Posts Tagged ‘Politiek’
Waarom is er geen kwaliteitsbewaking in de politiek? Pleidooi voor een tuchtcollege om bij herhaling liegende politici te corrigeren
De vraag of er in de politiek ‘flink gelogen’ wordt is niet zo interessant. Het is een kwestie van maatvoering. Dat er in de politiek gelogen wordt staat buiten kijf. Ja, in de politiek wordt door politici gelogen.
De relevante vraag is wat eraan gedaan wordt als een politicus bij herhaling op een leugen wordt betrapt. Wat zijn de instrumenten om de leugenaar tot de orde te roepen en herhaling te voorkomen? Wat is de sanctie voor een systeemmatig liegende politicus? Die bestaat niet. Schorsing of levenslange uitsluiting van het beroep? Kennen politici een ethische code over gewenst gedrag en is voor deze beroepsgroep wettelijk tuchtrecht van toepassing? Zoals bij andere beroepsgroepen als notarissen, advocaten, medici of journalisten? Wellicht is een tuchtcollege geen ideaal instrument vanwege de zelfregulering, maar het heeft wel een preventief effect. Waarom is er geen college of toezichtsraad die actief de kwaliteit van de politiek bewaakt?
Het is gewenst dat hierover een breed maatschappelijk debat wordt gevoerd. Waarbij ook aan de orde komt wat de redenen zouden kunnen zijn om politici hiervan vrij te stellen. Verdienen ze een aparte status? De urgentie om in te grijpen is groot omdat politici als beroepsgroep weinig maatschappelijke waardering hebben. Ze worden niet vertrouwd, niet begrepen en niet geloofd. De kloof tussen burger en politiek wordt eerder groter dan kleiner. Het is de hoogste tijd om middelen in te zetten om die kloof te slechten zodat het vertrouwen in de politiek weer toeneemt. Het liegen door politici kan wellicht niet definitief gestopt worden, maar door kwaliteitsbewaking van de beroepsgroep kan het liegen wel aanzienlijk teruggebracht worden.
Waarom politici geen initiatieven nemen om het wettelijk tuchtrecht in de politiek in te voeren is begrijpelijk omdat het hun vrijheid inperkt. Om die reden moet het initiatief hiertoe niet van de wetgevers komen, maar van elders. Uit de samenleving die kritisch is op medici of journalisten, maar politici om onbegrijpelijke redenen buiten schot laat waar het de kwaliteitsbewaking betreft. Dat is ongewenst. De huidige generatie politici blinkt in de beeldvorming toch al niet uit door kwaliteit, originaliteit en bezieling. De politici kunnen een deel van de gunst terugwinnen door zich positief uit te spreken over kwaliteitsbewaking van de eigen beroepsgroep door onder meer de verplichte invoering van een wettelijk tuchtcollege voor politici.
GroenLinks, de partij van heimwee en verlangen
Een song uit de Broadway-musical ‘One Touch of Venus’ uit 1943 uitgevoerd door componist Kurt Weill. Een song uit het Tin Pan Alley repertoire dat zijn weg als standard vond naar de jazz. De strijd tegen de nazi’s nadert zijn hoogtepunt en Broadway zingt over liefde. Waarbij het door het vette Duitse accent van Weill niet zoveel uitmaakt of hij ‘love’ of ‘low’ zingt. Op GeorgeKnightKort besteedde ik er 5 jaar geleden aandacht aan.
