Plasterk voegt zich opnieuw met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag

Schermafbeelding van deel artikel ‘Ronald Plasterk ziet D66 als bedreiging voor de democratie in Nederland’ van Mark Jongeneel op DDS, 20 januari 2023.

In het commentaarPlasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag‘ van 4 juli 2021 schreef ik over Telegraaf-columnist Ronald Plasterk:

Schermafbeelding van deel commentaar ‘Plasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag’ van 4 juli 2021.

Plasterk is losgeslagen van zijn sociaal-democratische ankers en in rechts vaarwater terecht gekomen. Daar is niks mis mee. Maar welke oude rekeningen heeft deze voormalige minister nog openstaan? Waarom uit hij zich herhaaldelijk negatief over D66 en partijleider Sigrid Kaag?

Zoals in zijn Telegraaf-column ‘Veruit de grootste bedreiging voor vrijheid van denken en vrijheid van meningsuiting is D66‘ van 19 januari 2023 (achter betaalmuur). Plasterk suggereert dat D66 een grotere bedreiging voor de democratie is dan FvD.

Van Plasterk is bekend dat hij als minister publiciteitsgeil was. Nu zoekt hij in rechtse kringen publiciteit. Verslaafd aan aandacht, terwijl zijn politieke carrière is geëindigd. Hij wil spreken als pundit die nog steeds serieus wordt genomen en relevant is voor het politieke debat. Mijn reactie bij bovenstaand artikel van DDS:

Plasterk slaat de plank mis als hij D66 wil verbinden met linkse politiek. Want D66 is geen linkse partij. Zoals Plasterk zelf evenmin nog een links denkend ex-politicus is. 

Op Plasterks argumenten valt wat af te dingen. Een democratie die zich weerbaar opstelt moet uit zelfbehoud partijen die de democratie praktisch omver willen werpen kunnen verbieden. Men kan niet van een democratie vragen dat die zelfmoord pleegt door geen actie te ondernemen tegen partijen die de democratie willen begraven. 

Vraag is of TK-kamerleden van FvD Pepijn van Houwelingen en Gideon van Meijeren een gedachtenspel spelen en alleen uit zijn op publicitaire aandacht of werkelijk als doel het einde van de democratie hebben. Als ze op hun grensoverschrijdend gedrag, zoals het bedreigen van mede-kamerleden, aangesproken worden verdedigen ze zich vaak door ironie of de afzwakking van hun gedrag. 

Het debat over de weerbaarheid van de democratie moet in een open samenleving gevoerd kunnen worden. Partijen moeten verboden kunnen worden als ondubbelzinnig aangetoond kan worden dat ze bewust de democratie ten grave willen dragen. Maar dat verbod moet door de hogere rechtscolleges uitgevaardigd worden en niet door concurrerende politieke partijen die bij zo’n verbod eigenbelang kunnen hebben. 

Dat is geen makkelijk debat omdat kamerleden van politieke partijen zowel de taak hebben om de regering te controleren als niet buiten de regels van de rechtsstaat mogen treden. Van Houwelingen en Van Meijeren zoeken bewust de grens op en schieten er af en toe overheen. Maar wat zegt dat en roept welke tegenreactie op? 

Het gedrag van deze FvD’ers kan provocerend worden genoemd. Hoe serieus kunnen we deze kamerleden nemen die niet echt uitkomen voor hun mening en deel uitmaken van een partij waarvan de partijleider zegt dat hij het zelf ook niet meer weet? 

Wanneer is het middel om partijen te verbieden erger dan de kwaal? Dat weten we niet. Maar in een weerbare democratie die niet naïef of te betuttelend wil zijn moet dat debat gevoerd kunnen worden. Het is daarom goed dat dit onderwerp bespreekbaar wordt gemaakt. Meer dan dat is het niet. 

Plasterk blaast het op en blaast er zichzelf mee op.

Verzoek om getuigenverklaringen aan de 6 Januari Commissie geeft aan dat Merrick Garland serieus werk maakt van het aanklagen van de opstandelingen

Voormalig aanklager in het US Attorney Office in Washington DC Glenn Kirschner heeft in zijn carrière veel zogenaamde RICO-zaken behandeld. Ofwel, zaken die met de georganiseerde misdaad, zoals de maffia te maken hebben.

In linkse media is het ongeduld groot met de trage aanpak van de opstand van 6 januari 2021 en het publiekelijk doorprikken van the Big Lie over zijn nederlaag in de presidentsverkiezingen van 2020 van voormalig president Trump door het ministerie van Justitie (DoJ). Minister Merrick Garland wordt verweten te voorzichtig te handelen. Des te meer omdat door Republikeinen de Amerikaanse Republiek dagelijks verder wordt ondermijnd en de democratie op het spel staat en actief optreden urgent is.

Kirschner heeft in zijn commentaren steeds opgeroepen tot begrip voor de trage gang van zaken bij het DoJ, omdat volgens hem justitiële molens nu eenmaal traag malen. Maar wel werkzaam zijn om de democratie te beschermen. Die degelijkheid spoort slecht met de nieuwscyclus van hijgerige media die andere normen hebben over bewijsvoering dan de journalistiek die lichtvoetiger handelt.

