Brigitte Antolini hekelt Margi Geerlinks. FVD keert zich tegen hedendaagse kunst én pedofilie

Retweet door Brigitte Antolini van tweet Thierry Baudet, 1 maart 2023.

Raads- of kamerleden kunnen niet overal verstand van hebben. Zoals van kunst. Ze bewijzen keer op keer dat ze er geen snars van begrijpen. Maar ze doen net alsof dat wel zo is. Vooral uit rechtse hoek wordt neerbuigend over kunst gedaan. Onbegrip wordt overschreeuwd met kritiek op kunst. Kritiek die kant noch wal raakt. Rechts en vooral radicaal-rechts is tamelijk voorspelbaar in de afkeer van kunst. Ook omdat het goed scoort bij de kiezers, zo is de veronderstelling.

Over de politieke leider van FVD Thierry Baudet concludeerde ik in een commentaar van 10 mei 2018 met de titel ‘In zijn oordeel over hedendaagse kunst schittert Thierry Baudet in drukte, verwarring, misverstanden, onbegrip en denkfouten‘ dat hij niet het flauwste benul van hedendaagse kunst heeft, maar toch zo onbescheiden is om er uitspraken over te doen:

Baudet maakt van hedendaagse kunst een strijdpunt in de hoop zijn achterban ermee te vergroten. Daar is niks mis mee als dat zorgvuldig en met inachtneming van de feiten gebeurt.

Maar Baudet brengt het debat over hedendaagse kunst niet op een hoger peil, maar maakt er een karikatuur van. Door er een ratjetoe van te maken en alles te willen passen in zijn politieke wereldbeeld zoals dat door onder meer Roger Scruton is gevormd zet Baudet het debat over hedendaagse kunst op slot. Die kunst die reflecteert op de diversiteit en fragmentatie van de samenleving. 

Het lijkt er sterk op dat Baudet om politieke redenen de diversiteit en fragmentatie afwijst en zich gevolglijk keert tegen de boodschapper die hij zo rabiaat als brenger ven het slechte nieuws afschildert.

In het commentaar Thierry Baudet eigent zich ongenuanceerd oordeel over hedendaagse kunst toe‘ van 29 september 2017 concludeerde ik dat Baudet zijn voorbeelden nauwgezet napraat, maar daarin door de mand valt. Hij wordt niet meer dan een tovenaarsleerling die de receptuur niet begrijpt en niet kan wedijveren met zijn voorbeelden:

Als navolger van zijn voorbeelden Scruton, Fumaroli en Finkelkraut probeert Thierry Baudet een Frans debat naar de Nederlandse situatie te vertalen. Opvallend voor iemand die zegt te zweren bij de natiestaat. Hij doopt het ‘Breek het kunstkartel!’ met deimpliciete verwijzing naar het partijkartel dat taaleigen van het Forum voor Democratie is.

Maar Baudets oefening is die van een tovenaarsleerling die nog niet tot op de schouders van zijn voorbeelden heeft kunnen klimmen. Zijn betoog is een matige vertaling en mist de brille en diepgang van zijn voorbeelden.Baudet heeft te weinig kennis van hedendaagse kunst om zinvol te kunnen onderscheiden. Daar helpt het napraten van zijn voorbeelden niets aan.

Het brengt hem tot uitspraken over kunstenaars, esthetiek en kunstmarkt die niet alleen ongedifferentieerd zijn, maar ook niet geloofwaardig worden omdat ze duidelijk zijn ingegeven door een conservatieve culturele agenda die de kunst van de eigen tijd niet begrijpt.

FVD maakt in de aanloop naar de Provinciale Verkiezingen van 15 maart 2023 van hedendaagse kunst bewust een strijdpunt. Het viel te verwachten nu de partij zo is weggezakt in de peilingen. Het gaat om een foto van Margi Geerlinks van een halfnaakt meisje die een gehaakte borst voor de eigen linkerborst houdt. Het hangt in de fractiekamer van FVD.

In Haarlemmermeer is het FVD-raadslid Brigitte Antolini die via raadsvragenBetreft: Perverse “kunstwerken” minderjarigen’ van 20 februari 2023 een voorzet geeft die door Baudet op sociale media op 1 maart wordt ingeschoten. Wat Antolini op haar beurt weer deelt. Men verwijst bij FVD blijkbaar graag naar elkaar. Zo galmt het in de echo kamer van FVD.

De opzet is om hiermee de publiciteit te halen en het publiek te laten denken dat hedendaagse kunst weerzinwekkend en overbodig is, en FVD dat als enige partij aan de kaak stelt.

De afkeer van Baudets afkeer of onbegrip van hedendaagse kunst, dat blijkbaar door de kaderleden wordt gevolgd omdat men weet hoe de leider wil dat men denkt, wordt in dit geval gecombineerd met de aantijging dat het kunstwerk pervers is. Dus ontaard, zoals een begrip uit het 20ste eeuws Duitse bruine verleden luidt.