Waarom deze song hier geplaatst? Het doet me aan GroenLinks denken. In 2011 verklaarde ik in een commentaar mijn haat-liefde verhouding tot die partij. En ik denk er nog precies hetzelfde over: ‘Mijn eerste politieke liefde was de PSP. Pacifisten als Bertrand Russell en PSP-er Fred van der Spek opereerden in de marge, maar wisten hun bevlogenheid in een logisch betoog te vangen. Aangevuld met vrijdenkers als Anton Constandse en Laurens ten Cate die verder gingen dan zwart-wit denken, is dat nog steeds wat ik in de hedendaagse politiek mis: onafhankelijkheid, originaliteit en vrijdenken. (..) Ik ben dus sympathisant van elementen binnen GroenLinks. Relicten van vrijdenken en pacifisme zijn wellicht schaars, maar elders binnen de Nederlandse politiek helemaal afwezig. Waarbij het wrange is dat Van der Spek in 1985 afhaakte en tegen het ontstaan van een fusiepartij was. Ik denk dat de geschiedenis hem gelijk heeft gegeven. De PSP had autonoom moeten blijven. Omdat GroenLinks ook talloze anti-democraten en zwart-wit denkers omvat zal ik er niet makkelijk op stemmen. Zo’n blinde sympathisant kan ik nou ook weer niet zijn.‘
Sinds 2011 is er veel water onder de brug gestroomd. De onderhandelaars van GroenLinks konden in de formatie niet leven met de oplossing voor de vluchtelingenproblematiek in Noord-Afrika. Daarom haakten ze af. Waarbij het mijn vraag is welke rol de anti-democraten en zwart-wit denkers deze keer hebben gespeeld.
Het leven is kort en de kunst lang. Daarom kunnen we naar Kurt Weill achter zijn piano luisteren. De kansen zijn beperkt. In het leven, maar ook in de politiek. Dat maakt weemoedig. Voor we het beseffen is het voorbij. GroenLinks is de partij van het verlangen en het gemis. De partij van de romantiek van Slauerhoff die tegelijk hier en elders wil zijn. Niet alleen onder de Haagse kaasstolp, maar ook op zee of in de velden waar het graan ruist. De partij die ontkent dat in de politiek vuile handen en een schoon geweten samengaan. De partij die wetenschap verwart met praktische politiek. Hoe langer het inlossen van het verlangen wordt uitgesteld, hoe hoger de verwachting. En hoe abstracter het wereldbeeld. GroenLinks, de partij van heimwee en verlangen.
I feel wherever I go that tomorrow is near, tomorrow is here and always too soon
Time is so old and love so brief
Love is pure gold and time a thief
We’re late, darling, we’re late
The curtain descends, everything ends too soon, too soon
I wait, darling, I wait
Will you speak low to me, speak love to me and soon
Ondraaglijke lichtheid van Thierry Baudet over het partijkartel
De aanname van Thierry Baudet dat er een partijkartel is dat het met en onder elkaar wel regelt klopt niet met de actuele gang van zaken. Als er werkelijk zo’n kartel bestond, dan hadden de politieke partijen elkaar al lang gevonden in de informatiebesprekingen. Maar dat is tot nu toe niet gebeurd omdat de partijen te veel van elkaar verschillen. Ze hebben blijkbaar allen iets anders voor ogen. In de publiciteit vallen ze elkaar af.
Dus het is van tweeën een. Of er is een partijkartel -of een Eenpartijstaat zoals J.W. Oerlemans dat in 1990 verwoordde- dat het politieke systeem van Nederland kenmerkt en onder meer de samenwerking tussen de grootste politieke partijen omvat dat werkelijke democratische controle op het bestuur onmogelijk maakt. Of er is geen partijkartel. Het gebrek aan voortgang en de irritaties tussen partijen lijken op het laatste te wijzen. Het toont het omgekeerde aan van wat Baudet beweert. Hoewel het kan dat hij zijn argumenten onvoldoende doordacht heeft en presenteert en er wel degelijk een partijkartel bestaat, maar hij dat niet weet aan te tonen.
Partijen weten elkaar op dit moment niet te vinden en werken voor en achter de schermen niet samen. Hoewel er unknown unknowns kunnen zijn waar ook Baudet geen weet van heeft. Hij kan ze hoe dan ook niet in zijn betoog insluiten. Zijn impressies overtuigen niet. Partijen missen dat overstijgende, gemeenschappelijke belang dat Baudet hun toedeelt. Ze rijden elkaar in de wielen en proberen hun partijbelang te dienen.
