Nacht 5: ‘Des employés grévistes dans un grand magasin de Paris’ (1936)

Agence Meurisse, ‘La nuit : des employés grévistes dans un grand magasin de Paris‘, juni 1936. Collectie: Bibliothèque nationale de France, département Estampes et photographie.

Zijn dit beelden uit René Clairs film ‘Paris qui dort‘ (1925) die een stad toont die uitgestorven en voor lange tijd in slaap is? Op de waker hoog in de Eiffeltoren en net gelande vliegtuigpassagiers uit Marseille na.

Nee, dit is juni 1936. De periode van het begin van het linkse Volksfront van Léon Blum. Het moment om betere arbeidsomstandigheden te eisen. Op weg naar de verzorgingsstaat.

De medewerkers van het warenhuis zijn in staking. De persfoto’s zijn duidelijk geënsceneerd. De medewerksters slapen niet echt, maar doen voor de foto even een oogje dicht. Enkelen doen daar niet aan mee en kijken recht in de camera van de fotograaf van fotopersbureau Meurisse dat trouwens een jaar later ophield te bestaan.

Agence Meurisse, ‘La nuit : des employés grévistes dans un grand magasin de Paris‘, juni 1936. Collectie: Bibliothèque nationale de France, département Estampes et photographie.

Het ziet er vreemd uit. Je ziet het pas als je het door hebt. Dit is een staking en nachtelijke bezetting van een Parijs warenhuis. De persfoto’s doen meer dan registreren, samen met de stakers creëren ze een nieuw beeld.

Gedachten bij foto ‘nieuw Gulf benzinestation’ in Cadzand-Bad (1966)

De datering van deze foto van Oscar de Milliano is circa 1966. Tot ongeveer die tijd was Cadzand in West Zeeuws-Vlaanderen de jaarlijkse vakantiebestemming van ons gezin. Er werd een vakantiehuis voor een jaar en later voor een maand gehuurd. Tot de bouw van de Atlantikwall had mijn vader een huisje in de duinen dat omstreeks 1942 onteigend of liever gezegd ingepikt werd door de Duitsers. Nu is Cadzand onder invloed van de Duitse toeristenindustrie compleet van aanzien veranderd. Zoals overal hebben projectontwikkelaars en financiële instellingen er de macht gegrepen. De Duitse cirkel is rond, van Atlantikwall tot Erholungszentrum.

Na de oorlog was Cadzand een boerendorp dat vanwege de goede verdiensten geleidelijk aan toerisme ging doen. Eerst werden het eigen huis verhuurd aan toeristen en sliepen de bewoners tijdens de vakantieperiode elders. Later werd het grootschaliger aangepakt. Zoals overal in Nederland nam sinds midden jaren 1960 de voorspoed toe. Dit Gulf benzinestation in Cadzand is de aangekondigde dood van de vooruitgang. Auto’s en fossiele brandstoffen die nu als probleem worden gezien, waren toen een symbool van moderniteit en vrijheid. Deze auto met een kenteken uit 1964 is er de uiting van. De auto wordt volgetankt door een oudere man in overall en een pet op. De autobezitters kijken naar fotograaf De Milliano. Wat vragen ze zich af?

Foto: Oscar de Milliano, ‘nieuw Gulf benzinestation’ in Cadzand-Bad, circa 1966. Collectie: Beeldbank Zeeland.

Naast het trilemma van de pandemie (gezondheidszorg, economie en grondrechten) is er ontspanning. ‘Domenica d’Agosto’ (1950)

Er komt een moment dat het belangrijke over het coronavirus is gezegd. Totdat een vaccin is ontwikkeld zullen we er nog maanden of jaren mee opgezadeld zitten. Dat vooruitzicht stemt somber. In de berichtgeving tekenen zich drie verhaallijnen af over het virus: dat van de gezondheidszorg, economie en grondrechten. Ze houden verband met elkaar, maar lijken niet in alle combinaties volledig samen te gaan. Dat doet denken aan het trilemma van Dani Rodrik. Dat zegt dat van de drie aspecten democratie, nationale soevereiniteit en globale economische integratie er slecht twee volledig gecombineerd kunnen worden. Kondigt zich ook een trillemma over het coronavirus aan waarbij gezondheidszorg, economie en grondrechten niet alledrie kunnen worden gecombineerd? Er moet er één afvallen. Als de overheid inzet op de gezondheidszorg zoals nu in Nederland gebeurt, dan gaat dat ten koste van de economie. Als een overheid inzet op de economie zoals nu in Brazilië lijkt te gebeuren, dan gaat dat ten koste van de gezondheidszorg. Als een overheid inzet op de grondrechten, dan gaat dat ten koste van zowel een deel van de gezondheidszorg als van de economie.

