Hoofdredactie NRC geeft opvallend gebrekkige argumentatie voor stoppen schaakrubriek Hans Ree

schermafbeelding van deel opinieInbox van de redactie; Wat schreven de lezers deze week aan de redactie Opinie? Een indruk‘ van Peter Vermaas, NRC, 6 mei 2023. .

Van het wekelijkse, zaterdagse stukje van de redactie Opinie van NRC bij monde van chef Peter Vermaas over het verdwijnen van de schaakrubriek van Hans Ree begrijp ik niets. Oud NRC-columnist Leon Vié draait zich om in zijn graf.

Er kwam op het verdwijnen kritiek van Joost Prinsen en niet-schaker Adriaan van Dis (‘een domme zet van NRC‘). Van Dis merkte op over de rubriek van Ree: ‘Ree schrijft namelijk over veel meer dan over de schoonheid van strategisch denken, hij maakt de wereld juist groter dan een schaakbord. Is gul met zijn belezenheid en humor en deelt inzichten die je als lezer verrijken.’

Ook ik ben teleurgesteld in NRC over het verdwijnen van de schaakrubriek. Het past blijkbaar in een patroon, de Volkskrant is in maart 2023 gestopt met de schaakrubriek van Gert Ligterink.

Hans Ree is allang geen sterke grootmeester meer, maar heeft zich ontwikkeld tot een goede schrijver. Daarbij bevindt hij zich in goed gezelschap van Hein Donner en Jan Timman die zich na hun periode als winnaar van belangrijke toernooien ontwikkelden tot uitstekende schrijvers.

Het verdwijnen van Ree’s schaakrubriek is lastig te duiden. Schaken zit wereldwijd mede door de corona-pandemie in de lift. Het is bij uitstek geschikt voor internet. Het schaken internationaliseert, de Chinees Ding Liren is pas gekroond tot nieuwe wereldkampioen van de FIDE. Ook omdat de sterkste speler Magnus Carlsen dat kampioenschap voor gezien hield.

Vermaas benadrukt namens de hoofdredactie dat de uitspraak die Ree als reden gaf voor het stoppen van de schaakrubriek: ‘op het internet zoveel gratis artikelen over schaken zijn te vinden dat een wekelijkse rubriek in de krant te weinig meerwaarde‘ zou hebben, niet het belangrijkste argument is.

Vermaas meldt dat een ander argument belangrijker is: ‘De missie van NRC is: onderzoekende journalistiek die de lezer helpt een eigen mening te vormen. Investeringen in onderzoeksjournalistiek en podcast hebben daarom voorrang gekregen‘.

Vermaas doet als boodschapper van het slechte nieuws zijn eigen geloofwaardigheid geweld aan. Men voelt aan de brede formulering die verre van dwingend is dat de chef Opinie door de hoofdredactie het bos in wordt gestuurd. De argumentatie van de hoofdredactie die hij moet verwoorden rammelt aan alle kanten.

De tegenstelling tussen onderzoeksjournalistiek en andere delen van de krant is minder absoluut dan de hoofdredactie meent. Want er zijn nog steeds talloze columns van Marcel van Roosmalen, Frits Abrahams, Hassnae Bouazza, Raoul de Jong en vele (wekelijkse) columnisten die hetzelfde verwijt gemaakt kunnen worden als Ree’s schaakrubriek, maar die niet gestopt worden. Wat verklaart het verschil en waarom benoemen hoofdredactie en Vermaas dat niet publiekelijk?

Waar trouwens de eindeloze verslagen en beschouwingen over voetbal, wielrennen en andere professionele sporten te plaatsen? Die naast de onderzoeken over matchfixing, corruptie en doping in de sport bestaan. Wat hebben die verslagen en voor- en nabeschouwingen van sportwedstrijden met onderzoeksjournalistiek te maken? Niks.

Het is een pikante bewering dat onderzoeksjournalistiek de lezer helpt bij het vormen van een mening. Onderzoeksjournalistiek informeert de lezer en legt die ook een mening op. Het is begrijpelijk dat NRC investeert in onderzoeksjournalistiek, waar een podcast trouwens niet meer dan een verschijningsvorm van is, maar het argument is in mijn ogen onbegrijpelijk als dat enkel en alleen ten koste van de schaakrubriek van Hans Ree moet gaan.

