Directeur Gerard de Kleijn van museumgoudA zegt in een persbericht dat-ie een topstuk in Londen gaat verkopen: The Schoolboys uit 1987 van Marlene Dumas. Hij rekent op een opbrengst van 800.000 euro. De kans bestaat dat een iconisch werk uit Nederlands museaal bezit in buitenlandse handen komt.
Er zijn vier overwegende bezwaren tegen de verkoop door museumgoudA van een topstuk. Die zijn van inhoudelijke, procedurele, aankooptechnische en politieke aard.
Inhoudelijk. Gerard de Kleijn zegt dat het werk van Dumas niet meer in de kerncollectie past. Dat klopt binnen zijn logica. Maar hij vergeet te melden dat museumgoudA onder directeur Josine de Bruyn Kops (1977-1987) alleen kunst van vrouwen kocht, waaronder The Schoolboys dat als gevolg van dit beleid in 1988 werd verworven. Tevens kreeg het toenmalige Catharina Gasthuis in 1976 de opdracht van de Goudse gemeenteraad om hedendaagse kunst te verzamelen.
In zijn nota Tussen Hemel en Aarde wisselt Gerard de Kleijn de traditie van het verzamelen van vrouwenkunst en hedendaagse kunst in voor het verzamelen van religieuze kunst, keramiek, kleipijpen en werk van de Haagse school. Ofwel, De Kleijn verandert spelregels om vervolgens te beweren dat de oude logica niet meer geldt. Zie hier voor een kritische analyse van het beleid van De Kleijn.
Procedureel. In 1987 werd Nederland opgeschrikt toen de gemeente Hilversum een Mondriaan wilde afstoten. Onder aanvoering van het Stedelijk Museum sprak museaal Nederland er schande van. In 2005 gebeurde hetzelfde toen directeur Karel Schampers van het Haarlemse Frans Hals Museum twee werken wilde afstoten. In beide gevallen ging de verkoop niet door. De museumwereld was wakker geschud.
Sinds die tijd is afstoting van museumstukken een hot topic. Het Centraal Museum maakte er in 2006 tentoonstelling en veiling tegelijk van: Uit het depot. Een project om de grenzen aan de afstoting van museumobjecten te proeven.
Op basis van de Museale Gedragscode van de Nederlandse Museumvereniging (NMV) heeft het Instituut Collectie Nederland een Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten (LAMO) opgesteld: Deze LAMO is overgenomen door de NMV, waarmee het de standaardprocedure is geworden welke een museum in principe dient te volgen bij het afstoten van een object. Een van de eisen die de Museale Gedragscode aan een professioneel museum stelt is dat het onderzoekt of voor het af te stoten object een andere museale bestemming gevonden kan worden.
Het zou logisch zijn als museumgoudA The Schoolboys van Marlene Dumas aan andere Nederlandse musea had aangeboden en daarover in gesprek was geweest met de NMV. Maar het persbericht zegt er niets over. Vraag is of museumgoudA zich professioneel en collegiaal opstelt jegens andere musea of dat De Kleijn zijn eigen gang gaat zonder standaardprocedures van de gedragscode te volgen.
Aankoop. Enkele jaren gelden ontstond ophef vanwege de voorgenomen verkoop door BAT van de Peter Stuyvesant Collectie die Alexander Orlow met adviseurs had opgebouwd. Naast de culturele barbarij om een bijzondere bedrijfscollectie te verkopen ging het om de gunstige voorwaarden waaronder de werken waren aangekocht. Galeristen gaven kortingen vanwege het achterliggende idealisme van Orlow. Niet in de verwachting dat de werken op een veiling ooit tegen marktprijzen verhandeld zouden worden.
Hetzelfde geldt voor The Schoolboys van Marleen Dumas. Gereconstrueerd moet worden onder welke voorwaarden het in 1988 verworven is door het Catharina Gasthuis. Dit geeft uitsluitsel over het feit onder welke voorwaarden het nu verkocht kan worden. Dat geldt moreel voor de relatie galerie/museum en juridisch voor de relatie museum/overheid. Het is niet onaannemelijk dat de aankoop deels geoormerkt is door aankoopgelden van het toenmalige Ministerie van WVC.
Politiek. De culturele sector staat onder druk. De verwachting is dat staatssecretaris Zijlstra hard gaat bezuinigingen op cultuur. Velen zijn het erover eens dat de bezuinigingen eerder worden ingegeven door gebrekkig inzicht in het functioneren van de sector dan door rationele overwegingen. Kinderen worden met het badwater weggegooid. Aangebrachte schade is vele malen groter dan de opbrengst van bezuinigingen. Naast het gederfde economisch nut door bezuinigingen op cultuur waar Joop van den Ende op wijst.
MuseumgoudA gaat mee in de logica van de staatssecretaris en geeft in een lastige tijd het verkeerde signaal. Namelijk dat kunst misbaar en verhandelbaar is. Da’s een misvatting. MuseumgoudA kiest eieren voor haar geld in plaats van zich met collega-musea sterk te maken voor een krachtige museumsector.
Conclusie. De voorgenomen verkoop door museumgoudA van The Schoolboys van Marlene Dumas ligt complexer dan de directeur van museumgoudA voorstelt. Er zijn talloze vragen van inhoudelijke, procedurele, aankooptechnische en politieke aard die eerst beantwoord dienen te worden voordat verkoop werkelijk aan de orde is. Het verdwijnen van een topwerk als The Schoolboys uit Nederlands kunstbezit is een verlies voor de Collectie Nederland.
MuseumgoudA heeft als geprivatiseerde culturele instelling weliswaar een eigen verantwoordelijkheid, maar laadt een verdenking van gemakzucht op zich. Het verkoopt tafelzilver zonder eigen initiatieven te ontplooien en zich als volwassen deelnemer te voegen in de Nederlandse museumsector. Dat geeft te denken over inzicht, inschattingsvermogen en manoeuvreerruimte van directeur De Kleijn.
Foto: The Schoolboys van Marlene Dumas, 1987