The Satanic Temple viert tienjarig bestaan in Boston. Dat roept reacties op van gevestigde christelijke organisaties

Van 28 tot 30 april 2023 (Walpurgis Night) houdt TST (The Satanic Temple) een bijeenkomst in Boston ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan. TST is geen organisatie die Satan vereert, zoals The Church of Satan, maar volgens eigen zeggen: ‘reject tyrannical authority’. TST heeft het zichzelf nodeloos moeilijk gemaakt door een naam te kiezen die verwarring schept met een ander bestaande religieus-Satanistische organisatie, TST is officieel een religieuze organisatie volgens de Amerikaanse Belastingdienst. TST ontkent naast het bestaan van Satan ook het bestaan van God.

TST wordt door sommige gevestigde religieuze organisaties geframed als satire. Zoals dat in Nederland gebeurt met de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster die juridisch en politiek wordt uitgesloten van de religiemarkt. TST stelt zich onder meer teweer tegen religieuze anti-abortus activisten en wordt daarom door vooral traditionele religieuze organisaties als progressief gezien.

Tegenstanders van TST proberen zich met hun tegengeluid te profileren tijdens de driedaagse SatanCon conventie in Boston. Zoals het aartsbisdom van het katholieke Boston dat oproept tot intens debat. Dat is een minimalistisch antwoord.

Verder gaat het evangelische Revive Boston met Jaymz Sideras die in oorlogsmetaforen lijkt te handelen en van een opleving van het christelijk geloof in de VS spreekt, terwijl volgens onderzoek van Pew het omgekeerde het geval is. Steeds meer Amerikanen identificeren zich niet als christen. Mede door de felle oorlogstaal en het aanschurken tegen voormalig president Trump. Revive Boston houdt een driedaagse tegenconventie in Boston.


De bovenste video toont een interview in september 2022 met het Bostonse gemeenteraadslid Annissa Essaibi George door de juridische adviseur van TST Crown Law als onderdeel van de door TST verloren rechtszaak The Satanic Temple Inc. Vs. Stad Boston. Het gaat om de selectie van de oproep of invocation bij het begin van een raadsvergadering. George geeft toe niks te weten van de achtergrond van TST en meent dat discriminatie van geloof niet bestaat, omdat discriminatie alleen ras/etniciteit betreft. Dat is een standpunt dat TST op het eigen YouTube-kanaal deelt.

Gedachten bij foto ‘Afluisteren. Een electrische “spion”. De plaat neemt de gesprekken op van de vrouw tijdens de afwezigheid van de wantrouwende echtgenoot.’

Afluisteren. Een electrische “spion”. De plaat neemt de gesprekken op van de vrouw tijdens de afwezigheid van de wantrouwende echtgenoot. 1932. Plaats onbekend‘, 1932 of eerder. Collectie: Spaarnestad Photo

Dat ziet eruit als een gezellig huiselijk tafereel. Vrouw met papegaai. Huisdieren ogen altijd liefelijk. Maar wat is dat ronde ding op de achtergrond? Een radio? Een lamp? Een geluidsinstallatie met microfoon die alles opvangt wat in de kamer wordt gezegd of gekraaid?

Soms lijken oude foto’s achterhaalde normen te verbeelden. Maar snappen we het goed? De titel luidt: ‘Afluisteren. Een electrische “spion”. De plaat neemt de gesprekken op van de vrouw tijdens de afwezigheid van de wantrouwende echtgenoot. 1932. Plaats onbekend.’ Is dit lachwekkend of benauwend?

Gebeurde dit werkelijk in 1932? Gaat de wantrouwende echtgenoot ’s avonds gesprekken van een hele dag van zijn vrouw afluisteren die blijkbaar continu in de kamer moet blijven en door de ‘electrische spion‘ zijn opgenomen? Hoe krijgt de echtgenoot afluisteren van het afluisteren praktisch voor elkaar?

Of moeten we de foto opvatten als parodie op afluisteren en controleren van (huis)vrouwen? Dan heeft het een andere betekenis dan het op het eerste gezicht leek.

Als de papegaai meepraat, dan kunnen we het volgende verwachten: ‘Lorre’ en ‘Koppie krauw’. Papegaaien kunnen tot 700 woorden leren, zodat het ook mogelijk is dat het tot een simpel tweegesprek tussen vrouw en pagegaai komt. Zou de echtgenoot daar geïnteresseerd in zijn? Ook nog eens als de papegaai elke dag hetzelfde zegt. Voor de vrouw is het evenmin een pretje.

De papegaai werkt trouwens verwarrend. Het dier is niet de ‘spion‘. Dat is de ‘electrische‘ installatie op de achtergrond. De papegaai kan wel als spion dienen als het woorden die door de vrouw gezegd zijn tegen de echtgenoot herhaalt. Een papegaai als luistervink. Afgezaagder kan het niet worden.