Baudet gaat nog verder dan Antolini in haar raadsvragen en suggereert in de tweet dat het om pedofilie gaat. Pedofilie én hedendaagse kunst bashen, FVD moet denken dat dit electoraal scoren voor open doel is.

Het enige echt interessante aspect aan deze kwestie is waarom de foto van Margi Geerlinks in de fractiekamer van FVD is opgehangen. Deze partij heeft daar duidelijk niet om gevraagd. Waarom kunnen partijen niet zelf kunst uit de gemeentelijke kunstcollectie kiezen om op te hangen in hun fractiekamer(s)? Dan hadden we deze stemmingmakerij van FVD tegen hedendaagse kunst én pedofilie niet gehad. Of in elk geval niet in deze vorm.

Schermafbeelding van artikelForum-raadslid Antolini wil af van ’weerzinwekkend kunstwerk’ in raadhuis Hoofddorp‘ in Haarlems Dagblad, 1 maart 2023.

Jacob’s fotocollectie: Gordon Lambert spreekt, kletst, wijst, staat, schudt handen, poseert en kijkt op een kunsttentoonstelling (omstreeks 1973)

Gordon Lambert speaking at a modern art exhibition‘, 1960-1979. Collectie: Jacob’s Biscuit Factory Photographic Archive.

Wie de fotograaf is of de kunstenaar van wie een tentoonstelling wordt geopend wordt niet gezegd. Wel wordt de ‘openeur’ bij naam genoemd. Dat is Gordon Lambert die als directeur werkte bij Jacob’s, de Ierse fabriek waar biscuits worden gebakken. Lambert was een belangrijke kunstverzamelaar en promoter van hedendaagse kunst. In 1992 schonk hij meer dan 300 schilderijen aan het Irish Museum of Modern Art (IMMA).

Uit de beschrijving van foto’s van Lambert op een kunsttentoonstelling in de collectie van Jacob’s valt op te maken dat de kennis ontbreekt om ze (achteraf) te beschrijven. Alles draait om Gordon Lambert zoals blijkt uit de titel van de foto’s. Hij spreekt, kletst, wijst, staat, schudt handen, poseert en kijkt. Met welke kunstenaars hij praat en naar welk kunstwerk hij wijst blijkt niet uit de beschrijving.

Dat leidt tot onvolledige titels. Hoe moeilijk is het om te vinden dat de heren op onderstaande foto (Lambert in het midden) voor het werk ‘Cloud No. 2‘ (1973) van Brian King staan? Nu opgenomen in de vaste collectie van het IMMA. Dat scherpt de datering van foto’s van deze opening (let op de brochure) aan. Dat is 1973 of later. Het werk op de bovenste foto is waarschijnlijk van F.D. Flanagan.

Art enthusiasts attending a modern art exhibition‘, 1960-1979. Collectie: Jacob’s Biscuit Factory Photographic Archive.
 

Gordon Lambert is in de fotocollectie van Jacob’s zijn eigen universum. Ieder ander persoon, kunstwerk of attribuut is decor in de wereld van Gordon Lambert. Hij is het middelpunt en wordt door de beschrijving tot een parodie van zichzelf gemaakt. Dat gebeurt als de context ontbreekt.

Het begrip ‘installatie’ in de hedendaagse kunst

Ilse Ermen, ‘Installation, Nach Gebrauch sind die Waschlappen auszuwaschen, auszuwringen und zum Trocknen aufzuhängen‘, 2007. Collectie. Kunst, Archäologie und Museum Baselland.

Het woord ‘installatie’ is veelzijdig. Vraag is of de verschillende betekenissen overeenkomsten hebben. Dat blijkt zo te zijn.

Kunstminnenden zullen het associëren meteen ruimtelijk beeld bestaande uit heterogene (afzonderlijke) elementen, door een beeldend kunstenaar opgebouwd, uitgestald of opgehangen op een speciaal daarvoor uitgekozen binnenruimte‘. 

Technisch geïnteresseerden zullen het in verband brengen met een systeem ‘waarin een verzameling van technische componenten wordt samengesteld tot een functioneel geheel’. Denk aan een productieband in een fabriek. Het Engelstalige ‘Assembly line‘ dekt de lading beter.

Die installatie moet ook geïnstalleerd worden. Technisch geïnteresseerden zullen wellicht dan ook denken aan de plaatsing van zo’n machine of productieband. Dat is de installatie van een installatie.

De fijnste betekenis is ‘plechtige bevestiging in een ambt‘ van bijvoorbeeld een priester, hoogleraar of lid van een vertegenwoordigend lichaam, zoals een volksvertegenwoordiging. Het geïnstalleerde lid wordt door de benoeming niet alleen onderdeel van de organisatie, maar ook vertegenwoordiger ervan. Men kan ook zeggen deel van de geschiedenis van betreffende organisatie. Met andere woorden wordt dat soms ‘inwijding’ of ‘inauguratie’ genoemd.

