
Met ongenoegen bekijk ik al jaren het publieke debat in Nederland. Wat me niet bevalt wist ik niet precies, maar dat het me niet bevalt weet ik wel. Ik zie geen frisheid, sprankeling en heerlijke dwarsheid. Het is voorspelbaar en defensief. Sinds kort weet ik het. Het zijn kruimels verzuiling die ons door identificatie en groepsvorming de toegang tot de moderne tijd ontzeggen.
Burgemeester Bloomberg van New York verwoordde het onlangs zoals geen openbaar bestuurder van Nederland doet. Hij zegt dat iedereen moet kunnen zeggen wat-ie wil, zonder dat anderen het daar mee eens zijn. Da’s vrijheid van meningsuiting die pas betekenis krijgt als een opponent ruimhartig aan het woord gelaten wordt. Zo hoort het.
Zet dat tegenover de politieke, journalistieke en sociale bovenlaag van Nederland die lippendienst bewijst aan de meningsuiting. Ze zegt voor te zijn, maar stelt vervolgens zoveel voorwaarden van fatsoen, moraal, religieuze pacificatie, sociale vrede en economisch belang dat een grondrecht oneigenlijk afgebroken wordt. Wat steekt is niet de bekommernis om fatsoen, maar het valse beroep erop.
Beperkingen aan de meningsuiting bestaan. Dat begint bij aanzetten tot geweld en discriminatie van personen of een groep. Het gaat over een grens als de aangesprokene niet als gelijkwaardige deelnemer kan antwoorden. Na fysieke beschadiging of geestelijke vernedering is dat onmogelijk. Oftewel, beledigen mag, maar het bestaan en de motivatie van anderen in twijfel trekken is ontoelaatbaar.
Waar maak ik me druk over? Het gaat me niet om de schijnheiligheid van degenen die vanuit de coulissen hun eigenbelang verdedigen. Of om een weemakende moraliteit van kleinburgerlijke snit. Of om religie die in het publieke debat extra politieke en juridische bescherming geniet. Of om de drijfjacht in de bossen. Het gaat me om de democratische orde. Wat inhoudt dat we elkaar binnen spelregels accepteren.
Burgemeester Bloomberg begrijpt beter dan onze spraakmakende gemeente dat een debat noodzakelijk is voor de weerbaarheid van de democratie. Anders dreigen we te vervallen in autoriteit die vrijheden inperkt. Het valse beroep op fatsoen, moraal en beschaving om maar niet alles te zeggen leidt tot zelfcensuur. Tot zwijgen dat haaks staat op het idee van een open samenleving.
Wat te doen? Restjes verzuiling dienen opgeruimd te worden. Zodat het polderland in de moderniteit kan treden. Het glazen plafond van moralisme en beschaving, religiositeit, politieke consensus, sociale vrede en economisch eigenbelang perkte het publieke debat decennialang in omdat het gelijk liep met belangen die doorgaans verborgen bleven.
We kunnen beter terugvallen op fatsoen dat uit onszelf komt. Dat niet door externe krachten wordt opgelegd en het debat vertroebelt. Opzet is om de ander weer recht in de ogen te kijken. Ook bij zakelijke onenigheid. Zonder tussenkomst van woordvoerders die verwoorden en verwarren. Die zelfs onze identificatie voor hun rekening willen nemen. Pas als we onszelf zijn kunnen we coalities smeden.
Het is onze burgerplicht om de roep om openheid te concretiseren. Door meer deelnemers aan de inrichting van de samenleving en meer gebruikers van het vrije woord kan het glazen plafond doorbroken worden. Da’s een langlopend project. Het begint met het besef om zonder moralisme vrij te denken. De valse schijn moet aan diggelen.
Foto: Glaskoepel, Galeries Lafayette, Parijs.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...