Vraagtekens bij een onderzoek van Blueyard over Museum Oud-Amelisweerd en over de stappen voor een nieuwe bestemming

In augustus 2018 ging de Stichting Museum Oud-Amelisweerd failliet. Het was exploitant en huurder van landhuis Oud-Amelisweerd dat eigendom is van de gemeente Utrecht en is gelegen in de gemeente Bunnik. Sinds eind 2010 is op dit blog op een kritische wijze regelmatig aandacht besteed aan Museum Oud Amelisweerd (MOA). De kritiek was dat de procedure volgens welke de besluiten werden genomen bestuurlijk onzorgvuldig was om niet te zeggen de bestuurlijke lijnen ernstig te buiten ging en dat de randvoorwaarden voor een museum in een lastig te exploiteren Rijksmonument onmogelijk waren om tot een succes te leiden. Voor dat laatste werd bij herhaling door experts gewaarschuwd, maar hun waarschuwingen werden genegeerd door het college van de gemeente Utrecht. Het MOA was museaal, financieel en politiek een aangekondigde ramp. Het MOA was en bleef vooral een papieren werkelijkheid in de bestuurskamers van de Stichtse politiek. Dat vraagt na een mislukte poging (2010-2018) om een diepgaande verklaring die man en paard noemt.

Bijkomende kritiek was dat diverse haalbaarheidsonderzoeken gekleurd, ingestoken en vertekend waren en de waarheid niet boven tafel haalden of bewust onder tafel hielden. Bij die reeks voegt zich nu een nieuw onderzoek dat in opdracht van de gemeente Utrecht door ‘een coöperatie van gedreven zelfstandig adviseursBlueyard is uitgevoerd. Het onderzoek is bedoeld om Utrecht te helpen bij het vinden van een nieuwe bestemming voor het landhuis dat vanwege het faillissement immers op een nieuwe bestemming wacht.

Het onderzoek is op hoofdlijnen in lijn met wat hier op dit blog is geconstateerd. Op het niveau van de randvoorwaarden en de onmacht van de exploitant om daar mee om te gaan is het onderzoek verdienstelijk en duidelijk. Hoewel het geen nieuwe feiten boven water haalt, zet het vermoedelijk voor het eerst voor alle leden van de Utrechtse gemeenteraad onverbloemd op een rijtje wat er zoal is misgegaan.

Uit deze wandaad van slecht bestuur is echter geen dader of neutraler gezegd ‘actor’ af te leiden. De ramp lijkt uit de lucht te vallen en geen voorgeschiedenis te hebben. Het gemis is dat het onderzoek de rol van het openbaar bestuur en dan met name de gemeente Utrecht buiten schot laat. Utrechtse cultuurwethouders als Frits Lintmeijer, Kees Diepeveen en Anke Klein worden niet met name genoemd en werden niet gehoord. Evenmin werden verantwoordelijke gedeputeerden van de provincie Utrecht (Anneke Raven, Mariëtte Pennarts) of van de gemeente Amersfoort (Pim van de Berg, Mirjam Barendregt) gehoord. Dat is een onbegrijpelijk gemis en is er een aanwijzing voor wat de opzet van het onderzoek is. Niet het beleid, maar de uitvoering ervan staat centraal. De dieperliggende redenen waarom het MOA is ontspoord worden niet onderzocht en als iets in die richting wordt geconstateerd gebeurt dat in abstracties en vaagheden die niemand bijten.

Het Utrechtse college dat de opdracht voor het onderzoek gaf is de roze olifant in de kamer waarover het onderzoek niet praat. Want de achtereenvolgende colleges met de achtereenvolgende verantwoordelijke cultuurwethouders liggen ten grondslag aan de mislukking. Dat maakt het onderzoek minder objectief en waardevol dan het met een kritische blik naar alle betrokkenen had kunnen zijn. Goed dat het onderzoek er is, alleen is het acht jaar te laat uitgevoerd, niet compleet en gekleurd door de rol van de opdrachtgever.

Er valt ook wel een en ander op de constateringen aan te merken. Ik geef de belangrijkste puntsgewijs weer met mijn commentaar:
1. ‘Door de verplaatsing van het Armando Museum naar het landgoed verviel de verplichting het Armando Museum in stand te houden of te heropenen in de Elleboogkerk‘.
Commentaar: Dit gaat voorbij aan het zogenaamde convenant uit 1998 tussen enerzijds de gemeente Amersfoort en anderzijds Armando en zijn (ex)-echtgenote Tony de Meijere waarin de gemeente zich verplichtte om de bruikleen van de collecties van genoemde personen binnen Amersfoort tentoon te stellen. Dit werd eenzijdig door Amersfoort verbroken. De toenmalige directeur van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn sprak in 2010 in dit verband van onbehoorlijk bestuur. Dus er verviel geen verplichting, integendeel, deze werd eenzijdig opgezegd door het toen nieuw aangetreden college van Amersfoort dat contractbreuk pleegde.

2. ‘Het aanbod was artistiek-inhoudelijk de moeite waard. Tweemaal per jaar werd een tentoonstelling georganiseerd, en daarbij werd gekozen om niet uitsluitend werk van de Armando te tonen, maar ook ander werk. De recensies waren lovend, de reacties van de bezoekers positief en als bevestiging won MOA in 2016 de internationale prijs voor cultureel erfgoed, Europa Nostra.’
Commentaar: Het bleef wringen dat zoals ook de Raad voor Cultuur constateerde de combinatie ensemble, Armando en Chinees behang niet logisch was en geen goede basis onder de programmatische structuur van het MOA legde. Oud-hoofdconservator en vriendin van Armando Rini Dippel uitte in 2011 dezelfde kritiek evenals deskundigen uit de museumsector. De tentoonstellingen waren van wisselend niveau en de recensies absoluut niet altijd lovend. Het behalen van de Europese prijs Europa Nostra was niet de (volledige) verdienste van het MOA en niet in minste mate de verdienste van de partijen uit het voortraject die de renovatie op poten hadden gezet voordat de Stichting MOA in beeld kwam: Gemeente Utrecht inclusief het Centraal Museum en de Vastgoed Organisatie, Rijksdienst Cultureel Erfgoed en het Restauratie Atelier Limburg.