Deze drie of vier betekenissen hebben gemeen dat afzonderlijke elementen tot een geheel worden samengevoegd. Dat is de installatie. Dat kunnen kunstobjecten, machineonderdelen of leden van een volksvertegenwoordiging of organisatie zijn.

Of het bovenstaand kunstwerk van Ilse Ermen volgens de definitie van afzonderlijke elementen die tot een geheel worden samengevoegd een installatie genoemd kan worden is niet op voorhand duidelijk. Het is volgens de toelichting een zeefdruk in kleur op PVC Polyvinylchlorid.

Is het wellicht ‘slechts’ een interventie of intermezzo? Dat zijn andere begrippen in de praktijk van de hedendaagse kunst. Als het de ruimte waarin het werk hangt ‘erbijtrekt‘ en zelf tot element wordt, dan voldoet het aan de minimale voorwaarde van wat een installatie is.

De site geeft duidelijkheid over nog vijf in vorm identieke teksten uit hetzelfde jaar 2007 die vergelijkbare objecten (ähnliche Objekte) zijn. Samen vormen ze wel degelijk een installatie die is samengevoegd door kunstenaar Ilse Ermen.

Als een curator of museumconservator de zes werken van Ermen in een binnenruimte presenteert, dan is het feitelijk geen installatie. Maar zo simpel ligt het ook weer niet. Installaties van gestorven kunstenaars zoals Joseph Beuys, Mario Merz of Walter De Maria die volgens een uitgebreide documentatie door een museumstaf worden opgebouwd, dus gereconstrueerd worden in de kunstpraktijk weer wel installaties genoemd. Terwijl ze dat eigenlijk niet zijn, maar wel een reconstructie, een re-enactment van een installatie.

Begripsverwarring geeft aan dat de hedendaagse beeldende kunst historie krijgt. Daar hoort het herschrijven van begrippen bij. Dat heeft blijkbaar even tijd nodig.

De stille dood van het kunstbeleid. Waarom haalt de politiek de begrippen kunst en cultuur mentaal, beleidsmatig en budgettair niet uit elkaar?

Paragraaf ‘Cultuur‘ als standpunt van de VVD.

I. Robbert Dijkgraaf is de beoogde minister van OCW. Het ligt in de rede dat zijn beleidsterreinen Hoger Onderwijs, Wetenschap en Wetenschappelijk Onderzoek zullen zijn. Maar de verdeling van de beleidsterreinen op dit departement zijn nog niet bekend. 

Daarnaast komen er op dit departement een minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs en een staatssecretaris Cultuur en Media. Die laatste functie wordt opnieuw ingevoerd (na Aad Nuis, Rick van der Ploeg, Cees van Leeuwen, Medy van der Laan) nadat die in 2007 was afgeschaft. Het is dus niet waarschijnlijk dat Dijkgraaf de eerst verantwoordelijke bewindspersoon voor Cultuur wordt. 

Interessanter is de vraag of D66 een kunstenaar tot staatssecretaris Cultuur en Media maakt. 

II. Het is verhullend om bij dit staatssecretariaat over Cultuur te praten terwijl Kunst wordt bedoeld. Cultuur omvat het bloemencorso, het carnaval, de braderie, het buurtfeest, het oliebollenkraam, de lokale sportwedstrijd en allerlei verbindende aspecten in de samenleving.

Kunst heeft andere functies, doelen en bestaansredenen dan Cultuur, hoewel er overlap bestaat. Waarom blijft de politiek zo aan de verhullende paraplu-term Cultuur hangen? Wat is de logica daarvoor? Waarom maakt de politiek geen knip tussen Kunst en Cultuur? Nu wordt Kunst achter of in de Cultuur verstopt. Ook budgettair. 

Het zou duidelijker zijn voor zowel Kunst als Cultuur om ze ‘mentaal’ en beleidsmatig te scheiden en bij verschillende departementen onder te brengen zoals dat trouwens voorheen het geval was.

Dan zouden we weer kunnen spreken over een Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zoals dat van 1918 tot 1965 bestond en een Ministerie van Cultuur, Recreatie, Identiteit en Maatschappelijk Werk (CRIM) zoals dat in de voorganger CRM van 1965 tot 1982 bestond. 

Het is interessant voor auteurs, onderzoekers en kritische geesten om te beredeneren wat de sociale en politieke overwegingen waren in de jaren 1960 tot 1980 om Kunst en Cultuur op een hoop te gooien. En wat de politieke en sociale overwegingen zijn in 2021/2022 om die hoop te laten bestaan.

III. De VVD is de kwade genius van het kunstbeleid. Al in de jaren 1950 spraken vertegenwoordigers van de VVD neerbuigend over kunst. VVD-kamerlid Thierry Aartsen zette deze traditie binnen deze partij voort en had vanaf 2018 cultuur (o.a. Erfgoedinspectie, Bibliotheek en letterenbeleid, monumenten), Media, Arbeidsomstandigheden, Inspectie & toezicht in zijn portefeuille.

