Ruud Koopmans meent dat in Nederland de kritiek op de radicale islam vooral door links ontkend wordt

Het is een oude constatering, islamkritiek moet, maar mag niet in Nederland. Het islamdebat is geamputeerd en gesaboteerd. Socioloog Ruud Koopmans ziet in gesprek met WNL de radicale islam als probleem. Er heerst volgens hem bij linkse en gematigd-rechtse politieke partijen een taboe om kritiek te uiten. Bijvoorbeeld wat de positie en bejegening van vrouwen of homoseksuelen binnen de islam betreft die niet te rijmen valt met de rechtsstaat. Toch blijft het behalve bij radicaal-rechts stil en klinkt er nauwelijks kritiek op de radicale islam.

Vooral door de halfslachtige opstelling van links die valt samen te vatten als wegkijken en goedpraten. Terwijl enkele decennia daarvoor kritiek van links op het christendom op dezelfde aspecten wel overbodig klonk. Dat verschil is opvallend en niet logisch. Zodat islamkritiek nog meer met radicaal-rechts wordt geassocieerd en nog meer een taboe wordt. Met als gevolg dat het gedrag van links er alleen nog maar extra krampachtig op wordt. Het ontkennen van de waarheid over de islam door links is een destructieve daad. Gelukkig zijn er uitzonderingen op dat goedpraten van de onderdrukking door de radicale islam, zoals Koopmans, maar ook ex-PvdA’er Eddy Terstall. Die laffe houding van de PvdA kondigde al voor 2010 de leegloop van de partij aan.

Het islamitisch fundamentalisme kan het best bestreden worden met fundamentele kritiek. Maar in Nederland gebeurt het niet of te aarzelend. De verklaring is duidelijk, moslims worden als slachtoffer beschouwd en moeten in bescherming genomen worden omdat ze zielig zouden zijn. Hoewel het volgens Koopmans juist de islamregimes zijn die slachtoffers maken. Niet in het minst de goedwillende moslims die onder het islamitisch radicalisme lijden. Het wegkijken van bedrijfsleven en voltallige Nederlandse politiek voor landen als Qatar of Saoedi-Arabië die hun islamitisch fundamentalisme naar Nederland mogen exporteren is een ander taboe.

Opinie van DDS over Brett Kavanaugh en witte suprematie dient hoger doel: verwarring zaaien, basis plezieren en ‘links’ aanvallen

In het opinie-artikelBelachelijke analyse door Volkskrant over Ford-Kavanaugh hoorzitting: ‘hoorzitting bewijst vrouwen moeten ten dienste staan mannelijk succesverhaal’ van Wout Willemsen in DDS meen ik dat de auteur een belachelijke en gammele analyse geeft van zowel Mees’ mening in een Volkskrant-column van 2 oktober als van de omstandigheden rond de benoeming van rechter Brett Kavanaugh en de beschuldigingen van zijn seksueel grensoverschrijdend gedrag begin jaren 1980 door verschillende vrouwen. Mijn reactie:

Het kan goed dat de analyse van Heleen Mees niet klopt. Maar de analyse van de analyse door WW klopt in elk geval niet. WW voegt weinig toe aan ons begrip. Hij streeft niet naar verduidelijking, maar naar verwarring.

Het is juist dat in een rechtsstaat aantijgingen moeten worden onderbouwd. Anders betekenen ze weinig. Dat kan door onderzoek. In de VS is het de FBI die goed en snel een onderzoek kan uitvoeren.

Maar ondanks de twitter-beloften van president Trump gaf hij via zijn juridische adviseur Don McGahn een beperkte opdracht aan de FBI voor het onderzoek. Slechts enkele getuigen mochten verhoord worden. De hoofdverdachten Dr. Ford en rechter Kavanaugh vielen daar niet onder. Dat is merkwaardig en tamelijk afwijkend van een serieus en gedegen onderzoek. Intussen is onder politieke en maatschappelijke druk de opdracht aan de FBI verruimd, maar is ook de deadline voor het onderzoek gepasseerd.