3. ‘Het is opmerkelijk dat het bestuur in de ronde voor heroriëntatie niet met een overgangsscenario voor een terugval heeft kunnen komen.
Commentaar: Het onderzoek constateert op vele plekken dat het MOA werkte met ‘een onrealistisch ondernemingsplan’, ‘een moeizame bedrijfsvoering met te veel beperkingen’ en een ontbrekend weerstandsvermogen. Het MOA heeft geen enkel jaar met een positief saldo afgesloten, heeft onvoldoende sponsors kunnen trekken en niet aan de verwachtingen voldaan wat de bezoekcijfers betrof. De structurele inkomens uit de Amersfoortse bruidsschat liepen in 2021 ten einde en er wachtte nog de terugbetaling van 160.000 euro aan de provincie Utrecht. Het is begrijpelijk dat het bestuur deze indicatoren inschatte als perspectiefloos, evenmin een opgaande lijn kon constateren en het besluit nam om de verliezen niet verder op te laten lopen. Het onderzoek doet er verkeerd aan om de terugvaloptie te koppelen aan de exploitant Stichting MOA, deze optie was door de gemeente Utrecht juist in de brief geschreven voor het geval de exploitant het niet zou redden en was primair gebonden aan het vastgoed, ofwel het landhuis.

4. ‘We adviseren de gemeente Utrecht om een visie te formuleren op wat zij wil met het openstellen van het landhuis als cultureel erfgoed. Wat is de mate van ontsluiting en toegankelijkheid die zij het publiek wil bieden?
Commentaar: Een terechte, maar schrijnende opmerking die als mosterd na de maaltijd komt. Dit had zoals velen onder wie deze blogger vanaf 2010 meermalen hebben beweerd bij aanvang van het project moeten gebeuren. Het Utrechtse gemeentebestuur heeft continu achter de feiten aangelopen en onvoldoende initiatief genomen. Utrecht heeft het vastgoed voorbeeldig opgeknapt, maar bij de keuze voor de huurder en de voorwaarden van de exploitatie heeft het te laat, halfslachtig en ronduit slecht geacteerd. De gemeenteraad kreeg onvoldoende inspraak om het college te sturen en werd telkens met voldongen feiten geconfronteerd.

Wat nu na dit halfslachtige rampenscenario waaruit tussen de regels door blijkt dat de achtereenvolgende colleges van de gemeente Utrecht de wandaad hebben gepleegd, maar de dader ongenoemd blijft? De valkuil is de bestuurlijk-ambtelijke sfeer waar dit onderzoek van Blueyard ook ogenschijnlijk in is vastgelopen. Het heeft niet verder gekeken omdat het niet begreep dat dat nodig was of omdat dat ontmoedigd werd door de opdrachtgever. Hoe merkwaardig is het niet dat er volop ambtenaren, consultants en zakelijke directeuren worden geïnterviewd voor het onderzoek, maar nauwelijks inhoudelijke deskundigen uit de museumsector, laat staan critici als Paul van Vlijmen of Rini Dippel? Nodig is een volwaardig onderzoek dat uit de ambtelijk-bestuurlijke sfeer komt waarin trouwens ook het onderzoek van de Holland Consulting Group vastliep en het college van Utrecht gedetailleerde inhoudelijke argumenten geeft aan de hand waarvan het zich een mening kan vormen. Dat is beter dan wat de afgelopen acht jaar is gebeurd, toen de feiten uit de meningen volgden.

Foto: Schermafbeelding uit het onderzoekMuseum Oud Amelisweerd ex post; Oorzaak en aanleiding van het einde, met de blik op de toekomst’ van Blueyard dat in opdracht van de gemeente Utrecht werd uitgevoerd, 2 november 2018.

Armando beëindigt bruikleenovereenkomst met MOA. Alternatieven komen in zicht

In november 2016 schreef ik in een commentaar: ‘De 87-jarige beeldend kunstenaar en alleskunner Armando is het gemarchandeer met cijfers en de slechte vooruitzichten van de exploitatie definitief beu –feitelijk tekort over 2015 was 230.382 euro-. Hij is van plan te kappen met de Stichting Museum Oud Amelisweerd, aldus een bron uit zijn directe omgeving. Hij meent dat hij bij het Cobra Museum in Amstelveen beter op zijn plaats is en dat dat museum beter bij hem past.’ Ik was naar eigen inschatting  door die bron benaderd omdat ik sinds 2010 aandacht aan het onderwerp besteedde en me hard maakte voor een gezonde bedrijfsvoering die de Stichting Museum Oud Amelisweerd niet leverde. Er werd een spel achter de schermen gespeeld waarbij exploitant en kunstenaar elkaar aftastten en hun posities aanscherpten. En anderen probeerden te bewerken.

Vervolgens bleef het op een enkel bericht na -waarin werd betwist wie nou exact om welke reden de stekker uit de samenwerking trok- opvallend stil in de publiciteit. Tot vandaag, 19 april 2017. Het AD kopt in een bericht van Peter van de Vusse ‘Armando breekt met Museum Oud-Amelisweerd’. De aangekondigde breuk van november 2016 wordt nu werkelijkheid. Armando heeft volgens het AD de samenwerking met het MOA in maart 2017 opgezegd. AD: ‘De bruikleenovereenkomst, die de Armando Stichting (dat zo’n 1100 werken van de kunstenaar beheert) met het MOA had afgesloten, is beëindigd met een opzegtermijn van een jaar.’

Oud interim-directeur van het Centraal Museum en bedrijfseconoom Gert-Jan van der Vossen doet in opdracht van wethouder Diepeveen een onderzoek naar de toekomst van landhuis Oud-Amelisweerd. Naar verluidt is de Utrechtse politiek ontstemd door het verzoek op de valreep van 2016 om 75.000 euro extra geld door het MOA dat als een overval werd ervaren. Trouwens krokodillentranen want al vanaf 2011 was algemeen bekend dat het MOA een gezonde financiële basis miste, zwak onderbouwde financiële plannen naar buiten bracht en dreef op subsidies die op korte termijn af zouden lopen. Hoe dan ook heeft het MOA het verbruid in het Utrechtse stadhuis. Van der Vossen verkent serieus de opties voor een nieuwe gebruiker van het landhuis.

