Bietenrepubliek Nederland. Buitenland verdenkt kabinet Rutte ervan stikstofbeleid op te vatten als 1 april grap

Juridisch en politiek heeft Nederland geen ruimte om het stikstofbeleid te verruimen. De natuur ligt in Nederland zwaar onder druk. Vooral de rechtse partijen in het kabinet willen door de schaduw van de BBB dat beleid aanpassen en doen alsof de stem van de boeren belangrijker is dan het belang van de natuur of van de economie.

Allerlei politici en oud-politici beweren dat het regeringsbeleid over stikstof moet worden opengebroken. Ze praten tegen hun achterban en maken zich met hun uitspraken belangrijk. Tegelijkertijd zetten EU, klimaatactivisten, natuurbeweging en D66 druk om nu eindelijk eens de landbouwsector aan te pakken.

Dat uitstellen van handelen zorgt voor een 1 april grap waar het buitenland krom om ligt van het lachen. Het ooit pragmatische en voorbeeldig gidsende Nederland is veranderd in een bietenrepubliek.

Premier Rutte heeft na dagen kabinetsoverleg een pauze aangekondigd in de aanpak van het terugdringen van de stikstofuitstoot. Terugdringen moet en is onontkoombaar. Dat weet het kabinet dat tijd koopt om niets te doen. De pauze is de rust van de doodlopende weg.

Een groot deel van Nederland houdt zich voor de gek. En beseft dat. Maar doet alsof het dit niet beseft. Alsof het potverteren op de toekomst niet op kan. Bang voor de volksgunst, bang voor het ontbreken van een eigen geweten, bang om knopen door te hakken.

Zo wordt het voortbestaan van een kabinet belangrijker dan het beleid. Maar dat is niks nieuws, zoals 1 april grappen niks nieuws zijn.

Is BBB uitgeraasd voordat het CDA instort?

Tweede Kamerlid en partijleider BBB Caroline van der Plas op verkiezingsavond voor de provinciale verkiezingen op 15 maart 2023. Op: nu.nl.

Juridisch is de coalitie gebonden om de stikstofuitstoot op korte termijn sterk terug te dringen. Minister van der Wal kan niet anders dan doorgaan met haar beleid. Het is jammer dat er op Landbouw zo’n jojo van CU zit die vooral bang voor zichzelf lijkt.

Farmers Defence Force (FDF) met radicale boeren is een mantelorganisatie van de multinationals van de agro-industrie. Het zet op haar beurt BBB onder druk.

FDF en BBB zetten de gematigde boeren en politieke partijen vanwege het economisch belang van de multinationals van de agro-industrie met valse romantiek en misleiding onder druk. Dat alles wordt tot nu toe in de publiciteit spaarzaam benadrukt. 

Nu lijkt het alsof die Caroline een natuurverschijnsel is dat uit het niets ontstaan is. Niets is minder waar. De kleur van haar nagels lijkt in de algemene pers tot nu toe belangrijker dan haar politieke standpunten. Zo worden haar beweegredenen en de geldstromen weggetoverd.

Gevolg is politieke polarisatie en het ontstaan van kampen die onverzoenlijk tegenover elkaar komen te staan. 

Van radicaal-rechts inclusief BBB, FDF en de agro-industrie die blijft inzetten op hoge productie (grotendeels voor de export). 

Van gematigd-rechts als CDA en (delen van) VVD die zich door radicaal-rechts laat chanteren. 

Van links inclusief D66, Volt, GroenLinks, PvdA, PvdD en milieu- en natuurorganisaties die de Nederlandse stikstofuitstoot op z’n laatst per 2030 wil halveren.

Profiel van VVD-kandidaat-voor de Eerste Kamer Marijke Everts die werkt voor de agro-industrie (VanDrie Group).

Niet alles kan teruggebracht worden tot partijpolitiek zoals afgelopen week in de media gebeurde. Dat is misleiding. Het is voor de lange termijn niet interessant wie met wie gaat en wie niet met wie gaat.

Van vele kanten wordt vanwege natuur en klimaat de noodzaak voor het terugbrengen van de stikstofuitstoot en de uitstoot van broeikasgassen bevestigd. Ook door de Hoge Raad. Dat zijn de kaders voor de Nederlandse politiek om binnen te werken. De oplossing die BBB voorstaat is fantasie.

BBB leeft in een parallelle wereld. Het is een partij die door de multinationals van de agro-industrie wordt gesteund om de hervorming van de extensieve productie-landbouw richting duurzaamheid te vertragen. 

Coalitiepartijen zijn juridisch verplicht om de natuur te beschermen en de stikstofuitstoot zo snel mogelijk terug te dringen. 

Daarnaast dreigt heel Nederland op slot te gaan als de coalitie de stikstofuitstoot niet aanzienlijk terugdringt. Met als gevolg geen bouw van nieuwe woningen, wegen en aanleg van bedrijfsterreinen. 

Dat BBB vanwege eigenbelang en een conservatieve overtuiging op de rem van de stikstof-maatregelen staat is een ding, maar dat andere partijen zich daar door laten leiden is een ander ding. 

Schermafbeelding van deel artikel ‘Partij voor de Dieren voorziet problemen machtsgreep ‘conservatief blok’ van ANP op Nieuwe Oogst, 6 maart 2023.