Ook dan was het mogelijk geweest als het DoJ de vervolging van de ‘hogere’ opstandelingen in de doofpot had gestopt. Dat misverstand is nu uit de weg geruimd. Het DoJ handelt en richt zich op de vervolging van Trump en zijn medewerkers die hem hielpen om de verkiezingsuitslag van 2020 nietig te verklaren. Alles wijst op een conspiracy met Trump als aanstichter. Ofwel, een samenzwering die vergelijkbaar is met een criminele organisatie. Juist, RICO en maffia die het DoJ met de geëigende middelen en expertise aanpakt.

Met dit commentaar geeft Kirschner uitleg over de stand van zaken en haalt hij zijn gelijk met een indirecte verwijzing naar zijn vermaning van het afgelopen jaar om geduld te betrachten. Het eind van zijn commentaar wijkt daar van af doordat hij als onvermijdelijk veronderstelt dat het DoJ ook tot vervolging overgaat. Hoe waarschijnlijk dat ook is, het bevat ook een sprank speculatie.

De actualiteit die Kirschner bespreekt is dat de zogenaamde 6 Januari Commissie van het Huis (Select Committee to Investigate the January 6th Attack on the United States Capitol) onder leiding van de Democratische voorzitter Bennie Thomson en de Republikeinse vice-voorzitter Liz Cheney door het DoJ is gevraagd om de getuigenverklaringen die het heeft opgetekend aan laatstgenoemde te overhandigen. Thomson aarzelt voor de vorm, maar zal dit verzoek naar verwachting inwilligen.

Kirschner legt uit waarom het praktisch handig uitpakt en tot betere resultaten heeft geleid dat de 6 januari Commissie eerst vóór het DoJ heeft gehandeld. Hoewel hij toegeeft dat het wel lang heeft geduurd, nu al 16 maanden, terwijl opstandelingen als Trump die de Amerikaanse democratie opzij wilden schuiven en dagelijks ondermijnen nog steeds vrij rondlopen.

Kirschner haspelt wat met data als hij zegt dat de publieke hoorzittingen van de 6 Januari Commissie op 6 juni 2022 beginnen. Dat moet 9 juni zijn. Van die hoorzittingen die op televisie worden uitgezonden wordt veel verwacht. Hoewel het af te wachten valt hoeveel Republikeinen in hun mentale loopgraven ook zorgvuldig onderbouwd bewijs willen accepteren dat zegt dat Trump en zijn medewerkers de Amerikaanse Republiek omver wilden werpen. Naar verwachtingen zullen deze publieke hoorzittingen een mediaspektakel worden. Independents en gematigde Republikeinen zullen zich wellicht laten overtuigen door het bewijs over de opstand van Trump en zijn sycofanten.

Wie weet, is het DoJ daarna niet alleen juridisch, maar ook publicitair en sociaal gedwongen om Trump en zijn medewerkers aan te klagen en voor het gerecht te brengen. Mogelijk ander voordeel dat het DoJ het stokje overneemt van de 6 Januari Commissie is dat eerstgenoemde een langere adem heeft. De Commissie houdt mogelijk in januari 2023 op te bestaan als de Republikeinen in het Huis de macht overnemen, maar Merrick Garland en de top van het DoJ blijven tot januari 2025 in functie. Ze kunnen voorlopig doorgaan met de vervolging van de opstandelingen die op 6 januari 2021 en in de maanden daarvoor en daarna de Amerikaanse democratie omver wilden werpen.

Keniase politicus Bahati verliest steun van zijn partij vanwege afspraken tussen coalitiegenoten Kenyatta en Odinga

Er zitten vele aspecten aan deze video van een persconferentie die gisteren 25 april 2022 in de Keniase hoofdstad Nairobi werd gehouden.

Hoofdpersoon is de populaire Keniase gospelzanger Bahati van wie steevast wordt gezegd dat hij ooit seculier was: ‘Gospel turned secular artist‘. Deze Kelvin Kioto die ook wel ‘Mtoto wa Diana‘ wordt genoemd vanwege een hitsong van hem en zijn vrouw Diana heeft politieke ambities. Hij barstte tijdens de persconferentie in huilen uit. Daar werd hij op sociale media belachelijk om gemaakt.

Bahati wil namens de Jubilee Party een gooi doen naar een parlementszetel in Mathare, een sloppenwijk in Nairobi. Hij had de nominatie van deze partij op zak, maar die werd ingetrokken. Het zittende parlementslid Anthony Oluoch van de ODM heeft in het coalitiespel de voorkeur.

Jubilee en ODM maken op hun beurt allebei deel uit van de Azimio La Umoja-One Kenya coalitie. Bahati zegt dat hij solidair is aan de Jubilee Party en zijn poging om de zetel van Mathari te veroveren niet wil opgeven.

Deze afspraak vooraf tussen partijen wordt ‘zoning’ genoemd. Daar voelt Bahari zich door tekort gedaan. Hij beroept zich op het opkomen voor de jeugd: “I know there is zoning and Mathare has been zoned as an ODM area but for this one time give the people of Mathare to choose the leader they have always wanted.” Zo werkt de democratie in Kenia.

