
Het moet niet veel gekker worden, een student die zich op sociale media (TPO) presenteert met een ‘essay’. Een literair genre dat door Michel de Montaigne in 1580 is gemunt en hoge eisen stelt aan originaliteit, stijl en intellectuele diepte. De inzet is brutaal. De sociaal-democratie wordt voor het beklaagdenbankje van God gesleept. Ziet u het zich voor u? Maar uiteindelijk gaat het betoog uit als een nachtkaars. Door de stapeling die eruitziet als een omgevallen boekenkast zonder structuur. Het is bij nader inzien rechttoe-rechtaan rechts-conservatisme dat past binnen de politieke richting van TPO, maar zich vermomt als neutrale waarnemer. Simpele haat tegen ‘links’ wordt via een omweg verpakt. De sociaal-democratie verdient kritiek, maar wel eerlijke en directe kritiek. Niet de propagandapraat die Max van Duijn ervan maakt. Mijn reactie:
Een onevenwichtig betoog dat van alles met alles verbindt en daardoor scherpte mist. Het zij de auteur vergeven omdat hij zijn studie nog moet afronden, maar de lezer schiet niks op met zo’n stapeling van aannames en ongelijksoortige argumenten. Waarom TPO dit onvoldragen stuk plaatst verdient nadere uitleg.
‘Alle spreken over boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van boven te komen’ is de zin die Harry Kuiterts denken perfect en snedig samenvat. Het is geen uitgemaakte zaak dat de moderne mens ontkent dat God bestaat. Daarbinnen zijn weer allerlei varianten mogelijk die het debat levend houden. Als God wordt gezien als creatie en uitdrukking van mensen hoeft God helemaal niet dood verklaard te worden. God wordt dichtbij gehaald en vermenselijkt, maar ontdaan van traditionele waarden.
Daarnaast is het nogal een slag in de lucht om te stellen dat het gemis van een culturele constructie -wat God is- leegte op zou leveren. Dat was wellicht ooit zo in de overgang van een diepchristelijke naar een meer pluriforme samenleving, maar in een pluriforme en open samenleving als de Nederlandse zijn de alternatieven voor de constructie God volop aanwezig: kunst, ietsisme, techniek, wetenschap, gezin, gemeenschap. Het leven hoeft niet vanuit godsdienst beredeneerd te worden om zinvol te zijn. Integendeel, te veel godsdienst kan het leven zinloos maken.
Er is iets anders aan de hand. De mens heeft zich geëmancipeerd en heeft God als allesoverheersende kracht niet meer nodig. God is herverkaveld over vele sectoren. En is door die fragmentatie minder krachtig geworden. Zelfs religieuze organisaties koppelen God als een vormende kracht los van een allesomvattend leven, zien het niet meer als verklaring voor alles en reduceren het tot doelstelling in hun statuten. Natuur wordt op afstand gehouden door de techniek, wetenschap verklaart de verschijnselen, kunst en cultuur geven zin, en media en amusement bieden afleiding en verstrooiing. Kortom, ‘God’ is gefragementeerd en de leegte is opgevuld.
Waarom de zogenaamde dood van God speciaal de sociaal-democratie zou beschadigen is niet duidelijk. Het is overigens zo dat binnen de sociaal-democratie altijd een sterke religieuze stroming heeft bestaan: het christensocialisme. In Nederland vertegenwoordigd door Willem Banning. Als er door de sociaal-democratische politiek fouten zijn gemaakt op het gebied van immigratie, het publieke ethos van overheid en publieke sector en de financëele crisis dan zijn die in commissie met de christen-democraten en de liberalen gemaakt.
De aap komt uit de mouw als de auteur verwijst naar het thuisgevoel (oikofobie). Dat is een vage politieke constructie van de Britse conservatief Roger Scruton die enkele jaren geleden door Thierry Baudet in Nederland werd nagevolgd. Het is een even vaag containerbegrip als ‘cultureel marxisme’ waarin allerlei aannames en veronderstellingen gedeponeerd kunnen worden zonder dat het ook maar iets verklaart. Behalve de onmacht van de betoger die niet scherp kan worden en er omheen kletst.
Het is aantoonbare onzin om het specifiek de sociaal-democratie aan te rekenen dat ze met linkse partijen een afkeer van het thuis zouden hebben. Het omgekeerde is waar. De sociaal-democratie is altijd een stroming geweest die zich zowel nationaal als internationaal manifesteerde. Daar zat spanning tussen. Maar zoals internationale conflicten uitwezen moest de internationale solidariteit altijd wijken voor de keuze van de sociaal-democraten voor hun politieke en nationale basis. Liberalen via het internationale bedrijfsleven en christen-democraten via hun katholieke netwerk kozen even makkelijk of zelfs makkelijker dan de sociaal-democraten voor internationalisering. Lang voordat de term globalisme in de mode kwam. Wat de sociaal-democraten in elk geval niet verweten kan worden is dat ze het voortouw namen bij de globalisering en de uitverkoop van nationale belangen.
Het beste antwoord op dit warrig betoog van Max van Duijn is de nieuwe positionering van Jesse Klaver en GroenLinks. Klaver zegt te kiezen voor de ouderwetse sociaal-economische waarden als macht, inspraak en verdeling van de welvaart. Het zijn deze waarden die de laatste jaren zijn weggedrukt door het sociaal-culturele debat over natie, thuisgevoel en nationale identiteit. Dat laatste wordt voor malcontenten als uitlaatklep ingebouwd en is voor de bezittende klasse en het internationale bedrijfsleven een afleidingsmiddel om dat sociaal-economisch debat niet te hoeven voeren en niets in te hoeven leveren van eigen macht en bezit.
Iedereen in een sociale achterstandpositie die zich door dit soort stukken van Max van Duijn over sociaal-culturele onderwerpen aangesproken voelt, zou moeten beseffen dat de echte betekenis ervan afleiding is en de verdediging van de gevestigde orde. Niet God, de sociaal-democratie of het thuisgevoel is dood, maar het nationaal-conservatisme dat daaraan alles ophangt is dodelijk voorspelbaar, saai en ontwijkend.
Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘De politiek in crisis: God is dood’ van Max van Duijn op TPO, 21 november 2017.
Vind ik leuk:
Like Laden...