Russian Culture Minister Medinsky threatens the Netherlands in connection with art loans from the Crimea

Russian state controlled Sputnik argues in an article a collection must be returned to the Crimea. It is at the Allard Pierson Museum in Amsterdam. Russian Culture Minister Vladimir Medinsky told Sputnik ‘he did not consider possible the continuation of inter-museum relations with the Netherlands if the country does not return the collection of ancient Scythian gold to Crimea’. But Medinsky only gives threats, no arguments. My comment on the article:

This affair in the core is about the question whether the Crimea is occupied territory or not. The world community in majority thinks so and confirmed this in the non-binding UNGA resolution 68/262 which said the Russian Federation occupied Crimea in 2014 in an illegal way and held a flawed referendum. The Netherlands supported this resolution.

So, what the Culture Minister Medinsky of the Russian Federation says is too simple and too bluntly. He mixes cultural, legal and political arguments and tries to select them selectively.

The Netherlands is a functioning state of law and wants to connect justice, proportionality and good political relations with all countries. The Allard Pierson Museum and the Amsterdam University of which the museum is a part -and were the loans are kept- also want to act according to international law.

‘The Convention for the Protection of Cultural Property in the Event of Armed Conflict with Regulations for the Execution of the Convention 1954’ is accepted by the international museum organization ICOM as a starting point.
http://portal.unesco.org/…/ev.php-URL_ID=13637&URL_DO…

It says in article 5.1: ‘Any High Contracting Party in occupation of the whole or part of the territory of another High Contracting Party shall as far as possible support the competent national authorities of the occupied country in safeguarding and preserving its cultural property.’

So, the Allard Pierson Museum and the Amsterdam University face a dilemma. A Museum is not a political organisation, but in this matter it has to give a political interpretation of a politicized issue because of a war between Ukraine and the Russian Federation. A situation which did not exist when the loans were granted by the Ukrainian museums.

The norm is the interpretation of the guidelines of ICOM. The Allard Pierson Museum and the Amsterdam University have the obligation to follow the norms of their field, the musuem sector.

Because of the political conclusion in the UN it seems strongly this Dutch musuem has to play by the rules of ICOM. It has little room to set aside the guidelines of ICOM.

The political reality is that globally the majority of countries have the opinion that Crimea ihas been occupied illegally by the Russian Federation and the so called referendum was not legally valid.

Crimea is since 2014 occupied by a foreign power and the Allard Pierson Museum and the Amsterdam University can not act differently than not returning the loans to occupied territory. Because they have the obligation to safeguard and preserve them. Against their will and because of a political situation it plays no part in.

Whether they have to keep it in custody until Crimea is no longer occupied or that they have to send it back to Ukraine immediately, is a question that needs to be considered legally.

OCW bedrijft propaganda met bericht over indemniteitsregeling

in

Een merkwaardig bericht van het ministerie van OCW dat kopt dat het voor ‘meer musea makkelijker kunst lenen’ wordt. Wat betekent dat? Het gaat om de garantstelling door de landelijke overheid van bruiklenen, de zogenaamde indemniteitsregeling. In feite de overdracht van (een deel van) aansprakelijkheid/ risico van het museum dat de bruikleen aanvraagt aan de staat (zie p. 9 Toolkit). Indien toegekend neemt de staat dan 30% van de verzekeringskosten op zich. Uit het persbericht blijkt in de laatste alinea dat het ook langdurige bruiklenen betreft, zoals een overzicht Criteria indemniteitsregeling ook stelt. Dit maakt het rekensommetje van 300 gedeeld door 4 dat als voorbeeld dient minder inzichtelijk en eenduidig dan hier wordt verondersteld.

que

Op zich is het verstandig dat OCW de voorwaarden van de regeling aanpast, maar doordat het bedrag van 300 miljoen niet wordt verhoogd, is OCW vooral bezig met het verschuiven van problemen. OCW maakt de taart niet groter, maar houdt zich bezig met de verdeling ervan. Het roept weer nieuwe problemen op, zoals de bovengrens van 75 miljoen euro met als gevolg toenemende onduidelijkheid welke bruiklenen van een grote tentoonstelling waarop de indemniteitsregeling van toepassing is gedekt zijn door de staat. De tentoonstelling Munch: Van Gogh nu te zien in het Van Gogh Museum heeft een beroep van 290 miljoen euro gedaan op de indemniteitsregeling, zo bleek in juni 2015 uit een item van Nieuwsuur. Dat gefixeerde bedrag verzwakt de concurrentiepositie van Nederlandse musea tegenover buitenlandse musea, zoals Britse, Italiaanse en Franse.

Het persbericht wordt ontsierd door een onnodig politieke ingreep als marketing voor minister Jet Bussemaker (PvdA). De directe koppeling van de indemniteitsregeling aan museumbezoek is te simpel. Daar helpen geen algemeenheden aan over ‘de ontwikkeling van kennis, historisch besef en identiteit’. Het is jammer dat de politieke assistenten van minister Bussemaker zich niet terughoudend hebben weten op te stellen en een zakelijk persbericht over gewijzigde voorwaarden van een technische regeling meenden te moeten aangrijpen om propaganda voor hun minister te bedrijven. Een wijziging die naast voordelen dus ook nadelen kent.

Foto 1: Persbericht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 4 november 2015.

Foto 2: Schermafbeelding van tabel ’Total value of objects covered by the indemnity scheme’ (p. 17) in: ‘Toolkit – Practical ways to reduce the cost of lending and borrowing of cultural objects among Member States of the European Union’, 2012.

Oekraïne vraagt Nederland om teruggave kunstschatten Krim

IMG_6203

Het ministerie van Buitenlandse Zaken van Oekraïne heeft Nederland afgelopen vrijdag 28 maart formeel in een schriftelijk verzoek aan minister Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken gevraagd of de objecten die in de tentoonstelling ‘De Krim – Goud en Geheimen van de Zwarte Zee in het Allard Pierson Museum te zien zijn gegarandeerd naar Oekraïne teruggestuurd kunnen worden. En niet naar de Krim. Aldus de Oekraïense buitenlandwoordvoerder Yevhen Perebyynis, volgens Euromaidan PR. Hij zei dat de Oekraïense ambassade in Den Haag de nodige stappen zet ‘om de terugkeer naar Oekraïne van objecten van het cultureel erfgoed die momenteel tentoongesteld worden in het Allard Pierson Museum in Amsterdam te verzekeren.