De hypothese van het trilemma van de pandemie is niet waar het hier om gaat. Het gaat om kunst. Mensen zijn grotendeels aan huis gekluisterd. Musea, muziekgebouwen, bioscopen en schouwburgen zijn gesloten. Veel culturele instellingen ontplooien digitale initiatieven en ontsluiten hun collecties en registraties. Eye Filmmuseum blijft niet achter en komt met quarantaine thuiskijktips. Maar het is een magere selectie. De publieke omroep laat het tot nu toe afweten en biedt geen extra kunstprogrammering, zoals registraties van muziek en drama of klassieke cinema. Dat laatste is ook een rechtenkwestie. Mogelijk kan de overkoepelende EBU daar iets in bereiken tijdens de crisis. Wellicht komt het deze zomer in een versnelling als er gaten in de programmering vallen door weggevallen sportevenementen die doorgaans het zomerseizoen domineren.

Op internet zijn onnoemelijk veel klassieke films te zien. Diverse media hebben daar afgelopen weken verdienstelijke overzichten van gegeven. Ik wil niet achterblijven en verwijs graag naar een Italiaanse film uit 1950 van Luciano Emmer ‘Domenica d’Agosto’ (Zondag in augustus ofwel de toenmalige Nederlandse titel Dagjesmensen). Wikipedia vat de inhoud samen: ‘Een zondag in augustus 1949 in Rome: de inwoners van de hoofdstad gaan massaal naar het strand van Ostia. In de verlaten stad blijven nog maar een paar mensen over. ’s Avonds keert iedereen terug naar huis, klaar om de volgende dag zijn professionele bezigheden te hervatten …’ Met een jonge Marcello Mastroianni. In de stijl van het Italiaanse neorealisme met de straat als locatie van een land dat nog bezig is zich te ontworstelen aan de schaduw van de oorlog. Laten we voor even het trilemma van de pandemie vergeten en er een vierde, hoognodige poot bij aanschroeven: ontspanning.

Sanders doet er verstandig aan de bourgeoisie niet te epateren door zich socialist te noemen. Want hij is een sociaal-democraat

Econoom Paul Krugman heeft kritiek op de Democratische presidentskandidaat Bernie Sanders. Niet vanwege zijn beleidsprogramma, maar vanwege zijn marketing of de branding van zijn persoon. Sanders noemt zich socialist en soms, maar niet altijd laat hij dat voorafgaan door het adjectief democratisch. Krugman meent dat Sanders hiermee een fout maakt en hij Trump en de Republikeinse partij onnodig munitie geeft. Zoals Paul Krugman zegt, de term socialist roept eerder de associatie met Venezuela of Stalin op, dan met Denemarken.

In een gesprek voor Democracy Now! gaat Krugman in gesprek met econoom Richard Wolff. Krugman is mede uitgenodigd vanwege zijn artikelBernie Sanders Isn’t a socialist; But he plays one on TV. That’s a problem’ in de New York Times van 13 februari 2020. Het is een gesprek tussen doven. Wolff laat niet goed tot zich doordringen wat Krugman zegt en grossiert in historische vergezichten. Krugman is het niet vanwege het beleid met Sanders oneens, maar vanwege de marketing van dat beleid. In het debat waagt Krugman zit er niet aan om het verschil tussen een socialist, een democratisch socialist en een sociaal-democraat uit te leggen. Dat komt mede omdat Wolff claimt dat het socialisme een brede beweging is die lastig af te bakenen is. Voor de praktische politiek waar dat soort nuancering en onderscheid niet gehoord wordt is dat niet zinvol.

Ik ben het eens met Krugman en vindt het onverklaarbaar dat Sanders’ campagneteam de term ‘socialist’ blijft hanteren in de marketing van Sanders persoon. Krugman geeft in zijn artikel de volgende verklaring: ‘Dus waarom noemt Sanders zichzelf een socialist? Ik zou zeggen dat het vooral om personal branding gaat, met een vleugje vreugde over het shockeren van de bourgeoisie. En deze zelfgenoegzaamheid deed geen kwaad zolang hij maar een senator uit een zeer liberale staat was.’ Ik zie ook  een andere verklaring, namelijk de dynamiek en machtsverhouding binnen de campagne en het aanspreken van de meest actieve achterban, de links-radicalen of zeer progressieven. Daarnaast blijft Sanders ondersteund en gevoed worden door links-alternatieve media die hem ondubbelzinnig een socialist noemen. Of ze daarmee dezelfde blauwdruk van de VS voor ogen hebben als Sanders en zijn campagenteam valt te bezien. Zo blijft de onzekerheid in stand.

Nu Sanders afstevent op de Democratische nominatie, hoewel die nog niet zeker is, maar hij in elk geval de koploper is, lijkt de tijd gekomen om afscheid van de verwarrende term socialist te nemen. Het merkwaardige is dat Sanders de term socialist blijft gebruiken, terwijl hij notabene als referentiepunt de Scandinavische sociaal-democratie heeft. En zeker niet Venezuela, Nicaragua of de Sovjet-Unie van Stalin. Maar dat misverstand houdt hij op dit moment wel in de wereld. Nogmaals, dat is onbegrijpelijk, onnodig en schadelijk.