Om NRC een exitstrategie te bieden het volgende voorstel. Peil de behoefte bij vaste lezers over een schaak-, dam-, of bridgerubriek en eventueel nog een ander soort rubriek in de categorie die vroeger denksport werd genoemd. Als er behoefte is aan een schaakrubriek hoeft die voor de toekomst niet aan Ree verbonden te blijven, maar ga op zoek naar een goed geïnformeerde schaker die onderhoudend en interessant kan schrijven. Idem dito voor de andere ‘denksporten’. Het bijzondere is dat NRC zich hiermee kan onderscheiden. Om de geest van de liefhebbers te slijpen.

Nacht 3: ‘Le Mans, le tableau d’affichage de nuit’ (1923)

Agence Rol, ‘26-5-23, Le Mans, le tableau d’affichage de nuit [des 24 heures, course automobile] : [photographie de presse], 1923. Collectie: Bibliothèque nationale de France.

Het is de nacht van 26 op 27 mei 1923 tijdens de 24 uur van Le Mans. In West-Frankrijk. De door de ACO (Automobile Club d’Ouest) georganiseerde autorace voor sportwagens valt te karakteriseren met het begrip Endurance ofwel uithoudingsvermogen. Zowel voor coureurs, auto’s als publiek.

Zo’n race is een interessante combinatie van sport, commercie en recreatie. De fotograaf weet dat in een beeld samen te vatten. Het scorebord is een eiland in het donker.

Het is geen toeval dat fotopersbureau Agence Rol deze foto maakt. Nieuw(s) is dat de ACO tijdens deze eerste editie van de Grand Prix d’endurance in mei 1923 een groot paneel opstelt, aldus een artikel van les24heures.fr. De ACO gebruikt het ook als zelfpromotie.

De fotograaf heeft scherpgesteld op het scorebord en niet op het publiek in de voorgrond. Door de langere sluitertijd lijkt het alsof personen in het publiek bewegen. Dat geeft een omgekeerd effect van wat we bij snelheidraces gewend zijn, namelijk de coureur die vanuit het perspectief van de toeschouwer wazig voorbijschiet.

Het door acetyleenlampen verlichte scorebord houdt de stand bij. Het leest als een rebus. Mede door reclames van sponsors oogt het onoverzichtelijk. Er wordt een overdaad aan tekens geëxposeerd.

Het was geen doen om de stand van 33 deelnemende auto’s op het scorebord bij te houden. De winnaars legden 128 rondjes af met een gemiddelde snelheid van zo’n 92 kilometer per uur. Zodat elke 11 minuten de meute voorbijraasde. De hulpmiddelen van 1923 konden dat niet bijhouden.

Scorebord van Le Mans 1923, overdag. Op: les24heures.fr.

Petitie om sportschool in voormalige Sint-Hubertuskerk in Maastricht te verplaatsen is niet pragmatisch

Schermafbeelding van petitieSluit de Basic-Fit sportschool in de kerk op de Bosscherweg‘ van 27 februari 2023 op Petities.nl.

De petitieSluit de Basic-Fit sportschool in de kerk op de Bosscherweg‘ van Annelies verzoekt om een ‘Basic-Fit sportschool te verplaatsen en geen nieuwe sportscholen toe te staan in gebedshuizen die voor duizenden Nederlanders heilig zijn‘. Dat verzoek is ongelukkig en moet afgeraden worden.

Het gaat om de Sportschool Basic-Fit aan de Bosscherweg 161 in Maastricht die sinds 2020 in het gebouw van de voormalige Sint-Hubertuskerk is gevestigd. Volgens Wikipedia deed de kerk ‘van 1925 tot 2009 dienst als parochiekerk van de rooms-katholieke Sint-Hubertusparochie in  Boschpoort (ook wel Bosscherveld genoemd).’ In 2009 stootte het bisdom Roermond de kerk af, nadat het al enige tijd leeg had gestaan. Het is een rijksmonument dat door architect Jules Kayser in 1924-25 werd gebouwd.  

