Brandpunt Egypte

De onlusten in Egypte draaien rond twee vragen. Hoe sterk zijn de islamitisch-conservatieve Moslimbroeders en is na president Mubarak een overgang naar gematigdheid mogelijk. Deze vragen worden door alle hoofdrolspelers gesteld. Het antwoord bepaalt de uitkomst meer dan de situatie op straat. Focus is het inkaderen van de protesten.

Dictaturen van Egypte, Marokko, Jemen, Jordanië, Golfstaten en Saoedi-Arabië hebben jarenlang de roep om democratisering weerstaan. Hun verwijzing naar de dreigende islamisering en de relatief goede verstandhouding tot Israel maakte dat mogelijk. Repressieve tolerantie, soms samengaand met een stop op de ontwikkeling van hun bevolkingen, deed de rest.

Al onder president Bush zette de VS leiders uit de regio onder druk om te beginnen met democratisering. Maar het is een verdeelde boodschap. De speech in Cairo van president Obama hintte zowel op rechten en plichten van de bevolkingen, waarbij hij de gebruikelijke fout maakte om iedereen te reduceren tot een moslim-identiteit. De VS gelooft soms haar eigen retoriek.

De soennitische Moslimbroederschap is een institutie in zichzelf met een traditie van 80 jaar en te verdedigen belangen. De conservatieve beweging heeft ongeveer 20% steun en lijkt even vermolmd als het regime van Mubarak. Haar invloed gaat verder dan Egypte. Sommigen vergelijken het met het Turkse, anderen met het Iraanse model. Die onzekerheid over kracht en intenties heeft tot nu de blokkade van de democratisering gelegitimeerd.

De protesten in Egypte worden gevoed door de jeugd die minder hoogopgeleid is dan het gebruik van sociale media en internet suggereert. Ze springen in het diepe en willen van de repressie af. Maar ongewis is wie hun werk afmaakt en profiteert. Zeker is dat het Egyptische leger in contact met de VS een matigende rol kan spelen.

Het valt te hopen dat niet de Moslimbroeders hun eigen agenda voor Egypte bepalen. Het valt evenmin te hopen dat de VS hun simplistisch wereldbeeld opleggen met Egypte als zetstuk. Het valt te hopen dat vanuit de seculiere, liberale, sociaal-democratische, gematigd islamitische en panarabische geledingen een overgang naar een liberale democratie mogelijk wordt. Maar niets is zeker.

Foto: Piramiden van Gizeh, Egypte

Zaken in Zeeland

Zeeuws-Vlaanderen is altijd een wingewest geweest.  Dat gebied onder de Westerschelde en boven Vlaanderen. Nog in 1919 probeerden de Belgen het te annexeren als herstelbetaling voor geleden oorlogsschade. Dat mobiliseerde de bevolking. In juni 1958 leidde de kwestie rond de Vrij Veren bijna tot een volksopstand. Nu is er de Hedwige polder.

Tot voor kort was tussen het oostelijk deel en de rest het verloop van de Tachtigjarige oorlog nog te herkennen. Alleen het oosten was katholiek. Omdat volgens Machiavelli de oorlog met andere middelen voortgezet wordt, wekt huidige animositeit weinig verbazing. Over de rug van de Zeeuws-Vlamingen trouwens. Hoewel de verstandhouding met de Vlamingen beter lijkt dan met de andere Zeeuwen, de overkant, is de rust in de grensstreek nooit gaan liggen. Zoals alle randgebieden kennen alle Zeeuwen wantrouwen jegens de macht van Holland.

Het ongenoegen van Zeeuws-Vlaanderen en Zeeuwen komt samen in de verwikkelingen rond de Hedwige polder die tegen Antwerpen ligt. Het haalde afgelopen jaren herhaaldelijk het nieuws omdat het ontpolderd moet worden. Als compensatie voor de verdieping van de Westerschelde ten gunste van Antwerpen, waardoor natuurgebied verdwijnt. Het idee van ontpoldering strijkt Zeeuwen tegen de haren. De herinnering aan de Watersnoodsramp van 1953 is nooit vervaagd.

De vraag of de ontpoldering een hoog rendement heeft en uitsluitend om politieke redenen wordt doorgezet beantwoorden critici met nee en ja. Natuurorganisaties hebben in hun afwegingen over ontpoldering het contact met de bevolking verloren. Ze verliezen de grote lijn uit het oog. Ofwel, het Das- en Korenwolf-syndroom. 

In februari 2011 stuurde oud-minister van VROM Pieter Winsemius een open brief aan minister-president Rutte over de bezuinigingen op natuur. Winsemius heeft de grote lijn in het oog en vraagt een heroverweging: Zeker als we opnieuw nadenken over een zinvollere compensatie van de uitdieping van de Westerschelde. Indien het geld dat voor de Hedwigepolder is gereserveerd – ik schat 400 miljoen euro – wordt ingezet op een plaats waar het natuurrendement het hoogste is, bijvoorbeeld het wél aanleggen van de meest urgente EHS-verbindingen, maar ook het ‘kieren’ van de Haringvlietsluis, sla je veel vliegen in één klap. Kan zo’n convenantaanpak werken? Het overgrote deel van de natuur- en milieuhoek en de land- en tuinbouw is er rijp voor. Dat geldt ook voor de provinciale politiek, toch niet onbelangrijk bij de aanstaande verkiezingen. Het probleem zit bij de Haagse politiek.

