
Van het wekelijkse, zaterdagse stukje van de redactie Opinie van NRC bij monde van chef Peter Vermaas over het verdwijnen van de schaakrubriek van Hans Ree begrijp ik niets. Oud NRC-columnist Leon Vié draait zich om in zijn graf.
Er kwam op het verdwijnen kritiek van Joost Prinsen en niet-schaker Adriaan van Dis (‘een domme zet van NRC‘). Van Dis merkte op over de rubriek van Ree: ‘Ree schrijft namelijk over veel meer dan over de schoonheid van strategisch denken, hij maakt de wereld juist groter dan een schaakbord. Is gul met zijn belezenheid en humor en deelt inzichten die je als lezer verrijken.’
Ook ik ben teleurgesteld in NRC over het verdwijnen van de schaakrubriek. Het past blijkbaar in een patroon, de Volkskrant is in maart 2023 gestopt met de schaakrubriek van Gert Ligterink.
Hans Ree is allang geen sterke grootmeester meer, maar heeft zich ontwikkeld tot een goede schrijver. Daarbij bevindt hij zich in goed gezelschap van Hein Donner en Jan Timman die zich na hun periode als winnaar van belangrijke toernooien ontwikkelden tot uitstekende schrijvers.
Het verdwijnen van Ree’s schaakrubriek is lastig te duiden. Schaken zit wereldwijd mede door de corona-pandemie in de lift. Het is bij uitstek geschikt voor internet. Het schaken internationaliseert, de Chinees Ding Liren is pas gekroond tot nieuwe wereldkampioen van de FIDE. Ook omdat de sterkste speler Magnus Carlsen dat kampioenschap voor gezien hield.
Vermaas benadrukt namens de hoofdredactie dat de uitspraak die Ree als reden gaf voor het stoppen van de schaakrubriek: ‘op het internet zoveel gratis artikelen over schaken zijn te vinden dat een wekelijkse rubriek in de krant te weinig meerwaarde‘ zou hebben, niet het belangrijkste argument is.
Vermaas meldt dat een ander argument belangrijker is: ‘De missie van NRC is: onderzoekende journalistiek die de lezer helpt een eigen mening te vormen. Investeringen in onderzoeksjournalistiek en podcast hebben daarom voorrang gekregen‘.
Vermaas doet als boodschapper van het slechte nieuws zijn eigen geloofwaardigheid geweld aan. Men voelt aan de brede formulering die verre van dwingend is dat de chef Opinie door de hoofdredactie het bos in wordt gestuurd. De argumentatie van de hoofdredactie die hij moet verwoorden rammelt aan alle kanten.
De tegenstelling tussen onderzoeksjournalistiek en andere delen van de krant is minder absoluut dan de hoofdredactie meent. Want er zijn nog steeds talloze columns van Marcel van Roosmalen, Frits Abrahams, Hassnae Bouazza, Raoul de Jong en vele (wekelijkse) columnisten die hetzelfde verwijt gemaakt kunnen worden als Ree’s schaakrubriek, maar die niet gestopt worden. Wat verklaart het verschil en waarom benoemen hoofdredactie en Vermaas dat niet publiekelijk?
Waar trouwens de eindeloze verslagen en beschouwingen over voetbal, wielrennen en andere professionele sporten te plaatsen? Die naast de onderzoeken over matchfixing, corruptie en doping in de sport bestaan. Wat hebben die verslagen en voor- en nabeschouwingen van sportwedstrijden met onderzoeksjournalistiek te maken? Niks.
Het is een pikante bewering dat onderzoeksjournalistiek de lezer helpt bij het vormen van een mening. Onderzoeksjournalistiek informeert de lezer en legt die ook een mening op. Het is begrijpelijk dat NRC investeert in onderzoeksjournalistiek, waar een podcast trouwens niet meer dan een verschijningsvorm van is, maar het argument is in mijn ogen onbegrijpelijk als dat enkel en alleen ten koste van de schaakrubriek van Hans Ree moet gaan.
Om NRC een exitstrategie te bieden het volgende voorstel. Peil de behoefte bij vaste lezers over een schaak-, dam-, of bridgerubriek en eventueel nog een ander soort rubriek in de categorie die vroeger denksport werd genoemd. Als er behoefte is aan een schaakrubriek hoeft die voor de toekomst niet aan Ree verbonden te blijven, maar ga op zoek naar een goed geïnformeerde schaker die onderhoudend en interessant kan schrijven. Idem dito voor de andere ‘denksporten’. Het bijzondere is dat NRC zich hiermee kan onderscheiden. Om de geest van de liefhebbers te slijpen.