Elke partij die zegt dat natuur en klimaat ondergeschikt zijn aan eigenbelang, dat in de openbaarheid wordt weggepoetst, is niet principieel, maar opportunistisch en kortzichtig.

De overheid moet duidelijker dan nu beleid op het gebied van natuur en milieu formuleren. Om daar aan vast te houden.

De overheid heeft afgelopen decennia een natuur- en milieubeleid gevoerd dat kan worden omschreven als pappen en nathouden, wensdenken, noodverbanden leggen en struisvogelpolitiek.

Dat geeft onzekerheid bij sectoren, niet in het laatst de landbouw die telkens met nieuwe maatregelen worden opgescheept. Dat is slecht bestuur. Nodig is duidelijkheid waaraan wordt vastgehouden, zodat investeringen in de toekomst kunnen worden gedaan.

Dat is niet de duidelijkheid van radicaal-rechts en de agro-industrie om alles bij het oude te laten, maar de duidelijkheid van een goed omschreven tijdpad dat gericht is op de toekomst met verplichtingen, investeringen, duurzame landbouw en perspectief voor een afgeschaalde Nederlandse landbouwsector die niet langer de tweede landbouwexporteur ter wereld is.

De hoge belastbaarheid van de Nederlandse natuur en omgeving is onhoudbaar. Juridisch, economisch, internationaal en milieutechnisch overschrijdt het nu al grenzen. Op zichzelf gerichte provinciale politiek doorkruist een oplossing.

Boeren willen best duurzaam werken en natuur beschermen. Niet alle boeren delen het standpunt van BBB, FDF en de agro-industrie. Ook dat wordt in de publiciteit te weinig benadrukt. Nu intimideren de meest radicale schreeuwers een sector die als vanouds behoudend is. Daar wringt iets in de beeldvorming.

De beeldvorming over het succesvolle BBB in de provinciale verkiezingen van 15 maart 2023 gaat tot nu toe over uiterlijkheden en poppetjes. Waarschijnlijk laat de coalitie de brand uitrazen totdat de spreekwoordelijke ‘15 minutes of fame’ van Caroline voorbij zijn. Het risico is het CDA dat in paniek op zoek naar identiteit is en geen gezaghebbende leiders heeft om het grotere geheel van een duurzaam natuur- en milieubeleid te zien, laat staan uit te voeren.

Plasterk voegt zich opnieuw met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag

Schermafbeelding van deel artikel ‘Ronald Plasterk ziet D66 als bedreiging voor de democratie in Nederland’ van Mark Jongeneel op DDS, 20 januari 2023.

In het commentaarPlasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag‘ van 4 juli 2021 schreef ik over Telegraaf-columnist Ronald Plasterk:

Schermafbeelding van deel commentaar ‘Plasterk voegt zich met Telegraaf-column in rechtse hetze tegen D66 en Sigrid Kaag’ van 4 juli 2021.

Plasterk is losgeslagen van zijn sociaal-democratische ankers en in rechts vaarwater terecht gekomen. Daar is niks mis mee. Maar welke oude rekeningen heeft deze voormalige minister nog openstaan? Waarom uit hij zich herhaaldelijk negatief over D66 en partijleider Sigrid Kaag?

Zoals in zijn Telegraaf-column ‘Veruit de grootste bedreiging voor vrijheid van denken en vrijheid van meningsuiting is D66‘ van 19 januari 2023 (achter betaalmuur). Plasterk suggereert dat D66 een grotere bedreiging voor de democratie is dan FvD.

Van Plasterk is bekend dat hij als minister publiciteitsgeil was. Nu zoekt hij in rechtse kringen publiciteit. Verslaafd aan aandacht, terwijl zijn politieke carrière is geëindigd. Hij wil spreken als pundit die nog steeds serieus wordt genomen en relevant is voor het politieke debat. Mijn reactie bij bovenstaand artikel van DDS:

Plasterk slaat de plank mis als hij D66 wil verbinden met linkse politiek. Want D66 is geen linkse partij. Zoals Plasterk zelf evenmin nog een links denkend ex-politicus is. 

Op Plasterks argumenten valt wat af te dingen. Een democratie die zich weerbaar opstelt moet uit zelfbehoud partijen die de democratie praktisch omver willen werpen kunnen verbieden. Men kan niet van een democratie vragen dat die zelfmoord pleegt door geen actie te ondernemen tegen partijen die de democratie willen begraven. 

Vraag is of TK-kamerleden van FvD Pepijn van Houwelingen en Gideon van Meijeren een gedachtenspel spelen en alleen uit zijn op publicitaire aandacht of werkelijk als doel het einde van de democratie hebben. Als ze op hun grensoverschrijdend gedrag, zoals het bedreigen van mede-kamerleden, aangesproken worden verdedigen ze zich vaak door ironie of de afzwakking van hun gedrag. 

Het debat over de weerbaarheid van de democratie moet in een open samenleving gevoerd kunnen worden. Partijen moeten verboden kunnen worden als ondubbelzinnig aangetoond kan worden dat ze bewust de democratie ten grave willen dragen. Maar dat verbod moet door de hogere rechtscolleges uitgevaardigd worden en niet door concurrerende politieke partijen die bij zo’n verbod eigenbelang kunnen hebben. 