Opvallend is dat de Belgen nooit een grote haven bij Zeebrugge gebouwd hebben, naar het model van de Maasvlakte bij Rotterdam. In combinatie met iets waar Belgen sterk in zijn: treintransport. Door communitaire problemen hebben de Walen de uitbreiding van Zeebrugge jarenlang geblokkeerd. Nu hebben de Belgen zich afhankelijk gemaakt van de Nederlanders die het belang van Rotterdam voorop stellen. De positie van Rotterdam speelt bij Antwerpen altijd een rol.

Aan Nederlandse kant is de ontpoldering slordig gespeeld. Dat kan te maken hebben met het feit dat alle hoofdrolspelers in dit dossier CDA-ers waren: CdK Carla Peijs, ex-minister van Landbouw Gerda Verburg, ex-minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen en ex-minister-president Jan-Peter Balkenende, Zuid-Bevelander van geboorte en het Zeeuwse dissidente CDA-kamerlid Ad Koppejan.

Men heeft in CDA-kring blijkbaar de argumenten niet goed uitgewerkt of de geesten onvoldoende gemasseerd. Onderschatting van een wingewest. Natuur en natuurbehoud zijn echter een politieke kwestie. Het gaat om een evenwicht waar diverse partijen mee gemoeid zijn. Dat ontbreekt.

Achter de dijken liggen bouwlanden met gewassen. Met een boot de Westerschelde opgaan, bij een zandplaat aanmeren en daar rondlopen valt aan te raden. Of bezoek de kreken met vogels. Polderdijken omzoomd door bomen zijn van een ontroerende schoonheid als men er oog voor heeft. Onder de wisseling van licht en wolkenlucht. Alles wijst erop dat de natuur in Zeeland onder druk staat. Zo zijn er de chemische fabrieken van Dow Chemical, de kernreactor van Borssele, het Sloegebied en de drukke scheepvaart in de havens en op de rivier.

Probleem is de povere kwaliteit van het Zeeuws openbaar bestuur en de politiek. Men is verdeeld, weet het niet te verwoorden, stelt uit, komt steeds terug bij hetzelfde en kiest geen profiel voor de toekomst. Dat geeft bedrijven alle ruimte. De zittende politiek blijft twijfelen tussen economische groei en duurzaamheid. Zo hangt al jarenlang als zwaard van Damocles de Westerschelde Container Terminal bij Vlissingen boven de provincie. Met treinverbinding naar het achterland waar de burgemeester van Goes tegen ageert.

De landelijke politiek zou Zeeland moeten bestempelen als natuur- en rustgebied van bijzondere waarde en cultuur, toerisme, zorg en huisvesting voor gepensioneerden tot speerpunt maken. Dan ontstaat een duidelijk profiel waar de uitdieping van de Westerschelde, het doorsteken van polders en allerlei ontwikkelingen direct aan gerelateerd kunnen worden. Dan kan men bewust werken aan duurzaamheid en het op hoger peil brengen van natuur, landschap, leefomgeving en infrastructuur.

Amateuristische bestuurders die zelfs tijdens crisis en krimpende bevolking nog geloven in groei moeten ingekaderd worden in een langetermijnplanning. Zodat ze zo min mogelijk schade kunnen doen. Zodat de ruimtelijke verrommeling stopt en de economische lobby op afstand wordt gezet. Dan kan Zeeland gericht aan de toekomst werken. De Hedwige polder kan natuurlijk blijven.

Foto: Bijbellezing aan tafel met kerst (1949)

Koele emotie bij Elias Canetti

Welke kunstenaar plaatst het beeld midden op het toneel, zet er licht op, vult de zaal met publiek, loert vanuit de coulissen, schrijft in het programmaboekje wat-ie meemaakt en laat zijn gevoel buiten beeld?

Verscholen achter buikje, morsig kostuum, snor en bril kan Elias Canetti niet direct zeggen, dat beeld ben ik, het beeldt immers mijn gedrag uit. Ik sta in het leven. Wie is er aan het woord? Allicht is Canetti niet het beeld. Hoe kan een levend mens identiek zijn aan een beeld?

Canetti laat zichzelf niet ongenoemd. Hij weet dat wij weten dat Canetti en beeld elkaar naderen, maar niet samenvallen. Als romanfiguur uit z’n eigen dagboek. Daar in de coulissen naast die echte.

 Zo blijft onopgemerkt wat verborgen moet blijven, namelijk dat-ie voor zijn vrouw staat.