Wat de VVD onder ‘Cultuur’ of ‘Kunst’ verstaat wordt uit bovenstaande cultuurparagraaf niet duidelijk. Van een politieke partij die dat onderscheid niet maakt en beide begrippen door elkaar heen gebruikt valt te vrezen dat het niet wil dat wij weten wat het verschil tussen kunst en cultuur is. Het is waarschijnlijk dat de VVD om politieke redenen bewust beide begrippen door elkaar heen gebruikt om onduidelijkheid te zaaien en de Kunst te knechten.

Zo is het volstrekt onbegrijpelijk wat er in de tweede alinea staat. De zinnen hangen als los zand aan elkaar zonder dat er een oorzakelijk verband tussen bestaat: ‘Wij vinden dat kunst en cultuur toegankelijk horen te zijn voor iedereen. Subsidies moeten dus niet alleen naar Amsterdam gaan, maar verspreid worden over het hele land. De overheid stelt zich daarbij neutraal op, want volkscultuur is ook cultuur. Zo kunnen bijvoorbeeld festivals ook in aanmerking komen voor subsidie‘. Wat is het verband tussen een neutrale overheid die overigens per definitie niet bestaat en volkscultuur? Bedoelt de VVD met cultuur (=kunst) en met volkscultuur (= cultuur)? Want cultuur is altijd volkscultuur. Hoe dan ook zorgt de VVD in deze cultuurparagraaf voor onduidelijkheid en goochelt het met de begrippen Kunst en Cultuur die het verhullend gebruikt.

IV. Cultuur is de weerslag van de samenleving. De waarde van kunst is dat het zich deels ontworsteld heeft aan de macht, weerstand biedt aan onderwerping en haaks op de samenleving staat. Het heeft voor kunstenaars die de kunst instromen een vrijplaats bevochten.

Kunstenaars staan niet zozeer op de schouders van een traditie zoals in de Renaissance over de Grieken werd gezegd, maar op de schouders van een toevallige bundeling van omstandigheden die lang geleden genoeg opgestart is om nu stand te kunnen houden. Of af te worden gebroken door de politiek.

Dat tekent de paradox van kunst die cultuur niet heeft. Kunst moet ver genoeg van politieke en maatschappelijke krachten blijven om er vrij en onbevreesd op te kunnen spiegelen, maar moet ook weer niet te veel afstand nemen om ‘voor eigen bestwil’ in een reservaat te eindigen. Kunst valt op te vatten als aanscherping en verbijzondering van cultuur. Het verbindende aspect is bijkomend in kunst. Door kunst ook dat aspect toe te meten wordt kunst een functie opgelegd die er niet de kern van is, maar er om oneigenlijke, politieke redenen opgeplakt wordt.

V. Wat de VVD met kunst wil wordt uit de beschrijving duidelijk. De VVD gunt het kunst niet om een vrijplaats te zijn. De VVD wil die vrijplaats afbreken. De VVD wil kunst maken tot weerslag van de samenleving, goochelt daarom met de begrippen kunst en cultuur, en zaait bewust verwarring. De VVD heeft in de cultuurparagraaf niet het lef om kunst frontaal aan te vallen, maar probeert de functies en doelen ervan slinks te smoren in begripsverwarring. Namelijk door kunst te vervangen door het bredere en met de samenleving samenvallende begrip cultuur. Zodat kunst van scherpte en autonomie ontdaan wordt.

Zo is de missie van de VVD geslaagd, zonder dat we doorhebben dat de kunst in het beleid doelbewust van haar scherpte wordt ontdaan. Een progressieve partij als D66 vindt het vermoedelijk op dit moment niet de moeite waard of mist de macht om daar tegenin te gaan en een speciale positie voor Kunst op te eisen. Zo wordt Kunst indirect getemd en vervangen door en verborgen achter het begrip Cultuur. Noodgedwongen neemt D66 genoegen met een staatssecretaris van Cultuur.

VI. Wat ooit als emancipatiebeweging in de jaren 1960 begon is 50 jaar later geëindigd in een wisseltruc waardoor de Kunst verdwijnt. Zonder dat iemand het merkt en er een punt van maakt. Dat is de stille dood van het kunstbeleid. Maar taal doet ertoe. Het is de hoogste tijd om ons er bewust van te worden en er iets aan te veranderen. Laat dat onze garantie voor de toekomst zijn.

Hedendaagsheid is relatief

Contemporary Art Show [Sister Mary Linae Frei stands before an exhibit of contemporary art], 1965. Collectie: University Archives van de Saint Xavier University in Chicago.

Intikken van de zoekopdracht ‘contemporary art‘ ofwel hedendaagse kunst leidt naar deze foto’s in digitale collecties. Het levert opmerkelijke plaatjes op uit de tweede helft van de jaren 1960 van kunstopleidingen. Maar vooral de bevestiging van het idee hoe betrekkelijk het begrip hedendaagse kunst is.