Slobs uitspraak over homoseksualiteit op scholen thematiseert het debat over de bekostiging van het bijzonder onderwijs

Scholen mogen ouders vragen een verklaring te ondertekenen waarin ze een homoseksuele levenswijze afkeuren. Dat zei de minister van basis- en voortgezet onderwijs Arie Slob maandag in de Tweede Kamer. Hij reageerde daarmee op kritische vragen van Kamerleden over de identiteitsverklaringen die op sommige reformatorische scholen worden gehanteerd.‘ Aldus een verslag in Trouw.

Het is vreemd dat een kabinetsminister zulke uitspraken doet over homoseksualiteit. Gelijke monniken, gelijke krantenkoppen. Het gevolg van zijn woorden is dat scholen van het kabinet toestemming krijgen om uit te sluiten. Stel dat het om christenen gaat en scholen ouders mogen vragen een verklaring te ondertekenen waarin ze een christelijke levenswijze afkeuren. Wat zou daar de reactie van de Nederlandse christenen op zijn?

Bijzondere scholen die door de overheid worden bekostigd mogen dit soort uitsluitende eisen stellen. De uitspraken van minister Slob geven echter aan dat dit geen duurzame situatie is. Scholen hebben de vrijheid om in eigen kring andersdenkenden uit te sluiten, maar het is niet passend dat dit door financiële ondersteuning van de overheid gebeurt en wordt gelegitimeerd.

Zo kunnen Slobs woorden aan waarde winnen. Namelijk dat er in de Tweede Kamer een fundamenteel debat op gang komt over het automatisme om het bijzonder onderwijs door de overheid te laten bekostigen en de bijkomende voorwaarden die daar mee samen behoren te gaan.

De politici van de vrijzinnige partijen doen er, als ze van de schrik van Slobs woorden bekomen zijn, verstandig aan om dit debat over de bekostiging van het bijzonder onderwijs in de Tweede Kamer hoog op de agenda te zetten. Het is een al meer dan 100 jaar oud compromis dat zichzelf overleefd heeft en niet meer houdbaar is. Het is niet de taak van de overheid om scholen die de ongelijkheid prediken te subsidiëren.

In zijn politieke onhandigheid heeft minister Slob dit aspect gethematiseerd dat de christelijke koepels niet bespreekbaar willen maken. Minister Slob die bekend staat als een zwakke minister is niet voor het eerst de weg kwijt. Hij probeerde met zijn uitspraken over homoseksualiteit op scholen zijn achterban te bedienen, maar bereikt het omgekeerde als vrijzinnige partijen als GroenLinks, D66, VVD, PvdA en SP een debat opstarten over de voorwaarden van de bekostiging van het bijzonder onderwijs door de overheid.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelSlob: Homoseksualiteit afkeuren mag, zolang scholen zorgen voor een veilig leerklimaat’ in Trouw, 9 november 2020.

Nogmaals ‘Monarchie hoort in het museum. Laat daarom de Gouden Koets rijden’. Een storm van ongenoegen wacht de instituties

I. Er staan op Petities.nl drie tamelijk brave petities met de strekking dat de gouden koets naar een museum moet. Zie hier, hier en hier. Maar als dat idee geïsoleerd wordt, dan heeft het weinig betekenis. De petities houden zich in en lijken niet te weten hoever ze durven gaan. Ze hebben kritiek op de gouden koets en het kolonialisme, maar dat zijn makkelijke voor de hand liggende symbolen. Want onderhand is een meerderheid tegen het kolonialisme en de symbolen daarvan, zoals standbeelden en zoiets als een gouden koets.

Daarnaast wenden de petities zich tot de Tweede Kamer dat het focuspunt van de gevestigde orde is. Dat soort onderdanigheid is niet de manier waarop een protest van onderop behoort te werken. Nu is het het moment om verder te denken. Niet de symbolen, maar het systeem van de ongelijkheid en het onrecht ofwel de machtsstructuur dient aangepakt te worden vanwege de rugwind van de protesten. Wie doordenkt komt uit bij de slotsom dat het Nederlandse koninklijk huis naar het museum moet. Dan pas krijgt het protest smoel.
 

II. In 2015 schreef ik het commentaarMonarchie hoort in het museum. Laat daarom de Gouden Koets rijden’:
‘Er is iets opvallends aan de hand met het opinieartikel van Joris Hanse voor Joop.nl. Niet hij, maar de reageerders trekken de ultieme consequentie uit zijn woorden. Ze pleiten voor afschaffing van de structuur achter de Gouden Koets: de monarchie. Hanse redeneert vanuit de haalbaarheid van de praktische politiek. Hij laat het bij het pleidooi om de Gouden Koets als symbool ‘voor al het leed dat Nederland in vier eeuwen overzee heeft aangericht’ naar het museum te verplaatsen. Op Prinsjesdag rijdt de koning in de Gouden Koets naar de Ridderzaal waar hij de troonrede uitspreekt. Het is de opening van het parlementaire jaar.