Partijkartel? Wie weet bestaat dat door informele samenwerking tussen de grotere politieke partijen. Mogelijk met andere betrokkenen zoals het Koninklijk Huis en het bedrijfsleven. Onderzoek dat, breng het naar buiten en klaag het aan. Maar dan moet het uitgebreid, specifiek en overtuigend benoemd worden. Dat doet Baudet niet. Hij kiest met de haperende informatie het verkeerde voorbeeld om het bestaan van een partijkartel hard te maken. Dat geeft te denken over zijn politiek vernuft en tactisch inzicht in de praktische politiek.
Dat is jammer doordat Baudet hiermee dit belangwekkende aspect van het partijkartel of de Eenpartijstaat voor partijpolitieke doeleinden inzet en het geen bredere werking weet te geven. Hij besmet het onderwerp als onderzoeksobject er zelfs mee. De paradox is dat deze partijpolitieke manoeuvres Baudet via een omweg tot lid van de gevestigde politiek maken waarvan hij zegt geen deel te zijn en het zelfs te bestrijden. Baudets optreden en grof geschut geeft ons eerder minder dan meer zicht op het bestaan van een partijkartel.
Evaluatie bevestigt opnieuw mislukking van F35-programma. Agendeert GroenLinks deze kritiek in informatiebesprekingen?
Aan de hand van het laatste jaarrapport van de inmiddels gepensioneerde Michael Gilmore, als Director of Operational Test and Evaluation zet Dan Grazier voor War is Boring in een overzicht de kwaliteiten van de JSF (F-35) op een rijtje. Hij concludeert dat het F-35-programma een nationale ramp is die nodig grondig moet worden geëvalueerd. Vragen moeten niet aan generaals of bestuurders gesteld worden omdat ze er belang bij hebben dat het programma wordt voortgezet. Ze hebben geen prikkel om de harde waarheid over de mislukking te openbaren (‘no incentive to tell the hard truth because they have a vested financial interest in making sure the program survives — regardless of capability’). Het debat over de F-35 moet breder en opener.
De politiek moet op zoek naar tegengeluid zodat het hele verhaal wordt verteld. In Nederland kan GroenLinks ervoor zorgen dat niet de pro-JSF lobby van VVD en CDA -vertegenwoordigd door communicatieadviesbureau Hill & Knowlton- alleen bepaalt hoe het defensiebudget wordt besteed. In september 2013 kwam toenmalig leider Bram van Ojik van GroenLinks met een petitie die ‘nee‘ tegen de JSF zei. Als de partij dat nog steeds vindt -en durft!- kan het dit standpunt in de besprekingen met informateur Edith Schippers agenderen.
Het is absurd dat in tijden waarin de Russische krijgsmacht als bedreigend wordt ervaren zo onverantwoord wordt omgesprongen met het defensiebudget. De JSF is te weinig waar voor te veel geld. En nog steeds een met veel onduidelijkheden omgeven eindproduct. Hoewel uitgaven aan de Amerikaanse wapenindustrie het Witte Huis tevreden zal stellen. Maar dat aspect gaat voorbij aan de beste verdediging van Nederland en West-Europa tegen Russische agressie. In november 2015 zei toenmalig presidentskandidaat Donald Trump in een verwarrend interview dat hij twijfels over de F-35 had. In 2013 maakte minister Hennis van Defensie bekend dat Nederland 37 JSF-toestellen aanschaft voor 14,6 miljard euro. Ondanks een meerderheid in de Tweede Kamer die in 2012 in een motie een streep door de JSF zette. CDA-minister en JSF-voorstander Hans Hillen manipuleerde in dat jaar de Algemene Rekenkamer met het door hem ‘bestelde’ rapport ‘Uitstapkosten Joint Strike Fighter’. In 2019 volgt een eindrapport met conclusies. De omgekeerde wereld van de wapenindustrie.