Dat is geen makkelijk debat omdat kamerleden van politieke partijen zowel de taak hebben om de regering te controleren als niet buiten de regels van de rechtsstaat mogen treden. Van Houwelingen en Van Meijeren zoeken bewust de grens op en schieten er af en toe overheen. Maar wat zegt dat en roept welke tegenreactie op? 

Het gedrag van deze FvD’ers kan provocerend worden genoemd. Hoe serieus kunnen we deze kamerleden nemen die niet echt uitkomen voor hun mening en deel uitmaken van een partij waarvan de partijleider zegt dat hij het zelf ook niet meer weet? 

Wanneer is het middel om partijen te verbieden erger dan de kwaal? Dat weten we niet. Maar in een weerbare democratie die niet naïef of te betuttelend wil zijn moet dat debat gevoerd kunnen worden. Het is daarom goed dat dit onderwerp bespreekbaar wordt gemaakt. Meer dan dat is het niet. 

Plasterk blaast het op en blaast er zichzelf mee op.

Waarom garandeert Utrecht rust en stilte niet beter voor haar inwoners?

Schermafbeelding van deel artikelBinnenstadbewoners Utrecht willen discussie over geluidsoverlast aanwakkeren’ van 12 december 2022 in de DUIC.

Het is een terugkerend gespreksonderwerp én steen des aanstoots: overlast in (binnen)steden. Dat kan uit allerlei soorten overlast bestaan die samenhangen met stank, fijnstof, onveiligheid of drugs, maar geluidsoverlast of geluidshinder wordt door bewoners als meest hinderlijk ervaren.

Uit het artikelBinnenstadbewoners Utrecht willen discussie over geluidsoverlast aanwakkeren’ van 12 december 2022 in de DUIC blijkt dat een groep Utrechtse binnenstadsbewoners ‘de discussie over geluidsoverlast wil aanwakkeren’. Woordvoerder Frank van Eijkern van belangengroep Binnenstad030 beseft goed dat geluidsoverlast de hele stad betreft. Zijn conclusie is dat de maatregelen van het gemeentebestuur om de geluidsoverlast terug te dringen langzaam worden ingevoerd.

In mijn reactie bij het artikel steun ik volmondig het streven van de groep bewoners. Naar mijn idee handelt het Utrechtse gemeentebestuur onnodig traag om de leefbaarheid van de stad te vergroten en handelt het uit politieke of commerciële belangen er soms tegengesteld aan.

Waar een wil is, is een weg, luidt het gezegde. Maar de eensgezindheid van het centrumlinkse gemeentebestuur om met elkaar ferm die weg te bewandelen lijkt te ontbreken. De wil ontbreekt of is niet zichtbaar. In een koehandel mogen partijen af en toe hun liefdesbaby koesteren, maar het ontbreekt aan goed doordacht en doelmatig integraal beleid om geluidsoverlast terug te dringen. Dat kan met betrekkelijk simpele ingrepen beter.

In 2013 pleitte ik in een commentaar voor een ambassadeur tegen geluidshinder. ik concludeerde: ‘Nodig is een revitalisatie of actualisering van de doelstelling van Stichting BAM. Om die met de middelen van 2013 op te pakken. Zoals Hieke Jippes schrijft: ‘(..) het hoort zo te zijn, en het was ook altijd zo, dat een overheid zijn burgers juist beschermt in zoiets basaals als het genot van rust en stilte. In veel opzichten doet zij dat ook al: beperkt geroep van de top van de moskee, gematigd luiden van de kerkklok, stiltecoupés in de trein zijn daarvan allemaal voorbeelden.’ Wie wordt in Nederland de eerste ambassadeur voor de stilte?

Mijn reactie:

De geluidsoverlast in binnensteden is niet uit te bannen, maar wel terug te dringen. Op dat laatste zou ingezet moeten worden. 

Handhaving in de openbare ruimte door de Utrechtse politie is hoe dan ook al jarenlang een stiefkindje. Denk aan de zichtbare fietsenoverlast in de binnenstad die evenredig groter wordt met de niet uitgevoerde voornemens van de politiek om het aan te pakken. Op straat is dat niet terug te zien. Het gemeentebestuur lijkt de chaos te accepteren en de handhaving af te schalen. 

Hoe kan de overlast wel teruggebracht worden? Geen muziek in horeca en winkels die buiten te horen is. Verkeersluw maken van de binnenstad door het versneld weren van auto’s. Vroegere sluitingstijd van de horeca. Geen vergunningen meer voor (vergrote) horeca-terrassen. Minder vergunningen voor evenementen met versterkt geluid. Stoppen met het beleid om meer toeristen te trekken en het terugschroeven van de autonomie van Utrecht Marketing dat oncontroleerbaar opereert. Serieuze monitoring van SSH van wat er in haar huizen gebeurt met sancties als uiterste middel.

In Utrecht spelen vele belangen. Die moeten met elkaar in evenwicht worden gebracht. Bewonersbelangen moeten ernstig worden genomen. Feitelijk zijn de politieke partijen er voor en niet tegen de bewoners. 

De belangen van de horeca en het bedrijfsleven worden obsessief door de verrechtse coalitiepartij D66 nagejaagd. Maar ook de linkse partijen bijten niet echt door om de stad leefbaarder te maken. 