Waar Hanse doet aan symboolpolitiek door alleen de Gouden Koets aan te pakken gaan de reageerders verder: ‘Word het niet eens tijd dat het 110 miljoen kostende sprookje ook richting museum verdwijnt en een replica van WILLEM de overbodige bij het wassenbeelden museum voor de genen die zo nodig moeten zwaaien’, zegt Ton de Vries. Olav Meijer meent: ‘Natuurlijk hoort de gouden koets in een museum, net zoals het koningshuis zelf’ en Anja Lodewijks is consequent: ‘Daarom doe de koning in het museum, dan gaat de koets vanzelf mee.’ Eric Minnens koppelt juist monarchie en Gouden Koets los: ‘Anders gezegd: het is gemakkelijker een nieuwe koets aan te schaffen dan de monarchie af te schaffen.’ Het museum als opslag voor het ongewenste.

Er zijn vier opties: 1) Schaf de Gouden Koets (GK) af en de monarchie (M) niet; 2) Schaf GK en M af; 3) Schaf GK niet af en M wel; 4) Schaf GK en M niet af. Optie 3 vervalt omdat het onlogisch is een symbool te laten bestaan van een monarchie die afgeschat wordt. Optie 1 waar ook Joris Hanse voor pleit is een polderoplossing die de verschijningsvorm aanpast, maar de machtsstructuur erachter ongemoeid laat. Optie 4 is een voortzetting van de bestaande situatie. Optie 2 is de radicale oplossing die zowel symbool (GK) als structuur (M) aanpakt.

Hanse heeft gelijk met zijn opstelling omdat de macht van de monarchie op dit moment te sterk is om deze af te schaffen. Politieke partijen zien dat de pro-monarchistische krachten te sterk zijn en doen nu geen moeite om in principiële Republikeinse standpunten te investeren. Ik kwam in 2011 in een blogposting tot een exact tegenovergesteld standpunt als Hanse: ‘Het gevolg van de discussie rond het linkerpaneel van de Gouden Koets is dat links en rechts zich verschansen in de loopgraven. En dat het Koninklijk Huis opnieuw onderwerp van discussie is geworden.’ Anders gezegd, wie voor afschaffing van de monarchie is moet de Gouden Koets niet afschaffen, maar die als antireclame voor de monarchie juist laten blijven rijden. Leve de Gouden Koets!’

 
III. De politieke afweging van de zomer van 2020 is of de macht van de monarchie nog steeds sterk genoeg is om niet ter discussie gesteld te worden. Hoe dan ook werken deze halfslachtige petities die verzoeken om de gouden koets naar het museum te rijden averechts omdat ze niet de macht, maar slechts de symboliek van de macht aanpakken. In reactie op een FB-post van Tjebbe van Tijen (zie ook dit commentaar uit 2013 over de bibliotheek van het Tropeninstituut) schreef ik het volgende: ‘Mee eens Tjebbe. Laten we gelijk schoon schip maken en die hele Nederlandse koninklijke familie naar het museum overbrengen. Maar ik ben het er niet mee eens om de standbeelden in het water te gooien. Die kunnen ook naar het museum. Probleem is namelijk waar het opruimen stopt. Wie weet is er een radicale factie te vinden die mensen als Nelson Mandela, Rudolf Thorbecke of Anton de Kom om welke reden dan ook bij het oud vuil wil zetten. Interessant is de positie van het management van het Tropenmuseum of het NMVW dat zich afgelopen jaren zo politiek correct heeft gedragen. Gaan zij de storm doorstaan of radicaliseren ze nog verder richting politieke correctheid?’

Foto: Koning Willem-Alexander in de Gouden Koets, Prinsjesdag 2013.

Petitie vraagt om wetgeving voor een religieus neutrale rechtsstaat zonder religieuze symbolen (zoals hoofddoek) in openbare functies

De petitieDe overheid is voor iedereen, dus neutraal’ vindt dat de overheid zich neutraal moet presenteren. Dat geldt ook voor de kleding die neutraal moet zijn. In Nederland geldt een hoofddoekverbod voor ambtenaren in uniform zoals agenten en militairen. Ook griffiers en rechters mogen in Nederland in hun functie geen hoofddoek dragen. De petitie verwijst naar een uitspraak van het Europese Hof van Justitie uit 2017 over een Belgische en Franse zaak dat het werkgevers onder voorwaarden toestaat om het personeel te verbieden om een hoofddoek of een ander religieus symbool te dragen.

Genoemde petitie constateert dat de Tilburgse wethouder Esmah Lahlah (partijloos) tijdens de uitoefening van haar functie een hoofddoek draagt. Aan de hand van foto’s valt aan te tonen dat ze met hoofddoek als wethouder functioneert. De petitie meent dat daardoor het beeld van neutraliteit van de overheid verdwijnt en de overheid gaat functioneren als ‘podium om geloofsovertuigingen uit te dragen’. Volgens petitionaris James Salam komt hiermee ‘De seculiere of neutrale staat in het geding’. De petitie wil dat deze tendens gestopt wordt en vraagt om speciale wetgeving waarvan het zegt dat die in Frankrijk en Portugal bestaat. Om deze redenen verzoekt de petitie om wetgeving ‘voor een religieus neutrale, democratische rechtstaat zonder religieuze symbolen in openbare organisatorische en openbare bestuurlijke functies’.