In het AD reageert MOA-directeur Ploum laconiek. Zij zegt nog het meest verrast te zijn door het feit dat het opzeggen door de bruikleenovereenkomst door Armando bekend is geworden. Contractueel zou vastgelegd zijn dat hierover niets in de publiciteit verschijnt. Het is duidelijk dat het in het belang van het MOA was om dit zo af te spreken. Het weet dat Van der Vossen naar een alternatief zoekt. In de publiciteit is door directie en bestuur van het MOA jarenlang beweerd dat de ‘unieke’ combinatie Armando, Chinees behang en landhuis de bestaansreden voor het museum is. Dat is veranderd nu Armando de bruikleenovereenkomst opzegt.

Armando’s afscheid van het MOA hoeft niet het einde aan de culturele bestemming van Oud-Amelisweerd te betekenen. De gemeente Utrecht heeft er meer dan 1,6 miljoen euro in geïnvesteerd. Daarbij stonden twee uitgangspunten centraal. Namelijk dat het vastgoed en de huidige exploitant niet per definitie aan elkaar gekoppeld zijn. En dat een terugvaloptie is voorzien als de huidige exploitant Stichting MOA het niet redt. Wat Van der Vossen het Utrechtse gemeentebestuur adviseert is nog onduidelijk, maar een goede optie zou een Museum voor Chinoiserie zijn. Het zou de 18de eeuwse Europese blik op het Verre Oosten verbinden met het landhuis met 18de eeuws Chinees behang. Daar is hier al in 2011 in een commentaar voor gepleit. Binnen het Centraal Museum is naar zo’n museum al in de jaren ’90 een haalbaarheidsonderzoek gedaan. De plannen liggen er nog en kunnen zo afgestoft en geactualiseerd worden. Ik wijs Van der Vossen graag verder.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelArmando breekt met Museum Oud-Amelisweerd’ van Peter van der Vusse in het AD, 19 april 2017.

Armando kapt definitief met Museum Oud Amelisweerd

120

De 87-jarige beeldend kunstenaar en alleskunner Armando is het gemarchandeer met cijfers en de slechte vooruitzichten van de exploitatie definitief beu –feitelijk tekort over 2015 was 230.382 euro-. Hij is van plan te kappen met de Stichting Museum Oud Amelisweerd, aldus een bron uit zijn directe omgeving. Hij meent dat hij bij het Cobra Museum in Amstelveen beter op zijn plaats is en dat dat museum beter bij hem past.

Het is hier al eerder beweerd, de liefde tussen Armando en de Stichting Museum Oud Amelisweerd is minder diep dan het publiek en de Stichtse politiek denken. Toch een essentieel aspect omdat kunstenaar en collectie Armando een basis onder het Museum Oud Amelisweerd leggen. De openstelling van de Armando Collectie is naast het Chinees behang en de historische buitenplaats Oud Amelisweerd één van de doelstellingen van de Stichting. Als de medewerking van Armando wegvalt, dan valt één van de doelstellingen onder het Museum Oud Amelisweerd weg. Al is het maar in de marketing en publiciteit. Omdat het onderbrengen van het werk van Armando de overwegende reden was voor de oprichting van het Museum Oud Amelisweerd in Bunnik valt met het wegvallen van Armando’s medewerking ook de logica weg onder het Museum Oud Amelisweerd.

Niet onmogelijk is echter dat Armando opnieuw onder druk wordt gezet door bestuur en directeur van de Stichting Museum Oud Amelisweerd en de Armando Stichting om terug te komen op zijn voornemen. Het gebeurde eerder. Er spelen belangen die niet synchroon lopen met de belangen van Armando. In januari 2014 schreef ik in een commentaar: ‘Er was sprake van een dubbele gijzeling. Armando werd gegijzeld door het Armando Museum en had geen behoefte om na Amersfoort nog een nieuwe stap te zetten. Tony de Meijere die incidentele bruiklenen voor tentoonstellingen aan het Armando Museum gaf, maar daar op een gegeven moment uit ongenoegen mee stopte, gaf haar opgeslagen collectie in bruikleen bij het Kröller-Müller Museum. Zijn ongenoegen liep zo hoog op dat Armando voorjaar 2011 zijn collectie weghaalde bij het Armando Museum. Dat betekende het einde aan alle plannen. Armando ging na druk uiteindelijk overstag. Vanuit die positie kon het Armando Museum als enige kandidaat de gemeente Utrecht gijzelen.’

Ondersteunend voor dat sluimerend ongenoegen, de stroeve relatie, en de onmacht om zich te onttrekken aan de gijzeling door de Stichtingen die hem menen museaal te kunnen vertegenwoordigen zijn uitspraken van mensen uit Armando’s omgeving. Zoals oud-hoofdconservator Rini Dippel die zich in 2011 vernietigend uitsprak over de Armando Collectie in landhuis Oud Amelisweerd waarvan de logica haar ontging. En zoals gezegd ex-echtgenote Tony de Meijere die in 2010 haar omvangrijke, persoonlijke verzameling in langdurige bruikleen aan het Kröller-Müller Museum gaf met de belofte deze aan het museum na te laten.

De politieke betekenis van Armando’s voornemen om uit dat conglomeraat van Stichtingen met hun zakelijke en personele belangen te stappen is zo groot als de Stichtse politiek het zelf wil maken. Wel valt nu in het debat over de toekomst van Museum Oud Amelisweerd het argument weg dat Armando een plek moet worden geboden. Die plek ziet Armando eerder voor zichzelf weggelegd in het Cobra Museum of het Kröller-Müller Museum. Met als basis een gedegen wetenschappelijke, financiële en minder gebrekkige omgeving om gepresenteerd te worden. In de collecties van Centraal Museum en Stedelijk Museum is belangrijk werk uit vroegere periodes van hem opgenomen. Museum Oud Amelisweerd voegt daar niets aan toe, maar verstoort eerder het beeld van Armando en zijn werk zoals de kunstenaar dat zelf wil geven aan de buitenwereld.