De actuele analyse zegt dat president Trump niet wil dat Kavanaugh benoemd wordt als rechter van het Supreme Court. Juist daarom maakte hij in zijn toespraak in Mississippi Dr. Ford belachelijk, zodat ook Republikeinse senatoren (Collins, Murkovski, Flake, Sasse) negatief reageerden en afstand namen van deze tirade. Trump wil vooral het mislukken van de benoeming uitventen om de Trumpiaanse basis in de tussentijdse verkiezingen van november te motiveren. Om de schade te minimaliseren. Uit de peilingen in enkele races blijkt dat Trumps strategie werkt.

Dit klinkt geloofwaardig omdat Trump zich tot nu toe niet ondubbelzinnig achter Kavanaugh heeft opgesteld en de rechter na zijn emotionele en politieke getuigenis van vorige week donderdag voor de Juridische Commissie van de Senaat volgens velen het temperament en de eerlijkheid (‘candor’) mist om een rechter van het Supreme Court te zijn.

Het is trouwens totaal niet verdacht dat vrouwen juist nu met kritische verhalen over rechter Kavanaught naar buiten komen. De logica is dat hij benoemd dreigt te worden in het hoogste rechtscollege van het land. Daarom komen deze vrouwen in actie. Directe aanleiding is het sterke vermoeden dat Kavanaugh de doorslaggevende stem in het Supreme Court is om de abortuswetgeving (Roe vs. Wade) terug te draaien. Zodat vrouwenrechten worden teruggedraaid. Daar komen deze vrouwen tegen in het geweer. In de hoorzittingen in de Senaat weigerde Kavanaugh antwoord te geven over zijn standpunten over deze kwestie.

Er speelt nog iets anders. Hoewel het door de opkomst van alt-right anders lijkt, wijzen demografische onderzoeken uit dat de bevolking van de VS steeds progressiever wordt. Ondersteunend bewijs daarvoor is dat de laatste Democratische kandidaten bij de presidentsverkiezingen aanzienlijk meer stemmen behaalden dan Republikeinse kandidaten. Ook Trump kreeg bijna drie miljoen stemmen minder dan Hillary Clinton.

Juist daarom is het merkwaardig dat een land dat zich in de ene richting ontwikkelt een Supreme Court heeft waar de andere, slinkende richting sterker vertegenwoordigd wordt. Naast onderwerpen als abortus gaat dit Supreme Court ook over partijpolitieke zaken als het onderdrukken van de opkomst (‘voter suppression’), de indeling van kiesdistricten die geen eerlijke afspiegeling van de krachtsverhoudingen is (Gerrymandering) en zelfs de uitslag van een presidentsverkiezing. Want het was Al Gore die de verkiezingen van 2000 won, maar toch in het stof moest bijten tegen George ‘W’ Bush omdat het Supreme Court de hertellingen in Florida stopzette die Gore zou hebben gewonnen. Door deze politieke middelen kan een conservatieve minderheid als het ware de eigen houdbaarheidsdatum oprekken en over het eigen graf heen aan de macht blijven.

De column van Heleen Mees in De Volkskrant bevat bij nader inzien niets opzienbarends. Ze relativeert de #MeToo-beweging en zegt ‘dat ons brein getraind is om mannen te geloven in plaats van vrouwen, en om de sociale status van mannen belangrijker te vinden dan de fysieke veiligheid van vrouwen’. Mees vervangt hiermee de filosofie van Dick Swaab door haar eigen sociologische analyse. Men kan het hiermee wel of niet eens zijn, maar het is een goed verdedigbaar standpunt dat witte mannen uit een bevoorrechte sociale klasse een streepje voor hebben, meer uit mogen vreten, uit de wind gehouden worden en minder streng worden beoordeeld, en het publieke debat cultureel domineren.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelBelachelijke analyse door Volkskrant over Ford-Kavanaugh hoorzitting: ‘hoorzitting bewijst vrouwen moeten ten dienste staan mannelijk succesverhaal’’ door Wout Willemsen op DDS, 3 oktober 2018.