Petitionaris Annelies haalt twee zaken door elkaar. Een kerkgebouw is een gebouw als alle andere. Wat ze als een plek ziet ‘om God te ontmoeten‘ wordt een gebouw pas als het gewijd is. Welnu, gewijd is de voormalige Sint-Hubertuskerk allang niet meer. Het is geen geheiligde, maar een ontwijde plek. Een vergelijkbare kwestie ontstond in Utrecht in 2017 toen de katholieke Sint-Willibrordkerk door de gemeente verkocht werd aan de ultra-conservatieve katholieke vereniging Pius X.

Annelies kan vinden dat wat ooit een religieus gebouw was nooit een ander bestemming mag krijgen, maar dat is geen pragmatisch standpunt. Of zij moet zelf een alternatief bieden, maar dat doet ze niet. Ze is alleen tegen. Verwaarlozing of afbraak is het alternatief. Omdat het hier om een rijksmonument gaat, moet het beschermd worden. Vraag is hoe dat het beste kan.

Het is eenzijdig om over een voormalige kerk die een andere bestemming heeft gekregen te zeggen dat het niet is gebouwd ‘om commercieel uitgemolken te worden‘. Als dat klopt, dan treft dat verwijt de Nederlandse katholieke kerk en met name het Bisdom Roermond dat de Sint-Hubertuskerk in 2009 heeft afgestoten. Uiteraard was de kerk ooit gebouwd als kerk, maar die bestemming heeft het gebouw allang niet meer. Zoals vele katholieke kerken die vanwege afgenomen inkomsten en minder gelovige kerkbezoekers zijn afgestoten.

De voormalige Sint-Hubertuskerk in Maastricht wordt beschouwd als belangrijk cultureel erfgoed. Het is een rijksmonument. Dat bepaalt de noodzaak van de herbestemming.

De opdracht van diensten op het gebied van cultureel erfgoed, zoals de RCE en lokale monumentenfondsen, is om belangrijke gebouwen voor de toekomst zo goed mogelijk te bewaren. Dat is schipperen door ontbrekende middelen. Uitgangspunt is hier het gezegde ‘De vijand van goed is beter‘. Hoofdzaak is dat de elementen van het rijksmonument zo goed mogelijk bewaard blijven.

Er zal gezien de eerdere bestemming als gewijde kerk geen nachtclub, bordeel of schietbaan in zo’n voormalig kerkgebouw gevestigd worden, maar een fitnesscentrum annex sportschool is geen controversiële bestemming. Denk aan het citaat van de Latijnse dichter Juvenalis ‘Mens sana in corpore sano‘ dat zoiets betekent als ‘We moeten bidden om een gezonde geest in een gezond lichaam’. Het christendom staat minder haaks op het lichaam dan Annelies vermoedt.

De Volkskrant verwijdert cartoon van Collignon

Verklaring hoofdredactie Volkskrant, 15 december 2022.

Er is een kwestie over een cartoon. Het gaat om onderstaande cartoon van Jos Collignon in de Volkskrant die door de hoofdredactie wordt verwijderd ‘van de site en al onze uitingen’ omdat deze volgens deze hoofdredactie ‘Marokkanen – in Marokko en in de diaspora – stigmatiseert.

De tekening is volgens deze verklaring ‘In strijd met wat we als krant willen zijn’. Dat is een navolgbaar standpunt. De tekening zou haaks staan op de Volkskrant, dat tegelijk zegt dat het de vrijheid van columnisten en cartoonisten ‘een groot goed’ vindt.

Maar navolgbaarheid geldt niet voor de volgende uitspraak als de hoofdredactie meent dat bij de tekening ‘de grenzen van de humor overschreden’ zijn. Dat roept de vraag op of hoe de grenzen van de humor kunnen worden overschreden. Is dat per definitie mogelijk of is het een ongelukkige, te haastig gemaakte formulering? De hoofdredactie lijkt een filosofische uitspraak te doen over de grenzen aan de humor die het niet kan onderbouwen. Wie grenzen van de humor vaststelt, maakt humor tandeloos en ondergeschikt zodat het geen humor meer is.

Tweet van Jos Collignon met afbeelding van gewraakte cartoon, 15 december 2022.