Op de achtergrond speelt de strijd of afspraak tussen twee politieke leiders van Kenia. Ook nog eens vertegenwoordigers van twee politieke dynastieën die Kenia al decennialang beheersen.

Er is de ambitieuze oud-premier Raila Odinga die als vanouds de ODM leidt en al vier keer tevergeefs een gooi naar het presidentschap heeft gedaan en eind vorig jaar aankondigde het in 2022 voor een vijfde keer te proberen. De andere leider is de nu zittende president Uhuru Kenyatta die de Jubilee Party heeft gesmeed en na twee termijnen niet meer kan worden herkozen.

Met hem zou Odinga het vorig jaar op een verrassend akkoordje hebben gegooid. In een Poetin-Medvedev akkoord zou Kenyatta kunnen terugkeren als premier en zo zijn macht bestendigen. Die ‘handshare’ beschadigt volgens critici Odinga’s politieke profiel als democratisch politicus.

In dat coalitiegeweld tussen ODM en Jubilee, tussen Odinga en Kenyatta lijkt Bahati de huilende derde. Ook als hij volhoudt en de meeste stemmen in Mathare wint is het zeer de vraag of zich dat vertaalt in een officiële uitslag die hem als winnaar aanwijst. Zo werkt de democratie in Kenia.

In Nederland wint laffe journalistiek het van weerbare journalistiek

Thierry Baudet (FvD) en Geert Wilders (PVV) tijdens het wekelijkse vragenuur in de Tweede Kamer. Foto Bart Maat / ANP. 2021.

Het is niks nieuws om het te zeggen en ik heb het de afgelopen jaren in blogposten, al voor de opkomst van Donald Trump, herhaaldelijk gezegd, de media zijn niet links, maar rechts. Toen moest het ergste nog komen. De media hebben in de VS de opkomst van Donald Trump mogelijk gemaakt. Zie mijn commentaar uit 2015.

De redenen daarvoor waren divers: gebrek aan historisch besef en intellectuele denkkracht bij journalisten, gemakzucht en lui denken van journalisten, en opportunisme en eenzijdige prioriteit voor het eigen economische belang bij de gevestigde (‘establishment’) media. Het excuus daarvoor is dat ze vechten om te overleven en daarom geen keuze hebben. Maar de vraag is wat dat soort media nog waard is en maatschappelijk toevoegt.

Journalisten en media hebben gefaald. Ze hebben de ultrarechtse politici in de VS en in Europa niet even kritisch benaderd als ze dat deden bij politici van centrumpartijen of de gematigd linkse politiek.

Het meest opvallende is dat de journalistiek nog steeds niet tot het inzicht is gekomen dat het niet alleen terughoudend en slordig heeft gehandeld, maar een noodzakelijke rol heeft gespeeld in de normalisering van ultrarechts. Van Trump, van Wilders, van Baudet.

De fout die journalisten van De Volkskrant, NRC en Trouw blijven maken ontspruit vanuit het verkeerde idee dat bij elke hoor wederhoor past. Als dat gaat om mening A tegenover mening B, dan klopt dat. Maar niet als het gaat om een democratische overtuiging tegenover een anti-democratische overtuiging. Journalisten verschuilen zich achter hun beroepscode en menen vanuit eigen perspectief op veilig te spelen, maar bereiken voor het geheel het omgekeerde: onveiligheid voor de democratie.

Het feilen van de gevestigde media is dat ze dit onderscheid niet willen of kunnen maken. Ook dat ze achteraf hun gemaakte fout niet willen toegeven en van die fout weinig hebben geleerd toont niet de sterkte, maar de essentiële zwakte van de journalistiek. De ethiek en het democratisch besef zijn ondergeschikt aan persoonlijke en economische overwegingen.

Als er een verantwoordelijke, volwassen journalistiek zou bestaan, dan zouden media en journalisten dagelijks het ultrarechtse gedachtengoed van een partij als FVD signaleren. Maar dat laten ze na, hoewel ze wel een kritische houding zijn gaan aannemen. Dat is echter niet structureel, maar incidenteel.

Tot op de dag van vandaag normaliseren Nederlandse media het ultrarechtse gedachtengoed. Tot mijn verbijstering gaf in december 2021 omroep 1Twente Enschede het ultrarechtse Fvd-Kamerlid Pepijn van Houwelingen die de democratie en de rechtsstaat wil ontmantelen volop publiciteit. Deze omroep is ziende blind en het zou nog tot daar aan toe zijn als dit de uitzondering was. Maar dat is niet zo.

In een commentaar omschreef ik dat als volgt: ‘Het is de hoogste tijd dat de democratie zich weerbaar opstelt en zich ten volle bewust wordt van de intenties van types als Pepijn van Houwelingen, Thierry Baudet of Geert Wilders. Onder het verhullen van hun ware intenties duiken ze weg, suggereren speelsheid, onschuldigheid en belangeloosheid en menen in een vacuüm te kunnen opereren waarin ze onaantastbaar zijn en alles kunnen beweren zonder persoonlijk verantwoordelijk te worden gesteld voor hun opereren. De strijd om het hart van de Nederlandse democratie is wellicht ontbrand, maar niet bij 1Twente Enschede.’

