
Het Waterliniemuseum in Bunnik heeft het financieel, organisatorisch, publicitair en qua personeel moeilijk. Er wordt gevreesd voor het voortbestaan, Dat blijkt uit een artikel van RTV Utrecht. Jiri Glaap geeft een verdienstelijk overzicht van de problemen van dit museum. Het valt moeilijk in te zien hoe dit museum met de huidige bedrijfsvoering te redden valt.
De vergelijking met dat andere museum in Bunnik dringt zich op: Museum Oud Amelisweerd. Dat museum redde het niet en ging in 2018 failliet. Dat was onvermijdelijk gezien het ontbreken van een gezonde financiële basis. In de buitengebieden komen de bezoekers niet aanwaaien.
Het oprichten van een museum is makkelijker dan het exploiteren ervan. Een verdienmodel om geld uit de markt te halen hebben kleinere musea niet. Ze zijn voor de bedrijfsvoering afhankelijk van overheidssubsidie.

Een andere overeenkomst tussen beide musea is de ondoorzichtige en stroperige organisatorische structuur. Verschillende partijen zijn betrokken, zonder dat er een eerstverantwoordelijke is die snel kan handelen. Net als bij Museum Oud Amelisweerd speelde de Provincie Utrecht een initiërende rol zonder dat het de expertise voor het beheren van een museum heeft. Het oprichten van een museum is geen primaire functie voor een provincie. Daar komt nog eens bij dat de provincie op afstand staat en afhankelijk is van andere partijen. Dus niemand grijpt in als er ingegrepen moet worden.

Maar er is hoop. Er is namelijk weer op alle dagen koffie te krijgen, aldus directeur Aart Punt van de Exploitatiemaatschappij Fort Vechten: “Deze zomer hadden we niet altijd bezetting op onze horeca, nu is wel op alle dagen koffie te krijgen. Ook de bezoekersaantallen zijn weer goed en de tentoonstelling wordt nog steeds gewaardeerd. Maar ook hebben we nog genoeg plannen in de kast, daar gaan we de komende jaren actief mee bezig.”
In het commentaar ‘Huisvesting Armando Museum in Fort Vechten biedt kansen‘ van 14 november 2011 pleitte ik voor het ineenschuiven van wat Museum Oud Amelisweerd zou gaan heten en Waterliniemuseum Fort bij Vechten. Ze liggen niet ver van elkaar in de gemeente Bunnik:
Het is merkwaardig dat de Stichtse politiek zich sinds najaar 2010 vastbijt in Oud-Amelisweerd terwijl vlak naast de deur een alternatief aanwezig is. Fort Vechten, ook in Bunnik. Deze bestemming compenseert alle nadelen van Oud-Amelisweerd en biedt zelfs hogere kwaliteit. In Fort Vechten kan een Armando Museum gerealiseerd worden bij de nieuwbouw van het nationaal Waterliniecentrum dat eind 2013 opgeleverd wordt.
En:
De huisvesting van de Armando Collectie te Fort Vechten levert meervoudige winst op. 1) Het behoedt Oud-Amelisweerd voor aantasting van het culturele erfgoed, 2) het respecteert het onderscheid tussen ‘stilte’-gebied Rhijnauwen-Amelisweerd en ‘pret’-gebied Vechten, 3) het zorgt door toevoeging van het Armando Museum voor kritische massa en verbreding van de eenzijdige focus van het Liniecentrum, 4) het levert de betrokken gemeenten en provincie bezuinigingen op, 5) het biedt het Armando Museum een meer gezonde bedrijfsvoering en bevrijdt het van de vervlechting met onlogische thematiek die volgt uit de huisvesting in Oud-Amelisweerd en 6) biedt een coherente thematiek over Waterlinie, oorlog en schuldig landschap.
Het niet in elkaar schuiven van deze projecten is een gemiste kans. Het kan nog steeds. Formeel zijn voor Oud-Amelisweerd nog geen onomkeerbare besluiten genomen of verplichtingen aangegaan. De wil is de weg die bestuurders van Utrecht, Bunnik en Amersfoort en provincie Utrecht kunnen gaan. Nodig is lateraal denken dat de bestaande informatie opnieuw ordent tot de combinatie Armando-Fort Vechten die kwaliteit toevoegt