Afstand maakt het lezen van Canetti’s dagboeken aantrekkelijk. Het dubbelspel van klein naar groot en terug. Maar anders dan Konstantin Paustovskij die in zijn dagboeken over de Russische revolutie beweegt op de golven van zijn tijd. Canetti steekt dieper.

Canetti komt naar voren als iemand die moeilijk contact maakt en zich emotioneel moeizaam kan geven. Wellicht lukte hem dat alleen in zijn allereerste levensjaren in Bulgarije. Typerend dat Canetti zijn hartstocht tussen hem en het beeld plaatst. Zo maakt-ie onpersoonlijk door het ogenschijnlijk persoonlijk te maken. Hij verbergt zich in de openbaarheid.

Is het Weense hoffelijkheid, angst of een literaire code om het niet verder toe te lichten? Veel wordt ons indirect verteld. Canetti kiest de omweg van de grootsheid om zichzelf te verklaren. Maar is slim genoeg om zich vervolgens te verkleinen. Anders is het onverteerbaar.

 De pose mag geen pose heten.

Canetti’s methode vangt terloops een tijdsbeeld, de archeologie van verdwenen omgangsvormen en gedrag uit de dubbelmonarchie. Hij worstelt om daaraan te ontsnappen. Dat lukt maar half. De worsteling is stof voor zijn autobiografie. Canetti slijt zijn laatste jaren in het koele Engeland.

Sommige kunstenaars overtreffen zichzelf. En anderen ondertreffen zichzelf. Schrijnend wordt het als het een het ander raakt. Met minor poets valt weinig te verrekenen. Hun verwachtingen zijn nooit ingelost. Daarom worden ze minor genoemd omdat het kleine register voldoet. Weggestopt in bescheidenheid.

Zo iemand is Veza Canetti, onder niet-joods pseudoniem Veza Magd, echtgenote van Elias Canetti. Hoe verklaren we belofte die nooit werd ingelost? In het voorwoord van haar De Gele Straat schrijft Elias: Om zich niet op te geven, begon zij zelf te schrijven, en om het gebaar van het grote voornemen, dat ik nodig had, niet in gevaar te brengen, behandelde zij haar eigen werk als een niemendal. Deze zin karakteriseert leven en tijdperk. Vraag is of de eerlijkheid van Canetti oprechtheid of spel is. Da’s de kern van zijn werk.

Foto: Waldandacht. Wenen, Leopoldstadt (interbellum)

Wilders als christelijke Barracuda

110319_palin_fists_ap_328

In de aanloop naar de Provinciale Verkiezingen van 2 maart 2011 verandert de PVV haar standpunt over abortus. De partij steunt het plan van het CDA om de abortustermijn te verkorten.

Op dit moment mag een vrouw nog na 24 weken zwangerschap een abortus ondergaan. Mede door wetenschappelijke ontwikkelingen willen CDA, CU en de PVV dat terugbrengen. Weinig logisch omdat die ontwikkelingen ook juist meer mogelijk maken in een later stadium. Het CDA houdt het bij 22 weken, de CU bij 18 weken, terwijl de partij van Wilders inzet op 14 weken.

Dat laatste is een rigoureuze verandering, de PVV wil de beslissing van de ouders inkorten met liefst 10 weken. De christendemocraten worden door de PVV rechts gepasseerd. De PVV verstoort met een klap het morrelen in de marge van CDA en CU.

De PVV kiest hiermee om electorale overwegingen definitief tegen het liberalisme. Tegen de vrije keuze van ouders. Een kleinere overheid wordt vormgegeven door het korten op cultuur. Vraag is of het zal werken. De hoop om bepaalde CDA-kiezers te winnen kan eindigen in het verliezen van seculier of nihilistisch georiënteerde PVV-stemmers die naar de VVD overlopen.

De PVV is in enkele jaren veranderd in een partij met een programmatische lappendeken die nauwelijks te plaatsen valt. Leidend thema is nog steeds de dreigende islamisering dat wordt gesteund door thema’s als de arrogantie van de macht, het behoud van de verzorgingsstaat en nu dus ook de gezinswaarden.

Programmatisch is de PVV een hoefijzermodel in zichzelf aan het worden dat nergens op lijkt. De PVV combineert anti-modernistische en crypto-christelijke programmapunten met programmapunten die ook voorkomen in linkse partijen, zoals de SP.

Verwachting is dat de PVV na de VVD de grootste partij wordt bij de Provinciale Verkiezingen. Het CDA zal verliezen, maar de gedoogcoalitie zal een meerderheid krijgen. Mede omdat de oppositie niet geloofwaardig opereert. De verzwakking van het CDA vormt de instabiele factor.

Door het nieuwe abortusstandpunt van de PVV komt de VVD in de coalitie tegenover PVV en CDA te staan. Daar ligt de kans voor GroenLinks en D66. Als deze partijen slim opereren en zich programmatisch niet te ver van de VVD verwijderen, dan scheppen ze een nieuwe werkelijkheid waarin de meeste VVD-ers inzien dat ze minder te verliezen hebben in samenwerking met het progressief-liberalisme dan met het christelijk-conservatisme van CDA en PVV.