Bij een artikel op RawStory schreef ik op 23 februari 2020 een reactie. Ik had Krugmans artikel toen nog niet gelezen: ‘That is why the Sanders campaign team would be wise to avoid the term ‘socialism’ and use the term ‘social democracy’ because of the association. In Europe, that difference is clear to every citizen, but it is possible that the US, due to a different history and relative isolation from the rest of the world, does not fully understand what the terms mean and what emotional value they represent. It is striking that this difference was also not picked up by the author of the article.’ We zullen zien hoe Sanders’ personal branding evolueert.

Foto 1: Schermafbeelding van deel opinie-artikel van Paul Krugman ‘Bernie Sanders Isn’t a Socialist; But he plays one on TV. That’s a problem’ in de New York Times, 13 februari 2020.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelSen. Bernie Sanders to explain his democratic socialist views’ in USA Today, 18 november 2015.

Enquête over bevolkingsgroei en immigratie laat pijnlijk uitkomen dat Nederland een immigratieland zonder immigratiebeleid is

Of men het wel of niet eens is met de analyse van demograaf Jan Latten naar aanleiding van een onderzoek naar bevolkingsgroei en immigratie dat in opdracht van De Telegraaf werd gehouden, op één punt heeft hij onmiskenbaar gelijk. Namelijk dat Nederland een samenvattend beleid moet ontwikkelen over immigratie. Hoe bizar het ook klinkt, dat ontbreekt op dit moment. Dat is ongewenst. De Nederlandse politiek moet zelf kunnen bepalen wat het met het land wil. Zoals Latten zegt is het een politieke beslissing hoe om te gaan met het binnenlaten van migranten. Juist daarom moeten de knoppen ontwikkeld worden waar Nederlanders aan kunnen draaien. Links- of rechtsom. De absurditeit is dat vanaf de komst van de gastarbeiders in de jaren 1960 de Nederlandse politiek ontkent een immigratieland te zijn, terwijl de feiten al tientallen jaren aangeven dat Nederland dat wel is. Bij de status van een immigratieland hoort een immigratiebeleid. Zoals landen als Canada of Australië dat hebben. De interessante vraag is door wie dat de afgelopen decennia is geblokkeerd. Overigens, het is de vraag of de grenzen zo makkelijk kunnen worden gesloten als Latten veronderstelt.

Lachen bij de nuanceringen van Asha over het Redelijke Midden. De geschiedenis leert: een column kan om te lachen en te huilen zijn

Wat een opmerkelijk onbezonnen mens, die Asha ten Broeke. Ik kende deze columniste van De Volkskrant niet en vind het met terugwerkende kracht oprecht jammer dat ik haar geniale inzichten heb gemist. Want een beetje humor is nooit weg. En om de ‘denkbeelden’ van Asha valt smakelijk te lachen. Ze is zo cool.

Asha, redelijke tijden zijn de uitzondering. Wat dat betreft leven we op dit moment in normale tijden. De geschiedenis is te veelgelaagd om daar op emoties gebaseerde verregaande uitspraken over te doen.

Asha, wat heb je een enge opvatting van wat een radicaal is. Herinner je de radicaal-liberalen van de jaren 1880? Ze namen een middenpositie in en waren hervormingsgezind. De historicus E.H. Kossmann omschreef deze radicalen zo: ‘zij vormden integendeel een nieuwe, politieke, sociale en artistieke avant-garde.’ Nuancering dus. Het is wellicht comfortabel om de geschiedenis uitsluitend met de bril van 2019 te bekijken, maar verklaren doet dat weinig.

Maar ok, laten we voor het debat meegaan in je framing die radicalen met hun neusjes haaks zet op wat je zo grappig het Redelijke Midden noemt. Lachen bij de nuanceringen van Asha. Maar wat hebben we dan op dit moment te verwachten van de ideeën van links-radicalen en rechts-radicalen? Wat hebben ze te bieden aan constructiefs? Ze schoppen tegen de gevestigde orde zonder een blauwdruk voor de reconstructie van de puinhopen bij te leveren die ze in hun ondergangsfantasieën aanrichten. Pim Fortuyn had het als rooms-katholiek over zichzelf, met zijn puinhopen van paars. Maar laten we niet persoonlijk worden. Je weet dat Lenin niet alleen bij radicaal-links, maar ook bij radicaal-rechts gehoor vindt? Vraag het Steve Bannon.

Het is juist dat het ‘gematigd realisme’, dat in Nederland loopt van gematigd-rechts (VVD) tot gematigd-links (PvdA), op dit moment wars van daadkracht, ambitie en ideeën is. Dat is niet per definitie altijd zo. Herinner je je de opbouw van de verzorgingsstaat en de rol van krachtige sociaal-democraten als Floor Wibaut, Clement Attlee en Willem Drees die veel goeds hebben gebracht? Het was niet hun radicalisme, maar hun realisme dat dit bewerkstelligde. Je weet ook dat sociaal-democraten en linkse-radicale communisten in de 20ste eeuw een bloedhekel aan elkaar hebben gehad. Maar communisten hebben met hun ideeën nergens iets voor elkaar gebokst. Of je moet Noord-Korea of Nicaragua als voorbeelden beschouwen die volgen uit radicale ideeën.

