar als het ernstig is en de kern van de rechtsstaat raakt, dan kan er niet anders dan opgetreden worden. Dat is hier het geval. De apathische en zich te terughoudend opstellende leiding die hier namens de overheid bij betrokken was heeft collectief gefaald. Dwing de voorzitter van het College van procureurs-generaal Van der Burg, de minister van Justitie Grapperhuis en de landelijke korpschef van politie Akerboom tot aftreden. Ze hebben gefaald door niet of niet passend op te treden bij de blokkades van de geradicaliseerde boeren. Hun collectieve aftreden is het signaal dat dit niet nog een tweede keer kan gebeuren en dat dit in de toekomst niet meer door de overheid getolereerd wordt.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelOM: Gefaald bij optreden tegen boze boeren op snelweg’ van Peter Winterman in AD, 26 december 2019.

Ondeugdelijke beantwoording vragen veiligheid Wereldmuseum

De beantwoording van de raadsvragen van Ruud van der Velden (Partij voor de Dieren) over de veiligheid van het Wereldmuseum is onbevredigend omdat het onduidelijk is wie er aan het woord is en de antwoorden om de hete brij heen draaien. Ze zijn op 18 december 2019 naar de raad gestuurd. Op 8 november besteedde dit blog er in een commentaar aandacht aan. De veiligheid van het Wereldmuseum zou in het geding zijn.

Wie beantwoordt de vragen? Als ‘steller’ wordt Gilbert Boutier genoemd. Hij is volgens zijn profiel op LinkedIn ‘Financieel Interim Manager’ van zijn eigen bedrijf Three Mountains, of preciezer gezegd dochter Three Mountains Interm Management BV en wordt vanwege zijn kennis op het gebied van Vastgoed blijkbaar gevraagd om de vragen te beantwoorden. Boutier was in 2013-2014 in dienst als ‘Project Manager’ bij de gemeente Rotterdam. De afdeling die bij de vragen genoemd wordt is dienst ‘SO Stadsontwikkeling’. Betrokken wethouder is Bas Kurvers (VVD) die onder meer verantwoordelijk is voor ‘Bouwen’. 

In de beantwoording wordt gezegd: ‘De gemeente (afdeling SO Vastgoed) is als eigenaar verantwoordelijk voor het gebouw en voert de verbouwing van het museum, in samenwerking met het Wereldmuseum, gefaseerd door. Door de fasering kan de gemeente eerder gebouwdelen opleveren en kan het museum deze inrichten met tentoonstellingen.’ Die laatste zin is de essentie omdat het doet uitkomen dat het functioneren van het Wereldmuseum centraal staat. Hoe zich dat verhoudt tot regelgeving en voorschriften is secundair.

Hoe kan het dat kritische vragen van Ruud van der Velden objectief beantwoord kunnen worden door een interim manager die handelt in opdracht van een gemeentelijke dienst van wie de nalatigheid in het toezicht juist een aspect van de kritische vragen is? Kortom, dit betreft een dienst die potentieel onder vuur ligt vanwege de gang van zaken en allerlei onregelmatigheden die resulteerden in de kritische vragen. Hiermee is niet gezegd dat Boutier, SO Stadsontwikkeling en wethouder Kusters niet integer handelen, maar de procedure is verwarrend en ongelukkig als de schijn ontstaat dat WC Eend zelf stelt dat WC Eend volgens de regels heeft gehandeld. Het is niet onmogelijk, maar hoe geloofwaardig kan die claim nog zijn?