De PVV vertaalt de Tea Party naar Nederland. Ofwel, Wilders omarmt Sarah Barracuda Palin. Vraag is of dat ongestraft gaat en Wilders zijn hand niet overspeelt. De aanscherping van het abortusstandpunt is een waterscheiding die de vrijzinnige kernen binnen VVD, D66, GroenLinks en PvdA tot samenwerking en handelen zou kunnen brengen.

Foto: Sarah Palin.

Fuck Hamas, Fuck Israel, Fuck Fatah

 

Een manifest uit Gaza van acht studenten is klaar met de politiek van iedereen. Nederlandse vertaling hier. Vol frustratie en machteloosheid zeggen ze dat er een revolutie broeit. Ze zijn de uitzichtloosheid beu die door alle partijen in stand wordt gehouden. Ze kunnen hun energie niet kwijt. De sluiting van Sharek Youth Forum eind 2010 door Hamas was de druppel. Er kwam veel kritiek op. Maar ook veel instemming.

Een veelbetekend geluid uit een regio waar partijen vaak eenzijdig partij kiezen. Dat doen deze studenten niet. Onduidelijk wordt trouwens hoe sterk ze zijn, ondanks de tienduizenden steunbetuigingen. Ze maken duidelijk dat geen enkele macht nog gezag verdient. Winst is als wij dat oppakken. In Nederland komt zelfs SP’er Harry Van Bommel tot een zuinig commentaar.

Op internet circuleren gebruikelijke complottheorieën die een verborgen waarheid achter het manifest suggereren. De opstellers voelen zich gedwongen te verklaren dat sommigen ooit Hamas steunden, en niet het Palestijnse volk, maar haar leiders aanspreken.

Voor de toekomst van landen als Tunesië, Libanon, Palestina, Syrië,Algerije, Libië, Egypte, of Marokko zou het gewenst zijn als de bevolking zou zeggen: Fuck Moslimbroederschap, Fuck Israel, Fuck USA, Fuck Frankrijk, Fuck de lokale dictators. En eigenstandig de democratie uitriep. In het Midden Oosten hebben alle gevestigde machten de bevolking in de steek gelaten.

Zou zo’n omslag naar een liberale, pluriforme democratie mogelijk zijn? In een regio die vergeven is van de wapens, wraakgevoelens, warlords, cultureel-religieuze redeneringen en korte lontjes? Het lijkt onmogelijk. Het zou al heel wat helpen als matigende krachten als de UN en de EU ondubbelzinnig voor de bevolking kozen. En tegen de dictatuur. Bijvoorbeeld door het stoppen van steun aan machthebbers. Dat doen ze hoogstens halfslachtig.

Een begin zou zijn als Europeanen probeerden de toestand in het Midden Oosten te depolitiseren zonder partij te kiezen. Van de ene tot de andere burgerrechtenbeweging. Zelfs daar is weinig zicht op. Politieke en economische belangen zijn te groot. Meer dan medelijden kunnen we de weldenkende jeugd van Gaza niet bieden. Nu niet. Maar het begin van het einde van de dictatuur is aangekondigd.

Foto: Poster for GAZA YOUTH’S MANIFESTO FOR CHANGE: “We, the youth in Gaza, are so fed up with Israel, Hamas, the occupation, the violations of human rights and the indifference of the international community! We want to scream…” –

Ceci n’est pas une religion

I. Wat is het aanstootgevende van een foto van een voorstelling van personen die optreden in de heilige tekst, of de apocriefe literatuur, van een religie? Gemaakt door een kunstenaar die zelf geen aanhanger is van de betreffende religie en de religie als een interessante cultuurverschijning benadert. De Belgische kunstenaar Magritte maakte ooit de afbeelding van een pijp met de tekst Ceci n’est pas une pipe. Dit is geen pijp, maar een afbeelding van een pijp. Een driedimensioneel voorwerp in een tweedimensioneel vlak.

Een plaatje van Jezus, Boeddha, Mohammed of Brahma kan nooit samenvallen met Jezus, Boeddha, Mohammed of Brahma. Het is een afbeelding van een persoon die zelf nooit gefotografeerd is, maar achteraf door een kunstenaar is vormgegeven. Zo is er een afbeelding ontstaan die losgezongen is van de werkelijkheid. Ingepast wordt in de interne logica van die religie. Het is gemaakt voor ons collectieve geheugen, onze verwachtingen, onze behoefte aan kunst, ons godsbeeld en onze behoefte aan religieus gevoel. Of het tegenovergestelde daarvan.

De afbeelding wordt tot icoon. Pas achteraf krijgt het een stempel van echtheid. Het schuift van de buitenkant naar de kern van de godbeleving. De afbeelding blijft echter een produkt dat door mensen is gemaakt en door mensen wordt gewaardeerd. Of juist niet. Zie de Beeldenstorm van 1517 of de verwoesting van de Afghaanse Boeddhabeelden in Bamiyan door de Taliban.