Tim Farron stapt op als leider Liberaal Democraten. Zijn christelijke overtuiging over homoseksualiteit was in strijd met de partijlijn

Tim Farron van de Britse Liberaal-Democratische partij en MP voor Westmoreland & Lonsdale is opgestapt als partijleider. Er zijn drie redenen. De partij deed het met een winst van 4 zetels slechter dan gehoopt. Het wist de anti-Brexit stem onvoldoende te mobiliseren. Farron was een kleurloze en weinig inspirerende leider. En de christelijke overtuiging zat hem in de weg. Farron begint zijn afscheidstoespraak met de claim dat hij tot in zijn vingertoppen liberaal is, maar juist aan die gezindheid bestaat twijfel. Door deze toespraak bevestigt hij dat eerder dan dat hij het ontzenuwt. Want hoe liberaal was Farron die lange tijd vragen ontweek over zijn opvatting over homoseksualiteit? Progressieve opvattingen zitten bij Farron niet van harte ingebakken. Dat is electoraal schadelijk voor een partij die het grotendeels moet hebben van progressieve standpunten.

Farron is een slechte verliezer als hij zegt dat het wantrouwen tegen hem zou zijn ingegeven door wat hij gelooft en wat zijn geloof is. Hij weet dat dit onjuist is, want de kritiek op Farron zat ‘m niet in zijn christelijk geloof, maar in zijn opvattingen die niet spoorden met de partijlijn. Of beter gezegd: in het feit dat Farron de partijstandpunten niet boven zijn christelijke overtuiging wist te stellen. Farron wordt er zelfs rancuneus en onheus op als hij vervolgens zegt dat ‘we onszelf voor de gek houden als we denken dat we in een tolerante, liberale samenleving leven’. Een niet al te subtiele verwijzing naar zijn eigen partij. Farron houdt zichzelf voor de gek als hij beweert een volbloed liberaal te zijn. Dat was hij niet. Hij kon zijn christelijke overtuiging niet verenigen met het partijstandpunt over homoseksualiteit en geeft daar vervolgens de partij waarbij hij ooit aansluiting zocht de schuld van. Het toont aan hoe ongeschikt hij was als leider van de Liberaal-Democraten.

Reacties op Rotterdamse campagne over vrije partnerkeuze toont verdeeldheid PvdA aan. Tussen vrijzinnig en cultureel conservatief

De campagne ‘In Nederland kies je je partner zelf (‘zelfgekozen’) van het Rotterdamse gemeentebestuur (Leefbaar, D66, CDA) roept weerstand op, zoals een bericht in het AD verduidelijkt. De domste reactie komt van PvdA-raadslid Fatima Talbi. Zonder dat ze lijkt te begrijpen wat ze zegt, beweert ze het tegendeel van wat ze denkt te zeggen. Zo’n voorlichtingscampagne van de overheid bevat altijd het element van een voorbeeld.

Inderdaad, zo doen we het in Nederland. Waarmee niet gezegd is dat ook iedereen in Nederland al ‘zo ver’ is. Het voorbeeld wordt gegeven om na te volgen, een verplichting is dat niet. De verbolgenheid van Fatima Talbi is groot. Ze kan voor een hoger doel niet over haar gemeenschapsdenken en de partijpolitiek heenstappen.