Pas nadat de ultrarechtse politici door de journalistiek en de gevestigde media op het schild werden gehesen zonder dat aan hen een strobreed in de weg werd gelegd is in de journalistiek een aarzelend besef ontstaan dat het daar mede voor verantwoordelijk is. Maar zelfs dat heeft nauwelijks geleid tot zelfreflectie, laat staan zelfinzicht van individuele journalisten en directeuren van media-organisaties. De durf, mentaliteit en grootmoedigheid om dat publiekelijk toe te geven ontbreekt. Zo ziet weerbare en verantwoordelijke journalistiek er niet uit, maar laffe journalistiek wel.

De journalistiek wil zich niet de maat laten nemen en kruipt steeds weer weg voor het nemen van verantwoordelijkheid. Zo is het niet in staat om een nieuwe start te maken door te werken aan het herstellen van de eigen geloofwaardigheid en het weggezakte publieke vertrouwen. Er is geen weerwoord voor het verwijt dat de journalistiek verantwoordelijk is voor het eigen falen. Daarom zwijgt het achteraf. Een mea culpa is de vloek in de redactieruimte. De meerderheid van het publiek ziet met lede ogen de kortzichtigheid van de journalistiek aan.

Pleidooi om de Amerikaanse democratie op een hoger peil te brengen door Westerse democratieën te betrekken bij een opinietribunaal

Mijn reactie bij het artikel ‘Is there ‘surprising good news for Democrats’ in redistricting? Not so fast‘ van Jason Sattler op het progressieve RawStory. Ik pleit voor een structurele aanpak om de Amerikaanse democratie bij de tijd te brengen.

Dat achterstallig onderhoud had al lang geleden moeten gebeuren en is ook in het belang van Nederland dat voor zijn verdediging en economie afhankelijk is van de VS.

Omdat de Amerikaanse politiek onderling sterk verdeeld is, met zichzelf in de knoop zit en de belangen die het zo willen houden sterk zijn, pleit ik ervoor om andere Westerse democratieën bij deze reparatie te betrekken en de Amerikaanse politiek en samenleving een spiegel voor te houden over hun democratisch tekort in de hoop dat de bewustwording wordt vergroot om te handelen en het inzicht doorbreekt dat het politieke bestel hervormd dient te worden. Om hetzelfde te blijven moet het politieke bestel van de VS veranderen. Anders verdwijnt het.

Een eerste stap om de bewustwording te vergroten is het houden van een publieks- of opinietribunaal als burgerinitiatief vergelijkbaar met de Russell-tribunalen over Vietnam, ontwapening en de Amerikaanse buitenlandse politiek in de jaren 1960. De opzet moet niet veroordeling van de VS zijn, maar voorstellen om het politieke bestel van dat land fundamenteel te hervormen en op het niveau te brengen van andere Westerse democratieën. Soms kan een blik in de spiegel over de eigen tekortkomingen tot inzicht en actie leiden:

The so-called largest democracy in the world is not a democracy. Everyone recognizes that except the residents of the USA who suffer from myopia.

The old-fashioned Electoral College designed for days gone by, the grotesque over-representation of rural areas that results in California’s equating with Wyoming, the blocking of the installation of senators from Puerto Rico and DC, the influence of Big Money allowing the wealthy and corporations with money to buy politicians and these politicians have to spend a large part of their time on lobbying and fundraising, the gerrymandering of districts, the methods of voter suppression and the Stalinist movement in the GOP that winners are decided independently of the results indicate a structural deficit of the American democracy.

The sad thing is that the American republic cannot fix itself. External forces are needed to bring American democracy to the level of Canada, New Zealand, Australia and the Western and Northern European countries.

Desirable would be an external committee with foreign and domestic experts who plan for the democratization of the American Republic. If only to raise Americans’ awareness in a public tribunal about the structural deficit of their democracy. This may lead to a bottom-up movement that sets politics in motion.

Politically, that is currently unfeasible because the GOP will block this and the Democratic party is not taking any initiatives in this area. The political debate lingers on whether to introduce voting rights and to roll back the Republican state-level laws that curb voting rights.

However, even that initiative to change the filibuster because there are no 60 votes in the Senate and over which the Democratic party is divided is still not ultimately a repair of American democracy. This requires a structural and integrated approach that removes the late 18th century anomalies and the irregularities added since 1980. Until that happens, it will continue to muddle and the development of American politics and society will stagnate.

Adversaries like the Russian Federation and China are laughing at the American standstill. European democracies are baffled by the authoritarian direction the US threatens to take. With an increasingly authoritarian GOP integrating more and more fascist elements and a Democratic party that misunderstands the urgency to structurally repair American democracy to preserve it for the future.

Gepensioneerde generaals waarschuwen voor rechts-extremisten in krijgsmacht en hun rol in een opstand in 2024

Hoe het komt is voer voor psychologen, maar veel militairen, politieagenten en mensen werkzaam in de veiligheidsindustrie voelen zich aangetrokken tot extreem-rechts gedachtengoed. Of dat heeft te maken met een zelfbeeld van mannelijkheid, fascinatie voor wapens en uniformen en een compensatie voor een gevoeld gemis is de vraag.