Je analyse kan daarom maar beter een andere zijn. Het gaat er niet om dat het gematigd-realisme vervangen of gevoed moet worden door het radicalisme, maar hoe het gematigd realisme gerevitaliseerd kan worden. Want dat dat laatste nodig is ben ik met volmondig je eens. Het is overigens linke soep zoals uit je betoog blijkt dat je onder radicalen uitsluitend links-radicalen verstaat. Pas op je wat je overhoop haalt. Herinner je je de geschiedenis van de Weimar-republiek waar de gematigde realisten niet door rechts-radicalen, maar door de links-radicalen werden verraden? Bezin eer je begint.

De Volkskrant verdient je humor. Hopelijk blijf je met je woorden onderstrepen hoe het niet zit. Je dia-positief van de omgekeerde mening helpt de lezer om je argumenten in tegenargumenten, en omgekeerd, om te zetten. Je bent de provocateur om aan te tonen dat radicalen met hun ideeën geen oplossing geven. Gematigd realisten zorgen ervoor dat Nederland marcheert. Schoon water uit de kraan, verwarming, vuilnisophaal, kunstuitvoeringen, bouw van huizen, noem maar op. In theorie hebben filosofische vergezichten over wat jij onder radicalen verstaat zin, maar in praktijk zijn ze een bedreiging die we maar beter niet goedpraten.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelDe geschiedenis leert: vooruitgang begint vaak met een radicaal idee’ van Asha ten Broeke in De Volkskrant, 5 september 2019.

Trilemma van Rodrik wijst voor de EU op de keuze voor nationale soevereiniteit en democratie ten koste van de interne markt

Omdat er nog een economische rechtvaardiging ontbrak aan de politieke analyse verwijs ik in aanvulling op mijn commentaar over het Marshallplan 2.0 naar bovenstaande video van hoogleraar internationale politieke economie Dani Rodrik uit 2011. Rodrik is bekend geworden door de formulering in 2007 van zijn trilemma: ‘It says that democracy, national sovereignty and global economic integration are mutually incompatible: we can combine any two of the three, but never have all three simultaneously and in full. Dit trillemma komt erop neer dat de hyperglobalisering waarin banken en multinationals eenzijdig de macht hebben gegrepen wordt teruggedraaid ten gunste van de opwaardering van de nationale (en zelfs lokale) soevereiniteit en democratie.

In de EU is als gevolg van de globalisering en het opdringen van machtige spelers spanning ontstaan tussen de dominantie van de interne markt én het concurrentievermogen en de evenwichtigheid van de economieën van de afzonderlijke EU-lidstaten. Zoals de ‘linkse’ Britse hoogleraar economie Philip Whyman aan de hand van Rodriks gedachtegoed in een aflevering van VPRO’s Tegenlicht benadrukt is de Britse economie ‘zwaar uit balans’ (na 25’) met een te grote financiële industrie en een te kleine maakindustrie. Binnen de interne markt wordt die tendens eerder versterkt dan afgezwakt. Brexit lijkt voor het VK de enige manier om dat proces te stoppen omdat de EU de nationale staten niet de ruimte biedt om dat principe van de interne markt af te zwakken door ruimte te scheppen voor het versterken van de concurrentiekracht van de nationale staten.

Simpelweg gezegd zorgt de interne markt van de EU voor diversificatie en specialisatie ten koste van spreiding en binnenlandse harmonisatie. Dit aspect van economische politiek van de Brexit blijft in de discussies erover grotendeels onderbelicht, hoewel linkse economen en politici het wel noemen als pro-Brexit argument.

De driedeling is de volgende: 1) In aanvulling op een Marshallplan 2.0 voor de EU dat opteert voor het herstel van de verzorgingsstaat en een strenger migratiebeleid moet 2) de economische politiek van de EU aangepast worden door de dominantie van de interne markt -die een vorm van globalisering is- af te zwakken zodat in het trilemma van Rodrik ruimte ontstaat voor nationale soevereiniteit en democratie en 3) de supranationale krachten die op dit moment de interne markt ‘in bezit’ hebben genomen teruggedrongen worden en de zeggenschap over de economie weer verschuift naar de nationale politiek. Er dient streng voor gewaakt te worden dat de globale machten niet in de vermomming van nationale krachten terugkeren. Lokale initiatieven vanuit de basis kunnen dit bemoeilijken door het model van onderop te voeden. Een belangrijk neveneffect is dat deze aanpak van de hyperglobalisering die de (neo)-liberalisering tackelt motivatie, programma en nieuwe zin geeft aan het sociaal-democratisch gedachtegoed waarbij de factor arbeid wordt opgewaardeerd.