Overigens is de verwijzing naar ‘het seculiere principe’ en ‘de seculiere staat’ die wordt gekoppeld aan ‘de neutrale staat’ verwarrend. Het is onduidelijk hoe de petitionaris dat bedoelt. Er is veel voor te zeggen om de symboliek van godsdiensten en levensovertuigingen bij vertegenwoordigers van de overheid te verbieden omdat het in strijd kan zijn met de neutrale overheid. Maar secularisme benadert het principe van de andere kant en gaat om rechten van burgers. Het omvat de vrijheid voor burgers om zich in vrijheid te laten inspireren door een godsdienst en levensovertuiging naar eigen keuze. In die keuze is de overheid geen deelnemer, maar een waarborg voor die keuze. Het secularisme legt de overheid al een neutrale positie op.

Net als wethouders maken ook burgemeesters en ministers deel uit van het openbaar bestuur. Het toont onevenwichtig dat agenten, militairen, griffiers en rechters niet en wethouders, burgemeesters en ministers in hun functie wel religieuze symbolen zoals een hoofddoek mogen dragen. Wat is de logica dat de Tilburgse agente in functie niet en de Tilburgse wethouder in functie wel een hoofddoek mag dragen? Laatstgenoemde treedt als bestuurder naar buiten en behoort op neutrale wijze het openbaar bestuur te representeren. Feit dat dit verschil bestaat is niet ingegeven door logica of rationaliteit. Het toeval is dat in het eerste geval (agenten, rechters etc.) een reglement is opgesteld, en in het tweede geval (wethouders, burgemeesters etc.) niet.

De minister van Binnenlandse Zaken zou het voortouw moeten nemen in deze kwestie van ongelijkheid en duidelijkheid moeten scheppen over deze gelijke monniken, ongelijke kappen wat het dragen van religieuze symbolen door vertegenwoordigers van het openbaar bestuur betreft. Een verbod is daarbij niet de leidende gedachte, maar wel bewustwording over het waarom van deze ongelijkheid. Het gaat om de stroomlijning en coördinatie van wetgeving/ reglementering. De te kiezen weg lijkt tweeledig: of de religieuze symbolen toelaten voor alle vertegenwoordigers van het openbaar bestuur of ze voor alle vertegenwoordigers verbieden.

De nu bestaande willekeur die bestaat uit een lappendeken van reglementair broddelwerk past niet bij een zorgvuldige overheid. Nu is er nog tijd om in relatieve rust dit aspect van de neutrale vertegenwoordiging van de overheid te onderzoeken. Voordat dit onderwerp mogelijk in de nabije toekomst belast wordt door de partijpolitiek en beeldbepalende vertegenwoordigers pro en contra dit aspect van een neutrale overheid.

Foto’s: Schermafbeelding van delen petitieDe overheid is voor iedereen, dus neutraal’ van James Salam op petities.nl, 16 december 2019.

College voor de Rechten van de Mens zegt dat overheid en rechter niet op stoel van de theoloog moeten zitten, maar deed dat zelf wel

Op 13 december 2017 schreef ik bovenstaand commentaar over een oordeel van het College voor de Rechten van de Mens in Utrecht. Het ging om Michael Afanasyev die in piratenkostuum wilde promoveren aan de TU Delft vanwege zijn godsdienstige overtuiging. Dat verzoek werd afgewezen door het College voor Promotie van de TU Delft. Daarop was hij naar het College voor de Rechten van de Mens gestapt, maar kreeg nul op het rekest. Hij is lid van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster. Voor de volledigheid, ik ben ingeschreven als lid en mag mezelf ‘Pastafarian’ bij de Nederlandse Kerk van het Vliegend Spaghettimonster noemen.

Ik had geen goed woord over voor het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens en kwalificeerde het als dubbelhartig. Ik schreef: ‘Het College is geen theologisch college en is niet geëquipeerd om theologische doctrines af te wegen’ en ‘Het College gaat haar boekje te buiten door de verzoeker te verwijten dat hij weinig kennis van zijn godsdienst heeft of onvoldoende kan uitleggen op welke gronden hij zijn kostuum op de promotieplechtigheid wil dragen. Dat zijn eisen die niet gesteld kunnen worden aan een gelovige en waarover het College zich niet uit te  spreken heeft’. Mijn conclusie: ‘Het College zit met de uitspraak op het verkeerde spoor. Het kan vanwege de Algemene Wet Gelijke Behandeling niet zeggen dat er op het dragen van het voorgeschreven promotiekostuum bij de TU Delft voor geen enkele godsdienst of levensovertuiging een uitzondering mogelijk is. Die uitzondering op religieuze gronden bestaat wel. Ontbreken van discriminatie zou inhouden dat er voor geen enkele godsdienst en levensovertuiging een uitzondering gemaakt wordt. Nu blijft het vermoeden hangen dat een gevestigde godsdienst een streepje voor heeft op een jonge godsdienst die nog weinig maatschappelijke invloed heeft.’