Nu zouden kunstcritici de werken die hier gepresenteerd worden waarschijnlijk anders noemen. Zoiets als ‘moderne’ of ‘abstracte’ kunst. Het is trouwens onzeker of deze werken in hun eigen tijd ook door serieuze kunstbeschouwers hedendaagse kunst genoemd zouden worden.

Om welke werken het gaat zegt de beschrijving niet. Het gaat in deze foto’s niet om de kunst, maar om het proces van kijken, presenteren en beeldvorming over ‘hedendaagse kunst‘.

Op de bovenste foto staat in haar habijt zuster Mary Linae Frei centraal. Of zij dezelfde is als de in 1931 geboren abstracte kunstenaar Linea Frei (hier ongeveer 34 jaar oud) zonder haar kloosternaam Mary is niet op voorhand zeker, maar wel waarschijnlijk. Zij werd een belangrijke hedendaagse kunstenaar die in een adem met Mary Bauermeister in 1972 in een tentoonstellingscatalogus over vrouwen in de kunst wordt genoemd.

Op de onderste foto wijst een gids met een paraplu naar een schilderij. Hij geeft twee toeschouwers uitleg. Nu zou hij voor het gebruik van de paraplu als aanwijsstok die akelig dicht het canvas nadert in een museum ongenadig op de vingers getikt worden. Een duw of struikeling is voldoende voor een fikse beschadiging van het schilderij.

Deze twee foto’s draaien om tijdsbeelden en relativiteit. Niet alleen van hedendaagse kunst, maar van hedendaagsheid. Of liever de mythe van hedendaagsheid. Uitingen, gedrag of kunst die in de jaren 1960 hedendaags waren, ogen meer dan 50 jaar later gedateerd. Maar hoe we het achteraf noemen is nog niet zo makkelijk. Want kijken we met de bril van toen of die van nu?

Grigg Studio, Black and white photo of onlookers viewing collections on display from the College Union Collection of Contemporary Art, 1969. Collectie: University Archives Photograph Collection van de Wake Forest University (Winston-Salem, NC).

Tentoonstelling ‘Documenta. Politik und Kunst’ in Deutsches Historisches Museum onderzoekt de politiek van de Documenta

In het Deutsches Historisches Museum in Berlijn is tot 9 januari 2022 de tentoonstelling ‘DOCUMENTA. POLITIK UND KUNST‘ te zien. Zoals de titel aangeeft gaat het om de politiek van de Documenta. Wat was daar de bedoeling van?

Co-curator Julia Voss legt helder uit waar de kunstmanifestatie Documenta in Kassel sinds 1955 om draaide. Tijdens de koude oorlog was de wereld verkaveld tussen Oost en West. Zonder dat ze daar naar verwijst lijkt de opzet vergelijkbaar met de geheime operaties van de CIA in de VS om westers amusement en hedendaagse kunst via propaganda als symbool van vrijheid in te zetten. Met de bedoeling om de communistische landen waar die vrijheid niet bestond voor het eigen publiek minder aantrekkelijk te maken.

Het wordt er echter dubbelzinnig op als blijkt dat de initiatoren van de Documenta toen zelf een loopje met die vrijheid hadden genomen. Het anti-bolsjewisme van voormalige fascisten ging na de oorlog naadloos over in het anti-communisme van het Westen. Zoals kunsthistoricus Werner Hartman die in 1933 lid van de SA was geworden.

Opnieuw blinkt de Duitse republiek uit door zelfonderzoek over de duistere dagen van het nazisme (1933-1945). Dat wordt eerlijk blootgelegd, mede omdat het nog steeds levende geschiedenis is die dwars door familiegeschiedenissen loopt. Waarschijnlijk weinig bezoekers van de Documenta zullen de ontstaansgeschiedenis kennen van deze kunstmanifestatie in Kassel.

Het is de tragiek van de moderne geschiedenis van de Bondsrepubliek, namelijk dat op allerlei posten oud-nazi’s min of meer stilzwijgend een tweede kans kregen, terwijl ze hun eigen verleden konden uitwissen. Zoals oud-nazi Kurt Georg Kiesinger die nog in 1966 bondskanselier kon worden. Enfin, zelfs Nederland had met prins Bernhard een nazi in huis die lid van de NSDAP was geweest en het uniform van de SA en SS had gedragen.

Gedachte bij de foto ‘Fiac (Foire Internationale d’Art Contemporain), Grand Palais, 8ème arrondissement, Paris’ (1983)

Het is maar een kleine, doch niet onbelangrijke gedachte. Namelijk dat de ‘vijand’ hetzelfde kan denken als de beschouwer. Dat is de empathische variant van het waarschuwende gezegde ‘Feind hört mit!. Dat kan iedereen zijn. Het kunnen Donald Trump en oprichter Q Clearance Patriot van QAnon zijn, gestaalde Leninisten die de wereld willen verbeteren door die te vernietigen, religieuze scherpslijpers die claimen alleen de wijsheid in pacht te hebben, complotdenkers die COVID-19 als een griepje voorstellen of kunsthaters die de functie van kunst ontkennen of terugbrengen tot amusement of een middel om politiek te bedrijven.