De reset van de economische politiek van de EU die het oppergezag van de interne markt terugschroeft heeft als doel om a) de hyperglobalisering van de Europese economie terug te dringen, b) de economie weer in handen van de nationale politiek te leggen, c) de verstorende, ontregelende invloed van de globalisering en de over grenzen heen opererende multinationals en financiële instellingen die daar verantwoordelijk voor zijn terug te dringen ten gunste van nationale (en lokale) producenten en dienstverleners, e) de levensvatbaarheid en flexibiliteit van de EU te verhogen en f) de centrumkrachten die in een strijd gewikkeld zijn met de links-populisten en rechts-populisten instrumenten in handen te geven om het politieke initiatief terug te nemen.

Ideeën voor een Marshallplan 2.0 dat verzorgingsstaat herstelt en een nieuw migratiebeleid ontwerpt. Kern is het besef van urgentie

De Groene biedt een interessant interview van Lex Rietman met de Portugese socioloog Boaventura de Sousa Santos over Europa. Het gaat me er niet om of wat hij zegt klopt, maar vooral tot welke ideeën de gedachten van De Souza Santos leiden. In bovenstaande passage heeft hij het over het Marshallplan dat in 1948 in werking trad en achteraf als een succes wordt gezien. Tegelijk was het ook een middel van de VS om West-Europa binnen de eigen invloedssfeer te houden. Vraag is of dat in een andere vorm herhaald kan worden in een Marshallplan 2.0 en onder welke voorwaarden dat dan moet. Dat is een vraag naar de noodzaak voor zo’n integraal plan. Want als het er eenmaal is dan kan het mits goed uitgevoerd succesvol zijn. Maar hoe, door wie, waarom en onder welke randvoorwaarden en met welke afgrenzing moet het opgetuigd worden?

Sinds 1948 is er veel veranderd. Het belang van Europa en het Europees-Amerikaans bontgenootschap neemt af en los van het huidige bewind van president Trump zijn de VS politiek, economisch en cultureel niet meer zo dominant als 70 jaar geleden. Landen als China en India zijn aan een opmars bezig. Maar toch, nog steeds zijn de VS en de EU de machtigste economische blokken ter wereld. Ze hebben elkaar ook in cultureel opzicht nog steeds veel gemeenschappelijks te bieden. Is er nu geen ‘onderprestatie’ en ‘onderwaardering’ van een in potentie goede samenwerking? Complicatie is dat er in zowel de VS als de EU economische krachten over grenzen heen zijn, zoals multinationals en financiële instellingen die hun eigenbelang stellen voor het algemeen belang van de VS en de EU. Die krachten moeten in een Marshallplan 2.0 teruggedrongen worden.

Ik heb het Marshallplan altijd begrepen als een project dat opgetuigd werd door de Amerikaanse regering om West-Europa van het communisme te redden én van Europa een afzetmarkt voor de Amerikaanse economie te maken. Maar ook om Europa cultureel te binden aan de VS. Het lamgeslagen Europa van 1948 zit in 2019 in een betere positie, hoewel dat anders lijkt door een sfeer van defaitisme die het oude continent teistert.

Het is nu een wat ideeën-arme periode in Washington, Londen en Brussel, maar als over enkele jaren de waan van de dag wat is uitgewoed en daar weer capabele leiders aan de macht zijn dringt wellicht het besef door dat door de opkomst van het rechts-populisme in landen als Italië, Polen, Hongarije, Zweden, Duitsland, het VK en Frankrijk een nieuw overkoepelend plan nodig is om dat te counteren. Een extra zet kan de afnemende populariteit van de Russische president Putin en het einde van zijn termijn als president in 2024 geven.

De optie is een Marshallplan 2.0 dat niet uitgaat van het communisme dat Europa bedreigt, maar van de middelpuntvliedende krachten van het rechts-populisme dat de EU wil ontmantelen. Zonder dat populisten een masterplan hebben voor hoe het dan wel moet. Terwijl in 1948 de kern van het toenmalige Marshallplan de wederopbouw van Europa was, kan de kern van Marshallplan 2.0 de reconstructie van de verzorgingsstaat en het verbeteren van sociaal-economische factoren zijn. Zoals de aanpak van belastingontwijking, inkomensongelijkheid en de herwaardering van arbeid boven kapitaal. Dat neemt het rechts-populisme de wind uit de zeilen. Een aanwijzing hiervoor is de motivatie van de Britten om voor de Brexit te stemmen. Hoofdoorzaak was de afbraak van de verzorgingsstaat door de regering Cameron. Als ijkpunt kan worden teruggegaan naar de verworvenheden die bestonden aan het einde van de 1970s voordat het neoliberalisme van Thatcher en Reagan leidend werd en het sociale contract tussen overheid en burgers verbroken werd.