Dit is een nieuwe zet in de schaakpartij tussen Russen en Oekraïne over de aan het Allard Pierson Museum uitgeleende kunstschatten. Ze zijn tot 31 augustus te zien in genoemde tentoonstelling en moeten daarna teruggegeven worden. Maar aan wie? Aan de musea op de door Rusland geannexeerde Krim of aan bijvoorbeeld het Nationaal Museum in Kiev? Aan de orde is of het om cultureel erfgoed gaat dat eigendom is van de Oekraïense staat. Nederland erkent de annexatie van de Krim door Rusland niet en ziet die als illegaal.

Het Allard Pierson Museum is het archeologisch museum van de Universiteit van Amsterdam. Het laat een team juristen uitzoeken wie de rechtmatige eigenaar is van de kunstschatten en aan wie ze eind augustus moeten worden teruggestuurd. Maar het zou wel eens kunnen dat het politieke aspect de overhand krijgt over de juridische en museale overwegingen. Het is uiteindelijk een kwestie van perspectief en van schaal. Logisch lijkt dat de bruiklenen naar de Krimse musea teruggaan die de objecten uitleenden.  Maar wat als Nederland bij de erkenning blijft dat de Russen de Krim onrechtmatig van Oekraïne hebben afgepakt. Wat weegt dan het zwaarst, de bruikleenovereenkomt tussen musea of de relatie tussen landen?

Foto: Kunstschat uit de Krim, nu te zien in het Allard Pierson Museum.

Gaan uitgeleende kunstschatten terug naar Kiev of de Krim?

Krim-669x297

Update 21 augustus: Een Salomonsoordeel, de kunstschatten gaan na afloop van de tentoonstelling niet terug naar de door Rusland ingelijfde Krim of naar Kiev. Ze blijven volgens een persbericht van het Allard Pierson Museum in Amsterdam voorlopig op een veilige plek in Nederland. Uitgebreid juridisch onderzoek heeft geen uitsluitsel gegeven. Het museum verwacht claims van zowel Rusland als Oekraïne. Omdat het inschat dat de zaak mogelijk onder de rechter komt geeft het geen commentaar. 

Update 26 maart: Het Allard Pierson Museum maakte volgens berichten in de pers vandaag bekend dat de tentoonstelling met kunstschatten over De Krim tot 31 augustus verlengd is. Dat betekent dat er geen derde museum gevonden is dat deze Duits-Nederlands coproductie wilde overnemen. Het museum geeft er geen zekerheid over waar de kunstschatten uit Krimse musea naar toegaan: naar de Krim of naar Kiev. 

In het Allard Pierson Museum loopt tot en met 18 mei de tentoonstelling ‘De Krim – Goud en Geheimen van de Zwarte Zee‘. Een coproductie met het  LandesMuseum Bonn die daar eerder te zien was en mogelijk doorreist naar Rome. Over die overname kan het Allard Pierson Museum desgevraagd nog geen zekerheid geven omdat het nog niet beslist is. De beschrijving is achterhaald door de politieke realiteit: ‘Nog niet eerder leende Oekraïne zoveel archeologische topstukken van de Krim uit: overweldigende gouden voorwerpen, zoals een zwaardschede en een pronkhelm, en talloze juwelen.’ De bruiklenen komen uit het Nationaal Museum in Kiev, maar ook uit musea in Simferopol, Bachtsjysaray, Sebastopol en Kertsjop. Sommige bruiklenen zijn geleend van musea die in Oekraïne lagen, maar door de Russische annexatie van de Krim ineens in Rusland liggen.

Er kondigt zich een politieke strijd over de bruiklenen aan. De rechts-nationalistische Oekraïense vice-premier en minister van Sociale Zaken Oleksandr Sych (Svoboda) beschuldigde gisteren op een persconferentie in Kiev de Russische autoriteiten ervan dat ze proberen om bruiklenen die nu in buitenlandse musea te zien zijn rechtstreeks teruggestuurd te krijgen naar de Hermitage in St. Petersburg en andere Russische musea. Hij verklaarde dat de bruikleenovereenkomst opengebroken is ten gunste van het Oekraïense ministerie van Cultuur. Zodat de bruiklenen van de musea op de Krim niet naar de Krim maar naar Kiev teruggestuurd zullen worden. Onduidelijk is of de bewering van minister Sych klopt dat dit al met alle betrokkenen geregeld is.

Vraag is of de politieke situatie het openbreken van een bruikleenovereenkomst rechtvaardigt. De Ethische Code van de ICOM biedt weinig aanknopingspunten. Een lenend museum kan klem komen te zitten tussen de eis om niet te handelen als opslagplaats voor illegaal verkregen voorwerpen (2.11) en de verplichting om voorwerpen uit collecties te beschermen tijdens gewapende conflicten (2.21). Maar de Krim is geen Syrië.

Berichten waarop Euromaidan PR zich baseert houden de optie open dat het Allard Pierson Museum straks de kunstschatten niet naar de Krim, maar naar Kiev terugstuurt. Gesteld dat de tentoonstelling die nu daar te zien is niet naar Rome of elders doorreist. Directeur Andriy Malhin van het Centraal Museum van Tavrida in Simferopol verklaart dat de bruikleenovereenkomst pas op 30 augustus 2014 afloopt. Hij merkt op dat het Allard Pierson Museum nog geen officiële verklaring over de teruggave naar buiten heeft gebracht en rekent erop dat de kwestie wordt opgelost. Wat dat dan ook is. Feit dat Nederland en de internationale gemeenschap de annexatie van de Krim door Rusland niet erkennen hoeft nog niet te betekenen dat de door de Krimse musea uitgeleende kunstschatten niet naar daar worden teruggestuurd. Maar evenmin dat het wel gebeurt.

