
Terwijl de Europese veiligheid op het spel staat door de invasie van de Russische Federatie in Oekraïne houdt een groot deel van Nederland zich bezig met trivialiteiten. Zoals de uitspraken van voetbalcommentator en televisiepresentator Johan Derksen over een kaars waarmee hij lang geleden een vrouw zou hebben onteerd. Later zwakte hij dat verhaal af.
De reactie op Derksen die controversiële uitspraken gebruikt om de kijkcijfers van zijn programma op de commerciële omroep Talpa op te pimpen was duidelijk. Derksen was deze keer volgens velen over een grens gegaan. Sponsors liepen weg en het programma Vandaag Inside komt na een zomerpauze wellicht terug op de buis.
Commercie staat bij Talpa voorop. Het gaat uitsluitend om geld verdienen. Nieuwe sponsors kunnen zich straks weer melden. Business as usual. De mediastorm over de kaars van Derksen heeft veel vrije publiciteit opgeleverd voor dit programma zodat het een succesvolle doorstart kan maken. Commerciële televisie heeft geen historisch geheugen en geen moraal.
Het is een misverstand dat er in het geval Derksen sprake is van cancelcultuur zoals Christian Tan van MeerJezus in een stuk op Revive.nl zegt. Tan begrijpt de dynamiek van de commerciële televisie onvoldoende. Hij probeert deze kwalijke kwestie te gebruiken om zijn punt te maken. Het omgekeerde is echter waar. Derksen wordt niet gecanceld, maar wendt het cancelen aan om publiciteit te maken voor Vandaag Inside en zichzelf als mediapersoon.
Het valt Tan te vergeven dat hij vanuit zijn christelijke overtuiging deze kwestie probeert te verbinden met het christelijk geloof. Dat heeft er bij nader inzien weinig mee te maken. Maar het is Tans vrijheid van godsdienst om de kwestie Derksen te gebruiken om zijn christelijke geloof te verkondigen. Of het zinvol is en aan de zaak iets essentieels toevoegt is de vraag.

Tan gaat in het citaat hierboven verder dan evangelisatie en religieuze propaganda als hij de vertrutting van de samenleving toejuicht. Hij zegt er zelfs blij mee te zijn. Hoe breed hij vertrutting opvat is onduidelijk, maar duidelijk is dat dit begrip gaat over preutsheid, fatsoen, vrijheid en de rol van de vrouw.
Tan ontneemt individuen de vrijheid van handelen en wil ze insnoeren in een van bovenaf opgelegd moralisme dat christelijke wortels heeft. Dat is ongelukkig en ongewenst. Respect, lichamelijke integriteit en instemming (consent) zijn universele waarden die niet specifiek verbonden zijn aan vertrutting. Tan de moraalriddder maakt een parodie van vertrutting én moraliteit.
Tan laat zijn ware aard zien als een christelijke spookrijder als hij in bovenstaand citaat spreekt over huwelijkstrouw en gezinsleven, belachelijk gedachtengoed, afbrekend gezag van kerk, Bijbel en God en evolutie-indoctrinatie. Tan haalt er van alles bij, gooit dat op een hoop en laat zich kennen als iemand die maatschappelijke ontwikkelingen terug wil draaien naar een christelijk Nederland dat verdwenen is. Als het in de vorm die hij zich voorstelt al ooit bestaan heeft.
Tan is niet de enige Nederlandse gelovige die verbolgen is, zich miskend voelt en met z’n hoofd in het verleden leeft en daarom een verkeerde aanpak kiest voor het hier en nu. Beseft hij niet dat als er sprake is van afbrekend gezag van kerk, Bijbel en God dat vooral de christenen zelf te verwijten valt?
In Nederland hebben kerken onder het secularisme alle vrijheid om hun geloof in vrijheid te belijden. Maar de realiteit van de Nederlandse maatschappij is dat een meerderheid van de bevolking zegt zich niet meer te laten inspireren door religie. Dat is het gegeven.
In een nieuwsbericht van maart 2022 over een onderzoek naar levensovertuiging concludeert het SCP: ‘Nederland is geen gelovig land meer. Atheïsten en agnosten vormen inmiddels een meerderheid onder de bevolking. Religieuze groepen zijn nu minderheden in Nederland‘.
In het commentaar ‘Omarm secularisatie. Beschouw kerken als culturele instellingen. In ruil voor subsidie kunnen ze hun politiek-maatschappelijke claim op de samenleving inruilen‘ van 2 februari 2022 pleitte ik voor het subsidiëren van kerken als culturele instelling.
Daarin schetste ik precies het beeld van iemand als Christian Tan die veel energie stopt in een achterhoedegevecht en zo de zaak die hij denkt te behartigen niet optimaal behartigt en zelfs beschadigt: ‘Dat zou voor iedereen beter zijn. Voor de kerken die daardoor een betere financiële uitgangspositie hebben, voor de samenleving die de gevestigde kerken voortaan kan waarderen als culturele instellingen die de claim opgegeven hebben om de samenleving te besturen en voor de gelovigen die niet langer meegesleept worden door hun kerkleiders in een misleidend beeld van hoe schadelijk secularisatie is‘.