Het gaat om het besef van urgentie. Daar draait alles aan. Dat is de inschatting van wat we hebben, wat we kunnen verliezen en hoe we dat verlies kunnen voorkomen. De analyse wordt al vele jaren gemaakt dat de afbraak van de verzorgingsstaat en het opdringen van het casino-kapitalisme van multinationals en financiële instellingen voor samenlevingen schadelijk is. De ongelijkheid neemt toe en de sociale cohesie neemt af. Maar vervolgens gebeurt er niks. Omdat het bedrijfsleven sinds 1980 de macht heeft gegrepen en de politiek in de zak heeft zal het die macht nooit vrijwillig afstaan. Er zijn echter ook stemmen binnen het bedrijfsleven die van mening zijn dat de privatisering en afbraak van de verzorgingsstaat te ver is doorgeschoten. Zij moeten aan boord worden genomen om de urgentie voor het Marshallplan 2.0 in eigen kring te bepleiten.

Opzet is een fors, integraal plan van aanpak dat grensoverschrijdend is, de economie politiseert en de politiek de-ëconomiseert en de centrum-linkse en centrum-rechtse partijpolitiek weer instrumenten geeft om de kiezers te binden aan de hand van een redelijk egalitair programma dat de verzorgingsstaat restaureert en de immigratiepolitiek tijdelijk stabiliseert. De aanpak hoeft niet gericht te zijn tegen rechts-radicale en links-radicale partijen die vijandig staan tegenover de EU en de universele waarden. De aanpak moet het positieve benadrukken en ook de hoop en verwachting van de wederopbouw reconstrueren. Onderdeel daarvan is ook een culturele opleving, ambitie en zelfvertrouwen waarbij de Europese kunst en cultuur weer centraal komen te staan en een hoofdrol is weggelegd voor kunst, taal en geschiedenis van de afzonderlijke landen. Als er frictie bestaat met de cultuur en economie van de VS of tussen de afzonderlijke Europese landen onderling hoeft dat binnen het plan niet opgelost te worden omdat er genoeg gemeenschappelijke grond overblijft.

De migratie van buiten de EU moet tijdelijk opgeschort worden om te komen tot een beleid dat past bij emigratielanden die per land zelf voorwaarden stellen aan wie ze wel of niet binnenlaten. De instroom moet beter gecontroleerd worden en afgestemd worden op de behoeften van de ontvangende landen. Toegang tot sociale voorzieningen of toegang tot rechten kan hierbij een rol spelen als fysieke afbakening onmogelijk lijkt. Daarna moet een nieuw overkoepelend immigratiebeleid binnen de EU in werking treden dat is gemodelleerd naar de Amerikaanse, Canadese en Australische voorbeelden waarbij het ontvangende land eenzijdig de voorwaarden stelt. Stabilisatie is een voorwaarde voor integratie. Maar de EU-lidstaten spreken wel af om uitgaande van een beleid vol compassie met elkaar verantwoordelijk te zijn voor de ontvangst van migranten.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel‘We moeten de kapitalistische overheersing ter discussie stellen’’ in De Groene, 5 juni 2019.

Foto 2: Affiche van het Marshallplan, Collectie NIOD.

Het is een cliché, maar de crisis van de westerse democratie biedt kansen. Hoe dan ook via herschikking van de politieke macht

Tegenstanders van de westerse alliantie beleven gouden tijden. In Frankrijk zorgen de protesten van de Gele hesjes voor instabiliteit en ondermijning van de positie van president Macron. Het Kremlin zou de protesten actief voeden via (sociale) media, aldus het Duitse t-online. De conservatieve commentator en anti-Trumpiaan Max Boot weet zeker dat het Kremlin deze protesten voedt. In het Verenigd Koninkrijk koerst premier May af op een nederlaag in het Lagerhuis in een stemming op 11 december over de Brexit. Wat de uitkomst ook is, de instabiliteit is immens in Westminster. De Britten zijn vooral met zichzelf bezig. Het is zelfs niet uitgesloten dat de radicaal-linkse, anti-Navo en anti-EU leider van Labour Jeremy Corbyn in 2019 May’s opvolger wordt. In de VS zijn er de onderzoeken naar de geheime samenwerking of zelfs samenzwering van president Trump en de rechtszaken tegen oud-medewerkers van hem (Manafort, Flynn, Cohen) door speciale aanklager Robert Mueller, lokale aanklagers (Southern District of New York) en grand jury’s. Trumps positie is kwetsbaar en een afzettingsprocedure in het Huis van Afgevaardigden komt naderbij omdat hij van misdaden wordt beschuldigd en daarop of juridisch of politiek geantwoord moet worden. Een patstelling en een constitutionele crisis dreigt waarbij Trump van geen wijken wil weten, maar hij evenmin nog krachtig en gecoördineerd kan handelen.