Het is lastig om een stad van de grootte van Utrecht zo te besturen dat iedereen ermee tevreden is. Maar waar simpele maatregelen achterwege blijven om de geluidsoverlast in te perken en het college zelfs in bepaalde gevallen het tegendeel bewerkstelligt zou men kunnen spreken van onzorgvuldig bestuur.

Kwestie Arib is kapstok voor ongenoegen over centrumpolitiek

De kwestie Khadija Arib is simpel. Over deze PvdA-ster gaan al jarenlang verhalen over grensoverschrijdend gedrag jegens kamerpersoneel. Wie zegt dat niet te hebben geweten heeft zitten slapen of liegt.

Of die verhalen waar zijn moet worden uitgezocht. Het is een raadsel waarom dat nu pas in een onderzoek gebeurt, want ze was voorzitter van januari 2016 tot april 2021. Een verklaring kan de corona-pandemie zijn die vele procedures heeft vertraagd.

Van Arib tekent zich uit berichten een profiel af van een goede voorzitter om kamerdebatten te leiden en de orde te handhaven. maar tevens een niet aangenaam individu dat achter de schermen niet alleen het kamerpersoneel intimideerde, maar ook een slechte manager was.

In de zichtbare aspecten van haar functie als Kamervoorzitter was ze goed en in de voor het publiek onzichtbare aspecten was ze slecht. Dat laatste in de zin van gemeen, kwaadaardig en onplezierig.

Positieve beeldvorming leidde bij Arib tot zelfoverschatting. Ze dacht afgelopen week brede steun in kamer en publieke opinie te kunnen krijgen voor haar positie en opende de aanval op de huidige Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66). Maar die steun viel tegen en was anders dan ze ingeschat had. De Telegraaf staat in de campagnestand en roept openlijk om Bergkamps aftreden.

Het was een afleiding van Arib om Bergkamp erbij te betrekken in een poging om de zaak waar het om draait, namelijk het onheus bejegenen van ambtenaren, naar de achtergrond te verdringen.

Arib kreeg aanvankelijk geen steun van haar eigen partij en na de aanvankelijke steun in de vooral rechtse media krijgt nu langzaam de nuancering waar het in de kwestie Arib in de kern om draait de overhand: het handelen van Arib als peoplemanager.

Dat hoeft niet meer onderzocht te worden omdat Arib afscheid heeft genomen als kamerlid. Ze ontneemt zo de kamer de mogelijkheid om haar ter verantwoording te roepen. Overigens zet het kamerbestuur, het presidium het onderzoek naar Aribs grensoverschrijdend gedrag voort. Want voor ambtenaren die zich slachtoffer voelen wordt deze kwestie niet beëindigd door weg te lopen.

Aribs voortijdig opstappen was tegen al haar oproepen aan kamerleden in omdat ze er steeds op hamerde dat kamerleden hun termijn af moeten maken. Arib doet nu wat ze anderen verweet.

Bergkamp die niet goed is in het handhaven van de orde in debatten heeft zoals blijkt niks met de kwestie Arib te maken. Dat probeerde Arib er van te maken. Als afleiding voor een onderzoek naar haar eigen fouten.

Rechtse media sprongen gretig op deze kwestie en volgden de agenda van Arib. Simpelweg omdat ze garen kunnen spinnen bij een tweestrijd Arib-Bergkamp. Ze hebben immers een bloedhekel aan D66. Dat gaat niet meer om Arib of Bergkamp, maar om het bashen van links en centrum.

Ook de oppositie links (SP, PvdD) en rechts (BBB, Omtzigt) van de PvdA nam de talking points van Arib over en viel onder verwijzing naar het opkomen voor de democratie in een brief Bergkamp aan.

De absurditeit én de aanval op Bergkamp is goed te zien in onderstaande tweet. Voormalig VVD-kamerlid Ton Elias roept godbetert op om Kees van der Staaij Kamervoorzitter te maken. Deze steile conservatieve christen is notabene lid van de SGP dat van Nederland een theocratie wil maken.

Tweet van NPO Radio 1, 30 september 2022.

Zoals de commentator in het fragment van WNL zegt over Arib: ‘ze oogstte de afgelopen dagen wat lof van verschillende kanten, maar nu klinken er ook andere geluiden door zoals van de ambtenaren in de kamer’.

Arjen Lubach verwoordde in zijn show van 3 oktober 2022 dat ‘andere geluid’ in een item over Arib. Hij stript de afleidingen van deze kwestie waarachter Arib het probeerde te verbergen en toont dat rechts de kwestie voor eigen doeleinden kaapt. Het andere geluid stelt het onderzoek naar Aribs grensoverschrijdend gedrag als Kamervoorzitter centraal. Dat past in een democratie waarin niemand boven de wet staat. Ook Khadija Arib niet.

Met haar gambiet heeft Arib zich binnen een week mat gezet. De rechtse pers pruttelt nog door in de hunkering naar Bergkamps scalp en het verdacht maken van de centrumpolitiek. Duidelijk is dat de kwestie Arib over meer gaat dan de kwestie Arib. Het is een kapstok voor het eigen ongenoegen. Wat daar zoal hangt, zegt vooral iets over dat ongenoegen.