Het voormalige PvdA-kamerlid Keklik Yucel denkt er in een tweet trouwens anders over dan haar Rotterdamse partijgenote Fatima Talbi. Het geeft aan hoe gespleten de PvdA is. Tussen de vrijzinnigheid van Yucel en het cultureel conservatisme van Talbi. Waarbij nog wat anders aan de hand is. De Rotterdamse PvdA zit gevangen in eigen onmacht en onverwerkt verleden door het omzien naar roemruchte tijden. De verdeeldheid maakt het er voor de landelijke partijleiding niet duidelijker op om een herkenbaar profiel uit te dragen. Toch zal dat nodig zijn om de PvdA voor de kiezer weer een smoel te geven. Wat wint het, de progressieve lijn van Yucel of de conservatieve lijn van Talbi? Hoe dan ook zou de partijleiding van de PvdA er goed aan doen om in dit soort culturele kwesties duidelijker dan nu stelling te nemen en een voorbeeld te geven voor de hele partij.

Foto 1 en 3: De vier posters van de Rotterdamse campagne zelfgekozen over vrije partnerkeuze.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelPosters met zoenende moslima leiden tot woedende reacties’ in AD, 24 mei 2017.

Foto 4: Tweet van voormalig PvdA-kamerlid Keklik Yucel, 24 mei 2017.

Kiezen tussen D66 en GroenLinks. Hoe de stemkeuze beredeneren?

look_outs_aboard_hms_ashanti_whilst_escorting_a_russian_convoy_march_1942-_a8202

Gisteren vroeg iemand me op FB wie goed en wie slecht is. Dat naar aanleiding van m’n commentaar op de brief van Mark Rutte en de selectieve hufterigheid die ik met velen daarin las. De laatste 24 uur wordt die hufterigheid van de VVD nog eens extra benadrukt door de nieuwste ontwikkelingen over de Teevendeal (‘de bonnetjesaffaire’) als gevolg van de onderzoeksjournalistiek van Bas Haan van Nieuwsuur. Het verschil tussen mooie verkiezingspraatjes en de werkelijkheid, tussen schijn en wezen, kan bijna niet groter zijn. De timing zit de VVD tegen. De mooie woorden van Rutte tonen nog potsierlijker en meer misplaatst dan ze al waren.

Iemand schreef op FB: ‘Iedereen moet maar zijn eigen keuze maken, de politiek is toch niet te vertrouwen.’ Daar antwoordde ik op: ‘Nou, dat is weer te veel van het goede. Het gaat om het verschil tussen goede en slechte politiek.’ Waarop dus de vraag aan me gesteld werd wat dan goede en slechte politiek was. Ik kwam niet weg met het antwoord dat iedereen dat maar voor zichzelf moet uitmaken. Uiteindelijk antwoordde ik: ‘Ik kan hooguit zeggen welke partijen op dit moment op m’n shortlist staan. Dat zijn D66 en GroenLinks. Maar ik zou daarmee niet willen suggereren dat dat goede partijen zijn.’ Met de belofte om dat nader toe te lichten. 

Partijen in het politieke landschap van Nederland lijken nog meer dan anders in te delen in tegenstellingen die niet exclusief zijn. Anders gezegd, partijen kunnen op de ene tegenstelling niets gemeenschappelijk hebben, maar op een andere tegenstelling raakvlakken of overeenkomsten vertonen. Dat maakt het vergelijken van partijen lastig. De volgende tegenstellingen zijn aan te wijzen als de belangrijkste kenmerken: 1) links-rechts (sociaal-economie); 2) progressief-conservatief (sociaal-cultureel; identiteit); 3) pro- en anti-EU; 4) religieus-vrijzinnig; 5) democratisch-anti-democratisch; 6) kwaliteit en doelmatigheid van leider en partijorganisatie.

Niet iedere kiezer vindt voor de eigen afweging hetzelfde kenmerk even belangrijk. Waar de één de relatie tot de EU vooropzet, zet de ander de economische situatie centraal. Of het religieuze karakter van de partij of het idee over identiteit en nationalisme. En op een bepaald kenmerk kan men natuurlijk ook verschillend denken.