Museum Boijmans van Beuningen was bezorgd over de veiligheid en besloot de tentoonstelling ‘Remix Rotterdam’ niet te laten doorgaan toen het constateerde dat het Wereldmuseum geen ‘gebruiksmelding brandveilig gebruik’ voor het hele pand had. Omdat het Wereldmuseum dit aan de bruikleengevers niet had gemeld, konden die zich niet beraden, laat staan hun bruiklenen terugtrekken. Want ze gingen ervan uit dat het hele gebouw veilig was gekeurd en het gemeentelijk toezicht voldoende was. De beantwoording doet hier badinerend over en poetst de zorgen van Boijmans en de andere bruikleengevers weg. Terwijl ze bewust in het ongewisse werden gelaten over de veiligheid van het gebouw. Illustratief voor de tegenstrijdigheden in de beantwoording is de mededeling ‘De certificering van de brandmeldinstallaties staat gepland op 6 januari 2020’. Als het management van het NMVW dit voor 1 oktober 2019 niet aan de bruikleengevers had gemeld, welke afweging konden die dan maken als ze de informatie niet hadden gekregen? De claim dat ‘alle bruikleengevers [er staat ‘bruikleengegevens’] van Dossier Indië geïnformeerd [waren] over de gefaseerde verbouwing‘ wil niet zeggen dat ze erover waren geïnformeerd dat op 1 oktober de omgevingsvergunning voor het gehele gebouw niet in orde was. Ook de ene bruikleengever die telefonisch contact opnam met het Wereldmuseum deed dat op eigen initiatief en niet omdat het door het Wereldmuseum was geïnformeerd.

De beantwoording suggereert dat het Wereldmuseum volgens de regels heeft gehandeld, maar slalomt langs de kritische vragen heen. Dit biedt eerder vaagheid dan duidelijkheid. Dat het Wereldmuseum iets van plan is of iets aanvraagt, wil nog niet zeggen dat het volgens de voorschriften handelt. Een vraag wordt in veel gevallen met een antwoord op een andere vraag beantwoord. Neem de hernieuwde keuring door het Museumregister bij een verbouwing die wordt gereduceerd tot de afgifte over verantwoord collectie­ beheer. Ook blijft onduidelijk hoe de calamiteitenteams zijn bemenst en wie zitting nemen in het crisisteam.

De beantwoording geeft geen uitsluitende duidelijkheid en kan daarom niet als de definitieve beantwoording van de vragen van Ruud van der Velden worden beschouwd. De verwarring blijft bestaan of wordt door de beantwoording mogelijk bewust of vanuit onwetendheid vergroot door zand in de lucht te gooien zodat een heldere blik op het reilen en zeilen van het Wereldmuseum en een antwoord op de vraag of het toezicht door de gemeentelijke instanties voldoende is geweest onmogelijk wordt gemaakt. Dat is een trieste constatering.

Foto 1: Schermafbeelding van site Wereldmuseum, september 2019  (inmiddels verwijderd).

Foto 2: Schermafbeelding van deel ‘Beantwoording van de schríftelijke vragen van het raadslid R. van der Velden (Partij voor de Dieren) over ‘Zorgen over onveilige situaties bij het Wereldmuseum’, 17 december 2019.

Hoogste tijd om in het publieke debat de vraag centraal te stellen of Geert Wilders vanwege zijn steun voor Putin een landverrader is

Omdat Geert Wilders me op Twitter geblokkeerd heeft kan ik zijn tweet niet kopiëren waarin hij zegt: ‘“Poetin opent spoorbrug van Russisch vasteland naar Krim”. Mooi! De Krim is prachtig, ben er vaak geweest van Simferopol tot Sebastopol en Jalta. Rusland zal het nooit meer teruggeven aan de Oekraïne – terecht of niet – deal with it @ministerBlok. Sancties tegen Rusland ivm MH17 zijn terecht maar hou eens op met zeuren over de Krim.” Waarop D66-kamerlid Sjoerd Sjoerdsma op 23 december 2019 bovenstaande tweet plaatst.

Geert Wilders heeft betrekkelijk lange tijd afstand gehouden jegens het Kremlin, maar lijkt nu helemaal in Putins vaarwater terecht te zijn gekomen. Zoals meer Europese rechts-populistische of rechts-nationalistische partijen.

Wat Wilders of een type als Baudet bezielt is de vraag. Beseft Wilders dat zijn opties uitgespeeld zijn en probeert hij ergens anders steun te verwerven en zijn houdbaarheidsdatum te verlengen?

Want inderdaad, Putin gaat niet voor het Nederlands belang, maar voor eigenbelang. Niet eens voor het Russisch belang.

Is Wilders hiermee een landverrader? Dat is een interessante vraag die centraal zou moeten staan in het publieke debat. Maar tot nu toe daar niet centraal in staat. Ik durf de stelling aan dat Wilders en Baudet met het aanschurken tegen de Russische Federatie het Nederlands belang niet dienen. Juist bij politieke partijen die zich opwerpen als nationalistisch valt dat slecht te begrijpen.