Foto: Speld -fibula- in de vorm van een dolfijn. Op tentoonstelling ‘De Krim – Goud en Geheimen van de Zwarte Zee‘ in het Allard Pierson Museum, Amsterdam.

Groen licht voor Museum Oud-Amelisweerd ondanks bezwaren

Update 28 juni: Geen besluit zonder spin. De slag in de publiciteit gaat niet over gelijk hebben, maar over gelijk krijgen. Op radio 1 (26 juni: 7.20/8.20/9.20) claimt de beoogd directeur van Museum Oud-Amelisweerd haar gelijk, samen met wethouder Lintmeijer die niet over de inhoud gaat, maar wel over de inhoud praat. Oud-hoofdconservator en vriend van Armando Rini Dippel ziet de combinatie Armando en Oud-Amelisweerd als ongelukkig. Hier geven raadsleden en fractiemedewerkers van PvdA-Utrecht, GroenRechts-Utrecht en Trots-A’foort hun mening. Ieder denkt het zijne of hare. Het gelijk bestaat niet. Gelijk krijgen blijkbaar wel. 

De Utrechtse gemeenteraad heeft gisteravond met een onverwachts grote meerderheid ingestemd met de kredietaanvraag Oud-Amelisweerd. Ter elfder ure voegden VVD en D66 zich bij een meerderheid die mogelijk werd door het CDA. Omdat cultuurwethouder Frits Lintmeijer de restauratie van dit rijksmonument koppelde aan de Stichting Museum Oud-Amelisweerd wordt aan deze de exploitatie gegund. Maar er bestaan in de raad twijfels over de onderbouwing van het ondernemingsplan, de concurrentiekracht en dus de levensvatbaarheid van dit museum. VVD en D66 legden dit in moties vast die door de wethouder werden overgenomen. Hij zegt toe dat Utrecht via de huur of steun geen cent aan de exploitatie zal bijdragen. Ook niet bij een faillissement.

Het nieuwe museum is een voortzetting van het Armando Museum dat in 2007 na de brand in de Elleboogkerk uit Amersfoort moest verdwijnen omdat een nieuw college om economische redenen eenzijdig een contract uit 1998 met Armando, zijn ex-echtgenote Tony de Meijere en de Stichting Armando verbrak. Toenmalig cultuurwethouder van Amersfoort Mirjam Barendregt belde wethouder Lintmeijer om hem over een alternatieve locatie te polsen. Ervoor en erna waren er allerlei sondaties, intenties, plannen en onderzoeken van een stevige lobby die parallel liep aan de besluitvorming van de Utrechtse raad. En deze feitelijk verving.

In het slotdebat hadden raadsleden de mond vol over ‘cultureel ondernemerschap‘ van een exploitant op afstand. Het CDA vergeleek het met een snackbar waarover de gemeente ook niets te zeggen heeft. Een rare vergelijking omdat Utrecht geen snackbars in eigendom heeft en Oud-Amelisweerd een rijksmonument is met zeldzaam 18de-eeuws behang. Het mooiste wat Utrecht te bieden heeft. De verwijzing naar ‘cultureel ondernemerschap‘ is dubbelzinnig omdat de raad er bij de wethouder nooit op heeft aangedrongen om actief ondernemers te interesseren. Vanaf eind 2010 was duidelijk dat het Armando Museum het moest worden.

De debatten over Oud-Amelisweerd hebben de kunstenaar Armando beschadigd. Hoewel betrokken bestuurders het ongetwijfeld goed bedoelden hadden ze zich zijn positie beter moeten beseffen toen ze met elkaar hun plannen bespraken. Er was sprake van een dubbele gijzeling. Armando werd gegijzeld door het Armando Museum en had geen behoefte om na Amersfoort nog een nieuwe stap te zetten. Tony de Meijere haalde in 2011 haar eigen collectie weg bij het Armando Museum en gaf het in bruikleen bij het Kröller-Müller Museum. Zijn ongenoegen liep zo hoog op dat Armando voorjaar 2011 ook zijn collectie weghaalde bij het Armando Museum. Dat betekende het einde aan alle plannen. Armando ging na druk uiteindelijk overstag. Vanuit die positie kon het Armando Museum als enige kandidaat de gemeente Utrecht gijzelen.

Kranten als NRC en de Volkskrant hebben nauwelijks aandacht besteed aan de huisvesting van de Armando Collectie. Toch een interessant cultuurpolitiek onderwerp. Alleen toen het om de poppetjes ging besteedde de Volkskrant aandacht aan de belangenverstrengeling tussen twee hoofdrolspelers en partners. Edwin Jacobs, de directeur van beheerder Centraal Museum en Yvonne Ploum, directeur Armando Museum. Het AD deed het beter door het te coveren vanuit het lokale nieuws. Het typeert waar het de politiek en media om gaat. Niet de zaak is van belang in publiciteit en gemeenteraad, maar de macht en de poppetjes. Cultuur is een bijzaak.

Foto: Armando (links) en Jan Cremer, 1960

Knelpunten van Museum Oud-Amelisweerd met Armando Collectie

Het college van Utrecht voegt aan de beschikbaarstelling van een krediet voor landhuis Oud-Amelisweerd en het Koetshuis de voorwaarde toe dat Stichting Museum Oud-Amelisweerd beoogd exploitant is. Het motiveert dit door de claim dat de exploitant bijdraagt aan de kosten. Deze vallen echter weg tegen de meerkosten. Ze ontstaan namelijk door publieksopenstelling en een opgevoerd bedrijfsmodel van een museum met 40.000 bezoekers en de aanpassing van het Koetshuis. Het openstaande cascoherstel van het Koetshuis begroot de gemeente op 948.014 euro, en dat van het landhuis op 541.116 euro. Omdat het Koetshuis losstaat van de restauratie van landhuis Oud-Amelisweerd, voegt de beoogde exploitant Stichting Museum Oud-Amelisweerd niets toe aan inkomsten die geen extra kosten zijn. Wat zijn de knelpunten van de beoogde exploitant?