Op mijn huidige shortlist fungeren de twee als links-liberaal te omschrijven partijen D66 en GroenLinks (GL). Ze hebben veel gemeen, maar verschillen ook sterk. Ze zijn de twee meest uitgesproken pro-EU partijen (3). Sociaal-economisch is D66 rechts en GL links (1). Sociaal-cultureel zijn ze allebei progressief (2). Ook zijn ze vrijzinnig (4). D66 is een door en door democratische partij, GL kent anti-democratische elementen. Of liever gezegd D66 steunt het idee van democratie onvoorwaardelijk, terwijl daar bij GL met een oude kern van anti-democratische kaderleden twijfel over bestaat (5). D66 is een coherente partij met een niet al te aansprekende leider, terwijl GL een onsamenhangende partij met gefragmenteerd gedachtengoed en een sterke leider is (6).

Deze opsomming geeft aan hoe lastig kiezen het al is tussen twee partijen die programmatisch dicht bij elkaar liggen. Het is niet makkelijk te beantwoorden wat een kiezer het zwaarste moet laten wegen. Tegen het einde van een campagne wordt de inschatting van de kwaliteit van partij en leider steeds belangrijker. Hoe opereren ze strategisch en sorteren ze verstandig voor op de onderhandelingen na de verkiezingen? De PVV kan de grootste of op een na grootste partij worden, maar heeft zich buitenspel gemanoeuvreerd door een harde politieke en persoonlijke toon naar de andere partijen. Fouten worden afgestraft en kiezers haken graag aan bij een leider of partij die het beeld van een winnaar vertoont en perspectief heeft voor na de verkiezingen.

Als Jesse Klaver (GL) zich in m’n ogen niet waarmaakt of de beslissing neemt om de toenadering van de PvdA en SP te gedogen en goed te praten zal ik in gedachten GL van mijn shortlist schrappen. Als Alexander Pechtold (D66) teleurstelt in debatten of interviews dan maakt dat nog geen verschil omdat zijn kwaliteit niet de reden is dat D66 op mijn shortlist staat. Maar als D66 als partij beslissingen neemt over vrijzinnigheid, de EU of directe democratie die afwijken van wat ik van die partij op z’n minst verwacht, dan schrap ik D66. Nieuwe partijen kunnen op m’n shortlist komen als ze de kenmerken vertonen die ik van een partij verwacht. Rechts-populistische of christen-democratische partijen zullen dat niet zijn omdat die voor mij de verkeerde kenmerken vertonen. Als op 15 maart 2017 geen enkele partij meer op mijn shortlist blijkt te staan, dan ga ik niet stemmen. Niet door een tekort aan politieke interesse, maar vermoedelijk door een teveel eraan.

Foto: Uitkijkposten aan boord van HMS Ashanti dat een Sovjet-convooi escorteert, maart 1942.

Betalen met sex voor rijlessen. Dat kan in Nederland constateren Amerikanen afgunstig

Nou horen we het eens van een ander, Nederland blijft een progressief land. Aldus Kyle Kulinski op Secular Talk. En als Amerikanen dat zeggen telt het dubbel. Want Nederlanders kijken graag op naar de VS. Het doet er niet eens meer toe of het bericht klopt. In de beeldvorming scoort Nederland. Wordt het weer een gidsland dat het ooit was? Het gaat slechts om de rijschool rijbewijs-goedkoopste-in-natura die rijlessen in ruil voor sex aanbiedt. De rijschool zegt ‘Het uiterlijk is niet van belang. Hierop word niet geselecteerd.’ Of hiermee de instructeur of de leerling wordt bedoeld is onduidelijk. Waarschijnlijk de laatste. Volgens de ministers Van der Steur (Justitie) en Schultz van Hagen (Infrastructuur) is de betaalmethode niet strafbaar en geen prostitutie, maar wel ongewenst. Hè, dat is jammer, Nederland is toch niet het gidsland zoals Amerikanen graag zien.

rijb

Foto: ‘Rijbewijs mogelijk door betalen in natura

Op zoek naar progressieve politici. Ik vind ze niet. Vreemd?