Er zit in de opstelling van Wilders en andere rechts-populistische complotdenkers die de daden van het Kremlin goedpraten waarschijnlijk geen diepere gedachte achter. Het is niet meer dan opportunisme om de hoop zelf naar de kern van de macht door te breken. Maar vooral lui denken dat inhoudt dat de vijand van een vijand een vriend is. Maar een vijand van een vijand is in de meeste gevallen geen vriend, maar een vijand.

Voor zwart/wit-denkers is die nuance een brug te ver. Vraag is in welke mate Wilders dit beseft en waarom hij aanschurkt tegen een autoritaire leider als Putin waarvan Wilders drommels goed weet dat hij het belang van Nederland wil beschadigen. Wilders assisteert Putin daarin.

Foto: Tweet van Sjoerd Sjoerdsma, 23 december 2019.

Gedachten bij een ansichtkaart van de Loodsenwacht in Terneuzen (omstreeks 1925)

De ansichtkaart Terneuzen 2500 ofwel ‘Terneuzen. Loodsenwacht.’ is op Verzamelaarsmarkt.nl voor 10 euro te bestellen. De informatie zegt: ‘De kaart is van uitgave l.Smits,Terneuzen.Ansichtenkaartenbeurs.nl toont dezelfde afbeelding met een datering: ‘Periode : 1920 – 1940 beschr.in 1928’. Maar er zijn verschillen tussen de twee kaarten. Zo zijn op de onderste kaart meer wolken en is in de linkerhoek de punt van de westpier van de ingang naar het Kanaal van Gent naar Terneuzen te zien en is de steiger langer. Ook de vlaggenstok is er langer. Tot boven het kader, zo lijkt het. Zelfs de titel is anders met een komma en geen punt na ‘Terneuzen’. Dat roept de vraag op wat een authentieke ansichtkaart (waard) is, waar de verkoper 10 euro voor vraagt.

Waarom kwam ik dit tegen? Ik zat op de lagere school in de klas met Addie of Addy de Vries. Zijn vader was commandant van de Loodsenwacht. Ik speelde soms in het woonhuis ernaast. Lang geleden. De gebouwen zijn bij uitbreiding van het kanaal en de aanleg van nieuwe sluizen voor 1965 gesloopt. Het verleden is een apart continent waar we gaandeweg van vervreemd raken, maar dat tegelijk vertrouwd aandoet. Nostalgie?

Foto 1: ‘Terneuzen 2500’ op Verzamelaarsmarkt.nl.

Foto 2: ‘Terneuzen Loodsenwacht ansichtkaart’ op Ansichtenkaartenbeurs.nl. 

Amerikaanse sancties van Nord Stream II heeft EU (lees: Duitsland) over zichzelf afgeroepen

DDS behoort tot de radicaal-rechtse media en laat dat graag weten. Het is een wetmatigheid dat dit soort media afstand neemt van de EU, de ‘talking points’ van het Kremlin napraat en president Trump zoveel mogelijk krediet geeft terwijl het waar mogelijk kritisch is op de VS. Het is niet anders. Jammer is wel dat het tot gewrongen en gekunstelde standpunten leidt die alle logica en realiteitsbesef missen. De logica sinds 2012 en vooral 2014 van de Europese veiligheidspolitiek is dat de Russische Federatie en de VS uit elkaar zijn gegroeid en dat de Russische bezetting van de Krim en Oost-Oekraïne de sfeer tussen het Westen en de Russische Federatie heeft verziekt. De landen groeien niet naar elkaar toe, maar nemen juist afstand van elkaar. Daar helpt geen Nord Stream II aan. Dat geldt zowel voor de EU-lidstaten, de VS als de Russische Federatie afzonderlijk tegenover de anderen. Mijn commentaar bij het artikelRussisch-Duitse gaspijplijn provoceert Amerikanen en laat zien hoe de geopolitieke vork in de steel zit’ van Wout Willemsen op DDS.