Anton de Wit (KN) maakt karikatuur van ‘linkse’ tegenstanders van artikel 23

Schermafbeelding van deel commentaarWokevrije scholen’ en Artikel 23: hoe vrij is ons onderwijs?‘ van Anton de Wit op het Katholiek Nieuwsblad, 26 augustus 2022.

Op de FB-pagina van het Katholiek Nieuwsblad plaatste ik bij een posting van 26 augustus 2022 van een commentaar van hoofdredacteur Anton de Wit onderstaande reactie. De schermafbeeldingen zijn hier toegevoegd:

Er zijn onzorgvuldigheden geslopen in het commentaar van Anton de Wit die verwarrend werken. Ze geven de lezer een verkeerde voorstelling van zaken

Het ridiculiseren van links is een mening waar De Wit het volste recht op heeft. Maar het is wel een wankele argumentatie door uit een radicale mening binnen links te concluderen dat heel links zo is. Dat maakt van links een karikatuur. 

De Wit is geïnformeerd genoeg om te weten dat hij een en ander verkeerd voorstelt als hij het heeft over artikel 23 dat gaat over het openbaar en bijzonder onderwijs. De Wit suggereert dat de vrijheid van onderwijs ter discussie komt te staan als artikel 23 afgeschaft wordt. 

Schermafbeelding van deel commentaarWokevrije scholen’ en Artikel 23: hoe vrij is ons onderwijs?‘ van Anton de Wit op het Katholiek Nieuwsblad, 26 augustus 2022.

De Wit claimt zonder onderbouwing dat ‘links’ meent dat dit artikel ‘de bron van alle ellende’ is omdat het ‘de vrijheid van religieus of ideologisch geïnspireerd onderwijs garandeert‘. Dat is een voorstelling van zaken die op z’n best onvolledig en op z’n slechtst kwaadaardig kan worden genoemd. 

De kern van dit artikel en de steen des aanstoots voor de tegenstanders ervan is niet de vrijheid van religieus onderwijs, zoals De Wit suggereert. Die wordt door hen niet ter discussie gesteld zoals hij suggereert. Geen enkele politiek partij tornt tot nu toe aan die vrijheid. 

Schermafbeelding van artikel 23 van de Nederlandse Grondwet, lid 5-7.

Waar het voor deze tegenstanders om draait is de bekostiging van het bijzonder onderwijs ‘uit de openbare kas’. Dat willen ze afschaffen. Het is opvallend dat De Wit in zijn commentaar dit aspect niet noemt. Terwijl dat de kern van de kritiek op artikel 23 van niet-confessioneel links is. 

Dat gaat dus van D66, PvdD, PvdA, GL, SP tot en met VVD. De PVV is voorstander van artikel 23, maar wil de islam van bijzonder onderwijs uitsluiten. Dus ook de bekostiging van islamitisch onderwijs ‘uit de openbare kas’. Dat is shoppen in een wetsartikel dat weinig principieel aanvoelt.  

Die bekostiging van het bijzonder onderwijs kwam in 1917 in artikel 23 terecht als compromis en uitruil tussen de toenmalige linkse (niet-confessioneel) en rechtse (confessioneel) politieke partijen. De confessionelen kregen bekostiging uit de openbare kas voor hun scholen, de niet-confessionelen kregen algemeen kiesrecht. 

Het commentaar roept vooral de vraag op waarom De Wit herhaaldelijk suggereert dat ‘links’ de in de grondwet verankerde vrijheid van onderwijs wil afschaffen. Hij weet dat dit onjuist, praktisch onrealiseerbaar is en dat daar de kritiek van ‘links’ niet over gaat. De kritiek draait om de bekostiging ‘uit de openbare kas’. 

Schermafbeelding van deel artikel van Jasper van Dijk (SP).

Het gaat erom of een meer dan 100 jaar oud wetsartikel dat een uitruil was van standpunten te moderniseren. Als de bekostiging van het bijzonder onderwijs uit openbare middelen wordt gestopt, dan zal dat zeker de financiële soliditeit van christelijke scholen raken.

Het is echter stemmingmakerij van De Wit als hij zegt dat met de afschaffing van artikel 23 de vrijheid van onderwijs direct in gevaar komt. Christelijke koepels hebben nog steeds de vrijheid om scholen op te richten en te besturen. Het verschil is dat de bekostiging niet langer uit de openbare middelen komt, maar zal moeten worden opgebracht door de doelgroep die zo’n school steunt. 

Hoekstra ondermijnt vanwege zwakte CDA stikstofbeleid van kabinet

Kritiek CDA-leden op Hoekstra: ‘Waar was jij, Wopke?“‘ op NOS, 2 juli 2022.

Het CDA is als partij de zwakke schakel in het kabinet van VVD, D66, CDA en CU. Wopke Hoekstra is als partijleider de zwakke schakel in het coalitieoverleg. CDA en Hoekstra zijn op zoek naar een identiteit die ze niet kunnen vinden. Dat maakt het CDA onberekenbaar en een risico voor het voortbestaan van het kabinet Rutte-Kaag.