1. Zowel in de Utrechtse raad als in de publiciteit bestaat verwarring over naam en doelstelling van beoogd Museum Oud-Amelisweerd. Dit komt mede door de Amersfoortse bruidsschat van 1 miljoen euro voor het Armando Museum Bureau dat veel publiciteit kreeg. In de marketing zorgt dit voor een verwarrend beeld.

2. Voor een museum dat het moet hebben van marketing is een jaarlijks budget (vanaf 2014) voor Marketing en Communicatie van 27.500 euro, ofwel 5% aan de lage kant. Free publicity is onvoldoende omdat er drie producten (Armando, Chinees behang, landgoed/historie) ‘verkocht’ moeten worden. Dat vergt eigen actie.

3. Beheer van Oud-Amelisweerd kost menskracht. Dit omvat taken van onderhoud, administratie en beveiliging die nu door de gemeente worden betaald. Dit vraagt om aanstelling van een huismeester, naast of in combinatie met rondleiders, een tentoonstellingsbouwer, een projectmedewerker, een administrateur en een directeur. Beheer lijkt onvoldoende begroot in de 233.000 euro personeelskosten (2014). Tim Schipper (SP) wees in de Commissie M&S al op de naar zijn mening te lage inschatting van de schoonmaakkosten.

4. De directie is afkomstig van het Armando Museum in Amersfoort en niet geselecteerd voor Museum Oud-Amelisweerd dat anders van aard en karakter is. Er was geen procedure met keuze uit meerdere kandidaten.

5. De jaarlijkse kosten voor de Armando Collectie van 50.000 euro in het depot Pot vormen 10% van de lasten. In de overeenkomst rond de bruidsschat zijn deze lasten door de gemeente Amersfoort overgedragen aan de Stichting MOA. Bij ongewijzigde omstandigheden lopen deze kosten in 10 jaar op tot 500.000 euro. Da’s de helft van de bruidsschat die tevens moet dienen om een basis onder de exploitatie te leggen. Na Armando’s overlijden wordt een aantal stukken aan de Collectie toegevoegd zodat de depotkosten mogelijk stijgen.

6. De entreeprijs van 9 of 12,50 euro (rondleiding bel-etage) zal bezoekers afschrikken en voor goedkopere bestemmingen doen kiezen. Los van de elasticiteit zorgt een korting met eenderde van de prijs voor 50.000 euro minder inkomsten (2014). De onderbouwing taxeert dat 3 tot 4% van de bezoekers aan de landgoederen het museum bezoekt. Dit is een slag in de lucht. Daarbij bouwt het voort op kwantitatieve gegevens van de recreatie die ook al ruwe schattingen zijn die niet zozeer door tellingen maar extrapolaties ontstonden.

7. Inkomsten van de entreegelden zijn gemaximaliseerd omdat er vanwege het cultureel erfgoed voorwaarden zijn gesteld aan het maximale aantal bezoekers dat tegelijk naar binnen mag. Ofwel, een tegenvallende dag met weinig bezoek of een vorstdag kan niet gecompenseerd worden door een topdag met extra veel bezoek. Of bijvoorbeeld een museumweekend of -nacht die bij andere musea duizenden bezoekers per dag trekt.

8. Oud-Amelisweerd is een zomerverblijf met ongeveer 40 vorstdagen per jaar die een onaangenaam lage temperatuur voor bezoekers opleveren. De keuze voor ‘conservation heating‘ beperkt het bijverwarmen. Stichting MOA kiest om economische redenen voor openstelling van het museum gedurende het hele jaar.

9. De meeste fondsen die Amersfoort-in-C geworven heeft voor het toenmalige Armando Museum in Amersfoort zijn meerdere jaren terug toegezegd. Sommige zelfs nog voor de herbouw in de Elleboogkerk. In de Commissie M&S wees Jesper Rijpma (VVD) erop dat het hoofdsponsor BMC tegenzit en het aannemelijk is dat deze de sponsoring stopt. Door de crisis zijn vooruitzichten voor cultuursponsoring sowieso versomberd.

10. De restauratie en aanpassing van het Koetshuis moet zorgvuldig gebeuren omdat het ook een gebouw met culturele waarde betreft. Dit kan tot vertraging in de openstelling van Museum Oud-Amelisweerd leiden.

11. Uit onderzoeken blijkt dat de luchtvochtigheid van Oud-Amelisweerd een grotere variatie heeft dan de standaardnorm voor musea toestaat. Dit houdt in dat kwetsbare objecten door de keuze voor ‘conservation heating‘-klimaatbeheersing niet tentoongesteld kunnen worden. Zoals de oudere schilderijen van Armando uit de jaren ’60. Waarmee de exclusiviteit van het Museum Oud-Amelisweerd afneemt als topstukken niet getoond kunnen worden. Elk museum dat om bruiklenen gevraagd wordt zal een degelijk klimaatplan eisen.

Foto: Armando – Zwarte wand met autobanden op de Nultentoonstelling in het Stedelijk Museum, Amsterdam, 9-25 maart 1962. Credits: Oscar van Alphen

Utrechtse museumsector moet in samenhang gezien worden

In regio’s heerst verwarring door het rapport Slagen in Cultuur van de Raad voor Cultuur. In Zeeland dreigt de enige presentatie instelling De Vleeshal ondanks de erkende  (inter)nationale kwaliteit te verdwijnen omdat de inkomstennorm niet wordt gehaald. Geen wonder voor wie Zeeland kent. Zo kent iedere regio problemen.

Ook in Utrecht heerst verwarring. Rijksmuseum Huis Doorn wordt te veel van Duits belang bevonden en ingedeeld in de 4de categorie. En het in de stad gevestigde Nationale Geldmuseum komt in de 4de categorie terecht omdat het de aansluiting met de maatschappelijke realiteit zou missen. Dat deze musea op de tocht zijn komen te staan kunnen Utrechtse bestuurders zich aanrekenen. Hoewel de musea de eerste verantwoordelijkheid van de rijksoverheid zijn. Bestuurders in de provincie hebben dit niet op hun geweten, maar hebben onvoldoende naar de samenhang in het museumaanbod van de provincie Utrecht gekeken.