De gepensioneerde Amerikaanse brigade-generaal Steven Anderson, die zegt een conservatieve Republikein te zijn, heeft zich met twee ex-collega’s in een opinie-artikel in The Washington Post uitgesproken over het gevaar van de rechts-extremistische ondermijning van de democratie via de krijgsmacht. Hij meent dat de krijgsmacht zich nu moet voorbereiden op een opstand in 2024 voor het geval oud-president Trump via een opstand een greep naar de macht doet.

Schermafbeelding van deel opinie-artikel3 retired generals: The military must prepare now for a 2024 insurrection‘ in The Washington Post, 17 December 2021.

Militairen leggen een eed af om de Amerikaanse grondwet te beschermen, maar daar kunnen ze van af gaan wijken als ze in een politiek verwarde situatie opstandelingen volgen. Dan dreigt de krijgsmacht te splijten tussen een deel dat de grondwet volgt en een ander deel dat er tegenin gaat. Een burgeroorlog ligt dan op de loer. Het is een droomscenario voor tegenstanders van de VS, zoals China en de Russische Federatie die er alle baat bij hebben om de verdeeldheid en splijting aan te wakkeren. Daarom wordt dit gezien als een onderwerp van nationale veiligheid.

In Duitsland onderzocht in 2020 de militaire inlichtingendienst MAD meer dan 700 verdenkingen van rechts-extremisme in een elite-eenheid van de Bundeswehr, aldus een bericht van het Duitsland Instituut. In alle landen screenen de inlichtingendiensten de krijgsmacht op extremisten of rechts-extremistische cellen.

Hoe het komt dat er veel extreem-rechtse militairen zijn is een vraag over de kip en het ei. De MIVD zei in haar jaarverslag 2020 (p. 13): ‘De MIVD heeft geconstateerd dat rechts-extremistische jongeren werken voor de krijgsmacht aantrekkelijk vinden. Deze ontwikkelingen zijn voor de MIVD redenen geweest om in 2020 het onderzoek naar rechts-extremisme te intensiveren.

Omdat militairen makkelijk toegang hebben tot wapens, doelmatig en georganiseerd in groepen kunnen opereren en hun commandanten korte lijnen hebben met politieke machtscentra vormen ze een reeële dreiging voor de democratie.

Het idee was altijd dat militairen ondergeschikt zijn aan de politiek en de krijgsmacht a-politiek is. Maar dat idee wordt door de rechts-extremisten niet gevolgd. Aan de opstand van 6 januari 2021 die uitmondde in de bestorming van het Capitool namen relatief veel rechts-extremisten uit de krijgsmacht, de politie en andere veiligheidsdiensten deel, aldus een bericht van PBS.

In de aanloop van de presidentsverkiezingen in november 2016 sprak een andere conservatieve Republikeinse generaal Michael Hayden zich uit tegen het presidentschap van Donald Trump. Dit fragment van februari 2016 uit de show van Bill Maher is nog steeds actueel door uitspraken van toenmalig president Trump in juni 2020 om federale militairen in te zetten bij het neerslaan van de demonstraties die ontstonden in reactie op de moord van George Floyd. De militaire en politieke top van het ministerie van Defensie nam toen collectief afstand van Trumps voornemen. De krijgsmacht toonde hiermee meer stabiliteit en rechtsstatelijkheid dan de politie.

Ook een reeks oud-militairen nam in harde bewoordingen afstand van Trump. Ze hadden hun reactie met elkaar afgestemd. Salon zette ze in een artikel van 6 juni 2020 op een rij. Generaal Hayden heeft het in dit fragment specifiek over de bestrijding van het terrorisme door Trump die de rechtsstaat te buiten gaat en daarom onaanvaardbaar is. Maar er klinkt meer in door: een onafhankelijke opstelling van de krijgsmacht die zich niet laat sturen door Trump als hij in hun ogen de nationale veiligheid in gevaar brengt.

Bill Maher heeft het over een militaire coup, maar het tegendeel lijkt waar: de steun van in elk geval de top van de krijgsmacht voor het volk om de diefstal van de democratie door Trump en zijn medestanders te voorkomen. Militairen zweren trouw aan de grondwet, niet aan de president. Probleem is alleen dat rechts-extremistische militairen dat standpunt verlaten hebben. Ze moeten uit de krijgsmacht verwijderd worden omdat ze een gevaar voor de democratie zijn en geen staat in de staat moeten kunnen vormen.

De screening van radicale elementen gebeurt in alle landen. Maar het is een complex proces waarin tot nu toe alleen de meest uitgesproken extremisten in beeld komen. De slapende extremisten die in het geheim een opstand tegen de democratie voorbereiden en zich daarom betrekkelijk stil houden komen nauwelijks in beeld van de interne diensten die hier onderzoek naar doen. Het is de taak voor de politieke en militaire leiding van de ministeries van Defensie om de dreiging van de rechts-extremisten in de krijgsmacht, politie en veiligheidsdiensten uiterst serieus te nemen en er hard actie op te laten volgen. De democratie staat op het spel.