hall014gesc02ill322

Van politici meen ik iets te begrijpen. Het zijn immers ook mensen van vlees en bloed. Met hun ambities en kwaliteiten, nukken en kuren. Er zijn twee hoofdvisies op politici. Ze offeren zich op voor het algemeen belang of het zijn zakkenvullers. Waarschijnlijk zijn ze het een noch het ander. Mensen raken verzeild in de politiek en blijven erin hangen of zien het als een sector waarin carrière valt te maken. Het publiek ziet politici als een noodzakelijk kwaad. Zoals de uitvaartverzorger of de schuldsaneerder. Ze horen bij het leven, maar je hebt er liever niks mee te maken. Maar ontkennen dat ze er niet zijn of geen functie vervullen kan niet.

Uit nationale enquêtes blijkt bij herhaling dat politici de minst gewaardeerde beroepsgroep zijn. ‘Misschien heeft dit iets te maken met de zweem van groot geld en graaicultuur rond deze beroepen, vaak gecombineerd met matige prestaties,’ zegt een commentaar uit 2008. Het is een bekende reflex om bij kritiek onder het mom van ‘we moeten het beter uitleggen‘ de fout bij de communicatie te leggen. Dat ooit zo moderne toverwoord als toverterm waaronder niemand hetzelfde verstaat en dat alles en niks betekent. De uitspraak ‘gecombineerd met matige prestaties‘ duidt op beginnend inzicht. Het is niet de vorm waarom de politicus niet door het publiek gewaardeerd wordt, maar de inhoud. Laten we dat eens als uitgangspunt nemen.

Of nee, laat ik mezelf als uitgangspunt nemen. Tot 1998 stemde ik D66 omdat ik geloofde dat het deze partij menens was met de vernieuwing van het politieke bestel. Dat was in die tijd waarschijnlijk ook wel zo. Ik ben voor democratisering tot in de haarvaten van de samenleving. D66-‘krullebol’ en oud-minister Thom de Graaf is de representant van een partij die regeren belangrijker vindt dan staatsrechtelijke hervormingen. Tja, dat kan, maar daarom vind ik D66 volstrekt niet meer belangrijk als partij omdat het inwisselbaar is geworden. Trouwens De Graaf zei in september 2012: ‘een coalitie over het midden kan vrijwel niet bestaan zonder D66‘. Naast principes ontbeert het dit D66 dus ook vaak aan realiteitszin en strategisch inzicht. In arren moede en met onbegrip voor m’n eigen stap werd ik in juli 2012 lid van de Piratenpartij. Ik leg hier uit waarom.

Hoe komt het dat ik in Nederland geen ‘progressieve‘ politici kan vinden? Want die zoek ik en vind ik niet. Als referentie voor de richting waarin ik zoek verwijs ik naar de Amerikaanse senator Elizabeth Warren. Dat soort ongebonden en eigenzinnige politici mis ik in Nederland. Vele politici zoals Ronald van Raak, Gerard Schouw of de teruggetreden Mariko Peters of Boris van der Ham verenigen volop kwaliteiten in zich, maar kan ik toch niet opvatten als ‘progressief‘. Zo wordt hun vrijzinnigheid aangevuld met een economisch wereldbeeld dat ik te behoudend (D66), te etatistisch (SP) of te naïef (GroenLinks) vind. Ik begrijp waarom deze politici zo zijn. Maar ik begrijp niet waarom er in Nederland geen progressieve partij is die progressieve politici voortbrengt.

Foto: ‘De toekomst begint vandaag. Affiche voor een propagandafilm van het Comité voor Vrijheid en Democratie. 1958. Leuven, KADOC’

Wanneer ontstaan anti-Europese partijen op links?