Als de Russische Federatie in de nabije toekomst democratiseert, dan lijkt het nog goed te komen. Maar het ziet er niet naar uit dat dat gebeurt. Daartoe zijn de persoonlijke belangen van Putin en zijn partners te groot omdat ze vooral goed voor zichzelf zorgen. Bij democratisering zullen ze in moeten leveren of zelfs terecht moeten staan voor wat ze in het verleden gestolen hebben van de gewone Russen.

Welnu, dat gebeurt nergens, namelijk dat een autoritaire macht vrijwillig de macht opgeeft. Een revolutie waarbij het huidige bewind omver wordt gegooid is eveneens mogelijk, maar zal evenmin op korte termijn voor stabiliteit zorgen in de Russische Federatie. Kortom, hoe dan ook is de Russische Federatie geen evenwichtige partner op basis van gelijkheid.

De aanleg van Nord Stream II heeft vele aspecten. Een ervan is inderdaad de Amerikaanse concurrentie, maar dat is zeker niet het enige aspect. De aanleg is in strijd met het in 2018 aangenomen energiebeleid van de EU dat zegt te streven naar energieonafhankelijkheid en -diversificatie van de EU. Zowel het een als het ander wordt door Nord Stream II niet dichterbij gebracht, maar zelfs verminderd. Dat is onbegrijpelijk.

En daar komt nog eens de afbouw van fossiele brandstoffen bij waar de EU nu beleid voor ontwikkelt. Dat valt niet te rijmen met een project van 10 miljard euro dat voor tientallen jaren investeert in de transitie van fossiele brandstof, te weten aardgas. In dit opzicht is Nord Stream II niet alleen in strijd met het energiebeleid van de EU, maar ook met het staande klimaatbeleid.

De EU handelt dus in strijd met eigen beleid. Eigenlijk moet dat anders geformuleerd worden. Duitsland handelt in strijd met het energiebeleid van de EU dat het met powerplay geblokkeerd heeft. Dat heeft tot onmin geleid bij vooral Oost- en Zuid-Europese landen die zich als tweederangs landen behandeld voelen. Daarin hebben ze gelijk. Dat roept weer reacties op van deze Oost- en Zuid-Europese landen die in de hoofdsteden van West-Europa dan hoegenaamd niet begrepen worden. Maar in deze miskenning ligt de oorzaak.

Zo ontstaat de situatie dat Duitsland de kat is die de muizen van de EU de hoeken van de kamer laat zien. De VS is de hond die het opneemt voor de muizen. De Duitse kat en zijn partners (Nederland, Frankrijk, Oostenrijk) schreeuwen moord en brand en zegt dat de hond zich hier niet mee moet bemoeien. Maar de kat vergeet dat het zelf op de muizen jaagt en de interventie van de VS door eigen onrechtmatig en agressief handelen over zichzelf afgeroepen heeft.

Ik ben het niet vaak eens met de buitenlandse politiek van de VS, maar in dit geval wel. Het is trouwens eerder beleid van het congres in zeldzame eensgezindheid dan van president Trump die een 2/3de veto van beide kamers niet kan overrulen. Naast het feit dat de sanctiewet over Nord Stream II en Turkstream van senator Ted Cruz is opgenomen in de Defensiebegroting voor 2020. (Wel wat laat nu de pijplijn naar verwachting binnen een half jaar voltooid en opgeleverd wordt).

Het is jammerlijk dat de sancties van Nord Stream II door de VS opgelegd worden omdat het de machteloosheid van de EU symboliseert. Maar Duitsland en haar economische partners hebben dit te danken aan hun eigen autisme. Ze hadden beter na moeten denken voorbij hun idee van een ‘fast buck’ en afstand moeten houden tot het Kremlin en hadden beter het energiebeleid van de EU naar de lezer en de geest gevolgd.

Foto: Schermafbeeling van deel artikelRussisch-Duitse gaspijplijn provoceert Amerikanen en laat zien hoe de geopolitieke vork in de steel zit’ van Wout Willemsen op DDS, 22 december 2019.