De afbeelding van een religieuze, heilige figuur is dus een weergave door mensen achteraf. Een benadering van hoe die persoon in werkelijkheid in de heilige tekst voorgesteld werd. Je zou kunnen stellen, hoe sterker een godsgeloof, hoe minder de aanhangers van de desbetreffende religie zich af laten leiden door uiterlijkheden. Ofwel, een sterk geloof zit binnenin en is onaantastbaar. Een sterk geloof kent de luxe om terughoudend te reageren op kritiek. Vele religies zeggen ook het oordeel en de reactie aan het betreffende opperwezen over te laten.

II. Vraag is of het de aanhangers van de religie zijn die zich opwinden over aanstootgevende kunst of mensen die er een conflict van maken om hun politieke agenda te verwezenlijken. Zij politiseren religie. De echte godsdienstige is immers zelfverzekerd in zijn geloof en gaat voorbij aan kunstuitingen. Omdat hij weet dat het nooit de kern van religie raakt.

De politicus echter blaast een conflict op en gaat voorbij aan de kern van het geloof waarop hij zich zegt te beroepen. In Nederland kennen we de scheiding van kerk en staat. Ze lopen niet in elkaar over. Het doorbreken van de grens doet schade aan zowel religie als maatschappij. Dat morrelen aan de grens wordt gevoed door een politieke doelstelling. Zij die politiseren met een beroep op religie bewijzen de religie geen dienst vanuit het perspectief van reflectie, godsbeleving en goede werken. Ze vestigen de pseudo-religie.

Foto: Stahl House van Pierre Koenig. Zie ook hier

Amerikanen schetsen zwakke integratie Nederlandse islam

Het Amerikaanse ambtsbericht 05THEHAGUE2599, THE DUTCH MUSLIM COMMUNITY: A PRIMER uit 2005 over Nederland dat via Wikileaks of het Noorse Aftenposten is uitgelekt, blinkt uit in zakelijkheid en duidelijkheid. Het praat er niet omheen. Het schetst onomwonden de problemen van de integratie en schuwt de Nederlandse zwaktes niet.

De samenvatting zegt dat de Nederlandse moslimgemeenschap relatief groot, slecht geïntegreerd en vervreemd is en tamelijk vijandig tegenover de VS staat. Nederlandse moslims zijn armer, minder opgeleid met een slechte kennis van het Nederlands en vatbaar voor arrestatie.

De Amerikanen gingen in 2006 uit van 945.000 moslims wat overeenkomt met de toenmalige cijfers van het CBS. In 2008 is dat aantal door het CBS naar 850.000 bijgesteld en in 2009 naar 825.000. Omdat het geen telling, maar een administratieve schatting is, zal mede door de doorgaande ontkerkelijking onder moslims in werkelijkheid het aantal moslims lager liggen. Een aantal van hooguit 350.000 belijdende moslims lijkt realistisch. In het aantal van 825.000 moslims zijn immers ook degenen begrepen die verre van actief met hun geloof bezig zijn en de culturele moslims die er zelfs actief afstand van hebben genomen, maar daar vanwege sociaal-culturele taboes niet voor uit kunnen komen. Dit relatief lage aantal moslims dringt onvoldoende door tot het beleid. En niet tot de Amerikanen die zich op dit beleid baseren.

De concentratie van moslims in de vier grote steden concentreert de problemen en heeft de spanningen op scherp gezet. Autochtonen die de grote stad verlaten is een verontrustende ontwikkeling. In Amsterdam is nog maar zo’n 50% van de bevolking autochtoon.

Het bestaan van islamitische scholen, die volgens velen de apartheid bevorderen, koppelen de Amerikanen aan de positie van het bijzonder onderwijs. Het bastion van de christelijke politiek dat door opeenvolgende christen-democraten wordt verdedigd. Daarom kunnen islamitische scholen die slecht functioneren onvoldoende aangepakt worden. Ze krijgen zelfs extra subsidies wat de apartheid sanctioneert en vergroot.

Representatie van moslims op lokaal niveau is laag. Hoewel die ondervertegenwoordiging met een aandeel van 2% van de bevolking wel meevalt, maar in de verklaring missen de Amerikanen een punt. Want representatie in de Nederlandse politiek is bijna exclusief voorbehouden aan hoogopgeleiden. Laagopgeleide autochtonen stromen evenmin door naar de politiek. Zonder dat moslims op dit moment hun achterstand in opleiding inlopen, kunnen er op termijn toch meer hoogopgeleide moslims doorstromen naar de politiek. Want in de landelijke politiek zijn etnische politici wel vertegenwoordigd, hoewel ze primair het gedachtengoed van hun partij vertegenwoordigen. Zo werkt het in Nederland.