Op 1 augustus 2019 heeft het College de toelichtingVerbod gezichtsbedekkende kleding’ geplaatst over het zogenaamde ‘boerkaverbod’ dat per 1 augustus 2019 is ingegaan en onder meer dragers van een boerka of niqaab om zich met gezichtsbedekkende kleding te begeven in overheidsgebouwen, onderwijsinstellingen, zorginstellingen en het openbaar vervoer. In die toelichting zegt het College onder meer:

Het lijkt er sterk op dat het College met twee maten meet. Het neemt het op voor degenen die zich laten inspireren door de islam, maar laten degenen die zich laten inspireren door de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster in de kou staan. Dat is niet de soort onpartijdigheid en ‘kleurenblindheid’ volgens welke dit College zou moeten opereren en lijkt sterk te wijzen op juridische willekeur en politieke voorkeur. Overigens zijn de oordelen van het College niet bindend en wordt het gezag ervan niet breed maatschappelijk aanvaard.

Bij het oordeel over Michael Afanasyev zegt het: ‘Het College oordeelt dan ook dat uit de Open Letter van Henderson noch uit de praktijk blijkt dat het dragen van een piratenkostuum tijdens een promotiezitting, als uiting van een godsdienst moet worden beschouwd’. Maar in de toelichting op het boerkaverbod zegt het College: ‘Het recht op godsdienstvrijheid is een fundamenteel recht dat onder meer is opgenomen in artikel 6 van de Nederlandse Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM, art. 9). Dit recht beschermt ook het in het openbaar manifesteren van een godsdienst, onder andere door het dragen van bepaalde kleding of  hoofdbedekking. De gezichtssluier wordt gezien als een uiting van een godsdienst (islam). Dat niet alle moslims dit zo zien of alle moslimvrouwen er een dragen, is daarbij niet relevant. De overheid of rechter mag namelijk geen inhoudelijke oordeel vellen over wat al dan niet een religieuze verplichting is: zij mogen niet ‘op de stoel van de theoloog’ gaan zitten. Als een groep van moslims meent dat het dragen van een gezichtssluier een religieuze uiting is en de gezichtssluier door een groep vrouwen wordt gedragen, dan valt dat onder de bescherming van de vrijheid van godsdienst.’

In de toelichting op het boerkaverbod haalt het College het eigen oordeel over Afanasyev onderuit. Het College zegt in de toelichting terecht dat de ‘overheid of rechter geen inhoudelijk oordeel mag vellen over wat al dan niet een religieuze verplichting is: zij mogen niet ‘op de stoel van de theoloog’ gaan zitten’. Maar in het oordeel over Afanasyev doet het College precies dat: het gaat op de stoel van de theoloog zitten als het oordeelt wat als uiting van een godsdienst moet worden beschouwd. Hoe kan het College in de toelichting op het boerkaverbod stellen dat overheid op rechter niet op de stoel van de theoloog mag gaan zitten terwijl het dat in het oordeel 2017-145 over Afanasyev wel deed? Dit roept niet zozeer de vraag op hoe samenhangend, consistent en ‘doorleefd’ de aanhanger van een geloof moet zijn om juridisch goedgekeurd te worden een geloof aan te hangen, maar hoe samenhangend, consistent en ‘doorleefd’ de oordelen van het College van de Rechten van de Mens zijn. Dit raakt aan onzorgvuldigheid en politieke willekeur van het College.

De toelichting kan nog met een andere uitspraak worden verbonden, namelijk uitspraak 201707148/1/A3 van de Raad van State van 15 augustus 2018 waar ik in twee commentaren fundamentele kritiek op had. Zie hier en hier. In dat laatste commentaar schreef ik: ‘De Raad van State heeft zich met de uitspraak zo ver buiten het juridische domein gewaagd dat het ermee de aandacht gevestigd heeft op het eigen perspectief. Zoals gezegd, 1) rechtbanken zijn niet geëquipeerd om theologische doctrines af te wegen; 2) de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State treedt buiten de toetsingscriteria door politiek-maatschappelijke belangen zwaar in haar toetsing door te laten wegen en 3) de toetsingscriteria zijn onheus omdat ze scheefgegroeide leerstellingen van de traditionele godsdiensten -volgens welke betreffende godsdienst afgewezen zou moeten worden- achteraf onterecht fiatteren én nieuwe kandidaat-godsdiensten op deze identieke gronden de toegang tot de religieuze sector ontzegt wat de rechtsongelijkheid versterkt.’

De toelichting van het College geeft ondersteuning voor mijn kritiek op de Raad van State die op de stoel van de theoloog is gaan zitten. Dezelfde kritiek had ik op een uitspraak van 15 februari 2017 van de meervoudige kamer van de rechtbank in Den Bosch waar ik dit in een commentaar benadrukte: ‘Essentie is dat de rechter oordeelt over de interne werking van een godsdienst of levensovertuiging, maar daar niet de expertise voor heeft en zich dit oordeel niet toe zou moeten meten. De rechter moet de wet toepassen, maar daarbij ‘aan de buitenkant’ blijven en niet een oordeel vellen over wat een godsdienst is. Een rechter is geen godsdienstwetenschapper en daarom is het ongepast dat een rechter dit meent te kunnen onderzoeken (..).