Door interne personele problemen (Omtzigt), de spanning tussen de linker- en rechtervleugel binnen de partij, de mislukte electorale doorbraak naar de grote steden, het afwijzen door regionale CDA-bestuurders van het stikstofbeleid, het nieuwe stikstofbeleid dat breekt met de macht van de landbouwlobby binnen de overheid waar het toenmalige CDA een hoofdrol in had, de opkomst van boerenpartij BBB die stemmen wegsnoept bij het CDA en nauw verbonden is met de agro-industrie en de radicale boerenbeweging, en de gestage achteruitgang van de invloed van partijen op religieuze basis, staat de leiding van het CDA onder druk. Hoekstra lijkt in paniek geraakt.

In het AD is vandaag een interview met Hoekstra gepubliceerd waarin hij zegt dat de doelstelling van het kabinet om de stikstofuitstoot per 2030 te halveren “niet heilig” is. Christenpoliticus Hoekstra volgt ook in zijn afwijzing van het kabinetsbeleid het jargon van de bijbel. Hoekstra’s uitspraak staat haaks op het kabinetsbeleid en de coalitieafspraken.

Premier Mark Rutte zegt in een reactie dat Hoekstra’s uitspraken staatsrechtelijk ‘op het randje‘ zijn omdat Hoekstra als partijleider van het CDA politieke ruimte zou hebben om dat te zeggen. Dat is onzin omdat wat minister Hoekstra zegt tegen de eenheid van het kabinetsbeleid ingaat. Het kabinet moet naar buiten toe met één mond spreken.

Minister Hoekstra doorbreekt dit uitgangspunt. Hij bewerkstelligt dat het stikstofbeleid van het kabinet niet serieus meer kan worden genomen. Dat werkt averechts om het stikstofprobleem op te lossen. Hoekstra gaat ‘over het randje‘. Premier Rutte probeert Hoekstra’s breken met het kabinetsbeleid te maskeren om zijn kabinet te redden.

Schermafbeelding van deel artikelRutte: Stikstofuitspraken Hoekstra staatsrechtelijk op het randje‘ in Trouw via ANP, 19 augustus 2022.

Hoekstra laat zich kennen als een politicus die bang is om de stem van het platteland te verliezen. Hij vergeet dat de impasse waar het stikstofbeleid in is verzeild geraakt grotendeels het gevolg is van de pro-agro-industrie opstelling van het CDA in de afgelopen jaren.

Hoekstra goochelt met cijfers en wil de doelstelling van 2030 naar achteren schuiven. Dat is te eenzijdig gedacht vanuit het boerenbelang en negeert de waarschuwingen van de natuur- en milieu-organisaties dat een reductie met 50% van de stikstofuitstoot in 2030 al het minimum is om de diversiteit en veerkracht van de natuur te redden.

Hoekstra weet dat hij tegenstrijdig is als hij zegt de doelstelling van 50% reductie in 2030 te willen handhaven en volgende generaties niet op te willen zadelen met problemen, maar de reducties op veel plekken toch uit te willen stellen. Dat kan niet. Het is het een of het ander.

Schermafbeelding van deel artikelRutte: Stikstofuitspraken Hoekstra staatsrechtelijk op het randje‘ in Trouw via ANP.

Door zijn uitspraak zet Hoekstra stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) in de kou. Het CDA laat haar vallen. Dat zullen vooral VVD en D66 Hoekstra kwalijk nemen. Tegelijk beseffen deze partijen dat het CDA aan steun verliest op het platteland, in een identiteitscrisis verkeert, geen gezaghebbende leider heeft en een uitweg uit de eigen politieke impasse gegund moet worden.

Wopke Hoekstra maakt zich met zijn electorale opportunisme en angst voor de radicale boeren en agro-industrie, en gebrek aan standvastigheid om de rug recht te houden politiek ongeloofwaardig. Hij zou zich als partijleider van het CDA met zijn uitspraak over het stikstofbeleid wel eens definitief gediskwalificeerd kunnen hebben. Wie zal hem nog op zijn woord geloven?

Schone handen

Global Village Foundation/ Ronald Timmermans en Max Kisman, ‘De kiezer verneukt : Afbraak demokratie‘, circa 1977. Collectie: Stephen Lewis poster collection, circa 1921-2017

Dit zijn twee posters die reflecteren op de politiek situatie van rond 1980. Het CDA ontstond op 11 oktober 1980 zodat de datering ‘circa 1977’ van bovenstaande poster in de collectie van de Joseph P. Healy Collection niet lijkt te kloppen. Maar in 1977 deed het CDA al met een gemeenschappelijke lijst mee aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dus het is mogelijk dat de poster een actueel antwoord was op de de totstandkoming van het kabinet Van Agt-Wiegel in 1977.

In de verkiezingen van 1977 was de PvdA onder leiding van Joop den Uyl de grootste partij geworden met een winst van 10 zetels, maar kwam die partij na stukgelopen onderhandelingen tussen CDA en PvdA toch niet in het kabinet. VVD-leider Hans Wiegel maakte een deal met CDA-leider Van Agt.

Verstonden de makers Ronald Timmermans en Max Kisman (Global Village Foundation) dat onder het verneuken van de kiezer en de afbraak van de democratie? Ze lijken te wijzen op fraude, bedrog, steekpenningen en ondemocratisch gedrag van CDA en VVD, terwijl het kabinet Van Agt I een uitkomst was van onderhandelingen binnen de marges van de Haagse politiek.