Armando’s afscheid van Museum Oud Amelisweerd hoeft niet het einde aan de culturele bestemming van landhuis Oud-Amelisweerd te betekenen. Verre van dat. De gemeente Utrecht heeft er meer dan 1,6 miljoen euro in geïnvesteerd. Daarbij stonden twee uitgangspunten centraal. Namelijk dat het vastgoed en de huidige exploitant niet per definitie aan elkaar gekoppeld zijn. En dat een terugvaloptie is voorzien als de huidige exploitant Stichting Museum Oud Amelisweerd het niet redt. Utrechtse en Amersfoortse raadsleden en statenleden in de provincie Utrecht moeten tot zich door laten dringen dat het streven naar een optimale oplossing voor de culturele bestemming van landhuis Oud-Amelisweerd niet met alle geweld het vasthouden aan de huidige exploitant is. De fase in het debat over de toekomstige bestemming lijkt nu bereikt dat het vasthouden aan de huidige exploitant de continuering van een culturele bestemming juist in de weg staat.

Foto: Armando, Le canard serie, 1954; inkt en krijt op papier, 68 x 53 cm.

Tekort Museum Oud Amelisweerd neemt toe. Het wordt door media en politiek te laag voorgesteld. Waarom?

moa-1

Op 2 november werd eindelijk de Jaarrekening 2015 op de site van Museum Oud Amelisweerd gepubliceerd. De huidige exploitant van het landhuis Oud-Amelisweerd. Meer dan vier maanden te laat. Omdat de Stichting MOA ANBI-plichtig is had dat op 1 juli 2016 moeten gebeuren. Een deskundige zegt daarover: ‘Publiceren mag op de eigen website of op een gemeenschappelijke internetsite met andere goede doelen’.

Het aantal bezoekers was in 2015 22.000. Dat is op twee manieren een afname vergeleken met 2014 toen ruim 30.000 bezoekers werden geteld. 2015 Was het eerste volledige jaar van openstelling van het museum. Afname van het aantal bezoekers is zoals het verslag opmerkt niet ongewoon en kan toegeschreven worden aan het effect dat een nieuw geopend museum in het eerste jaar meer bezoekers trekt en daarna te kampen krijgt met teruggang. Voor de komende jaren is het daarom realistisch om uit te gaan van 22.000 bezoekers per jaar, en niet van 30.000. Mede omdat er door bezuinigingen bespaard dient te worden op loon- en projectkosten en activiteiten met betrekking tot publiciteit en marketing eerder af- dan toe zullen nemen.

Er klinken tegenstrijdige berichten op uit de jaarrekening. Het bestuur zegt in het bestuursverslag dat het ‘vooralsnog’ wel goed zit met de financiële continuïteit voor de korte als middellange termijn. Onder dat laatste wordt doorgaans een termijn van 3 tot 5 jaar verstaan, zodat de financiële continuïteit volgens het bestuur tot 2021 gewaarborgd is. Dat lijkt een cruciaal jaar te zijn. Huidige problemen worden doorgeschoven naar de toekomst. Zoals het bestuur verduidelijkt loopt dan de uitbetaling van de Amersfoortse bruidsschat af en moet een lening van 160.000 euro aan de provincie Utrecht worden afgelost. Deze lening werkt trouwens twee kanten uit omdat de provincie Utrecht bij een faillissement van de Stichting MOA deze 160.000 euro kwijt is. En zich daarom tot belanghebbende bij het voortbestaan van de Stichting MOA heeft gemaakt.

Resumerend, in 2021 stoppen de inkomsten uit Amersfoort en moet de renteloze lening van de provincie Utrecht worden terugbetaald. Het bestuur legt stilzwijgend een bodem onder deze zorgen met een verwijzing naar de Armando Stichting dat schilderijen van Armando beheert. Met een marktwaarde van 22 miljoen euro. In november 2015 liet het inmiddels afgetreden bestuurslid van de Stichting MOA Geert Noortman zich ontvallen bij een dreigend faillissementdesnoods werken van Armando [te] verkopen, mocht hij daar toestemming voor geven’. Dat kan echter niet hardop worden gezegd omdat het verkopen van werken uit de collectie om gaten in de exploitatie te vullen voor een museum niet zomaar mogelijk is. Zelfs als in 2021 Stichting MOA door het overlijden van Armando eigenaar is geworden van deze werken, dan nog kan het volgens de ethische code van de museumvereniging geen werken uit de collectie afstoten om genoemde lening van de provincie Utrecht terug te betalen of de weggevallen Amersfoortse subsidie op te vangen.

In de publiciteit wordt door zowel lokale media als Utrechtse politici het beeld gevormd dat het tekort van de Stichting MOA over 2015 70.382 euro bedraagt. Dat past kosmetisch mooi bij een advies van een Utrechtse commissie Cultuur uit mei 2016 over een subsidie van 75.000 euro die door het college wegens afspraken echter niet kan worden opgevolgd. Maar wie de jaarrekening breder interpreteert ziet dat bij het tekort op de exploitatie de lening van de provincie Utrecht van 160.000 euro opgeteld moet worden en het tekort daarom uitkomt op 230.382 euro. Omdat de jaarrekening 2014 een tekort van 136.020 vertoonde is het resultaat over 2015 met een tekort van 70.382 euro niet beter, maar slechter dan in 2014. Dat is de echte beeldvorming.

Het is zaak dat er ‘een structurele oplossing’ wordt gevonden voor exploitatie van landhuis Oud-Amelisweerd. Daarover bestaat bij Utrechtse raadsleden verwarring zoals bleek uit de vergadering van de Commissie Mens en Samenleving op 1 november 2016. Zie hier voor een beeldverslag. Tekenend voor het onbegrip is wat Jedija Inkelaar van de ChristenUnie zegt in een bericht van RTV Utrecht: ‘Omdat er niet zomaar een andere huurder is voor dit pand, is het belangrijk om met het museum te praten over mogelijkheden het open te houden’. Ze verwart oorzaak en gevolg. Ze geeft het initiatief van de raad uit handen om verder te kijken.