Jake Tapper geeft voorbeeld hoe journalistiek moet antwoorden op de anti-democratische beweging

Vorige week plaatste ik een commentaar over de journalistiek die geen antwoord heeft op allerlei anti-democratische bewegingen en zich tot medeplichtige maakt aan de moord op de democratie. Ik verwees instemmend naar de Amerikaanse journalist Dana Milbank die in een column in The Washington Post concludeerde: ‘Te veel journalisten zitten gevangen in een hersenloze neutraliteit tussen democratie en haar saboteurs, tussen feit en fictie. Het is tijd om een standpunt in te nemen.’

Ook in Nederland stellen te veel journalisten zich hersenloos neutraal op en laten zich gijzelen door hun achterhaalde ethiek van een meer dan 60 jaar oude beroepscode die niet meer werkt in een tijdperk van misleiding door ultrarechtse populisten. Ze missen moed en strijdlust en het besef van urgentie om weerbaar te zijn en zich sterk te maken voor de democratie en de rechtsstaat.

Het is niet dat journalisten de democratie niet willen steunen, maar ze weten niet hoe dat te doen. Hooghartig pretenderen ze uit een defensieve reflex, maar ook door gebrek aan steekhoudende argumenten, in een mentale ruimte te leven die een rechtstreekse voortzetting van de jaren 1950 is. Een ruimte die niet meer bestaat.

Het betoog van CNN”s Jake Tapper is belangrijk omdat hij die moed, strijdlust en politiek besef wel toont. Hij laat zien aan Nederlandse journalisten hoe ze op een evenwichtige manier op kunnen komen voor de democratie. Zonder zich te verschuilen achter hun code waarvan ze weten dat die geen antwoord geeft op volksmenners als Baudet en Wilders door wie ze zich feitelijk laten gijzelen.

Uitleggen, benoemen, analyseren én beoordelen is het antwoord. Hopelijk worden Nederlandse journalisten door dit soort betogen van Tapper eindelijk wakker geschud. Kunnen ze zich wat moed inpraten om stelling te nemen voor de democratie. Laten we het hopen. Want er staat te veel op het spel. Ook in Nederland.

Chinese propaganda probeert Bidens ‘Summit for Democracy’ onderuit te halen

Mijn hier in het Nederlands vertaalde reactie bij bovenstaande video van New China TV. Dat is een propagandazender van de Communistische Partij China. Het is een internationaal communicatieplatform in staatseigendom dat is aangesloten bij het Xinhua News Agency.

De virtuele Top van Democratieën (Summit for Democracy) is een initiatief van president Joe Biden en vindt plaats op 9 en 10 december 2021. Nederland is ook deelnemer. Er zijn drie doelstellingen geformuleerd: Verdedigen tegen autoritarisme; Corruptie aanpakken en bestrijden; Respect voor mensenrechten bevorderen’. Komende dagen zal volgens CNN de regering Biden een politieke boycot van de Olympische Winterspelen in Peking aankondigen. De animositeit tussen beide landen neemt toe:

Gezien de vele items die New China TV aan dit onderwerp besteedt blijkt het om een open Chinese zenuw te gaan. Door er uitgebreid aandacht aan te besteden blijkt hoeveel zorgen China zich maakt over de Democratische top. De paradox is dat de kritiek de top helpt groter te maken. Dit item bereikt het omgekeerde van wat het beoogt.

Tot nu toe werd de Chinese Volksrepubliek niets verhinderd in haar verhouding met zwakke landen in Zuid-Europa, Azie en Afrika die neerkwam op machtsuitoefening van sterkte tegenover een zwakke partner. Mensenrechten tellen niet voor China en aan arme landen worden dure infrastructurele projecten verkocht (autowegen, spoorwegen, havens) die vooral de ecconomische en politieke belangen van de Volksrepublike China dienen. Niet die van de landen in kwestie die fragiele democrateen zijn die door deze projecten verzwakt worden. Ook door de Chinese export van corruptie.

Onder initiatief van de laatste twee presidenten van de VS en met steun van de EU is dit langzaam veranderd. Deze landen en hun bevolkingen zijn tot het inzicht gekomen dat China meer goed dan kwaad doet en gestopt moet worden met haar ondermijning van genoemde fragiele democratieën. De Top voor Democratie is daar een antwoord op en een teken van die zorgen.

Uiteraard heeft globale politiek die gericht is op de publiciteit en verder gaat dan de diplomatie achter de schermen vaak een hoog gehalte aan ‘performance’. Dat geldt voor alle landen en alle eeuwen. Er moet een verhaal verteld worden om de deelnemers te motiveren en een sterk front te vormen. Zo’n verhaal is altijd een versimpeling van de realiteit. In het tijdperk van (sociale) media is dat een voorwaarde voor het bedrijven van politiek geworden.

Dat is op een congres van de Communistische Partij China niet anders dan op een Top voor Democratie.

We herinneren ons nu nog de toespraken van de Amerikaanse presidenten Kennedy (1963) en Reagan (1987) in toenmalig West-Berlijn die indruk maakten omdat ze ‘performance art’ combineerden met het innemen van een stevig politiek standpunt. Het is de uitdaging voor president Biden en zijn staf om deze combinatie van ‘performance’ en inhoud te herhalen om de expansie van de Volksrepubliek China ten koste van zwakke democratieën af te remmen en de onderlinge band tussen de democratieën te versterken.