Instituties vertegenwoordigen de status quo. Het is goed dat ze continuïteit waarborgen omdat er anders wanorde zou ontstaan. Maar soms dringen maatschappelijke ontwikkelingen sneller op naar het centrum van de samenleving en worden er geaccepteerd zonder dat de instituties dit tijdig voorzien en er passend op reageren. Dan ontstaat een maatschappelijk ervaren ongelijkheid. Dat gebeurde bij de opkomst van de Provo-beweging eind jaren 1960. Het gezag liep achter de feiten aan en wist enkele jaren met zichzelf geen raad.

Het lijkt er sterk op dat sinds de jaren 1990 de ontkerkelijking, individualisering, opkomst van sociale media en de reactie op de gedeeltelijke restauratie van orthodox-religiositeit zo’n nieuwe breuk in de samenleving hebben gecreëerd. Instellingen als het College voor de Rechten van de Mens, de Raad van State en lokale rechtbanken lopen mede door de personele invulling met oudere medewerkers die zijn opgevoed met traditionele waarden en godsdiensten achter op wat de samenleving verlangt. Het is een kwestie van tijd voordat dat rechtgetrokken wordt en deze instellingen tot het volle besef over hun achterstand komen. De conflicterende oordelen bij het College voor de Rechten van de Mens duiden op die overgangssituatie.

Foto 1: Schermafbeelding van deel commentaarKwestie Michael Afanasyev/ TU Delft. Oordeel van het College voor de Rechten van de Mens over het pastafarisme biedt perspectief’ van George Knight, 13 december 2017.

Foto 2: Schermafbeelding van deel toelichtingVerbod gezichtsbedekkende kleding’ van het College voor de Rechten van de Mens, 1 augustus 2019.

Máxima krijgt kritiek vanwege haar gesprek met Mohammad bin Salman. Wat moet gedaan worden om herhaling te voorkomen?

Aldus NRC-columniste Carolien Roelants in haar Dwars-columnPers vogelvrij door Trumps geflikflooi en zwijgen Máxima’. Zij is boos zoals ze dat zelden is. Van boeven of autoritaire leiders kun je boevenstreken verwachten, maar iemand als koningin Máxima wekt hogere verwachtingen. Daarom valt zij dieper als ze boevenstreken vertoont. Dat deed ze in haar ontmoeting met de Saoedische kroonprins Mohammad bin Salman op de G20 in Osaka. Dat was meer dan een beetje dom, dat was oerstom van haar. Maar ook van de regering Rutte die dit onderhoud had goedgekeurd. Er was makkelijk een reden te vinden geweest om het gesprek niet door te laten gaan. Máxima is een amateur-politicus zonder officiële functie in de Nederlandse diplomatie. Maar als ze zich in een politiek wespennest steekt, dan speelt ze per definitie een politieke rol. Die rol past haar echter niet. Zij moet boven de partijen staan en geen partij kiezen in lopende conflicten. Dat heeft ze echter bewust gedaan door het gesprek met de kroonprins aan te gaan en niet af te zeggen.

Het bezwaar tegen het onderonsje met de kroonprins is niet dat Máxima de moord op journalist Jamal Khashoggi niet ter sprake bracht, maar dat dit gesprek nooit had moeten plaatsvinden. Volgens de Amerikaanse inlichtingendienst CIA heeft Mohammad bin Salman opdracht gegeven voor de moord op Khashoggi. Mocht Máxima of het ministerie van Buitenlandse Zaken dit rapport niet gelezen hebben, dan waren er in november 2018 talloze berichten in de media, zoals in The Washington Post die rapporteerden dat volgens de CIA de kroonprins opdracht tot de moord had gegeven. Naast de argumenten die Roelants aanvoert over vrouwenrechten waarvoor Máxima zegt op te komen terwijl die door de kroonprins met voeten worden getreden en het in diskrediet brengen van de vrije pers door met een moordenaar van een journalist van The Washington Post in gesprek te gaan is het de wereldvreemdheid van koningin Máxima die verbaast.

Het is dezelfde wereldvreemdheid die koning Willem-Alexander vertoonde toen hij tijdens de Olympische Spelen van Sochi in 2014 met president Putin een biertje dronk. Een fotomoment dat de media haalde en waar in de Nederlandse publieke opinie veel kritiek op kwam, onder meer van homo-activisten. Zoals Gordon die de kern raakte: ‘Ik schaam me diep als Nederlander dat mijn koning en mijn koningin daar vanavond handen staan te schudden met mensen die bloed aan hun handen hebben’. Op het moment dat in het Kremlin de invasie van de Krim werd voorbereid en vanwege controverses over de mensenrechtensituatie bijna alle Europese landen hun delegaties afwaardeerden, stuurde Nederland de zwaarste delegatie die mogelijk was.

