
Het artikel ‘Kinderkunst hoort in een museum, desnoods op het toilet, vindt Moonriders‘ in Het Parool van 26 november 2022 is meer dan een aankondiging van het VPRO kinderkunstprogramma Moonriders. Het artikel gaat mee in allerlei claims van programmamaker en kunstenaar Aukje Dekker die waarschijnlijk goed bedoeld zijn, maar toch verkeerd uitpakken.
In een toelichting zegt Moonriders: ‘In dit tweede seizoen Moonriders breekt kunstenaar Aukje Dekker samen met kinderen en kunstenaars ’s nachts in bij musea om kunst te maken. Want waarom hangt daar nooit kunst van kinderen? Daar brengen de Moonriders verandering in, al hangen ze maar op de wc!‘

Dekker maakt het nog gecompliceerder als ze niet alleen vraagtekens zet bij wat onder kunst verstaan moet worden, maar ook bij wat de functie van een museum is. Moet een museum volgens Dekker ‘kunst’ van willekeurige kinderen op zaal of wc hangen? Zelfs als Dekker het uitdagend, emanciperend, democratisch en ironisch bedoeld, dan nog schept ze begripsverwarring.
De mentaliteit achter deze claim is waarschijnlijk dat grenzen geslecht moeten worden. Alles moet kunst genoemd kunnen worden. Alles is kunst, kunst is alles. Kunst is zo een onduidelijk en verwarrend begrip geworden omdat iedereen er wat anders onder kan verstaan. Kunst is een onbeschermde term en daarom vogelvrij.
De term ‘kunst’ is aan herdefinitie toe. Kunst ligt van verschillende kanten (publiek, media, politiek) onder druk en wordt zelfs een eigen naam onthouden. Vaak verdwijnt kunst achter het begrip ‘cultuur‘ dat het tegenovergestelde van kunst betekent. Kunst scherpt aan en cultuur verbindt.
Iedere amateur kan zich kunstenaar noemen en dat gebeurt dan ook veelvuldig. De macramé-handwerker, de fotograaf die plaatjes schiet, de smart phone-filmer, de zanger in een amateurkoor, de gelegenheidsdichter, de violist in een vriendenkwartet en het kind dat tekent als een COBRA-kunstenaar, ze kunnen zich kunstenaar noemen en probleemloos claimen dat ze kunst maken.
Als programmamaker Aukje Dekker en journalist Jan Pieter Ekker daar hun volle gewicht achter zetten, dan wint het idee van gedemocratiseerde, maar tandeloos gemaakte kunst aan geloofwaardigheid.
Kunst als hobby of vermaak of thema van een tv-programma of omweg voor het omploegen van investeringen heeft een andere functie dan de opvatting dat kunst op scherp stelt, het vanzelfsprekende bevraagt en mensen naast de werkelijkheid laat kijken en ze probeert te verrijken.
Conclusie is dat kunst die ertoe doet zich beweegt op het middenterrein waar de gevestigde orde kritisch of juist afstandelijk, maar scherpzinnig en onafhankelijk wordt gevolgd. Tussen het hobbyisme van amateurs en de belangen van politiek, bedrijfsleven en media die kunst in gijzeling hebben genomen en als middel gebruiken.
Programmamaker en kunstenaar Aukje Dekker is een voorbeeld van iemand die kunst gebruikt om ons anders naar haar en haar programma Moonriders te laten kijken. Professionele kunstenaars en kunstinstituten zouden in een gezamenlijke campagne over de grenzen van disciplines heen hun claim op het begrip kunst terug moeten veroveren en uit handen van hobbyisten, ondernemers, programmamakers, journalisten en politieke zwendelaars moeten redden.
Dat levert de duidelijkheid op wat de functie van kunst is of behoort te zijn zodat het debat erover scherper, meer omlijnd en inhoudelijker kan worden gevoerd.
Daarbij moet beseft worden dat belanghebbenden er belang bij hebben dat de begripsverwarring in stand blijft en de begrippen (kunst-cultuur en hobbyisme-kunst) door elkaar heen gebruikt worden. Vaagheid ontneemt kunst scherpte.
Herdefinitie en nieuwe afbakening van het begrip kunst vergt economische en politieke strijd waarvan het de vraag is of sectorinstituten en kunstenaars ertoe in staat zijn om zo’n campagne op te zetten, laat staan tot een goed einde te brengen. Want politiek houdt niet van kunst die vrijzinnig, autonoom, dwars en niet onderhorig is. Dat is de gijzeling die kunst gevangenzet.