De cartoon toont twee Marokkaanse voetballers op een scooter die wegrijden met de wereldbeker in handen, de trofee van het WK Voetbal in Qatar. FIFA-president Gianni Infantino kijkt ze verbaasd na. De tekening suggereert dat de wereldbeker uit zijn handen is gegrist. Collignon heeft op sociale media veel kritiek gekregen dat hij de Marokkaanse vlag niet heeft voorzien van een vijfpuntige, maar zespuntige ster.

Dat de hoofdredactie afstand neemt van de cartoon van Collignon heeft te maken met oordelen en vooroordelen over jeugdige, stelende Marokkaanse Nederlanders. In die beeldvorming gaat de hoofdredactie amechtig mee. De hoofdredactie lijkt met haar verklaring te zeggen dat de cartoon van Collignon plat is en slechts een laag bevat.

Maar de cartoon kan ook op een ander niveau gelezen worden. Namelijk van vrijbuiter Marokko die niet meegaat in de corruptie van de FIFA en de angst van voetbalbonden om zich uit te laten over alle misstanden in Qatar en eigenhandig de wereldbeker opeist. Als een moderne Robin Hood die steelt van de rijken.

Dat komt naast de kritiek van vele kanten op de arbitrage die meent dat de FIFA aanstuurde op een finale Frankrijk-Argentinië en andere ploegen zoals die van Engeland, Marokko, Kroatië en Nederland bewust heeft benadeeld in de arbitrage.



Een Marokkaanse Nederlander spuugt in eigen bron

Schermafbeelding van deel artikel ‘Feestelijke Utrechtse sfeer na WK-stunt Marokko slaat compleet om: ME veegt de Kanaalstraat leeg‘ in het AD, 10 december 2022.

Mijn vader had een uitspraak die hij af en toe gebruikte. Waarschijnlijk had hij die ooit ergens gelezen. De uitspraak luidde: ‘Een Arabier spuugt niet in eigen bron’. 

Het heeft te maken met barre omstandigheden en schaarste aan water. Allen beschermen de waterbronnen omdat iedereen ervan afhankelijk is. Dat is het algemeen belang.

Anders is het met de relschoppers die zwaar vuurwerk afsteken en de politie belagen in Nederlandse binnensteden. Met als aanleiding een voetbalwedstrijd. Ze spugen in eigen bron. 

Het Utrechtse gemeentebestuur had zich naar eigen zeggen goed voorbereid op de rellen die onvermijdelijk zouden komen. Utrecht heeft een grote Marokkaans-Nederlandse gemeenschap. 

Gemeente en politie hebben zich ook dit keer voorbereid en moskeeën, theehuiseigenaren en jongerenwerkers werken samen, gaf Dijksma al aan.

De interessante vraag is wat de relschoppers bezielt. Onzekerheid, frustratie, bandeloosheid of een onduidelijke identiteit? De uitleg van sociologen zal zijn: straatcultuur. Maar dat verklaart nog steeds het gedrag niet. 

De rellen kunnen in negatieve termen begrepen worden. De relschoppers beschadigen door hun gedrag het aanzien van de eigen gemeenschap. Een positieve verklaring kan zijn dat ze zich emanciperen en juist aan de regels en dwang van hun gemeenschap willen onttrekken. Dat gebeurt dan op een botte manier omdat dat de enige wijze is waarop ze zich kunnen uiten.

Voetballen met Oranje: 1947-1955

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 9 juni 2012. Licht gewijzigd.

KNVB-keuzecommissie (Pelikaan links, Hoolboom rechts) juichen en springen op bij het enige doelpunt (maker Dillens) van de interland Nederland-België in het Olympisch Stadion, Abe Lenstra (in het midden) blijft zitten, 3 april 1955. Credits: Ben van Meerendonk / AHF, collectie IISG, Amsterdam. 

Voetbal is oorlog. Voetbal is emotie. Voetbal is commercie. Voetbal is nationalisme. Voetbal is sport. Voetbal is kijken en luisteren. Voetbal is juichen. Voetbal is teleurstelling. Voetbal is mopperen. Voetbal is omhelzen of afstand nemen. Voetbal is wat ieder denkt dat het is.