Op voorstel van het Utrechtse college stopt de Utrechtse raad naar verwachting in juni 2012 1,66 miljoen euro in een nieuw op te richten particulier Museum Oud-Amelisweerd. Terwijl door gebrek aan belangstelling het gelijksoortige buitenhuismuseum in Doorn dreigt om te vallen en voor het Geldmuseum in de stad hetzelfde dreigt. Zodat Utrecht als Culturele Hoofdstad 2018 een museum dreigt te missen, terwijl net buiten de stad een nieuw museum met gemeentegeld wordt opgetuigd. Geen gedeputeerde, wethouder of raadslid ziet de samenhang, of wenst met anderen een integraal beleid te ontwikkelen. Met een beeldspraak gezegd, politici zijn als junks, ze willen snel scoren en lopen daarna schichtig weg. Omdat hun termijn erop zit.

De oplossing die geld oplevert, en kwaliteit en samenhang bevordert wordt door de ambtelijke verkokering van projectbureaus’s verhinderd en door de politiek niet aangedurfd: De Armando Collectie naar Fort Vechten. Op Vechten is een budget van 20 miljoen euro beschikbaar dat alleen maar hoeft te worden opengebroken. Een coördinator met zijn voeten in de modder ziet mogelijkheden. Waar zijn de provinciale gedeputeerden, wethouders of raadsleden die persoonlijke moed tonen en zichzelf durven te overtreffen? Tot nu toe beweegt niemand omdat politici verstrikt zijn in hun bestuurlijk-ambtelijke werkelijkheid van nota’s, verslagen en raadsvoorstellen. Wethouders leven nog met hun plannen in 2010 en kunnen geen omslag maken naar noodmaatregelen nu. Hoe valt dat politieke autisme van onze goedwillende bestuurders te doorbreken?

Foto: Beeld van Wilhelm II en op de achtergrond Huis Doorn in Doorn, Utrecht

Wethouder Lintmeijer loopt risico door Oud-Amelisweerd

Na het AD op 17 februari is De Volkskrant op 22 februari de tweede landelijke krant die kritische aandacht besteedt aan de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd. Jammergenoeg worden oude misverstanden niet verklaard, maar juist bevestigd. Feit dat het stukje verschijnt is daarom het grootste nieuws. Niet wat er staat. Onbedoeld problematiseert het de stand van zaken in de Nederlandse journalistiek.

Charlotte Hulsman schetst de toenemende kritiek in de Utrechtse raad. Zij noemt de onlogische combinatie van Armando en Oud-Amelisweerd en de optimistische inschatting van bezoekersaantallen, maar laat het wantrouwen jegens onderbouwing van het ondernemingsplan en gezonde exploitatie ongenoemd. Zoals dat in de voltallige Amersfoortse raad is geuit. Hulsman laat eveneens na de aangescherpte voorwaarden te noemen.

Welke misverstanden worden bevestigd? Wethouder Lintmeijer komt voor de zoveelste keer met de foute bewering dat het landhuis al twintig jaar leegstaat. Zijn vermenging van oorzaak en gevolg lijkt steeds meer op kwade opzet. Sinds 1990 wordt Oud-Amelisweerd beheerd door het Centraal Museum met de bedoeling het te ontsluiten. Maar door een grootschalige restauratie kon het huis niet optimaal opengesteld worden. Toen de rigoureuze ingrepen tenslotte achter de rug waren kwam ‘toevallig‘ het Armando Museum langs.

Lintmeijer stelt over de belangenverstrengeling en liefdesrelatie tussen directeur Jacobs van het Centraal Museum en Ploum van het Armando Museum dat Jacobs hem dat meteen gemeld heeft. Als dit betekent dat Jacobs dit in zijn eerste gesprek met Lintmeijer na de bestuursopdracht deed, dan pleit dit Jacobs vrij. Maar het zadelt de wethouder met problemen op. Vraag is of een meerderheid van de raad dit wil onderzoeken.

Lintmeijers opmerking dat-ie het voorstel van Jacobs voor het Armando Museum ‘puur zakelijk‘ heeft beoordeeld is irrelevant. Evenals het feit dat-ie Jacobs uit werkgroepen heeft gehaald. Wat trouwens de vraag oproept of Jacobs de belangen van zijn museum nog optimaal kon behartigen. Hoofdtaak van een directeur. MaarZelfs als Oud-Amelisweerd de beste optie zou zijn en beide partners op afstand gezet zouden zijn was er al een ethische code doorbroken in de eerste fase en zouden de plannen afgebroken moeten worden. 

Lintmeijer ziet Museum Oud-Amelisweerd met de Armando Collectie als een gegeven paard, vanwege ‘de enorme zak geld die is meegegeven voor de exploitatie‘. Hij probeert hiermee twee zwakheden in zijn betoog te verhullen: 1) de exploitatie bevat volop onrealistische aannames en is niet rooskleurig, zeker niet vanaf 2016; 2) haalbaarheid van de bestemming gaat boven noodzaak en inhoudelijke toetsing. Lintmeijer weigert het paard in de bek te kijken en staat dat anderen evenmin toe. Zijn opmerking dat de huisvesting van de Armando Collectie een gegeven is zou een zelfbewuste raad aan het denken moeten zetten. Wie beslist?

Toevoeging: Een overzicht van de inventarisatie van knelpunten van de huisvesting van de Armando Collectie in rijksmonument Oud-Amelisweerd is hier te lezen. Intussen geeft het Amersfoortse college Fons Asselbergs opdracht om een bestemming te zoeken voor vier ‘culturele iconen‘, waaronder de herbouwde Elleboogkerk.