In vergelijking met voorafgaande groepen migranten wordt de integratie van moslims door de autochtonen als teleurstellend ervaren. Dat uit zich in de teleurstelling door autochtonen over de te geringe vrijheid die ze voor moslimvrouwen zien. Nederlandse moslims identificeren zich relatief weinig met Nederland en meer met hun religie of etniciteit. Dat zowel de helft van de autochtonen als de helft van de Turkse en Marokkaanse gemeenschap vindt dat een westerse en islamitische levensstijl onverenigbaar zijn is opmerkelijk. Het roept de vraag op wat dit deel van de migranten in Nederland zoekt.

Uit de Amerikaanse schets rijst een beeld van begrip en onbegrip op. Amerikanen staan van nature open voor minderheden, moeten de internationale oriëntatie van Nederland kennen, maar lijken toch deze openheid in Nederland te missen. In elk geval bij de recente instroom en opvang die de apartheid van moslims eerder bestendigt dan afbreekt. Men kan er nog aan toevoegen dat de gesloten arbeidsmarkt de migranten nooit eerlijke kansen gegeven heeft en dat het tempo van de instroom te hoog was voor de samenleving om te verwerken. Maar tegelijk beseffen de Amerikanen dat Nederland relatief laagopgeleide, arme en religieus en etnisch georïenteerde migranten heeft ontvangen.

Misschien moeten wij maar concluderen dat de recente migratie van twee kanten geen optimale match was en dat daarom de integratie hapert. Maar zelfs onder niet-Westerse migranten vormen moslims een minderheid. Als deze moslims al moslim zijn.

Het wordt tijd om een streep te zetten onder de sociaal-culturele focus die zowel overheden als minderheden zoveel kwaad heeft gedaan. Nederland kan zich beter uitsluitend concentreren op sociaal-economische factoren: werk, inkomen, onderwijs en huisvesting. De woorden islam en moslim horen in beleidstukken van de overheid niet thuis. Dat leidt tot betutteling of stigmatisering door een overheid die religieus kleurenblind behoort te zijn. De schande is dat dat de afgelopen decennia niet het geval was. Burgers en migranten zitten nu opgescheept met vijandbeelden en halve waarheden. Amerikanen maken het ons duidelijk.

Foto: Rashômon van Akira Kurosawa (1950).

Redelijk ABC

PRB01_151391653_001_X

Au zegt integratie die voor allen lastig is. Ook voor generaties die hier al eeuwen zijn. Vergelijk het met wat elders gebeurt en zie de betrekkelijkheid. Grijstinten zijn mooi.

Binnen de wet moet alles mogen en kunnen. Hoofddoek of string, soepjurk of maatpak, religie of levensovertuiging, man of vrouw, saai of spannend. Binnen de wet moet alles gezegd kunnen worden. Zonder moraliteit of politieke correctheid. Zonder angst voor de zeden- of gedachtenpolitie.

Concepten zijn hulpmiddel en geen einddoel. Pluriformiteit waarin de godsdienstig geinspireerde en de vrijzinnige in sociale vrede samen kunnen leven is einddoel. Met elkaar of als dat niet uitkomt, naast elkaar. Het samenleven verhult en kan nooit doel zijn.

Democratie en openheid vragen om een sterke maag en zelfvertrouwen. Wie kaatst moet de bal verwachten. Het is plicht om er niet luchthartig mee om te gaan. Verantwoordelijkheid geldt voor elke burger.

Exclusieve vereenzelviging met een politieke partij of stelselmatige kritiek op een andere partij is onverstandig. Het brengt ons waar de staat ons wil hebben, namelijk in een hoekje van het veld. Het ontneemt ons keuzevrijheid en maakt ons voorspelbaar.

Flexibiliteit om onszelf in meerdere rollen te zien is waardevol en geeft vrijheid. Als een voetbalteam dat over kan schakelen op meerdere systemen.

Grondrechten gelden voor ieder in gelijke mate. De rechtsstaat is behalve boegbeeld ook een mentaal en politiek kader waarbinnen we leven.

Het besef van wat een rechtsstaat en een democratie zijn vraagt tijd. Meedraaien in een democratie vergt gewenning van burgers. Velen leren razendsnel, maar anderen hebben meer tijd nodig.

Integratie is een feit, assimilatie een keuze voor ieder afzonderlijk. De integratie-discussie stopt nooit en verandert steeds in doelgroep en accent. De verf moet gemengd blijven worden.

Juridische bescherming is nodig, maar extra juridische bescherming niet. Een publiek debat waarin geen enkele groepering extra bescherming geniet kan alleen het strijdperk voor discussie zijn. Dat laat ruimte om geen enkel onderwerp ongenoemd te laten. Zodat ieder voor zichzelf spreekt.

Kritiek, belediging of lof wacht elk opperwezen, denkbeeld of uitgangspunt. Niets is er vrij voor. Dat leidt tot nadenken, zelfbewustzijn en emancipatie.

Laïciteit is niet om te lachen. Intolerantie en onrecht binnen religies of levensovertuigingen moeten onvoorwaardelijk kritisch besproken kunnen worden.