Máxima herhaalt 5 jaar later de fout van Sochi door opnieuw in gesprek te gaan met iemand die bloed aan zijn handen heeft. Daarbij is essentieel dat zij een ceremoniële en geen officiële functie heeft in de Nederlandse diplomatie en niet van belang is voor het openhouden van contacten met autoritaire landen waar nu eenmaal contact mee moet worden onderhouden. Máxima kan gemist worden omdat haar rol niet onmisbaar is, maar slechts toegevoegd. De functie die Máxima uitoefent kan dus eenvoudig geschrapt worden. Professionals zijn minister Blok, premier Rutte of Nederlandse diplomaten die in Saoedi-Arabië of bij de VN zijn gestationeerd.

Of het nou wereldvreemdheid, naïviteit, amateurisme, een verkeerd afgestelde politieke antenne, argeloosheid of zelfoverschatting is van Máxima en koning Willem-Alexander, een beleidswijziging is nodig om te zorgen dat de ezels van Oranje zich niet voor de derde keer aan dezelfde steen stoten. Met goedkeuring van premier Mark Rutte die achteraf de fout die hij feitelijk gemaakt heeft door goedkeuring te geven weg moet lachen. Als Willem-Alexander of Máxima zichzelf belachelijk willen maken door met autoritaire leiders onnodige gesprekken of onderonsjes aan te gaan, dan moeten ze dat zelf weten. Maar Willem-Alexander heeft als staatshoofd van Nederland een rol die afstraalt op Nederland. Door zijn handelen kwam Nederland in 2014 negatief in de publiciteit. Dat is ongewenst. Nu in 2019 doet zijn echtgenote, die uiteraard geen staatshoofd is, maar wel gekoppeld wordt aan Nederland, hetzelfde. De conclusie kan geen andere zijn dan deze: Máxima dient al haar functies op te geven waarmee ze in politiek vaarwater terecht kan komen. Haar gesprek met de Saoedische kroonprins heeft aangetoond dat dit soort functies niet aan haar toevertrouwd kunnen worden.

Foto 1: Schermafbeelding van deel columnPers vogelvrij door Trumps geflikflooi en zwijgen Máxima’ van Carolien Roelants in NRC, 30 juni 2019.

Foto 2: Máxima in gesprek met Mohammad bin Salman in Osaka tijden G20, juni 2019.

Foto 3: Willem-Alexander en Máxima drinken een biertje met Putin in Sochi, februari 2014.

Media blunderen door anti-islam-tweet van Wilders voor te stellen als anti-D66-tweet

Nederland is een beetje in rep en roer omdat Twitter de PVV’er Geert Wilders tijdelijk heeft geblokkeerd. Aanleiding is een tweet met de volgende inhoud: ‘Laten we altijd opstaan tegen de sukkels van @D66 die de grenzen open laten en meer en meer islam importeren om vervolgens krokodillentranen te huilen over de gevolgen daarvan zoals antisemitisme, eerwraak, vrouwenbesnijdenis, terrorisme en haat’. Hoelang Wilders’ schorsing duurt is vooralsnog onbekend. Twitter voert als reden ‘hatelijk gedrag’ (hateful conduct) aan.

Het is begrijpelijk dat rechtse media als DDS dit uitvergroten en framen als een partijtje vrij worstelen van Wilders met D66 dat immers hun favoriete schietschijf is. Maar het is onjuist om deze tweet te lezen als ‘anti-D66-tweet’. Want het is een anti-islam-tweet. Het bericht gaat niet over D66, maar over de islam. Wilders wil dat het als anti-D66-tweet wordt geframed waarin hij zijn meer controversiële anti-islam boodschap ‘netjes’ kan verpakken. Het valt niet in te zien waar het hatelijk gedrag tegenover een politieke partij als D66 uit zou bestaan. De reden die Twitter daarover aanvoert zegt niets over hatelijk gedrag tegenover een politieke partij. Maar wel over dat gedrag tegenover mensen op basis van onder meer ras, nationaliteit, geloof en etniciteit.

Wie de koppen in de media over de schorsing leest ziet dat het Geert Wilders evenals de spindoctors en waterdragers van de PVV gelukt is om hun framing aan de media op te leggen. Ze kunnen lachen in hun vuistje. Wilders kan in de slachtofferrol kruipen zonder dat zijn racistisch en discriminerend gedrag aan de kaak wordt gesteld. De schorsing door Twitter wordt niet genoemd wat het echt is en zoals het in de richtlijnen van Twitter over hatelijk gedrag verwoord wordt. Media als NOS en RTL Nieuws trappen in Wilders’ framing en missen de essentie van zijn tweet. Ze zijn in de val getrapt en doorgronden niet wat er staat.

Zonder nadenken maken media van een anti-islam-tweet een anti-D66-tweet. Zalig is het land waar de media slapend hun werk doen en zich de framing door Wilders van een tweet domweg in de maag laten splitsen.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikelBLOCK! Twitter bant Geert Wilders vanwege “haatzaaiende” anti-D66-tweet’ op DDS, 31 mei 2019.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelWilders: geblokkeerd door Twitter na bericht over D66’ op NOS, 31 mei 2019.