Voorstel voor een permanente invulling van Oud Amelisweerd. Met aandacht voor topografie en het zwaartepunt op provincie Utrecht

Voorgeschiedenis en bestuurlijke afspraken
In 2018 ging de Stichting Museum Oud Amelisweerd (MAO) in landhuis Oud Amelisweerd failliet en liet schulden na. Het was vanaf het begin niet levensvatbaar. Dat had te maken met de lastige plek van een historische buitenplaats in een Bunniks bos, de strikte voorwaarden voor het uitbaten van een museum in verband met klimatisering, antiek 18de eeuws Chinees behang en het landgoed dat een rem op het bezoek zette, de slechte bedrijfsvoering en matige organisatie van Stichting MOA en de onvoldoende aansprekende en te smalle thematiek die was gebaseerd op het werk van de inmiddels overleden kunstenaar Armando. Hij nam gaandeweg afstand van de museumorganisatie waarmee hij een dubbelzinnige verhouding onderhield.

Gemeente Utrecht is eigenaar van het landhuis en heeft het onder beheer van het Centraal Museum en met medewerking van gemeentelijke diensten (Utrechtse Vastgoed Organisatie) en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed met inzet van vele specialisten voorbeeldig gerestaureerd. De kosten voor Utrecht bedroegen € 1,66 miljoen wat de raad voldoende vond en het college in juni 2012 via de ingetrokken, maar door het college overgenomen motie 56 (Armando zonder overheidsgeld) tot de afspraak dwong dat er geen euro in de exploitatie gestoken zou worden. Dat hield ook in geen huurderving of culturele subsidies. Het Utrechtse college hield zich niet aan de afspraak toen wethouder Kees Diepeveen in december 2016 aan de gewraakte Stichting MOA een subsidie van 75.000 euro gaf. Die toekenning was tegen de afspraken in ondanks het feit dat de voorwaarden door de raad oneigenlijk waren opgerekt door later over ‘structurele subsidie’ te spreken.

In november 2016 vroeg de Utrechtse raad in motie 188 het college om ‘een toekomstbestendige en realistische openstelling van het landhuis Oud Amelisweerd’. Dat leidde tot een onderzoek en vergelijking van scenario’s. Opnieuw was het kostenaspect hierbij leidend. In die zin dat de gemeente Utrecht de financiële ruimte om het landhuis open te stellen en te beheren wilde maximaliseren op € 100.000 per jaar. Dit werd in juni 2017 vastgelegd in de aangenomen motie 111.

Huidige situatie
In november 2018 publiceerde de Utrechtse Vastgoed Organisatie het ‘SELECTIEDOCUMENT TIJDELIJKE EXPLOITATIE LANDHUIS OUD AMELISWEERD (BUNNIK)’. Dat begint zo: ‘De gemeente Utrecht zoekt een tijdelijke huurder voor de periode 1 maart 2019 tot 1 maart 2020 voor het Landhuis Oud Amelisweerd. (…). Uiteindelijk wil de gemeente vanaf 1 maart 2020 een nieuwe permanente invulling geven aan het landhuis.’ Het was op initiatief van Museum Huis Doorn dat gesteund door de partners van de Stichting Samenwerkende Kasteelmusea Utrecht (SSKU)  in juni 2019 een ‘popup museum’ inrichtte waarover werd gezegd dat het een tijdelijk karakter had. Objecten uit de depots van de vier verschillende kastelen worden er tentoongesteld. Een bericht van de DUIC van 26 april 2019 zegt: ‘Het Huis Doorn huurt het museum één jaar, met ruimte voor verlenging als de tentoonstellingen succesvol blijken’. Dat laatste lijkt niet volledig in lijn met het Selectiedocument dat vanaf 1 maart 2020 zegde een ‘nieuwe permanente invulling te geven aan het landhuis’.