Het probleem dat nu optreedt met de exploitatie van het MOA en al in 2012 door museumexperts maar ook Utrechtse raadsleden voorspeld werd valt te herleiden tot drie oorzaken: 1) Zoals de Raad voor Cultuur in een advies uit 2016 zegt sluit het MOA onvoldoende aan bij de plek; 2) Het rijksmonument is ongeschikt en in de exploitatie ‘te duur’ voor een publieksmuseum dat streeft naar een bezoekersaantal van 30.000-40.000; 3) Er is in de jaren 2010-2011 door de toenmalige verantwoordelijke politici in Utrecht en Amersfoort nooit serieus gezocht naar de beste huurder. De politiek heeft Stichting MOA het landhuis Oud-Amelisweerd laten kapen.

Als Inkelaar en Utrechtse raadsleden streven naar ‘een structurele oplossing’ voor de bestemming van landhuis Oud-Amelisweerd, dan zouden ze liefst met een ruime blik naar deze kwestie kijken en zich niet laten dwingen in het frame dat hun door het MOA opgedrongen wordt. De gemeente Utrecht heeft meer dan 1,6 miljoen euro geïnvesteerd in landhuis Oud-Amelisweerd. Voorbeeldig. Samen met de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en de huidige exploitant, en met begeleiding van de toenmalige beheerder het Centraal Museum. Dat resulteerde in 2016 in het winnen van de Erfgoedprijs Europa Nostra. Utrechtse raadsleden moeten beseffen dat ze kunnen streven naar een optimale oplossing voor de exploitatie van landhuis Oud-Amelisweerd. Tussen haalbaarheid, ambitie en realiteitszin in. Doorschuiven van problemen naar de toekomst kan politiek gewenst zijn, als ze maar beseffen waar ze mee bezig zijn en blikvernauwing nieuwe problemen oproept.

Foto: Schermafbeelding van deel jaarrekening 2015 van de Stichting Museum Oud Amelisweerd. Gepubliceerd op 2 november 2016.

Groen licht voor Museum Oud-Amelisweerd ondanks bezwaren

Update 28 juni: Geen besluit zonder spin. De slag in de publiciteit gaat niet over gelijk hebben, maar over gelijk krijgen. Op radio 1 (26 juni: 7.20/8.20/9.20) claimt de beoogd directeur van Museum Oud-Amelisweerd haar gelijk, samen met wethouder Lintmeijer die niet over de inhoud gaat, maar wel over de inhoud praat. Oud-hoofdconservator en vriend van Armando Rini Dippel ziet de combinatie Armando en Oud-Amelisweerd als ongelukkig. Hier geven raadsleden en fractiemedewerkers van PvdA-Utrecht, GroenRechts-Utrecht en Trots-A’foort hun mening. Ieder denkt het zijne of hare. Het gelijk bestaat niet. Gelijk krijgen blijkbaar wel. 

De Utrechtse gemeenteraad heeft gisteravond met een onverwachts grote meerderheid ingestemd met de kredietaanvraag Oud-Amelisweerd. Ter elfder ure voegden VVD en D66 zich bij een meerderheid die mogelijk werd door het CDA. Omdat cultuurwethouder Frits Lintmeijer de restauratie van dit rijksmonument koppelde aan de Stichting Museum Oud-Amelisweerd wordt aan deze de exploitatie gegund. Maar er bestaan in de raad twijfels over de onderbouwing van het ondernemingsplan, de concurrentiekracht en dus de levensvatbaarheid van dit museum. VVD en D66 legden dit in moties vast die door de wethouder werden overgenomen. Hij zegt toe dat Utrecht via de huur of steun geen cent aan de exploitatie zal bijdragen. Ook niet bij een faillissement.

Het nieuwe museum is een voortzetting van het Armando Museum dat in 2007 na de brand in de Elleboogkerk uit Amersfoort moest verdwijnen omdat een nieuw college om economische redenen eenzijdig een contract uit 1998 met Armando, zijn ex-echtgenote Tony de Meijere en de Stichting Armando verbrak. Toenmalig cultuurwethouder van Amersfoort Mirjam Barendregt belde wethouder Lintmeijer om hem over een alternatieve locatie te polsen. Ervoor en erna waren er allerlei sondaties, intenties, plannen en onderzoeken van een stevige lobby die parallel liep aan de besluitvorming van de Utrechtse raad. En deze feitelijk verving.

In het slotdebat hadden raadsleden de mond vol over ‘cultureel ondernemerschap‘ van een exploitant op afstand. Het CDA vergeleek het met een snackbar waarover de gemeente ook niets te zeggen heeft. Een rare vergelijking omdat Utrecht geen snackbars in eigendom heeft en Oud-Amelisweerd een rijksmonument is met zeldzaam 18de-eeuws behang. Het mooiste wat Utrecht te bieden heeft. De verwijzing naar ‘cultureel ondernemerschap‘ is dubbelzinnig omdat de raad er bij de wethouder nooit op heeft aangedrongen om actief ondernemers te interesseren. Vanaf eind 2010 was duidelijk dat het Armando Museum het moest worden.

De debatten over Oud-Amelisweerd hebben de kunstenaar Armando beschadigd. Hoewel betrokken bestuurders het ongetwijfeld goed bedoelden hadden ze zich zijn positie beter moeten beseffen toen ze met elkaar hun plannen bespraken. Er was sprake van een dubbele gijzeling. Armando werd gegijzeld door het Armando Museum en had geen behoefte om na Amersfoort nog een nieuwe stap te zetten. Tony de Meijere haalde in 2011 haar eigen collectie weg bij het Armando Museum en gaf het in bruikleen bij het Kröller-Müller Museum. Zijn ongenoegen liep zo hoog op dat Armando voorjaar 2011 ook zijn collectie weghaalde bij het Armando Museum. Dat betekende het einde aan alle plannen. Armando ging na druk uiteindelijk overstag. Vanuit die positie kon het Armando Museum als enige kandidaat de gemeente Utrecht gijzelen.

Kranten als NRC en de Volkskrant hebben nauwelijks aandacht besteed aan de huisvesting van de Armando Collectie. Toch een interessant cultuurpolitiek onderwerp. Alleen toen het om de poppetjes ging besteedde de Volkskrant aandacht aan de belangenverstrengeling tussen twee hoofdrolspelers en partners. Edwin Jacobs, de directeur van beheerder Centraal Museum en Yvonne Ploum, directeur Armando Museum. Het AD deed het beter door het te coveren vanuit het lokale nieuws. Het typeert waar het de politiek en media om gaat. Niet de zaak is van belang in publiciteit en gemeenteraad, maar de macht en de poppetjes. Cultuur is een bijzaak.