Mannen bij de radio, uit een reportage van de voetbalwedstrijd Holland-Zwitserland, 21 september 1947. Credits: Ben van Meerendonk / AHF, collectie IISG, Amsterdam. 

De onvolprezen persfotograaf Ben van Meerendonk betrapt ‘Us‘ Abe Lenstra die op 3 april 1955 in het Olympisch Stadion onbewogen blijft zitten bij het enige Nederlandse doelpunt, terwijl keuzeheren juichen. Voetbal was toen radio en opzwepende stemmen, voetbal was de krant. Het spel is populair als belangrijkste bijzaak in het leven. En de bal is rond.

Chinese voetballers “lezen” de Voetbal Revue, september 1947. Credits: Ben van Meerendonk / AHF, collectie IISG, Amsterdam. 

Onverwacht verbod om bier in WK-stadions te verbieden is teken van een autoritair Qatar en een corrupte Fifa

Het WK Voetbal in Qatar gaat tot nu toe vooral niet over voetbal. Maar over corruptie, mensenrechten, ontbrekende voetbalcultuur in Qatar en het gebrek aan transparantie en ruggengraat en de geldzucht van de Fifa.

Daar is twee dagen voor de opening een door de regererende familie van Qatar onverwacht opgelegd verbod om bier in stadions te verkopen bijgekomen. Dat geldt niet voor de skyboxen waar zakenrelaties rijkelijk kunnen worden blijven voorzien van champagne of andere drank. Buiten de stadions is alcohol in fanzones verkrijgbaar.

Een verbod van alcoholverkoop en -consumptie in een voetbalstadion is niet uitzonderlijk. Dat komt in vele landen voor. Het merkwaardige is dat Budweiser die per vier jaar de FIFA 75 miljoen dollar betaalt om sponsor te zijn met dit stadionverbod is overvallen. Budweiser is een Amerikaanse biermerk van multinational AB InBev.

Budweiser noemde het onverwachte stadionverbod voor bierverkoop in een inmiddels verwijderde tweet ‘awkward’, ofwel onhandig of lastig. AB InBev zal dit waarschijnlijk als contractbreuk door de Fifa opvatten. Deze kwestie geeft critici van dit WK in Qatar volop munitie voor de stelling dat dit toernooi nooit in Qatar had moeten plaatsvinden.

Het merkwaardige is dat Qatar volop geld heeft besteed aan de marketing en publiciteit van dit WK, maar er telkens weer in slaagt met in zichzelf gekeerd gedrag de eigen glazen in te gooien. Dat is de makke van alleenheersers of autoritaire leiders die het in eigen omgeving voor het zeggen hebben zonder dat er tegenspraak klinkt, maar zich niet weten te gedragen in een omgeving waar die tegenspraak wel klinkt.

Het WK Voetbal in Qatar lijkt al voor aanvang een schoolvoorbeeld van een starre en in zichzelf opgesloten organisatie van een autoritair organiserend land en een door en door corrupte Fifa. De uiteenlopende belangen van voetballers, voetbalbonden, voetbalfans, sponsors, mensenrechtenorganisaties, buitenlandse arbeiders, media, Qatar en Fifa zijn ostentatief met elkaar strijdig. Dat leidt af van het voetbal.

Qatar zal door WK Voetbal de eigen reputatie niet verbeteren

Een voetbalfan ben ik niet. Soms zie ik in gezelschap een stukje van een wedstrijd. Meer niet. Ik kijk dan ook niet uit naar het WK Voetbal in Qatar. Ik laat het graag aan me voorbijgaan. Maar ik gun liefhebbers een spannend toernooi.

Het WK Voetbal in Qatar dat op 20 november 2022 begint kent voor- en tegenstanders. Heikel punt zijn de duizenden gastarbeiders die gestorven zouden zijn bij de bouw van de stadions. Niet minder bepalend voor het slechte beeld van Qatar is de min of meer geheime samenwerking met het Taliban-regime in Afghanistan. De in Qatar gevestigde zender Al Jazeera is alleen kritisch over anderen, niet over Qatar zelf. Dat is geen evenwichtige journalistiek in een niet evenwichtig land.