Ook Nederlandse journalisten zijn medeplichtig aan de moord op de democratie

Schermafbeelding van deel columnThe media treats Biden as badly as — or worse than — Trump. Here’s proof‘ van Dana Milbank in The Washington Post, 4 december 2021.

Het is een oud, welbekend probleem. Journalisten zijn de doodgravers van de democratie, maar door een gebrek aan zelfkennis ontkennen ze dat. Ze zouden ‘objectief’ verslag doen. Als ze trouwens al door anderen ter verantwoording worden geroepen. Journalisten zouden boven kritiek staan. Objectieve analyse ontbreekt of komt niet buiten het wetenschappelijke domein.

In Nederland hebben de media Geert Wilders en Thierry Baudet groot helpen maken. Pas toen deze ultra-rechtse politici eenmaal groot waren gingen sommige journalisten zich achter de oren krabben over wat ze hadden helpen aanrichten. Hadden ze de middenweg gemist tussen het cordon sanitaire en de rode loper? Maar zelfs nu krijgen deze ultra-rechtse politici en hun partijgenoten als Pepijn van Houwelingen, Freek Jansen of Gideon van Meijeren die de meest extreme uitingen doen die tegen de rechtsstaat en de democratie ingaan volop media-aandacht.

Media zoals De Correspondent of De Groene Amsterdammer hebben wel de journalistieke ambitie om door onderzoek achter de schone schijn van ultra-rechts te kijken, maar voor de publieke opinie zijn ze marginaal en weinig invloedrijk. Af en toe komen de gevestigde media met onderzoeksartikelen of scherpe analyses die dat ook beogen, maar dat blijven incidenten met weinig blijvende waarde.

Andere journalisten hadden zelfs dit zelfbesef achteraf niet. Als types als Jort Kelder of Wierd Duk die de rode lopen uitrollen voor ultra-rechts al journalist kunnen worden genoemd en niet politieke activisten die zich de uiterlijkheden van de journalist aanmeten. Ze worden aanvaard binnen hun beroepsgroep en het publiek ziet hen als journalist.

Schermafbeelding van een diagram over het vertrouwen in journalisten dat in Nederland met 30% betrekkelijk hoog is. In: GLOBAL TRUSTWORTHINESS INDEX 2021 van Ipsos, oktober 2021.

Wie op dit moment de Nederlandse kranten leest of naar nieuwsrubrieken als Op1 of Nieuwsuur kijkt kan niet anders dan concluderen dat premier Rutte en minister De Jonge, de partijleiders Kaag, Hoekstra en Segers door de media tot schietschijf zijn gemaakt. Ze krijgen dagelijks van alle kanten volop kritiek. Het lijkt onderhand op een kruistocht tegen de middenpartijen. Wat willen de journalisten aantonen die daar aan meewerken en beseffen ze wel waar ze mee bezig zijn?

Het is niet dat deze politici door respectievelijk een ondoelmatige en chaotische aanpak van de COVID-19 pandemie en de verprutste en onprofessionele werkwijze in de formatie geen kritiek verdienen. Dat verdienen ze ten volle. De generatie politici die nu aan de bal is blinkt niet uit in kwaliteit. Het punt is dat de media geen objectief, omvattend beeld geven van de omgeving waarin deze politici opereren.

Journalisten zeggen zich neutraal op te stellen door de standpunten van alle kanten aan bod te laten komen. Dat is een valkuil waar ze intuimelen en ze zich weliswaar onwillekeurig van bewust zijn, maar toch geen passend antwoord op weten. Nog steeds niet na vijf jaar desinformatie door populistische politici. In het tijdperk waarin ultra-rechtse politici desinformatie en leugens hanteren als politiek middel om hun opponenten en de waarheid te ondermijnen, zichzelf electoraal te positioneren en politiek als middel zien om geld uit te halen (Trump, Baudet), werkt die benadering van vermeende onzijdigheid niet meer.

Politieke journalisten staan liever routinematig met verkeerde, dan hulpeloos met lege handen.

In een column voor de Washington Post gaat Dana Milbank in op de houding van de media tegenover de politiek. Hij onderbouwt de stelling dat de media president Biden slechter behandelen dan ze voormalig president Trump behandelden. Hij concludeert aan de hand van een analyse van meer dan 200.000 artikelen dat waarmee ik begon: ‘Mijn collega’s in de media zijn medeplichtig aan de moord op de democratie‘.

Het beleid rechtvaardigt dat niet. De aanpak van voormalig president Trump van de pandemie was rampzalig en kostte velen onnodig het leven. President Biden heeft op de puinhopen van Trumps aanpak het probleem van de besmettingen doelmatig aangepakt. Maar nog meer dan in Nederland zetten om politieke redenen anti-vaxxers hun lichaam in om het vaccinatiebeleid van de zittende regering te ondermijnen. Daar doen in beide landen journalisten niet goed verslag van. Of ze durven niet of ze willen niet of wat erger is, ze zien het niet.

Er is meer in Trumps beleid dat de toets der kritiek niet kon doorstaan en Biden beter doet. Zoals belangrijke wetgeving die Biden succesvol door het congres loodst. In de media is dat niet terug te vinden in de verslaggeving. Zo krijgt de deconstructivist Trump een positievere pers dan Biden die zich constructief opstelt. Journalistiek is de omkering van waarden geworden.