Foto: Armando (links) en Jan Cremer, 1960

AD: ‘Armando wordt fiasco’

Het AD is in een kritisch artikel negatief over de kansen van Museum Oud-Amelisweerd, wat het het Armando Museum noemt. De verdienste van Peter van de Vusse is dat-ie voor het eerst museummensen uit de praktijk over de levensvatbaarheid ervan laat spreken. Tot nu toe zwegen ze op een enkeling als Rini Dippel na. Maar haar kritiek ging over de ongelukkige combinatie van Armando en Oud-Amelisweerd in de Bunnikse bossen.

Waarom het CDA in een opvallende overstap de collegepartijen aan een meerderheid gaat helpen heeft Van de Vusse jammergenoeg niet boven water weten te halen. Het lijkt de sleutelvraag voor de start en afloop van dit project. Vanavond wordt in de Utrechtse raad een kredietaanvraag behandeld. Aanname daarvan wordt als het groene licht gezien in een verknoping van vastgoed en de vestiging van Museum Oud-Amelisweerd.

Aan de hand van de uitspraken van drie praktijkmensen wordt geschetst waarom het museum bedrijfsmatig moet mislukken. Directeur van het Spoorwegmuseum Paul van Vlijmen zegt: ‘Ik zou bedrijfsmatig nooit in zo’n avontuur stappen. Want het museum -zonder subsidie- is niet rendabel te krijgen.’ Dit is in lijn met eerdere kritiek van D66 en VVD, maar ook van de SP en GroenRechts. En al op 6 februari 2012 stelde de Amersfoortse raad: ‘De raad heeft de nodige reserves bij de haalbaarheid van het Ondernemings- en huisvestingsplan van Museum Oud Amelisweerd’. Van Vlijmen vindt vooral de onderbouwing van het begrote bezoekersaantal wankel en ziet niet in hoe dat met een laag marketingsbudget gerealiseerd kan worden.

Ook anderen wijzen op het doorbuigende bedrijfsmodel dat geen kosten toelaat om inkomsten te genereren. Directeur Eymert-Jan Goossens van Huis Doorn noemt de entreeprijs van 12,50 euro ‘te hoog’ en elitair. Het systeem van reservering om zowel het Chinees behang als Armando te bezichtigen vindt-ie ‘niet slim’. ‘Hoe meer barrières je opwerpt, hoe ingewikkelder het wordt.’ Mireille Pondman van SUBporter, een stichting die culturele instellingen ondersteunt, noemt het lastig dat er geen ruimte is om geld te verdienen met horeca, feesten en partijen. Beide ‘barrières’ zijn echter geen keuze van de exploitant, maar een voorwaarde voor de exploitatie die direct volgt uit het cultureel erfgoed en de monumentale waarde van het landhuis.

Foto: Artikel ‘Armando wordt fiasco‘ in AD, 21 juni 2012

Oud-Amelisweerd: steun voor vastgoed, maar afkeuring voor exploitant

In een commissievergadering in de Utrechtse raadszaal stond gisteravond de Kredietaanvraag Museum Oud Amelisweerd op de agenda. De bijdrage van drie partijen was opmerkelijk: GroenLinks, D66 en CDA. De eerste door de argumenten die het koos en de laatste door de collegepartijen aan een meerderheid te helpen. In Utrecht vormen GroenLinks, D66 en PvdA het college. Net als de VVD hield D66 vast aan de eerder geuite bezwaren. De kritiek van de liberale partijen is niet weggenomen. Op 21 juni wordt in de plenaire raad verder gedebatteerd. De meerderheid is miniem en afvallers kunnen GroenLinks, PvdA en CDA zich niet veroorloven.

Jesper Rijpma (VVD) en na hem Xander van Asperen (D66) lokten wethouder Frits Lintmeijer (GroenLinks) uit zijn oude stellingen. Ze maakten een onderscheid tussen het vastgoed en de bedrijfsvoering van het museum. Rijpma vroeg zich af waarom een raadsvoorstel dat over het opknappen van een rijksmonument gaat, dus een voorstel over vastgoed is, door de wethouder verknoopt is met een culturele doelstelling. Opvallend was dat zowel Frits Lintmeijer als GL-woordvoerder Jan Ravesteijn hierop geen antwoord had en de kritiek overnam.

De raad geeft brede steun aan het opknappen door de dienst vastgoed en de Rijksdient Cultureel Erfgoed van rijksmonument Oud-Amelisweerd. GroenLinks zocht daarom voor het debat in die hoek onderbouwing voor haar argumenten. Voor de lange termijn maakte het zo echter het raadsvoorstel ongeloofwaardig dat vastgoed en cultuur verknoopt. Want zelfs GroenLinks is niet enthousiast over de resultaten van de beoogde exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd. Veelzeggend voor dit gebrek aan vertrouwen in de exploitant was de moedeloosheid van Jan Ravesteijn: ‘het is uiteindelijk een inschatting‘ en ‘laten we maar niet nietsdoen‘.

Kritiek was er op het verkeersplan en de parkeerdruk, de toegangsprijs van 12,50 euro, de hoge inschatting van bezoekersaantallen, een niet onafhankelijke monitoring van het erfgoed en de niet-marktconforme huur die opgevat kan worden als impliciete bijdrage in de exploitatie. Naast het schrappen door het college van de hier ook al geconstateerde eis van een goed onderbouwde exploitatiebegroting. Het was een misvatting van de raad om de beoogde exploitant als ‘cultureel ondernemer‘ te bestempelen. De eerste voorwaarde daarvoor is anderen te overtuigen in te stappen, zoals Arjo Klamer betoogt. Die overtuiging ontbreekt zichtbaar.