Het vergt soms een forse portie hersengymnastiek om je je voor te stellen hoe de vijand denkt. Maar bij bovenstaande foto van Christian Louis uit 1983 is dat niet moeilijk. Het is een variatie op de stelregel ‘de grootste vijand ben je zelf’. Hoewel dat ook weer tot een cliché is geworden in de softe kanten van de lifestyle, de mindfulness-industrie en adverteerders die een product willen slijten met pseudo-interessante zwaarwichtigheid.

De titel van de foto is ‘Fiac (Foire Internationale d’Art Contemporain ), Grand Palais, 8ème arrondissement, Paris’ en de fotograaf zet zijn handtekening onder de foto alsof het een schilderij of tekening betreft. De indirecte associatie met het schilderij ‘La reproduction interdite (Verboden af te beelden)‘ van René Magritte uit de collectie van Museum Boijmans is aanwezig. De twee mannen poseren met een interessante blik voor de schilderijen. Voor de kunsthater is het een koud kunstje om van dit ensemble dat de pretentie stapelt alsof het bakstenen zijn gehakt te maken.

Voor deze uitzonderlijke keer schaar ik me aan de kant van de kunsthaters. Soms brengt zelfingenomenheid van ‘vrienden’ kunst meer schade toe dan ‘vijanden’ doen. De grootste vijand van onszelf zijn we soms zelf. Mee eens? 

Zie hier voor een verslag van de kunstbeurs FIAC 1983.

Foto: Christian Louis, Fiac (Foire Internationale d’Art Contemporain), Grand Palais, 8ème arrondissement, Paris’. Collectie: Musée Carnavalet, Histoire de Paris.

Kritiek op term ‘oikofobie’ en advies aan Doorbraak.be om afstand te nemen van de rechts-radicale alt-right beweging (zoals Baudet)

Mijn reactie bij een artikel van Steven Vandeborre op Doorbraak.be. Ik stem ermee in en zet evenals de auteur vraagtekens bij het begrip ‘oikofobie’. In een slotwoord roep ik Doorbraak.be op als het zich wil profileren als conservatieve of nationalistisch-conservatieve Vlaamse beweging dat het gevaar loopt om besmet te worden door gedachtengoed en vertegenwoordigers van de alt-right beweging. Zoals die nu in de partij Forum voor Democratie verzameld zijn. Doorbraak.be zou er daarom beter aan doen er publiekelijk afstand van te nemen.

Mee eens wat Steven Vandeborre schrijft. Er zijn twee posities mogelijk ten aanzien van het begrip ‘oikofobie’.
1) De rechts-radicale kleinkinderen van Scruton beweren in navolging van Baudet dat EU, hedendaagse kunst, multiculturalisme en pluriformiteit niet verenigbaar zijn met dat thuisgevoel en tot zelfhaat leidt. De tovenaarsleerlingen klimmen op de schouders van hun meesters. Dat resulteert erin dat rechts-radicale aanhangers of sympathisanten van wat met een verhullende term alt-right wordt genoemd democratische normen, waarden en instellingen afwijzen en misleidende informatie geven over principes als de rechtsstaat en vrijhandel.
2) Degenen die op afstand staan van dat rechts-radicale gedachtengoed beweren dat dat alles wel verenigbaar is met dat thuisgevoel, er per definitie niet haaks op staat en niet in zelfhaat eindigt en daarom niet hoeft te leiden tot de afwijzing van de democratie en misleidende informatie.

Ik probeer een en ander aan de hand van de rechts-radicale opvatting van kunst aan te tonen. Hedendaagse kunst die moderne kunst in de eigen tijd is kan vervreemding verbeelden zoals Bertolt Brecht dat vanaf 1920 in het theater deed. Hedendaagse kunst kan politieke standpunten verbeelden zoals 17de-eeuwse schilderkunst (De bedreigde Zwaan van Jan Asselijn) of klassieke kunst (De Lysistrata van Aristophanes) dat ook deden. Hedendaagse kunst kan de samenleving een spiegel voorhouden waardoor het eigene ter discussie wordt gesteld en minder vanzelfsprekend wordt. Hedendaagse kunst kan de structuur van de werkelijkheid ontrafelen door te proberen achter de façade ervan te kijken. Zoals Roland Barthes dat in 1970 in zijn semantische analyse van een verhaal van Honoré de Balzac S/Z deed. Dat zijn geen uitgangspunten, maar toepassingen van hedendaagse kunst.

