MuseumFutures van de Faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft onderzoekt hoe de beleving van musea door technologie en producten opgeroepen en vergroot kan worden. De faculteit ontwerpt belevingen.
Dr. Arnold Vermeeren is directeur van dit studiolab. In een interview met BNR Radio licht Vermeeren toe hoe hij vooral de kleine musea wil helpen om via de beleving ‘op een creatieve manier nieuw publiek te bereiken‘. Vermeeren meent dat zijn onderzoek eraan meehelpt om dit soort musea levensvatbaar te houden. Kleine musea die met vrijwilligers werken en geen middelen of communicatieafdeling hebben zijn doorgaans onzichtbaar. De uitdaging is dan om de bereikbaarheid van die kleine musea te vergroten.
Vermeeren heeft interessante standpunten over musea, maar redeneert vanuit het programma van zijn faculteit: beleving. Dat is tevens de blinde vlek van zijn onderzoek. Want het plaatst het museum in de hoek van de evenementen, de attractie en de sensatie. Het is dan ook moeilijk om niet cynisch te worden over het uitgangspunt over musea dat Vermeeren met zijn studiolab inneemt.
Voor de oplossing om de beleving te vergroten ligt namelijk de vraag of een museum daarmee gediend is en of het aansluit bij de doelstelling ervan. Daar gaat Vermeeren in het interview met BNR Radio al te makkelijk aan voorbij.
Net als kunst, kan een museum met presentaties schuren en aanscherpen. Tot nadenken aanzetten. Dat staat haaks op het plezieren van en tegemoetkomen aan de bezoeker die gereduceerd wordt tot een object van beleving.
Toch kan het onderzoek MuseumFutures van belang zijn als de beperking ervan beter aangegeven wordt. Vermeeren is daar zo onduidelijk over dat het lijkt alsof hij de functie van een museum niet echt beseft. Het is aannemelijk om het vergroten van de beleving aan te laten sluiten bij de marketing en beleving die in musea al aanwezig zijn. Dus de meer commerciële en publieksgerichte onderdelen zoals museumwinkel, productielab met eigen label (Textielmuseum), museumrestaurant of een nevenprogramma dat samen met externe partners wordt georganiseerd. Het lijkt logisch om daar de beleving te vergroten.
Wat voorkomen moet worden is dat de beleving de kerntaken van een museum overneemt. En het museum een Efteling 2.0 wordt.
Vermeeren verwijst in het interview enkele keren naar de Museumvereniging, maar het is onduidelijk waar de samenwerking uit bestaat. Het onderzoek MuseumFutures kan zin hebben als de beperking ervan beter uitgelegd wordt. Dat zal ook de weerstand bij de traditionele museummensen doen afnemen.
Het onderzoek kan iets toevoegen aan de commerciële en publieksgerichte aspecten van een museum of presentatie-instelling, maar moet niet overschat worden. Het is begrijpelijk dat Vermeeren in de publiciteit het belang van zijn onderzoek uitvergroot. Maar hij zou er verstandig aan doen om dat te vermijden, en minder vanuit zijn onderzoek en meer vanuit de museumsector te redeneren.
Foto: Folder MuseumFutures.