Of het aan het meesterschap van kanselier Angela Merkel te danken is dat Duitsland tot nu toe de dans ontspringt van de maatschappelijke onrust en het opdringen van linkse en rechtse populisten is de vraag. Duitsland is een tamelijk decentraal geleid land waar de regio’s veel autonomie hebben. Maar waar in het Verenigd Koninkrijk dezelfde autonomie van Schotland, Wales of Noord-Ierland zich tegen de centrale macht keert, lijkt dat in Duitsland (nog) niet het geval. Daarnaast gaat het in Duitsland economisch goed en is de welvaart evenwichtiger verdeeld dan in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk of de VS waar meer echte armoede onder de bevolking heerst. Nederland gaat het als Duitse ‘buitenprovincie’ vergelijkbaar goed als Duitsland.

Dat buitenlandse agitatoren kunnen inbreken in westerse samenlevingen is een teken aan de wand. Het middel daartoe is propaganda van buitenlandse media die in het Westen sociale media als Facebook en Twitter gebruiken om hun desinformatie te verspreiden. Nog steeds zijn deze Amerikaanse techbedrijven niet bereid om hun journalistieke verantwoordelijkheid te nemen en vol in te zetten op het blokkeren van nepnieuws. Maar het is de voedingsbodem voor de desinformatie die het verschil maakt, niet het middel daartoe.

Het wordt al jaren als waarschuwing én voorspelling van de daken geschreeuwd dat het een wonder is waarom de bevolkingen van westerse landen zo apathisch blijven onder de verslechtering van hun positie. Sinds de jaren ’80 zijn de voorzieningen van de verzorgingsstaat afgebouwd, is de gelijkheid én het aandeel van de vergoeding voor arbeid in de samenleving afgenomen, en hebben grensoverschrijdende financiële instellingen en multinationals succesvol de macht gegrepen door de politiek op te kopen en zich door belastingontwijking en afspraken over belastingbetaling te verrijken en zich door die vinger in de pap boven de orde te plaatsen.

Wat in Frankrijk gebeurt hoeft geen verloren crisis te zijn als die tot iets goeds leidt. Met een nieuw Deltaplan en herschikking van de politieke macht. Het kan landen wakker schudden dat ze zich moeten versterken tegen de binnen- en buitenlandse vijanden die erop uit zijn om de EU te ondermijnen. Maar streven naar autonomie, zelfbewustzijn en in het eigen algemeen belang handelen zijn niet altijd de randvoorwaarden van de EU. Dat maakt de afhankelijkheid van Russisch gas (Gazprom) via de aanleg van gaspijplijn Nord Stream II duidelijk die in tegenspraak is met het Third Energy Package van de EU. Deze tegenstrijdigheid is giftig omdat het bedrijven die de Europese politiek hebben gekaapt zijn die het energiebeleid bepalen. Dat is in een echte democratie onaanvaardbaar. Het is ook de vraag of de EU niet al door zowel binnenlandse verdeeldheid en dissidenten (Hongarije, Polen, Italië) of afhankelijkheid van multinationals en banken te ver is afgegleden om nog te redden in haar huidige vorm. Hoe dan ook kan het besef van urgentie dat westerse landen zelfstandig en hard moeten vechten voor het behoud van de eigen democratie krachten mobiliseren die nu nog slapen.

Foto 1: ‘Les investigations portent sur les conditions dans lesquelles certains comptes ont été créés ainsi que sur l’activité suspecte de sites. LP/Yann Foreix’ (‘De onderzoeken betreffen de voorwaarden waaronder bepaalde accounts zijn aangemaakt en de verdachte activiteit van sites’). Artikel ‘Gilets jaunes : enquête sur une possible ingérence étrangère’ (‘Gele hesjes: onderzoek naar mogelijke buitenlandse inmenging’) in Le Parisien, 8 december 2018. 

Foto 2: ‘Gilets jaunes’ met Russische vlag van de DNR op de Parijse Champs-Élysées in Fdesouche, 8 december 2018.

 

Anne Applebaum en Joshua Livestro willen het politieke midden laten herleven. Bestrijdt fraude en corruptie, niet de islam

Twee recente opinie-artikelen zijn een pleidooi voor een nieuwe politiek van het politieke midden en een waarschuwing voor samenwerking met radicale partijen, vooral die van rechts. De Amerikaanse journaliste Anne Applebaum geeft in The Washington Post met het artikelWant to revive the political center? Fight corruption’ een omvattende checklist, ofwel programma waaraan centrumpartijen moeten voldoen om weer het initiatief naar zich toe te trekken. De conservatieve denker Joshua Livestro stelt aan de hand van de kwestie Blok in het artikelAffaire-Blok moet VVD en CDA wakker schudden’ in NRC dat de centrum-rechtse VVD en CDA hun ziel hebben verkocht door op te schuiven in de richting van de radicaal-rechtse PVV en FvD.