In 1981 gebeurde het omgekeerde. Mede door de winst van D66 verloor de coalitie CDA-VVD haar nipte meerderheid van 77 zetels die toch al uiterst wankel was door de zogenaamde CDA-dissidenten die het kabinet vleugellam maakten. Dat waren er aanvankelijk zes en later in de kabinetsperiode 10. CDA-dissident Jan Nico Scholten met zijn evangelische principes was toen een bekende Nederlander.

Daarom was het begrijpelijk dat het kabinet Van Agt II uit 1981 ging bestaan uit CDA, PvdA en D66. Maar dat was evenmin als het kabinet Van Agt I stabiel en doelmatig. D66 was getalsmatig overbodig en de chemie tussen CDA en PvdA was slecht. Dit kabinet bestond nog geen jaar. In mei 1982 traden de PvdA’ers onder wie de toenmalige partijleider en minister van Sociale Zaken Joop den Uyl af vanwege versoberingen van de verzorgingsstaat.

Het zogenaamde rompkabinet Van Agt III bestond uit CDA en D66 en bereidde in een half jaar de vervroegde verkiezingen van september 1982 voor. Dat resulteerde net als het kabinet Van Agt I in een kabinet van CDA en VVD, nu geleid door CDA’er Ruud Lubbers.

Waar onderstaande poster van opnieuw de Global Village Foundation op duidt lijkt duidelijk. De vormgevers vragen zich af of Joop den Uyl schone handen heeft omdat hij toetreedt tot het kabinet Van Agt II. Ze konden in 1981 nog niet weten dat de bewindslieden van de PvdA in mei 1982 dat kabinet vanwege voorgestelde bezuinigen zouden verlaten. Hoe vuil waren de handen van Joop?

Het is een poster die de PvdA verdacht maakt. Dat is de wetmatigheid in de Europese politiek dat de sociaal-democratie fel bestreden wordt door links. Van communisten tot pacifisten en hardcore socialisten. Een andere meerderheid zonder PvdA was niet te vormen en D66 van toen had een linkser profiel dan het huidige D66 van Kaag. Je kunt je met terugwerkende kracht afvragen, hoe schoon kunnen handen van politici zijn? En hoe realistisch is het wereldbeeld van vormgevers?

Global Village Foundation/ Werkgroep Blaffende Honden, 1981. ‘Hoe schoon zijn de handen van Joop?‘ Collectie: Stephen Lewis poster collection, circa 1921-2017

Gemeenteraadsverkiezingen: Ik wil per se stemmen, maar weet niet waarop

Verkiezingsbord Utrecht voor gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart 2022. Bron: Oostkrant.

Stel je bent een links-liberale, secularistische vrijdenker, woont in Utrecht en wilt bij de gemeenteraadsverkiezingen stemmen volgens je overtuiging. Ook om radicaal-rechtse partijen als PVV en BVNL, een extreem-rechtse partij als FvD, een radicaal-linkse partij als BIJ1 en varianten van de SP, een dwaallichtpartij als de Piratenpartij waar ik enkele jaren lid van was en religieuze partijen als CDA, Christen-Unie en DENK de pas af te snijden.

Dat is keuze die je maakt als je de overtuiging wilt volgen die geen radicalisme, populisme en godsdienst in de politiek toelaat.

Hopeloos.

Het lukt niet om zo’n partij te vinden. Partijen die op het eerste gezicht in aanmerking komen vallen af. D66 in Utrecht is te populistisch rechts en heeft zich afgelopen jaren geprofileerd met terrassen voor de Horeca, GroenLinks te populistisch links en wereldvreemd en VOLT kan niet eens de eigen partij organiseren, laat staan dat aan zo’n partij het bestuur van de vierde stad van Nederland toevertrouwd kan worden.

Ik wil per se stemmen, maar weet niet waarop.

Dat is wat anders dan het idee dat een politieke partij als een handschoen moet passen bij de eigen overtuiging. Dat idee heb ik al sinds het einde van de jaren 1990 losgelaten toen ik me bij geen enkele partij meer ‘natuurlijk’ thuis voelde om daar blindelings op te stemmen.

Stemmen was dus altijd al water bij de wijn doen. Maar nu zie ik alleen maar water met een druppeltje wijn erin. De politiek is verregaand verwaterd.

Politieke partijen leveren niet wat ik van hen verwacht. Bij lange na niet. Zelfs niet als ik mijn verwachtingen nog een extra naar beneden bijstel en mijn duim leg over grote delen van het programma waar ik me niet in kan vinden voldoen de partijen nog niet aan de toch al verlaagde norm die ik aan een volwassen politieke partij stel.

Hoe komt dat? Marketing en populisme zijn niet nieuw, maar lijken opnieuw in de strijd om de kiezer terrein te hebben gewonnen. Haak ik daarom af?

Ben ik te kritisch en verwacht ik te veel van de partijpolitiek? ‘Wie luistert, weet meer‘ is een slogan van de radiozenders van de Publieke Omroep. Maar wat als wie meer weet tot de slotsom komt dat geen enkele politieke partij nog voldoet om op te stemmen? Dan verkeert de slogan in het tegendeel ‘Wie luistert, weet minder’.