Van 22 tot 25 mei 2014 vinden in verschillende landen Europese verkiezingen plaats. De informatiecampagne is begonnen. Slogan is ACT.REACT.IMPACT. Volgens een bericht in De Volkskrant zal het Europees Parlement de campagne ‘neutraal’ opzetten. Dat biedt kansen voor europsceptische partijen. Vraag is of anti-Europese partijen evenveel faciliteiten krijgen als de traditionele facties in het Europees parlement. Wachten is op linkse anti-Europese partijen die als een linkse Tea Party niet immigratie en nationale veiligheid, maar burgerrechten en democratisering van de Europese instellingen voorop zetten. Welke progressieve partijen zetten de bijl aan oude vanzelfsprekendheden van de Europese eenheid? En kappen oude waarheden weg die niet meer werken?

Schouw en Poot tegen Opstelten en de controlestaat: drones

sch

D66-Kamerlid Gerard Schouw heeft kritiek op minister Opstelten van Veiligheid en Justitie. Naar het idee van D66 draaft Opstelten door met z’n plannen om de inzet van drones door gemeenten grootschalig toe te staan. Het werpt een sleepnet over Nederland dat onschuldige burgers meeneemt. Da’s geen gerichte opsporing.

In het vertrouwen op technische middelen dreigt het risico waaraan ook de spionage door de Amerikaanse staatsveiligheidsdienst NSA aan ten onder lijkt te zijn gegaan. De vele hooibergen worden zo talrijk dat er alleen door vergroten van de budgetten en het oprekken van de bevoegdheden nog naalden in te vinden zijn. Grootschalige inzet van technische middelen neemt het over van gericht recherchewerk. Signalering wordt een doel op zichzelf, gaat vooraf aan opsporing en blijft hangen zonder bewezen resultaten. Of toetsing achteraf.

De laatste lijsttrekker van de Piratenpartij Dirk Poot en oud-VVD’er maakt zich in een column eveneens grote zorgen over het beleid van minister Ivo Opstelten: ‘Intussen komt de totale controlestaat steeds een stukje dichterbij. De overheid weet letterlijk alles van je, tot aan de aanleg van je nieuwe bollenperkje door de informeel betaalde tuinman aan toe.’ (..) ‘Het is onbestaanbaar dat de zich liberaal noemende VVD achter dit USSR-beleid kan blijven staan. Waar liberalen 100 jaar geleden nog bezworen dat de overheid niks te zoeken had achter de voordeur, maakt deze generatie VVD’ers het straks mogelijk om via een helikopter met nachtzicht het hele overheidsapparaat mee te laten kijken in je slaapkamer.‘ (..) ‘Hoe lang blijven we slapen voor we hier eens massaal de straat opgaan om tegen de oprukkende spionagestaat te protesteren?

Poot slaat de spijker op de kop. Hoe kan de huidige VVD die zegt voor de vrijheid van de burger en voor een terugtredende overheid te zijn een actief beleid ontwikkelen dat het tegenovergestelde bewerkstelligt? Namelijk de inperking van de burgerrechten en een staat die steeds meer bevoegdheden krijgt om die burger op de korrel te nemen. De staat wordt los van de burgers een machtsapparaat op zichzelf. Waarom is er binnen de VVD geen oppositie tegen beleid dat haaks staat op de beginselen van het klassieke liberalisme?

In de VS bestaat een sterke libertarische stroming die gaat voor een terugtredende overheid en de vrijheid van de burger. Paradoxaal genoeg streven libertariërs hetzelfde na als niet-partijgebonden progressieven. Wanneer ontstaat vanaf de flanken in Nederland zo’n monsterverbond tegen het veiligheidsbeleid zoals minister Opstelten dat verwoordt? Piraten, Occupisten, anarchisten, links-liberalen, ongebonden progressieven, ouderwetse conservatieven en libertariërs hebben een gemeenschappelijk doel. Namelijk het verhinderen van de opbouw van de controlestaat zoals minister Ivo Opstelten dat probeert te realiseren.

Foto: Schermafbeelding van ‘Opstelten draaft door met bespieden onschuldige Nederlanders‘ door Gerard Schouw (D66). 21 augustus 2013.