Livestro illustreert dat aan de hand van de controversiële uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken Blok die de retoriek en agenda van radicaal-rechts overneemt. Dat acht hij contra-productief en ongewenst. Livestro verwijst naar het begrip ‘ideological collusion’ – dat hij vertaalt als ‘ideologische samenspanning’ – van de Amerikaanse politicologen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt dat inhoudt dat centrumpartijen in de samenwerking met radicale partijen de retoriek en agenda van die randpartij overnemen. Minister Blok is er het levende bewijs van, hij neemt de doembeelden over immigratie van radicaal-rechts over en centrum-rechtse partijen als VVD en CDA ondermijnen ermee hun eigen gedachtengoed. In bovenstaand citaat licht hij toe dat ze zich hiermee overbodig maken. Gevraagd wordt een nieuwe bewustwording bij de centrumpartijen en een koerswijziging weg van de retoriek en het gedachtengoed van radicaal-rechts. De samenspanning met de randpartijen of het buigen in hun richting brengt niets goeds. Noch electoraal, politiek of maatschappelijk.

Applebaum constateert dat de rechtse randpartijen van energie barsten en het ‘oude’ centrum-links of centrum-rechts uitgeblutst toont. De oude partijen zijn op zoek naar een programma dat ze niet kunnen vinden. Zij waarschuwt net als Livestro voor het aanhaken bij radicaal-rechts (‘Some aretrying to peddle milder versions of the far right’s racism‘). Applebaum doet een poging dat programma te formuleren. Haar alternatief bestaat eruit dat de centrumpartijen om te beginnen de agenda moeten wijzigen en het niet langer over immigratie, ras en de islam moeten hebben: ‘Change the subject. Centrists, and genuine democrats, should stop talking about immigration, race and Muslims, all issues blown well out of proportion by tabloids.’

Volgens Applebaum moeten centrumpartijen zich verenigen rond de echte thema’s die onze politiek en economie verstoren zoals ‘politieke corruptie, het witwassen van geld, en de belastingparadijzen en lege vennootschappen (‘Shell companies’) die een paar mensen toestaan veel geld uit onze landen weg te sluizen en het, soms letterlijk, op Caribische eilanden te verbergen. Hoewel dit allemaal afzonderlijke onderwerpen zijn, zijn ze verbonden.’ Volgens Applebaum moet dat gecorrumpeerd financieel systeem aangepakt worden omdat het de gewone mensen beschadigt en in de armen van de radicaal-rechts dwingt. Feitelijk leidt de heroriëntatie van de centrumpartijen tot twee vliegen in één klap: het maakt deze partijen weer relevant en ontneemt de randpartijen hun vijver van ontevreden burgers om in te vissen en electoraal mee te scoren.

Applebaum zegt dat het Westen initiatief moet nemen en terug moet naar de ideologie van vóór premier Thatcher en president Reagan die in de jaren 1980 de overheden terugtrokken en de vrije markt aan hun lot overlieten. Met als gevolg het neoliberalisme waarin politiek is geëconomiseerd, zwakkeren onbeschermd achterblijven en de staat nog slechts op een waakvlam opereert. Applebaum is niet de eerste dit dit zegt en daarom is het lastig in te zien hoe de geest weer terug in de fles kan. Een krachtige bestrijding tussen landen van belastingontwijking en corruptie, en het terugdringen van de macht van het internationaal opererende bedrijfsleven en de financiële instellingen is een eerste stap. Dit omvat overigens ook de bestrijding en bestraffing van autoritaire landen als de Russische Federatie die met corrupt geld in het Westen politici en radicaal-rechtse partijen kopen. Dat laten gebeuren ondermijnt het eigen zelfbeeld en het idee van moraliteit.

Applebaum schetst een blauwdruk voor centrumpartijen. In Nederland zijn dat partijen als de VVD, CDA, D66, GroenLinks en PvdA die in de kern voldoende overeenkomsten hebben om programmatisch samen te werken. Als ze ook nog eens gezamenlijk afstand nemen tot de randpartijen en zich in hun retoriek en agenda niet meer laten leiden door deze partijen met hun spookbeelden over immigratie, ras en islam dan kunnen ze in samenwerking hun eigen relevantie hervinden en hun onderlinge verbinding verder versterken. Dat werkt door van partijpolitiek naar democratie. Door de hervonden oriëntatie en focus van de centrumpartijen kunnen de democratie en de rechtsstaat overeind gehouden worden. Nodig is dan wel dat met name de centrum-rechtse partijen als VVD en CDA zowel duidelijk afstand nemen van die retoriek over immigratie en islam als de lef en durf vinden om zich te ontworstelen aan de grip van het bedrijfsleven en de financiële instellingen door de macht ervan terug te dringen. Een helder signaal om de nieuwe start van Nederland te vieren zou het ontslag van minister Blok en het niet schrappen van de dividendbelasting voor buitenlandse aandeelhouders zijn.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelAffaire-Blok moet VVD en CDA wakker schudden’ van Joshua Livestro in NRC, 31 augustus 2018.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelWant to revive the political center? Fight corruption’ van Anne Applebaum in The Washington Post, 31 augustus 2018.