Foto: Artikel ‘Rauwe kunst in antieke ruimte’ van Charlotte Hulsman in De Volkskrant van 22 februari 2012

Belangenverstrengeling Oud-Amelisweerd in openbaarheid

Het opmerkelijke aan dit stuk in het AD is dat het verschijnt. Het is het eerste artikel in de landelijke pers dat kritisch kijkt naar belangenverstrengeling tussen Edwin Jacobs en Yvonne Ploum en de rol van wethouder Frits Lintmeijer. Voor lezers van dit blog bevat het weinig nieuws. Het idee is dat als Ploum en Jacobs elkaar niet hadden gekend de Armando Collectie nooit in Oud-Amelisweerd terecht was gekomen. Da’s er weer de reden voor dat een debat over de bestemming van Oud-Amelisweerd door de collegepartijen geblokkeerd wordt.

De slechte onderbouwing van de plannen komt daar bovenop. Inzichtelijk is wat het Amersfoortse college in een voorstel van 6 februari 2012 op aandringen van de voltallige raad zegt over de reservering van 1 miljoen euro voor het nieuwe museum. De raad eist dat het college dat bedrag gefaseerd beschikbaar stelt: ‘De raad heeft de nodige reserves bij de haalbaarheid van het Ondernemings- en huisvestingsplan van Museum Oud Amelisweerd. Met de subdidieregeling worden de financiële risico’s voor Amersfoort verminderd.

Maar belangenverstrengeling dus. Lintmeijer is ontwijkend en de raad kan hem daarover aan de tand voelen. Dat Jacobs naar de wethouder kwam om over zijn relatie met Ploum te vertellen poetst belangenverstrengeling niet weg. Het bevestigt die juist. Want het voorstel van Jacobs als resultaat van de bestuursopdracht was al gevolgd. Dan maakt het daarna niet uit of Jacobs of zijn adjunct Marco Grob in een werkgroep zitting neemt.

Voor de raad is het van belang om te weten wanneer Jacobs de wethouder op de hoogte heeft gesteld van zijn relatie. Het lijkt er niet op dat-ie dat heeft gedaan bij het eerste gesprek dat volgde op de bestuursopdracht waarin-ie het Armando Museum voorstelde als bestemming. Want volgens Lintmeijer kwam Jacobs naar hem toe om het te vertellen. Los daarvan kan men zich afvragen waarom Lintmeijer blijkbaar niet door zijn beleidsmedewerkers, hoofd Culturele Zaken of wie dan ook over de relatie tussen Ploum en Jacobs is bericht.

Dit gaat verder dan Oud-Amelisweerd. De integriteit van het openbaar bestuur staat op het spel. Deze keer niet op het niveau van een vuilnisman die kliko’s verkoopt en voor de rechter moet verschijnen. VVD’er Jesper Rijpma heeft gelijk dat de raad ambtenaar Jacobs niet kan aanspreken. Maar de raad kan Frits Lintmeijer om een feitenrelaas vragen. En als dat onvoldoende oplevert een raadsenquête instellen voor een reconstructie.

Foto: Artikel ‘Uit liefde voor Armando; Relatie tussen directeuren speelt rol in verhuizing’ door Ton Voermans in het AD van 17 februari 2012.

Provincie Utrecht beantwoordt vragen over Armando Museum

Update 16 juni: Een reactie zegt over onderstaand artikel: ‘Mooi stuk, geeft heerlijk inzicht in de bestuurlijke gang van zaken, Je hoeft later niet te reconstrueren waar het mis is gegaan.’  

Naar aanleiding van aandacht op dit blog voor de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd en het alternatief Fort Vechten stelde het Utrechtse statenlid Elly Broere (PVV) op 21 december 2011 vragen aan de gedeputeerde Cultuur Mariëtte Pennarts. Dit is gerubriceerd onder de naam De Ridder, de naam waarmee deze blogger naar buiten treedt. In de Statencommissie WMC van 9 januari 2012 antwoordt mw. Pennarts. Ik geef eerst de vragen en antwoorden die niet openbaar zijn in te zien, daarna mijn commentaar.

Vragen

  1. Welke argumenten spelen er om per se Armando museum in Oud-Amelisweerd onder te brengen?
  2. Welke alternatieven zijn onderzocht? Hoe hebben de bezwaren van de inwoners van Amersfoort mee gewogen, zij willen de collectie graag in Amersfoort houden. Waarom komt Fort Vechten niet in aanmerking.
  3. Wat vindt de gedeputeerde van alle bezwaren die volgens de heer De Ridder kleven aan het onderbrengen in Oud Amelisweerd en de voordelen van het alternatief Fort Vechten?
  4. Wat vindt de gedeputeerde van de bestuurlijke onzorgvuldigheid die volgens de heer De Ridder heeft plaatsgevonden.