Op de publieke tribune had bestuursvoorzitter MOA James van Lidt de Jeude hoorbaar moeite met alle kritiek. Hij riep uit: Wat is het alternatief? Da’s de hamvraag die in 2010 gesteld had moeten worden. Het breekt nu op dat wethouder Lintmeijer niet ver genoeg heeft gekeken en via een bestuursopdracht aan Edwin Jacobs het Armando Museum heeft binnengehaald. Met een weinig overtuigende directie en een collectie die niet past bij Oud-Amelisweerd. Een wisseltentoonstelling poetst dat niet weg. De erkenning door GroenLinks dat vastgoed en culturele bestemming niet in elkaar overlopen biedt kansen om uit te kijken naar een nieuwe exploitant. De wethouder en de meeste fracties voorzien dat de beoogde exploitant het niet langer dan drie jaar volhoudt.

Foto: Gezicht over de Kromme Rijn en op de achtergevel van het huis Oud Amelisweerd (Koningslaan 9) te Bunnik, 1954. Credits: G.J. Lauwers, Het Utrechts Archief

Oud-Amelisweerd: staalkaart van bestuurlijke onzorgvuldigheid

Sinds 13 december 2010 is dit het 53ste stuk over de huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. De toon was kritisch vanwege de onlogische keuze, de slechte voorbereiding door de beoogde exploitant en de onheldere besluitvorming. Wethouder Lintmeijer gaf zonder openbaar debat de exploitant het groene licht. Met als gevolg dat deze gemeenschapsgeld ging uitgeven dat niet formeel gedekt was en zo een machtspositie opbouwde. De exploitant kreeg toegang tot Oud-Amelisweerd zonder dat dit formeel besloten was. Dit bracht ambtenaren van gemeentelijke diensten in een lastige positie, dat soms tot ontslag leidde. Als symbool van bestuurlijke onzorgvuldigheid verdient wethouder Lintmeijer een motie van treurnis.

Op 12 juni beslist een commissie van de Utrechtse raad over de kredietaanvraag voor een nieuw museum. Voor degenen die zich voor het eerst in dit dossier willen verdiepen en voor anderen die details willen opzoeken verwijs ik naar onderstaande selectie. In chronologische volgorde zijn alle stukken hier te vinden.

Achtergrond en overzicht:
Verhuizing Armando Museum naar Oud-Amelisweerd in 10 raadsels 28-10-11
Armando Museum past niet in Oud-Amelisweerd 11-04-11
Onderzoek Armando Museum roept vragen op 13-12-10

Samenhang museumsector in tijden van krimp
Utrechtse museumsector moet in samenhang gezien worden 24-05-12
Armando Museum en musea in tijden van krimp 01-11-11

Belangenverstrengeling Jacobs-Ploum
Wethouder Lintmeijer loopt risico door Oud-Amelisweerd 22-02-12
Belangenverstrengeling Oud-Amelisweerd in openbaarheid 17-02-12
Wethouder Lintmeijer wordt bij Oud-Amelisweerd niet aan goed bestuur gehouden 07-12-11

Amersfoort
Politiek wikt en BMC beschikt over Museum Oud-Amelisweerd 28-03-12
Terugvaloptie Armando Museum op kosten van Amersfoort? 16-01-12
Armando Museum en het bestuurlijk onvermogen 07-01-11

Kritiek in Utrechtse raad
Bezwaren Utrechtse D66 en VVD tegen Oud-Amelisweerd niet weggenomen 06-06-12
Vragen van de VVD over Oud-Amelisweerd 01-04-12
Utrechtse VVD heeft kritiek op Armando Museum in Oud-Amelisweerd 19-12-11

Beheer Centraal Museum sinds 1990 en Lintmeijer
Koewaarheden, melkkoeien en koehandel bij Oud-Amelisweerd 03-02-12
Amersfoort-in-C verdraait waarheid over Oud-Amelisweerd 29-12-11
Wethouder Lintmeijer verdraait waarheid over Oud-Amelisweerd 26-11-11

Exploitatie en onderbouwing
Museum Oud-Amelisweerd nog steeds zonder goed onderbouwde exploitatiebegroting 01-05-12
Bedrijfsmodel Museum Oud-Amelisweerd buigt door onder voorwaarden 20-02-12
Economische afweging voor Armando Museum gevraagd 13-10-11

Kritiek van buitenstaanders
Toon Gispen stelt kritische vragen over Oud-Amelisweerd 21-01-12
Huisvesting Armando Collectie in Oud-Amelisweerd krijgt kritiek 16-12-11
Rini Dippel vernietigend over Armando Museum in Oud-Amelisweerd 07-11-11

Alternatieve locatie
Armando Museum heeft kansen in voormalig Moluks Museum 29-05-12
Provincie Utrecht beantwoordt vragen over Armando Museum 09-01-12
Huisvesting Armando Museum in Fort Vechten biedt kansen 14-11-11

Alternatieve bestemming voor Oud-Amelisweerd
Antwoorden over Oud-Amelisweerd pleiten voor Chinahuis 11-04-12
Oud-Amelisweerd als Museum voor Chinoiserie 04-10-11

Alternatieve bestemming voor Armando Collectie
Amersfoort blijft problemen Armando Museum van zich afschuiven 11-10-11
Collectie Tony de Meijere en Armando naar Kröller-Müller Museum 22-08-11

Foto: Wegwijzer naar Armando Museum in Amersfoort, Klaas Mulder

Museum Oud-Amelisweerd nog steeds zonder goed onderbouwde exploitatiebegroting

Sinds vandaag is het voorstel Kredietaanvraag Museum Oud Amelisweerd van het Utrechtse college openbaar. Het college stelt de raad voor om 1,666 miljoen euro eigen geld beschikbaar te stellen voor Oud-Amelisweerd en het landhuis aan de Stichting Museum Oud-Amelisweerd (SMOA) in beheer te geven. De termijn moet in een gebruiksovereenkomst tussen Centraal Museum, SO Vastgoed en SMOA nog worden vastgelegd.

Het college laat zich slecht overtuigen door SMOA en geeft nog steeds gemengde signalen af. In een commissiebrief van 13 december 2011 kreeg dat vorm in het opnemen van een zogenaamde terugvaloptie. Nu in een kanttekening die zegt dat de exploitatieopzet van het museum ‘enige risico’s‘ blijft inhouden. Uit alles valt af te leiden dat het college de plannen van SMOA onvoldoende vindt. De gemeente moet er zelfs eigen eisen voor bijstellen. Zo worden ‘concrete eisen (..) van een goed onderbouwde exploitatiebegroting‘ uit de collegebrief van 31 mei 2011 in de toelichting gereduceerd tot ‘een exploitant met een sluitende exploitatie begroting‘. De ‘goede onderbouwing‘ laat het college in deze procedure vallen als harde eis.