Qatar probeert met een massaal media-offensief waarbij het de beste pr-bedrijven inschakelt om de westerse publieke opinie voor zich te winnen. Op de achtergrond loeren de Qatarese gasvoorraden waar Europese landen begerig naar kijken nu het afnemen van Russisch gas niet meer kan door de oorlog in Oekraïne. Daarom binden westerse regeringen in. De Nederlandse regering dreigt zelfs tegen de zin van de Tweede Kamer in om een hoge delegatie naar het WK te sturen.

Het uitgangspunt van marketing is dat het onmogelijk is om een slecht product te verkopen. Dat geldt voor Qatar. Dat is een slecht product. Maar Qatar moet niet verkocht worden, maar het WK Voetbal wel. Wat Qatar als middel voor de eigen marketing gebruikt is het doel. Zo kan het dat het WK straks een succes word dat niet positief afstraalt op Qatar. De knip tussen Qatar en WK is te groot.

De vrees dat via sportswashing van het WK Voetbal de reputatie van Qatar wordt opgekrikt lijkt ongegrond. Ook hier is de knip te groot. Alle reclames en advertenties van Qatar die zijn gericht op een westers publiek tonen onwezenlijk als een eigen parallelle werkelijkheid. Het is een te aantoonbare sprookjeswereld die weinig verbinding met de werkelijkheid vindt. Het is fantasie die zich te duidelijk laat kennen als fantasie. Daarbij komt dat een 100% positief Qatarees verhaal door een westers publiek cynisch als naïef zal worden afgedaan.

Voor het WK Voetbal kan dat gunstig uitpakken omdat zo’n voetbaltoernooi een sterk merk is van een op zichzelf staande werkelijkheid die alleen maar om het spelletje draait. Zonder verdere pretenties. Dat geldt niet voor Qatar. Daar blijft het valse beeld van belabberde marketing overheersen. Het valt te verzen voor de machthebbers van dat land dat ze overschat hebben hoe de westerse publieke opinie over hun land te beïnvloeden valt.

Qatar heeft zich met de hoop op sportswashing rijk gerekend, maar door de extra media-aandacht voor de slechte mensenrechtensituatie, de puissant rijke in zichzelf gekeerde elite, de export van en financiële steun voor islamitisch radicalisme, de corruptie rond de keuze voor dit WK en de geopolitieke band met het Taliban-regime in Afghanistan valt eerder te verwachten dat de reputatie van Qatar niet verbetert, maar verslechtert. Qatar had zich beter gedeisd gehouden door niet de aandacht op zich te vestigen.

Rumoer in de top van de schaakwereld. Carlsen beschuldigt Hans Niemann van valsspelen

Verklaring van Magnus Carlsen via Twitter, 26 september 2022.

De schaakwereld is in rep en roer. De Noorse wereldkampioen Magnus Carlsen beschuldigt de Amerikaan Hans Niemann van valsspelen. Hij trok zich onlangs in de derde ronde terug voor de Sinquefield Cup toernooi in de de VS toen hij tegen Niemannn speelde. En verloor. Daarna trok Carlsen zich na een zet gespeeld te hebben terug voor The Julius Baer Generation Cup toen hij toevallig weer tegen Niemann moest uitkomen.

Indirect beschuldigde Carlsen Niemanns trainer Max Dlugy die in 2017 geassocieerd werd met valsspelen. In een interview van 22 september 2022 antwoordde Carlsen voor de reden van zijn terugtrekking:

Schermafbeelding van deel interview met Magnus Carlsen voor Worldchess.

Veel raadsels dus. Carlsen laat niet het achterste van zijn tong zien. Het is duidelijk dat hij Niemann en Dlugy niet vertrouwt. Hij zegt ook ongelukkig te zijn met de schaakwereld. Carlsen zegt pas duidelijkheid te kunnen geven als Niemann hem daar toestemming voor geeft.

Inzet van politie bij wedstrijden van betaald voetbal moet minder, zodat de capaciteit beter ingezet kan worden om de criminaliteit te bestrijden

Schermafbeelding van deel artikel Druk op politie vorig jaar hoog, vooral door coronahandhaving‘ van de NOS, 18 mei 2022.