Verdient Julian Assange de gevangenis of de Nobelprijs?

Stel dat we niet weten of de invloed van Julian Assange positief of negatief is. Verdient-ie een Nobelprijs voor de Vrede en heeft-ie een prestatie verricht door meer gevallen van corruptie door regeringsleiders te onthullen dan alle journalisten bij elkaar? Of is-ie een zelfingenomen kwast die de focus van de publiciteit opzoekt om ten koste van anderen te stralen en daarbij de veiligheid van staten in gevaar brengt?

Het Amerikaanse establishment weet sinds eind 2010 op voorhand het antwoord. Assange moet het zwijgen opgelegd worden. Hij zou de reputatie van de VS beschadigen. Want Assange toont aan wat de slager in zijn worsten stopt. Dat oogt onsmakelijk. Diplomatie is druk, diplomatie is chantage, diplomatie scheert over de grenzen van de wet. Geen enkele regering wil de eigen werkwijze onthullen. Assange onthult niet zozeer geheimen, maar de duistere kanten van de macht. De machinaties die nodig zijn om de macht te bestendigen.

Die Amerikaanse reactie is begrijpelijk. Zelfs media die objectief verslag zouden moeten doen hebben onder Amerikaanse druk partij tegen WikiLeaks gekozen. De New York Times die dezelfde geheimen publiceerde als WikiLeaks wordt geen strobreed in de weg gelegd. Wat vragen oproept over de rechtsgelijkheid. Maar Assange wordt kaltgestellt. De doofpot moet weer dicht. Een uitgelezen middel voor machthebbers om politieke tegenstanders te bezoedelen is criminalisering. Dat leidt immers af van de beschuldigingen en zet de aanstichter in een kwaad daglicht. Samen met de economische wurging van een opposant is dat het truckje. Een reputatie is in de publiciteit niet sneller af te breken dan door een zedenzaak. Verkrachting, overspel, pedofilie, het publiek vreet het zonder na te denken. Het gelooft de grootste flauwekul en laat zich afleiden.

De steun voor Assange is verschrompeld. Sinds gevestigde media als The Guardian, The New York Times en de partners van het eerste uur hun steun opzegden heeft Assange weinig publicitaire dekking meer. Onder druk van de regering-Obama is die verkruimeld. Er zijn nog progressieve opinieleiders als Glenn Greenwald, Daniel Ellsberg, Noam Chomsky, John Pilger of Chris Hedges die hun eigen visie volgen. Vanuit Australië is de Groene senator Scott Ludlum actief. En een opmerkelijk geluid vanuit libertarische hoek was voormalig Republikeins presidentskandidaat Ron Paul die eveneens genegeerd werd door de gevestigde media. Verder komt de steun van zenders die zich tegen Amerika richten en Julian Assange simpelweg als vriend gebruiken omdat-ie de vijand van een vijand is. Zoals het Kremlin-gezinde Russia Today of het Iraanse Press TV.

Wat in de hele Assange-affaire die nu zo’n twee jaar loopt het meest verbaast is dat links Europa zich laat intimideren en afzijdig blijft. Het Duits-Turkse lid van de Bundestag voor Die Linke Sevim Dağdelen is tot nu toe de enige politicus geweest die Assange in de Ecuadoriaanse ambassade in Londen heeft opgezocht. In een interview met RT breekt ze een lans voor Assange. Maar waar blijven de principiële Groenen? Waar is de standvastige SP? Waar zijn de theoretiserende links-liberalen die de mond vol hebben over de rechtsstaat? Hoe dan ook durven ze Assange niet te bezoeken. Dat tekent de werking van de publiciteit die een kant van de zaak steeds meer onderbelicht laat. Behalve Sevim Dağdelen heeft de linkse Europese politiek geen kloten.

Foto: Marcel van Eeden, 3 april 2002  [0330], tekening. Credits: Marcel van Eeden.