Minderheden hebben dezelfde rechten hebben als iedereen. Da’s niet onderhandelbaar.

Negeren is dom. Vrijheid van meningsuiting is het venster van de democratie. Alles moet gezegd kunnen worden in een open discussie zonder restricties. Alleen hoogbejaarden, chronisch zieken, kinderen en verstandelijk gehandicapten past bescherming.

Objectiveren van de eigen positie helpt om het eigen standpunt naar voren te brengen. Door een zekere onpersoonlijkheid en afstandelijkheid kunnen we op open terrein opponenten ontmoeten. Da’s de paradox van de stap terug om een vraagstuk te benaderen.

Problemen verschuiven. Sociaal-culturele verschillen tussen elites en achterstandsgroepen ontnemen vaak het zicht op social-economisch problemen die met werk en inkomen te maken hebben.

Quota om de instroom van migranten tijdelijk te beperken moeten bespreekbaar zijn. Achtergrond is om eerst orde op zaken te stellen in huisvesting, onderwijs, zorg en op de arbeidsmarkt.

Rechtsgelijkheid en emancipatie zijn de moeite van het nastreven waard. De samenleving is niet zo ideaal als het lijkt. Iemand met z’n voeten in de modder heeft er weinig aan. Maar er is soms niets beters dan het streven.

Stigmatisering en achterstelling van minderheden bestaat, maar de bewering waarmee dat gezegd wordt gaat niet altijd over de zaak. Probeer altijd de beweegreden te achterhalen. Waarom beweert iemand iets? Stop daar niet met denken, maar begin er juist mee.

Trage ontwikkelingen lonen soms. Het gaat erom in een situatie te groeien. Iets hoeft niet binnen een dag gerealiseerd te worden. Dan is de schade mogelijk groter. Soms is afwachten, inschatten en geleidelijkheid beter.

Uitzonderingen zijn altijd denkbaar in een zakelijke discussie. Het gaat om de regel.

Vijandbeelden zijn modieus. Ze veranderen en vermengen zich. Slijten af, herleven en steken in een nieuwe vorm weer de kop op. Ze gaan voorbij en passeren door de tijd.

Welvaart en welzijn zijn uitgangspunt. Om dat te bereiken houden we elkaar scherp en bevragen elkaar op eigen vanzelfsprekendheden. Da’s verfrissend. Geen enkel onderwerp wordt uitgezonderd.

Xenofobie als afkeer van het vreemde en discriminatie van andere groepen is een begrijpelijke reactie. Pas waar het overgaat in ziekelijke angst voor het vreemde of afkeer van alles wat van buiten komt wordt het een verkeerde reactie.

You Tube maakt de wereld klein.

Zittende machten verdedigen het eigen belang vanuit sterkte. Het duurt generaties om dat in te halen. Dat geldt zowel voor iemand uit het hooggebergte als uit het laagveen.

Foto: F.H. van Leent, ABC, voor vriendelijke oogjes en hartjes.

De moslim met liefde haten

Nederlanders moeten de ander leren haten zoals ze zichzelf haten. Met zelfspot en liefde. Niet hartgrondig, maar ruimhartig. Ze moeten de ander in het hart sluiten vooraleer deze weer uit te bannen. Vanaf dan als iets eigens. Verinnerlijkt. Aardige haat staat haaks op het idee van uitsluiting.

De ander verschijnt in steeds andere vorm. Jacques Lacan noemt het zelfs De Ander, L’Autre. De Hun of de Jap, straks is het misschien de Rus of de Zulu. Nu is het de moslim. Het systeem van deze ander is de islam.

Media en politiek dringen niet door tot de kern van de islam. Kritiek is het begin van vrijheid. Het is tijd voor een snelle integratie van de islam die de weg vrijmaakt voor kritiek. Nederlanders moeten de moslim met liefde gaan haten. De moslim is pas geïntegreerd als-ie gehaat wordt zoals Nederlanders elkaar haten.

Media en politiek negeren de islam vanwege een tekort aan affiniteit. Politiek en media kritiseren liever iets waar ze gevoel bij hebben en diep van binnen kunnen begrijpen. Die emotie ontbreekt bij de islam. Niemand interesseert zich voor de islam en de moslim wordt gezien als afgeleide van een systeem. Komt niet in beeld als zichzelf.

In de politiek is binnen het CDA elke discussie over de islam verboden verklaard. De PvdA is tot op het bot verdeeld en stamelt in stilstand. SP en PVV reageren kritisch op de islam. Met als spiegelbeeld politici die kritisch zijn op de kritiek. Alles gaat voorbij aan emotie en blijft aan de buitenkant. Als spel.

Want wat betekenen deze standpunten? Brengen ze het doorgronden dichterbij? Of wordt de islam door links en rechts gebruikt als verlengstuk van eigen politiek? Zonder de moslim op te willen nemen. Als katalysator die aan het einde van het proces onveranderd is. Het lijkt erop.