Foto 3: Schermafbeelding van deel artikelWilders: geblokkeerd door Twitter na bericht over D66’ op RTL Nieuws, 31 mei 2019.

Koepel van Turkse moskeeën helpt Wilders met de eis dat hij van Twitter wordt verbannen

Advocaat Ejder Köse eist namens de koepel van Turkse moskeeën Turks-Islamitische Culturele Federatie (TICF) dat Twitter het account van PVV-politicus Geert Wilders opheft. Zo niet, dan stapt de koepel naar de rechter, aldus een bericht van het AD. Opmerkelijk is dat Köse daarnaast aangifte wil doen tegen Twitter in Turkije, Marokko, Pakistan en Indonesië, want volgens hem zijn daar ‘veel van Wilders’ uitspraken strafbaar’. Deze landen met een islamitische meerderheid blinken niet uit in rechtsstatelijkheid en zijn geen voorbeeld van een goed functionerende rechtsstaat. Op de jaarlijkse index 2017-2018 van het World Justice Project staat Turkije op plek 101, Marokko op 67, Pakistan op 105 en Indonesië op 63 van 113 landen wereldwijd. Het is verbijsterend dat Köse meent zijn gelijk te moeten halen in landen die rechtsstatelijk zo slecht scoren omdat Wilders’ uitspraken daar strafbaar zouden zijn. Die strafbaarheid is weinig waard en heeft meer met politieke intimidatie door islamistische minderheden te maken, dan met een afgewogen juridisch oordeel.

Deze landen zijn overigens van geen tot weinig belang voor Wilders functioneren in Nederland, Europa en de VS. Vraag is wat deze actie van de TICF daarom waard is en waarom Köse zich niet richt op de thuishaven van Twitter, namelijk de VS. De vraag die deze actie van de Turkse moskeeën in Nederland oproept is dan ook wat er precies mee beoogd wordt. Het lijkt erop dat deze koepel zich ten koste van Wilders wil profileren en in de gunst wil komen van de Turkse president Erdogan. Want als het echt wil dat Wilders op Twitter tot zwijgen wordt gebracht, dan zou het beter niet de omslachtige omweg via de vier islamitische landen openhouden.

Geert Wilders profiteert van de actie van de TICF die zich van haar intolerante kant laat kennen. De intolerante Wilders en de intolerante TICF zijn inwisselbaar en komen er uitsluitend relatief gunstig uit in de vergelijking met deze zelfgekozen tegenstander die feitelijk hetzelfde nastreeft: ondergeschiktheid en kneveling van de rechtspraak, een einde aan de scheiding der machten en inperking van de vrijheid van meningsuiting. Hoe overtuigend is het trouwens dat een koepel van Turkse moskeeën die verwant is aan Diyanet, het Turkse directoraat voor godsdienstzaken zich hierover uitspreekt? Want het steunt de politiek van de regering Erdogan die journalisten zonder eerlijk proces in de gevangenis laat verdwijnen en Twitter blokkeert als het hem om politieke redenen uitkomt om zijn tegenstanders de voet dwars te zetten. Dat in een land dat op de 101ste van de 113 landen staat wat rechtsstaat betreft en een voorbeeld voor Geert Wilders moet zijn die er door Köse van beschuldigd wordt de grens van de wet te overschrijden. Men zou Geert Wilders een meer geloofwaardige tegenstander toewensen. De tragiek is dat ze beide vanuit hun gemeenschappelijk belang de rechtsstaat ondermijnen. Ze hebben elkaar nodig om hun eigen ongelijk te kunnen relativeren aan de ander.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelMoskeeën eisen dat Wilders van Twitter wordt verbannen: ‘Hij is doorgeslagen’’ van Peter Groenendijk in het AD, 5 november 2018.

Salvini wil Roma in Italië in kaart brengen, tellen en uitzetten als ze buitenlands zijn

De leider van de nationalistische, populistisch-rechtse Lega Nord en minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini in het kabinet van Lega en de Vijfsterrenbeweging heeft zijn ministerie opdracht gegeven om een dossier over de Roma samen te stellen. Een telling, een censimento. Hij zegt dat de Italiaanse Roma ‘jammer genoeg’ niet uitgezet kunnen worden, maar hij de buitenlandse Roma het land wil uitzetten. Waarheen en of andere landen ze op willen nemen is de vraag. Ook onduidelijk is tegen wie hij zich hiermee richt. Politico zegt in een bericht dat Salvini al deels op zijn uitspraken is teruggekomen. Dat hij van zijn tegenstanders het scheldwoord ‘fascist’ naar zijn hoofd geslingerd krijgt is voorspelbaar en hoort bij de politieke folklore. Maar de vraag hoe de grotendeels links-populistische Vijfsterrenbeweging dit en mogelijke volgende soortgelijke acties van Salvini verteert is van belang voor de stabiliteit van de regering. En voor de stabiliteit van de EU.