Hoe dat komt verklaart Milbank zo: ‘Ik vermoed dat mijn collega’s in de media het slachtoffer zijn geworden van onze asymmetrische politiek. Biden regeert volgens traditionele normen, terwijl de Republikeinen een schokkende campagne voeren om hem te delegitimeren met de ene verzonnen aanklacht na de andere. Deze week dreigden de Republikeinen met een sluiting van de regering om de vaccinmandaten van Biden te blokkeren, na een jaar van inspanningen om vaccinatie te ontmoedigen. Maar, ongelooflijk, ze geven Biden tegelijkertijd de schuld van sterfgevallen door coronavirus – sterfgevallen die bijna volledig voorkomen onder niet-gevaccineerden,’

Milbanks concludeert over de Amerikaanse media wat in mindere mate ook geldt voor de Nederlandse media. In Nederland staat nog niet het voortbestaan van de democratie op het spel zoals in de VS, maar wel de sociale cohesie en de geloofwaardigheid van de politiek: ‘Te veel journalisten zitten gevangen in een hersenloze neutraliteit tussen democratie en haar saboteurs, tussen feit en fictie. Het is tijd om een standpunt in te nemen.’

Progressieve en conservatieve tegenstanders van Trump bundelen krachten en gaan strijd aan tegen kiezersonderdrukking. Maar is er niet meer nodig, zoals een gecoördineerd programma van ‘Smart Voting’?

Schermafbeelding van deel open briefAn Open Letter in Defense of Democracy;
The future of democracy in the United States is in danger
‘ die verschijnt in The Bulwark en The New Republic, 27 oktober 2021.

Een artikel in Raw Story meldt dat progressieven en conservatieven zich in een open brief verenigen om de kiezersonderdrukking en het terzijde schuiven van de democratie waarbij Republikeinse gedelegeerden los van de uitslag het resultaat bepalen te bestrijden. Dat is het eind aan de Amerikaanse democratie. De linkse Noam Chomsky en de rechtse Bill Kristol hebben hun naam onder de brief gezet.

De brief die klinkt als een alarm verschijnt in het linkse The New Republic en het rechtse The Bulwark en maakt duidelijk dat krachten zich moeten verenigen om de liberale democratie te redden.

De intentie om de democratie te redden is uiteraard goed. Het gevaar van Trump en zijn Republikeinen is levensgroot. Ze bedreigen de democratie niet, maar zijn die nu al actief aan het ontmantelen zodat ze in 2022 en in 2024 in het frame kunnen stappen dat ze nu creëeren en eruit bestaat dat ze niet kunnen verliezen en de Democraten niet kunnen winnen.

Maar het middel van een open brief kan niet opgevat als meer dan een schot voor de boeg. Het is een wekroep om wakker te worden, maar nog geen doelmatig middel om de uitverkoop van de democratie door Trump en zijn kornuiten te voorkomen. Daar is meer voor nodig. Veel meer.

De verwijzing naar Alexei Navalny’s idee van ‘Smart Voting’ is minder vergezocht dan het lijkt. Dat vond plaats in de autoritaire omgeving van de Russische Federatie die zich met snelle schreden richting dictatuur spoedt. In de VS gebeurt op dit moment in een parallelle politiek-bestuurlijke omgeving hetzelfde.

Het misverstand is de beeldvorming die Trump dekking geeft. De vrije pers, de Democratische partij en rechters die zich niet laten intimideren doen vermoeden dat er genoeg veerkracht is om terug te slaan tegen een autoritair bewind van Trump, maar dat is allemaal waardeloos als de Republikeinen in 2022 het Huis winnen en in 2024 het Witte Huis. Mijn reactie bij het artikel in Raw Story:

This is an open letter that is much needed because democracy is in danger at the hands of Trump and his hijacked Republican party. But it’s a start. Not more than that.

There must be a sequel. The blueprint for this gives the idea of ​​’Smart Voting’ of the Russian opposition politician Alexei Navalny.

That consisted of, because the Kremlin has now eliminated all counter voices, that the most promising candidate against a candidate from Putin’s party received the support of the entire opposition.

For the US situation, that could mean that progressive candidates support a moderate Never Trump Republican who presents himself as an Independent, or vice versa. Many cross connections are possible. Also think of candidates like Senator Murkowski and Romney who oppose Trump from within.

The aim is that as few pro-Trump Republicans as possible who want to push democracy aside or that silently approve are elected in Congress and lower forums.

The open letter can therefore only be seen as a start. Civil society must act itself and not put all its faith in the Democratic party. Although the latter currently forms the only backbone of democracy, it is too little to save democracy.

Civil society organizations, media and opinion leaders must unite and report it to the American public on a day-to-day basis. Relying on politics alone is too risky.

The organizers behind the open letter should therefore go further than they are doing now. Nice words and good intentions are not enough.

Using Navalny’s ‘Smart Voting’ concept, they must set up an operating company to maximize their chances of defeating pro-Trump Republican candidates in the November 2022 midterm elections. Navalny’s chief of staff Leonid Volkov can be hired as an advisor for the American version of ‘Smart Voting’.