Baudet geeft door in zijn rijtje vervreemding (in de traditie) van Brecht naast ‘oikofobie’ (thuisgevoel) van Scruton te zetten aan de cultureel-historische en dramaturgische achtergrond van de Brechtiaanse Verfremdung niet te begrijpen. Zoals bij Baudet de pretentie iets te weten van hedendaagse kunst en kunsttheorie voortdurend op gespannen voet staat met zijn werkelijke kennis over en inzicht in kunst(theorie). Vervreemding is niet bedoeld of wordt als dramaturgisch middel ingezet om mensen van hun omgeving te vervreemden, maar beoogt juist het omgekeerde. Namelijk het vergroten van de bewustwording door mensen aan de hand van het creatieve maakproces (het tonen van de montage) zich van hun achtergrond en (achtergestelde) positie bewust te maken. Door ze letterlijk achter de werkelijkheid te laten kijken. Wakker schudden van burgers is hetzelfde wat Baudet zegt te doen. Hij verwart het Vervreemdings-effect als artistiek middel met het gevolg ervan.

Kan Baudet vanwege zijn onbegrip nog geëxcuseerd worden voor het omwisselen van de uitgangspunten en toepassingen van hedendaagse kunst, dat geldt niet als hij stelt dat een uitgangspunt ervan ‘zelfhaat’ is. Dat is geen uitgangspunt, laat staan toepassing van hedendaagse kunst, maar een begrip uit de psychologie dat ‘een vorm van totale afwijzing is die de eigen persoon betreft’. Vertaald naar de hedendaagse kunst zou dat betekenen dat het via een toepassing zichzelf totaal afwijst. Maar dat is in strijd met de logica omdat het van tweeën een is. Ofwel, als hedendaagse kunst zichzelf afwijst dan kan het die afwijzing niet tegelijkertijd als toepassing inzetten. Want dan wijst het zichzelf per definitie niet totaal af, maar bevestigt het zichzelf juist.

De zelfbenoemde en uiterst tevreden met zichzelf zijnde denker Baudet is bij nader inzien vooral een sprokkelaar van andermans gedachten. In de samenvoeging beseft hij dat hij denkfouten maakt die hij door ze in de mal van de partijpolitiek te persen probeert te verhullen. Want in de politiek gelden andere normen en mores dan in de kunsttheorie of de filosofie. In de politiek ligt de lat lager. Baudet rekent erop dat hij ermee wegkomt, en dat is precies wat gebeurt. Het is wellicht de echte reden dat hij de carrièrestap naar de politiek heeft gezet, terwijl hij verklaarde dat nooit te zullen doen en er ongeschikt voor te zijn. Zijn hulptroepen op sociale media laten zich zonder de kern van het debat te doorgronden ervoor gebruiken de kritiek op het denken van Baudet te neutraliseren. Zodat Baudet een debat kan voeren zonder daar ooit kritiek op te ontvangen. Zodat een gratis rit in de publiciteit zijn beloning is.

Als slotwoord nog een overweging voor onderweg over het karakter en de profilering van Doorbraak.be en de term conservatisme of nationaal-conservatisme. Niet als kritiek bedoeld, maar als overpeinzing. Types als Baudet gebruiken de term conservatisme of leunen daar stilzwijgend tegenaan om hun eigen racisme en witte hegemonie-denken te verhullen. Maar ze vallen eerder te omschrijven als anti-conservatief. Conservatieve principes als behoud van democratische normen, waarden en instellingen en voorlichting van het publiek over conservatieve principes zoals rechtsstaat, vrijhandel en uitbreiding van legale immigratie delen ze niet. Laten we ze daarom geen conservatieven noemen. Overigens hebben universele waarden of principes in wisselende combinaties verschillende kinderen. Iedereen die beweert dat ze exclusief aan één politieke stroming toebehoren zit ernaast.

Het conservatisme als ideologie bevat samenhang met min of meer vaste, gemeenschappelijke posities en denkwijzen over de natie, de familie, grondrechten, politieke besluitvorming, verandering en continuïteit. Het gaat er hier niet om om het conservatisme te verdedigen, maar om zo goed mogelijk te omschrijven wat het is en te kijken hoe het zich verhoudt tot de alt-right beweging en het hedendaagse racisme van radicaal- en extreem-rechtse politici die als tovenaarsleerlingen onder meer verwijzen naar Scruton. Het zijn overigens niet alleen radicaal-rechtse politici die de term conservatisme voor hun eigen politieke handelen gebruiken waarvan het zeer de vraag is of dat wel conservatisme is, het zijn ook linkse denkers als Merijn Oudenampsen die dat doen. Daarmee bevindt hij zich op een lijn met Baudet die het conservatisme een revolutionaire en zelfs Leninistische lading geeft. Baudet rekt dat begrip conservatisme oneigenlijk op om zich ermee te tooien en Oudenampsen doet het om alt-right kritisch te benaderen. Maar het resultaat is hetzelfde, namelijk dat er begripsverwarring wordt geïntroduceerd over het conservatisme waarmee niet verklaard, maar verhuld wordt.