Antwoorden

  1. De Provincie heeft geen initiërende rol gehad in de gesprekken en onderhandelingen tussen Gemeente Utrecht (eigenaar van Oud-Amelisweerd), de Stichting Armando Museum  Collectie, Stichting Amersfoort-in-C en Gemeente Amersfoort. De argumenten voor en tegen zijn mij dus niet exact bekend. Voor mij staat het belang voorop dat Oud-Amelisweerd als bijzonder monument een duurzame bestemming krijgt en dat het uitzonderlijk waardevolle Chinese behangsel voor een breed publiek te bezichtigen is. De nu voorgestelde museale bestemming voldoet aan deze eis en rechtvaardigt een provinciale bijdrage aan de noodzakelijke restauratie van de behangsels.
  2. De Provincie is niet op de hoogte van de alternatieven die door de betrokken partijen zijn onderzocht. De Gemeente Amersfoort heeft besloten haar steun aan het Armando Museum los te laten, als gevolg van een forse bezuiniging op Amersfoort-in-C, het samenwerkingsorgaan van vier Amersfoortse musea (Kade, Flehite, Mondriaanhuis en Armando Museum). In de Amersfoortse gemeenteraad zijn de voor- en nadelen afgewogen van deze keuze. De gemeenteraad, als vertegenwoordiger van de inwoners van Amersfoort, heeft hiermee recentelijk ingestemd.                                                                                                                                           Voor de inrichting van Fort Vechten zijn al in 2009 afspraken gemaakt over de bestemming en inrichting van het fort met Gemeente Bunnik, Staatsbosbeheer als eigenaar en de provincie als initiator. In januari 2010 werd de gunning van de exploitatie toegekend aan Nieuwland Holding. Op het Fort zal een Nationaal Liniecentrum komen, naast nog vele andere publieksactiviteiten zoals bijvoorbeeld een vleermuizencentrum. (zie voor meer informatie http://www.liniecentrumfortvechten.nl/plan.php ) Al deze plannen zullen zorgen voor een aantrekkelijke publieke bestemming waar vele verhalen verteld kunnen worden.
  3. Wat betreft de bezwaren van de blogger George Knight zoals in zijn blog van 14 november geformuleerd:  Oud-Amelisweerd zal met grote zorg aangepast worden aan de nieuwe openstelling voor publiek. De aandacht zal gevraagd worden voor respectievelijk de geschiedenis van het Huys en de tuin, de geschiedenis van de (deels) Chinese behangsels en het werk van de kunstenaar, schrijver en dichter Armando.  Er zal geen aantasting van de cultuurhistorische waarden van Oud-Amelisweerd plaatsvinden. De openstelling van Oud-Amelisweerd zal  de rust van het landgoed niet aantasten.  De Provincie draagt bij aan de restauratie van de behangsels  onder meer omdat Oud-Amelisweerd een publiekbestemming krijgt.                                                                                       Voor de inrichting van Fort Vechten zijn 2 jaar geleden afspraken gemaakt met de geworven beheersorganisatie, Nieuwland Holding. De Provincie en Staatsbosbeheer hebben daarmee verantwoordelijkheden voor bijvoorbeeld exploitatie overgedragen aan private organisaties. Wij zien het voorstel van de heer De Ridder daarom niet als een reële optie.
  4. GS heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is van bestuurlijke onzorgvuldigheden van de gemeente Utrecht of de gemeente Amersfoort. Wij zien niet in op welk moment wij zelf onzorgvuldig gehandeld zouden hebben. Vorige maand is PS akkoord gegaan met het verlenen van een restauratiesubsidie aan Oud Amelisweerd, juist onder de voorwaarde dat de nieuwe functies in dienst staan van het behoud van huis en interieur, Wij hebben van de Stichting en van de stad Utrecht begrepen dat het Armando Museum het gebouw Oud-Amelisweerd zal gebruiken met respect voor het gebouw en de behangsels. Ook zullen de aanpassingen aan het Huys  niet ten koste van de cultuurhistorische waarden gaan. Met deze voorgenomen bestemming zal een belangrijk en uniek erfgoed behouden kunnen blijven en (eindelijk) als publiek bezit opengesteld worden. Indien het voorstel van de heer De Ridder zou zijn gevolgd, zou de toekomst van Oud-Amelisweerd ongewis zijn. 

De antwoorden geven aan dat de provincie geen deelnemer was aan een inhoudelijk debat. Ze wijken niet af van die van de gemeente Utrecht zoals verwoord in een brief van 13 december 2011. De antwoorden komen erop neer dat er geen bezwaar bestaat tegen de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd. Een opstelling met weinig enthousiasme. Er blijkt nergens dat de huisvesting en de combinatie Armando-Chinees antiek behang een verrijking betekent voor cultureel Utrecht en daarom noodzakelijk is. Rini Dippel is vernietigend over de combinatie Armando-Amelisweerd evenals Lucia Alberts. Talloze andere experts op het gebied van cultureel erfgoed en museologie zijn gehoord, maar houden zich angstvallig stil met hun kritiek.

In de Utrechtse Statencommissie Wonen, Maatschappij en Cultuur van 3 oktober 2011 is bij het onderwerp Parelfonds besloten om per 2012 het accent van industrieel erfgoed naar de historische buitenplaatsen te verleggen. Utrecht kent er 270 waarvan het rijksmonument Oud-Amelisweerd met eigenaar gemeente Utrecht er een is. In haar antwoord creeërt gedeputeerde Pennarts misverstanden als ze stelt ‘dat de vestiging van het Armando museum in Amelisweerd onderdeel zal zijn van de subsidievoorwaarden, zodat restauratie daadwerkelijk gepaard gaat met opening voor het publiek’. Hiermee passeert ze de eigenaar als eerst verantwoordelijke en koppelt ze de subsidie niet aan de buitenplaats, maar aan een museale bestemming. Ze suggereert tevens dat het landhuis Oud-Amelisweerd nu of in de toekomst niet geopend zou zijn voor het publiek. Beheerder Centraal Museum legt uit dat er onderhoud plaatsvindt en er daarom tijdelijk minder bezoeken mogelijk zijn, maar dat het boeken van groepsrondleidingen ook nu mogelijk is. Opvallend is dat de provincie bij Oud-Amelisweerd de uitzondering maakt niet rechtstreeks subsidie aan de eigenaar te geven.

De provincie Utrecht houdt zich van alle bestuurslagen het meest afzijdig. Het zegt te zijn aangeschoven en niet bekend te zijn met argumenten voor en tegen huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd. Als deelnemer aan de discussie zegt de provincie niet te weten of er alternatieven zijn onderzocht. Dit roept de vraag op hoe grondig de discussie was en hoe de besluitvorming tussen Amersfoort, Utrecht, Bunnik en de provincie is verlopen. Wanneer viel de politieke beslissing en waren bij het nemen van het besluit uitsluitend de politiek verantwoordelijken betrokken? Welke argumenten zijn er uitgewisseld?

Ook met betrekking tot Fort Vechten geeft de provincie aan dat haar rol bescheiden is. De provincie was initiator van een Liniecentrum, maar heeft de verantwoordelijkheid overgedragen en zegt nu geen invloed meer te hebben. Het oogt in mijn ogen ongerijmd om mijn voorstel om de huisvesting van de Armando Collectie in Fort Vechten te onderzoeken af te doen als niet reëel. De bestuurlijke gang van zaken impliceert namelijk niet dat huisvesting geen goed idee zou zijn. Met als ultiem argument dat er 20 miljoen in de projectorganisatie Fort Vechten beschikbaar is, 4 miljoen investeringen in Oud-Amelisweerd kunnen worden uitgespaard en ze kunnen worden samengevoegd. Voorwaarde is wel dat de provincie initiatieven neemt om de projectorganisaties open te breken. Die politieke wil ontbreekt overduidelijk. Overigens op 26 januari organiseert de Grontmij een fortensymposium in Fort Vechten over de herbestemming van militair erfgoed.