Sleutel om deze afstandelijkheid te doorbreken is emotie. Welke emotie is ondergeschikt. Het gaat erom toe te werken naar een toekomst om met liefde te kankeren. Da’s verinnerlijking en een einde aan uitsluiting. Tot nu toe eindigt bejegening van de moslim in negeren. Ondanks alle aandacht.

Niet de werking van de islam is aan de orde, maar wel de ontvangst ervan in de Nederlandse maatschappij. Of liever gezegd, het als cultuurgoed willen accepteren van het vreemde dat van buiten komt. Het gaat niet om het ontkennen van de islam. Da’s ongepast.

Gewenst is dat de islam normaliseert. Door de islam gewoon te maken komt er onderscheid tussen degenen die de islam als religie belijden en die het als middel gebruiken. Dat loopt nu door elkaar. Daartoe moet de islam zich ook openstellen voor de ander. De andere ander. Zodat de liefde van twee kanten kan komen.

Isolatie laat de culturele moslim in een spagaat belanden omdat niet erkend wordt dat-ie gebroken heeft met de islam. De moslim verdient respect en daarbij hoort het besef dat-ie aan religie kan lijden. Waar de moslim een afgeleide van de islam is, is de culturele moslim een afgeleide van de moslim. Een dubbel onzichtbare ander.

Steeds minder kan religie levensvragen over moraal of oorsprong van het leven exclusief claimen. De focus is diffuus. Antwoorden van religies worden door een meerderheid niet meer voor zoete koek aangenomen. Dat dringt religie terug naar het particuliere domein.

Negeren of niet in het hart sluiten houdt zwakke punten uit het licht. Als de islam geen antwoord op de moderniteit formuleert, dan kan het in de zingeving des te beter een onderdak aan religieus geinspireerden bieden. Zonder pretentie van machtsvorming en politiek instrument.

Dat maakt een einde aan een gesprek dat nooit een gesprek was. De islam blijft in alleenspraak achter. Menselijke verwachtingen, frustraties en spanningen van de acceptatie worden veeleer opgelost dan ingelost. En vervagen uiteindelijk.

Ons wacht de passage van de moslim. De moslim wacht de passage van de islam. De culturele moslim wacht de passage van de moslim. Het grijpt in elkaar. Elke ander gaat over en wordt opgevolgd door een nieuwe ander. De moslim komt los uit de actualiteit en kan eindelijk vrij voor zichzelf kiezen.

Foto 1: Erich von Stroheim, The Man You Loved to Hate in Foolish Wives, 1922

Foto 2: Werner Oland in The Mysterious Dr. Fu Manchu, 1929

Forum: Waarom naar Afghanistan?

Onverkwikkelijk is dat de Nederlandse bevolking nu al jaren voor de gek wordt gehouden over de eigenlijke reden waarom Nederlandse troepen in de oorlog in Afghanistan vechten. Het is onaannemelijk dat ze er zijn om scholen en bruggen te bouwen of politieagenten op te leiden. Het is onaannemelijk dat Nederlanders een verschil maken. Burgers en Tweede Kamer kennen de echte reden niet.

Het is onaannemelijk dat we er zijn met het doel om er te zijn. Er moet iets anders zijn dat maar steeds niet uitgelegd wordt. Waarom wordt niet uitgelegd waarom we er moeten zijn? Wat is het Nederlands belang om in een Afghaanse oorlog te vechten? Waarom onttrekken de Nederlandse regeringen zich aan de taak om de werkelijke redenen te geven waarom Nederland in Uruzgan moet zijn?

Een oorlog moet een militair doel hebben. Dat ontbreekt in Afghanistan. De Amerikanen zeggen in 2014 te vertrekken. Is dan het doel bereikt? Maar wat is dan dat doel? Het wordt niet geformuleerd. Is het militair niet effectiever om elders onze troepen in te zetten? Is Afghanistan een prestige-project geworden?

Wat steekt is dat ons al jaren niet de waarheid wordt verteld over de aanwezigheid van het Nederlandse leger in de Afghaanse oorlog. En dat er 25 Nederlanders moesten sterven. Voor wat? Het lijkt er sterk op dat er geen enkele reden voor Nederland is om mee te vechten in de Afghaanse oorlog.

Dus, niet teruggaan of de echte reden openbaar maken. Dat kan een plek bij de G20, exploitatie van bodemschatten of een politieke tegenprestatie zijn. Zo werkt grote politiek. Vertel het, dan begrijpen we het. We zijn eerder de oorlog ingerommeld. Nu wordt Nederland Kunduz ingerommeld. Het besluit over de inzet staat vast als de oppositie meewerkt.

Wat vindt u, moeten er opnieuw Nederlandse militairen of politiemensen naar Afghanistan? Of hebben we er niets te zoeken? En als het echt moet, wat vindt u dan dat de minimale tegenprestatie moet zijn? Geef uw mening.

Foto: Nederlandse militairen met hun Bushmaster in de modder van Kunduz