Mijn reactie op de FB-pagina van de NOS bij het artikel Druk op politie vorig jaar hoog, vooral door coronahandhaving‘ van 18 mei 2022. Het capaciteitsprobleem van de politie is complex. Het wordt niet opgelost als de problemen bij de inzet bij wedstrijden van het betaald voetbal sterk worden verminderd, maar het zal regio’s met relatief veel betaald voetbal clubs ruimte geven voor een inzet die meer is gericht op de bestrijding van de criminaliteit dan nu. Het maakt ook de weg vrij om de expertise, opleiding en capaciteit van de politie specialistischer op te bouwen dan nu mogelijk is:

Tabel 3.1 over de politie-inzet in aantal uren per seizoen voor het betaald voetbal in het Jaarverslag Voetbal en Veiligheid 2018/2019.

Evenementen zoals wedstrijden in het betaald voetbal leggen een hoge druk op de capaciteit van de politie. Volgens critici te hoog. Te bedenken valt dat dit gaat om commerciële organisaties. 

De bestaande regeling is dat de clubs zorgen voor de veiligheid in het stadion en de politie voor de veiligheid buiten het stadion. Vaak worden door clubs in het stadion niet-professionele, vrijwillige stewards ingezet die niet het vermogen hebben om de veiligheid in het stadion te garanderen. Daar gaat het mis. 

Dat heeft twee effecten. De politie wordt ingeroepen om de veiligheid in het stadion te waarborgen, terwijl dat volgens de afspraken haar taak niet is. Of een deel van het rellende publiek dat binnen het stadion niet in de hand wordt gehouden gaat buiten het stadion door met rellen. Bij een betere handhaving binnen het stadion zou dat laatste minder op hoeven te treden. 

De omgeving van een voetbalstadion is openbare weg waar de politie de veiligheid dient te handhaven. Het waterbed-effect van onnodige onrust in het stadion die geëxporteerd wordt naar buiten het stadion die door de politie moet worden opgevangen is de zwakte van de huidige afspraken in het betaald voetbal. 

Er bestaat een patstelling in de afspraken over de inzet van politie bij evenementen. Daar dient een doorbraak in bereikt te worden om de capaciteit van de politie maatschappelijker in te zetten voor de kerntaken die met de openbare orde te maken hebben. Zoals de bestrijding van de zware criminaliteit, drugsgerelateerde criminaliteit en witte boorden criminaliteit. 

Het is een bizar luxe probleem om de beperkte capaciteit van de politie in de zetten bij wedstrijden van het betaald voetbal. De politie wordt nu onnodig ingezet bij evenementen die in de kern commercieel van karakter zijn. 

Er dient toegewerkt te worden naar nieuwe afspraken tussen de KNVB, de betaald voetbal clubs, de gemeenten waarin deze clubs zijn gevestigd en de politie die twee uitgangspunten hebben. Het beroep dat door de clubs of een gemeente op de politie wordt gedaan voor de handhaving van de openbare orde bij voetbalstadions dient sterk te verminderen en de clubs dienen zelf met een scala van maatregelen meer actieve verantwoordelijkheid te nemen in het handhaven van de openbare orde en het terugdringen van de inzet van de politie. 

Een regeling zou de volgende elementen kunnen bevatten: 1) de betaald voetbal clubs uit de Eredivisie en Eerste divisie dienen te zorgen voor voldoende professionele handhaving van de openbare orde binnen de stadions; 2) de handhaving binnen de stadions waarvoor de clubs verantwoordelijk zijn dient uitgebreid te worden naar de naaste omgeving van de stadions; 3) de kosten van de inzet van de politie dienen, boven een gezamenlijk af te spreken redelijke basisinzet die overeenkomt met normale handhaving van de openbare orde buiten het stadion, bekostigd te worden uit de gezamenlijke televisie inkomsten van de betaald voetbal clubs; 4) als de kosten voor de inzet van de politie bij wedstrijden van het betaald voetbal niet in evenwicht gebracht kunnen worden met de inkomsten van de totale betaald voetbal sector, dan dient die sector gesaneerd te worden door het fuseren of opheffen van clubs.