Nieuwe permanente invulling
De ‘permanente invulling’ van landhuis Oud Amelisweerd heeft dus nogal wat voeten in de aarde. Een externe dynamiek is nodig om de patstelling te doorbreken die al sinds 2012 bestaat toen de Utrechtse raad besloot dat er geen euro in de exploitatie gestoken mocht worden. Die dynamiek kondigde zich afgelopen week aan met de berichtgeving in een uitzending van onderzoeksprogramma Zembla (BNNVARA) over de omstreden verkoop van de Atlas Munnicks van Cleeff door het Koninklijk Huis aan de Utrechtse ondernemer John Fentener van Vlissingen. Kunsthistoricus Rudi Ekkart verklaarde in de uitzending dat het het meest logisch zou zijn geweest als de 1600 topografische tekeningen en prenten van de stad Utrecht en omgeving uit de 17de en 18de eeuw in Het Utrechts Archief (HUA) zouden zijn terechtgekomen. Aan de Utrechtse Hamburgerstraat heeft HUA een tentoonstellingsruimte. In een debat beweerde premier Rutte dat de Atlas eerst aan Utrechtse culturele instellingen was aangeboden, maar zij lieten desgevraagd aan Zembla weten nooit benaderd te zijn. Over deze kwestie hebben D66 en Groenlinks, evenals SP afgelopen week kamervragen gesteld aan Rutte.

Zo kondigt zich een mogelijkheid aan om met als kern de Atlas Munnicks van Cleeff een nieuwe invulling voor landhuis Oud Amelisweerd te vinden. Historisch sluit de Atlas goed aan bij het 18de eeuwse Chinese behang en de historisch buitenplaats. Omdat de Atlas in particulier bezit is dient nog wel overeenstemming bereikt te worden over bruiklenen of toekomstige verkoop aan HUA. Premier Rutte heeft wat goed te maken in dit dossier en kan zijn goede wil tonen door de familie Fentener van Vlissingen een ruimhartige fiscale tegemoetkoming over toekomstige erfbelasting aan te bieden als het de Atlas verkoopt aan het HUA zodat deze collectie voor Nederland bewaard blijft. HUA is het archief van de stad en de provincie Utrecht zodat ook de provincie in beeld komt als partner die betrokken wordt bij de exploitatie van landhuis Oud Amelisweerd.

Uitwerking
De rest is uitwerking. Zo zijn er geklimatiseerde vitrines met een beperkt lichtniveau nodig om de tekeningen en prenten te tonen. Ze kunnen vanwege de kwetsbaarheid voor licht vermoedelijk niet langer dan 6 weken achtereen getoond worden. HUA is een archief dat geen museum is en ook niet de kennis en denkwijze van een museum in huis heeft, maar een digitale voorsprong heeft genomen in presentaties die het een zekere reputatie heeft opgeleverd. Juist dat is in het lastig te klimatiseren landhuis Oud Amelisweerd prima inzetbaar en kan een mooie aanvulling geven aan de tekeningen en prenten. Voor de museale component kan samenwerking met het Centraal Museum gezocht worden, de voormalige beheerder van Oud Amelisweerd.

Hedendaagse kunst van Utrechtse (provincie) kunstenaars kan samen getoond worden met een selectie uit de Atlas Munnicks van Cleeff. Beide illustraties van Utrechtse kunstenaars bij dit commentaar geven aan wat kan. Een mogelijkheid is om de topografie van Utrecht als uitgangspunt te nemen. Zodat inwoners van de provincie Utrecht hun stad, dorp of buurtschap belicht kunnen zien. Ook via een website die als verlengde van de tentoonstelling fungeert. Een en ander kan gethematiseerd en uitgewerkt worden in een museumbeleid dat bijzondere aandacht besteedt aan topografie en landkaarten. Ook in historisch en mentaal opzicht. Dit benadrukt halverwege kunst en realiteit de feitelijkheid van kunst. Dat kan goed aansluiten bij een educatief programma voor scholen omdat topografie zich hier bijzonder voor leent. Zoals gezegd, met digitale hulpmiddelen. De tentoonstellingsruimte van HUA in de Hamburgerstraat kan aanvullend gebruikt worden door objecten te tonen die vanwege de klimatisering niet in Oud Amelisweerd getoond kunnen worden. Samenwerking met de collectie en de conservator Stadsgeschiedenis van het aan dezelfde Lange Nieuwstraat gelegen Centraal Museum kan voor verdere verdieping en maatschappelijke en politieke borging zorgen.

Foto 1: Isabel Ferrand, wereldkaart World Lace samengesteld uit 1300 porseleinen tegeltjes, 2013.

Foto 2: Harmen Brethouwer, Hurricane (in de serie: Delft Waves Suite), 2004. Inkjetprint op forex.