De antwoorden over de bezwaren tegen de huisvesting van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd gaan in op de voorwaarden. Daarmee gaan ze voorbij aan de kern van mijn kritiek. Wat geldt voor het onderbrengen van de Armando Collectie in Oud-Amelisweerd geldt eveneens voor talloze andere museale collecties. Ik pleit voor de optie om collectie en landhuis goed op elkaar aan te laten sluiten. Zoals dat bijvoorbeeld zou gelden voor een museum voor Chinoiserie, buitenplaatsen of antiek behang. Precies de kritiek van Rini Dippel en Lucia Alberts op het Museum Oud-Amelisweerd. Verder berust de opinie dat de openstelling van een museum met in 2016 40.000 bezoekers het cultureel erfgoed van het landhuis en de rust van het landgoed niet zal aantasten op de aanname dat het beheer en de bedrijfsvoering optimaal zijn. Dat valt te betwijfelen bij een organisatie die van vele kanten kritiek ondervindt op de onderbouwing van de exploitatiebegroting.

De bestuurlijke onzorgvuldigheid spitst zich toe op de bestuursopdracht die cultuurwethouder Lintmeijer aan directeur Jacobs van beheerder Centraal Museum gaf om een bestemming voor Oud-Amelisweerd te onderzoeken. Jacobs kwam vervolgens ‘toevallig’ bij zijn partner Ploum uit die ‘toevallig’ hoofd van het Armando Museum Bureau is. Veelbetekenend lijkt dat de GroenLinks gedeputeerde Pennarts hierin geen onzorgvuldig bestuur ziet van de GroenLinks wethouder Frits Lintmeijer. Vanuit de ethiek zou je verwachten dat een wethouder niet mee kan gaan met deze schijn van belangenverstrengeling. En dit voorstel van Jacobs op gronden van goed bestuur afwijst. Maar ook binnen de Utrechtse gemeenteraad of statenraad heerst blijkbaar koudwatervrees om belangenverstrengeling in het openbaar aan te kaarten. Ook bij de oppositie.

Verder bestaat de onzorgvuldigheid eruit dat er is gewerkt met een rookgordijn aan intenties, haalbaarheid en plannen. Lang voordat een formeel besluit gevallen was werd het hoofd van het Armando Museum Ploum telkens door directeur Jacobs in de gelegenheid gesteld om met betrokken wethouders en raadsleden in Oud-Amelisweerd in gesprek te gaan. Dit was geen toegevoegd lobbyen van Ploum, maar liep feitelijk parellel aan de politieke besluitvorming. Terwijl Ploums status dit niet toeliet en raadsleden en wethouders vanwege de bestuurlijke zorgvuldigheid haar onder genoemde omstandigheden niet hadden mogen spreken. Tevens werd de Amersfoortse ambtenaar Ploum in ambtelijke overleggen van de gemeente Utrecht met derden toegelaten zonder dat haar rol voor gesprekspartners duidelijk was en ze meer ruimte kreeg dan advisering alleen.

De opstelling van gedeputeerde Pennarts past in een verkeerde voorstelling van zaken die ook terug te vinden is bij de Utrechtse cultuurwethouder Lintmeijer en Amersfoort-in-C directeur Van Vulpen. Ze verdraaien de waarheid. Aantoonbaar onjuist is dat de huisvesting van de Armando Collectie een noodzakelijke voorwaarde is voor Oud-Amelisweerd. Pennarts zegt: Met deze voorgenomen bestemming zal een belangrijk en uniek erfgoed behouden kunnen blijven en (eindelijk) als publiek bezit opengesteld worden. Indien het voorstel van de heer De Ridder zou zijn gevolgd, zou de toekomst van Oud-Amelisweerd ongewis zijn. Hiermee gaat mw. Pennarts voorbij aan de kritiek op de combinatie Armando-Chinees behang, op het bestuurlijke traject dat geen alternatieven onderzocht en op het ontbreken van een gezond investerings- en exploitatieplan.

Ofwel, het voortbestaan van rijksmonument Oud-Amelisweerd is niet aan de vestiging van een Museum Oud-Amelisweerd gebonden. Het landhuis wordt al sinds 1990 door de gemeente Utrecht en het Centraal Museum zorgvuldig gerestaureerd. Door de bestuursopdracht kwam toevallig het Armando Museum in beeld. Zo ontstond een bestemming die niet ontstond door inhoudelijke noodzaak, maar vanwege persoonlijke contacten. Alternatieve locaties voor de Armando Collectie zijn nooit onderzocht en andere bestemmingen voor Oud-Amelisweerd zijn evenmin serieus onderzocht. Mijn voorstel is slechts om een bestemming te zoeken die beter bij het karakter van Oud-Amelisweerd past dan de huisvesting van de Armando Collectie.

Hoewel er de afgelopen anderhalf jaar in mijn ogen niet breed en zorgvuldig genoeg is gekeken door de Utrechtse politiek, kan men zich op het standpunt stellen dat men dan maar voortgaat op de ingeslagen weg. Met als voordeel dat het Utrechtse college niet beschuldigd kan worden van stilstand en dat het landhuis vanaf 2016 mogelijk 40.000 bezoekers trekt. Is dit glas halfvol of halfleeg? De nadelen zijn groot. De combinatie van Oud-Amelisweerd en Armando is niet ideaal en het bedrijfsmodel van een Museum Oud-Amelisweerd moet om economische redenen zwaar opgetuigd worden en wordt zo een doel op zichzelf. Inclusief de werkgelegenheid van de staf van het Armando Museum Bureau waar het om draait. Een kleinschalige, flexibele museale bestemming past om redenen van infrastructuur en cultureel erfgoed beter bij Oud-Amelisweerd.

Foto: Trappenhuis provinciehuis Utrecht.