Als Doorbraak.be de spreekbuis wil zijn van de Vlaams-nationalistische, conservatieve beweging wat een begrijpelijk en eerbaar streven is, dan zou het strikt bij zichzelf moeten blijven en afstand nemen van rechts-radicale alt-righters als Baudet, Van Langenhove of NV-A’ers die ondubbelzinnig voor een autoritair regime staan. Het verdient aanbeveling om de grens tussen het conservatisme of nationaal-conservatisme en de alt-right beweging helder af te bakenen. Het is het verschil tussen het aanvaarden van het politieke bestel en de democratische rechtsstaat en de verwerping ervan. Nu loopt dat vaak in elkaar over wat de rechts-radicale alt-righters ook op Doorbraak de gelegenheid geeft zich te vermommen en anders voor te doen dan ze werkelijk zijn. Mogelijk lopen nu de belangen van deze rechts-radicalen en nationaal-conservatieven parallel, maar dat is waarschijnlijk een tijdelijke situatie. Op termijn beschadigt die vermenging en/of samenwerking de conservatieve beweging in Vlaanderen, zodat het voor conservatieven of conservatieve media verstandig is om uit zelfbescherming dat onderscheid te maken en de vreemde rechts-radicale bedgenoten die de democratie en het politiek bestel afwijzen met redenen omkleed resoluut de deur te wijzen.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelOikofobie is een handige maar lege doos’ van Steven Vandeborre op Doorbraak.be, 2 december 2019.

Zandzakken van kunstinstallatie in Oude Kerk krijgen kritiek omdat ze strijdig zouden zijn met monumentale waarde kerk

Er klinkt vanuit het CDA en de ‘Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad’ kritiek op de tentoonstellingPoems for Earthlings’ van de Argentijnse kunstenaar Adrián Villar Rojas in de Oude Kerk in Amsterdam. Een ‘site-specifieke installatie’ die te zien is tot 27 april 2020. De Oude Kerk zegt in een toelichting dat de ‘wereldberoemde kunstenaar’ hiermee zijn eerste solo in Nederland heeft. Critici menen dat de monumentale waarde van de 17de eeuwse kerk door de huidige tentoonstelling niet tot zijn recht komt. Er zou volgens hen al langer sprake zijn van een spanning tussen erfgoed en hedendaagse kunst, met het erfgoed als verliezer.

De kunstenaar lijkt de zandzakken waarmee hij de kerk heeft gevuld te legitimeren door te verwijzen naar het verleden. Vroeger werden in oorlogstijd kerken van binnenuit beschermd met zandzakken. Maar de Oude Kerk niet die ‘te onbelangrijk’ werd gevonden. Het idee is dat Villar Rojas dat onrecht herstelt door de Oude Kerk met terugwerkende kracht belangrijk te maken door het te beschermen met zandzakken. Churchill zei ooit (vertaald): ‘Heb je vijanden? Goed. Dat betekent dat je, op een moment in je leven, voor iets bent opgekomen.

Uitweidende gedachten als rode draad bij de foto ‘Armour and Weapons of Ancient Warriors’ (1910)

Deze foto van de Japanse fotograaf Ogawa Kazumasa uit 1910 krijgt op photogravure.com de titel ‘Amour and Weapons of Ancient Warriors’. Vertaald uit het Frans en Engels is dat: ‘Liefde en wapens van oude krijgers’. De titel zal wel ‘Armour’ bedoelen dat zoiets als harnas betekent. Want hoeveel liefde óf dood kennen de wapens van oude krijgers? Het gaat om een collotype, een drukproces dat in 1856 door Alphonse Louis Poitevin in Frankrijk werd uitgevonden, en daarna via onder meer Duitsland en Japan over de wereld verspreid raakte.

Volgens petapixel uit 2015 is dit proces sinds 1970 zo goed als verdwenen en zijn er in Kyoto, Japan nog twee bedrijven die ermee werken. Benrido is de grootste. In een video op YouTube wordt het proces van Benrido stap voor stap gevolgd. Daar zijn ook workshops over het drukproces te vinden van artisanale kunstenaars.

Waarom de keuze voor deze foto met zo’n lange uitleg met mits en maren? Ik moest door de rode accenten op de foto denken aan kunst van hedendaagse (textiel)kunstenaars als Hinke Schreuders, Choi Wong, Maurizio Anzeri of Lynn Skordal. Ze borduren op oude ansichtkaarten, foto’s uit tijdschriften of boekpagina’s en geven er met hun ingreep nieuwe betekenis aan waarbij het materiaal van beelddrager en textiel benadrukt wordt. Zie hier voor een artikel over die ‘nieuwe kunst van het borduren’. Onderhand zijn we aan hun interventie door conditionering zo gewend geraakt dat we op oude foto’s borduurwerk herkennen dat er helemaal niet is.

Foto: Lynn Skordal, Red Rivers (mixed media, geborduurde boekpagina), 2011 (de rode draden lopen door tot onder de pagina).