Op 16 maart 2022 zijn de gemeenteraadsverkiezingen. In Utrecht kan ik op 20 partijen stemmen.

Dat lijkt weelde, maar is armoede. Vergelijkbaar met een supermarkt waar kwantiteit en keuze van producten gaat voor kwaliteit. Lokale partijpolitiek is verworden tot een buurtsuper waar de producten over de datum zijn, de prijzen te hoog, het assortiment te beperkt en de korte keten tussen kiezer en partij niet grondt in lokale traditie, maar overspoeld wordt door landelijke en globale mode.

Ik kom er niet uit. Ik zit gevangen in het beeld van te hoge verwachtingen en te lage verrichtingen van de lokale politiek. Ik kom er niet uit.

Van der Galien scoort met groteske onzin op DDS. Hij zit gevangen in zijn verdienmodel vol onwaarheid, misleiding en radicalisering

Schermafbeelding van deel columnDerde Wereldoorlogpushers D66 en GroenLinks zaaien paniek over Russische inname kerncentrale Zaporizja‘ van Michael van der Galien op DDS, 4 maart 2022,

Zoals doorgaans liggen de feiten precies anders dan hoofdredacteur van DDS Michael van der Galien het voorstelt. Het geven van desinformatie is zijn sterke punt. Daarin excelleert hij. Als parodie van zichzelf. 

Update 11 van 4 maart 2022 van het IAEA zegt onder meer: ‘However, the operator has reported that the situation remains very challenging and therefore it has not yet been possible to access the whole site to assess that all safety systems are fully functional.‘ Het is op dit moment dus nog niet duidelijk of de situatie onder controle is. Maar dat is geen feit dat voor onze hoofdredacteur van belang is. Hij laat de frieten uit zijn mening volgen. Niet zijn mening uit de feiten. 

Met het beschieten van de kernenergiecentra van Zaporizhzhia hebben de Russische troepen volgens mensenrechten-experts, nucleaire deskundigen en politici een grens overschreden. Dat gaat in tegen het gezond verstand én het oorlogsrecht. Want als de Russische troepen een kerncentrale raken, dan kunnen hun eigen troepen besmet worden. 

Van der Galien maakt zichzelf niet alleen tot een parodie van een journalist -dat doet hij al tijden en kunnen we van hem verwachten-, maar hij staat langzamerhand ook alleen in zijn inschatting van wat er in Oekraïne gebeurt. Europese radicaal-rechtse politici hebben afstand van de Russische inval in Oekraïne genomen. Premier Viktor Orbán, Matteo Salvini, Éric Zemmour, Marine Le Pen en vele andere ultra-rechtse politici hebben de Russische inval en het gebruik van geweld di direct gericht is op de burgerbevolking door de Russische krijgsmacht veroordeeld. 

Van der Galien staat in Nederland in zijn overtuiging aan dezelfde kant als de FVD-politicus Thierry Baudet. In hun geniale domheid missen deze radicaal-rechtse opinieleiders de evenwichtigheid om te oordelen over een inval die de nationale veiligheid van Europa bedreigt. Ook hun leven kan straks bedreigd worden door de Russische agressie die niet meer in te perken valt. 

Zelfs voor Van der Galien is het potsierlijk om te verwijzen naar Russische sociale media en daar enige argumentatie aan te ontlenen. Hij kan weten dat de censuur van de Russische overheid het niet toelaat dat in de media de waarheid wordt gesproken over de oorlog. Wie het woord oorlog of invasie gebruikt loopt zelfs kans op 15 jaar gevangenisstraf. Wie wil dat goedpraten behalve iemand die zwart wit noemt, en wit zwart? Is het breidelen van een vrije mening het idee van vrijheid dat Van der Galien indirect in bescherming neemt door de critici van Poetin te hekelen? Dat zegt dat vooral iets over onze hoofdredacteur.

Het Westen wil geen oorlog en de NAVO wil geen oorlog. Daarom zijn er ook geen NAVO-militairen in Oekraïne. Poetin is de oorlog begonnen, niet het Westen. D66 en GL pleiten niet voor een WWIII, maar willen dat de oorlog onmiddellijk stopt en het beschieten van de burgerbevolking door Russische troepen stopt. Om een humanitaire crisis te voorkomen die de Russische tropen nu aan het veroorzaken zijn. 

Het is grappig gesteld met Van der Galien. Hij is een provocateur die als experiment probeert uit te vinden hoever hij kan gaan in het misleiden van de lezers van DDS. Hij is een digitale rattenvanger van Hamelen die zijn lezers op sleeptouw neemt. Hij probeert uit te vinden hoever hij kan gaan in zijn misleiding. 

Het is ook emancipatie, namelijk dat de lezers van DDS voor zichzelf denken en hun eigen oordeel vormen. De onwaarheden die Van der Galien uit zijn geniale brein schudt hoeven dat niet te zijn. Net als Trump lacht hij over de domheid van zijn volgelingen die de onzin voor zoete koek aannemen. De tragiek van geradicaliseerde types als Trump, Baudet en Van der Galien is dat ze gevangen zitten in hun eigen verdienmodel en niet meer anders kunnen. Maar daarom hoeven ze anderen nog niet mee te nemen in hun ondermijning van de waarheid. Ze doen het wel.