Wat is de reden dat het college toch akkoord gaat met de SMOA die overduidelijk nog steeds geen goede onderbouwing overlegt? Stilzwijgend neemt het college deze beoogde exploitant op de koop toe. Utrecht laat het geld van de gemeente Amersfoort en sponsors voor zich werken. Over de aanpassingen aan het landhuis zegt het: ‘Ook bij een andere exploitant met een andere publieksfunctie zouden deze aanpassingen nodig zijn‘. Dit is de sleutelzin. Het gebrek aan overeenstemming zoals die uit de collegestukken en de SMOA-stukken blijkt is groot. Het college noemt de ‘Armando-collectie‘ geen enkele keer, de SMOA zwijgt niet over Armando die het presenteert als een panacee die zelfs haar ongezonde exploitatiebegroting zal genezen.

De cijfers van SMOA over bezoekersaantallen, inkomsten, exploitatie en dekkingsplan staan buiten de werkelijkheid en hebben weinig waarde in zichzelf. Ze dienen in de besluitvorming een kosmetisch doel. In vergelijking met de cijfers en de verantwoording uit 2011 van Amersfoort-in-C is er geen voortgang, maar achteruitgang geboekt. Cijfers zijn minder concreet geworden zodat de verwarring toeneemt. Zo redeneert de rekenschap van de bezoekersaantallen naar verwachtingen toe die uitblinken in stapeling en associaties, maar niet op feiten, vergelijkingen en tellingen gebaseerd zijn. Van een toegangsprijs voor volwassenen van 12,50 euro moet afgewacht worden of het realistisch en concurrerend is. Evenals van 100 kinderfeestjes per jaar.

De hoogte van de huur voor het landhuis van 49.000 euro verdient aparte aandacht van de raad omdat deze niet marktconform is. De huur voor het ensemble wordt 109.000 euro. Dit betekent dat De Veldkeuken voor het koetshuis 60.000 euro huur betaalt. Woordvoerder Jeroen Bosch zei najaar 2011 namens wethouder Lintmeijer dat Utrecht geen cent aan de exploitatie zou bijdragen. Nog op de raadsinformatieavond van 31 januari 2012 zei bestuursvoorzitter SMOA James van Lidth de Jeude rekening te houden met een huur van 100.000 euro. Nu blijkt dat De Veldkeuken meer betaalt voor het koetshuis dan SMOA voor het monumentale landhuis. Deze maatregel is een extra aanwijzing dat een goed onderbouwde exploitatiebegroting van de Stichting Museum Oud-Amelisweerd nog steeds ontbreekt en dat kosten op derden worden afgeschoven.

Foto: Subsidie aan de kunst

Antwoorden over Oud-Amelisweerd pleiten voor Chinahuis

Schriftelijke vragen van de VVD’er Jesper Rijpma over Museum Oud-Amelisweerd zijn beantwoord. De antwoorden van het College benadrukken het belang van het Chinese behang en de contacten daarover met Chinese overheden en bedrijven. Het perspectief dat door de vragen heenschemert komt neer op een pleidooi voor de oprichting van een Museum voor Chinoiserie zoals dat ook hier een half jaar geleden werd bepleit.

Eerder al hield de bestuursvoorzitter van de Stichting Museum Oud-Amelisweerd James van Lidth de Jeude op de RIA over Oud-Amelisweerd van 31 januari 2012 een betoog dat het belang van de China voor onder meer de fondsenwerving aanprees. Zijn argumentatie kwam toen uit bij de economische relatie met China. Alsof-ie een Museum voor Chinoiserie toejuichte. De provincie Utrecht kent een jumelage met de provincie Guangdong en op Chinees regeringsniveau lijkt Oud-Amelisweerd prominent in beeld. Zoals de antwoorden suggereren.

Waar laat die aandacht voor China, de economische kracht van de Chinezen en de mogelijkheden tot internationale samenwerking tussen Nederland en China de Armando Collectie? Sinds 2010 is het belang van Armando geleidelijk afgeschaald. Wat eerst een Armando Museum zou worden, werd toen een Museum dat de Armando Collectie huisvestte en draagt nu het perspectief in zich van een museum dat het bestaansrecht aan China ontleend. Tot nu toe is het Museum Oud-Amelisweerd gevoed vanuit het Armando Museum Bureau. Maar een ander inhoudelijk accent vraagt om andere expertise die beter bij dat nieuwe accent past.

Hopelijk zijn de antwoorden voor de Utrechtse raad aanleiding om te doen waar het tot nu toe niet aan toegekomen is. Namelijk verzoeken om een debat over de bestemming van Oud-Amelisweerd. Sinds 2010 is er door vele partijen zakelijk en zinvol gepraat over de voorwaarden waaronder een Museum Oud-Amelisweerd kan functioneren. Dat staat. Binnen die contouren is het nu tijd om over de bestemming te praten. De Stichting Museum Oud-Amelisweerd biedt door de gekozen open opzet zicht op de mogelijkheid dat Museum Oud-Amelisweerd eenduidig kiest voor China en een duidelijk profiel als Chinahuis krijgt.

Resterende vragen over het klimaat en de reserves worden flets beantwoord. Door de plannenmakers is tot nu toe ontkend dat het museum vanwege de vorst gesloten zou worden. Nu wordt erkend dat bij vorstdagen activiteiten naar het koetshuis worden verplaatst. Dat eerst ontkennen tegen beter weten in en nu toegeven maakt geen professionele indruk. Het vraagt om een nieuwe doorrekening die denkt in de richting van kleinschaligheid. De bewering dat de organisatie ‘ernaar streeft om vanaf het eerste jaar een reserve te gaan opbouwen’ is een cirkelredenering. Juist een organisatie die financieel krap zit kan geen reserve opbouwen.

Foto: Keramiek uit Shiwan-Foshan in de Chinese provincie Guangdong