Russische sancties zijn teken aan de wand voor Trump

Het Kremlin heeft het vertrouwen in president Trump opgezegd. Op hem valt niet te bouwen, hij is inwisselbaar. Een weggooi-president. Zo moeten de Russische sancties begrepen worden. Het volgende scenario tekent zich af. De Russen komen met compromitterend materiaal over Trump en zijn entourage om de chaos in het Witte Huis en in de Amerikaanse politiek nog verder te vergroten. Trump is in de val gelopen van samenwerking met het Kremlin zonder het besef dat hij daarmee chantabel werd. Als speciale aanklager Bob Mueller niet voortijdig ontslagen wordt door Trump, dan wacht hem de taak om de Russische inmenging van 2016 (campagne) af te wegen tegen de inmenging van 2017 (lekken over de campagne). Hoe diep kan de Amerikaanse politiek beschadigd worden om die te redden?

Vakantie 2017. De valkuil van het massatoerisme

Vakantie en toerisme zijn niet voor iedereen weggelegd. Niet vanwege economische, maar vanwege mentale omstandigheden. Je moet eraan mee willen doen. Aan de zwarte zaterdagen, de rijen om in te gaan staan op de luchthaven, het evenement, de hotelbalie of de kunsttentoonstelling. Je moet het gezien hebben en moet er geweest zijn. Anders kom je nergens. Het Nederlands massatoerisme bestaat al sinds 1877. Toen bood het reisbureau Jac Lissone reizen naar Wright en Jeruzalem aan, volgens een artikel in het Historisch Nieuwsblad.

In dat massatoerisme kunnen Nederlanders die prat gaan op hun individualisme zich voegen in de groep. Ze kunnen zichzelf zijn. Zonder chef die op hun vingers kijkt. Het massatoerisme is de geconditioneerde reflex van de Nederlander die aan regels en voorspelbaarheid zit gebakken. En het is maar goed dat hij dat niet lijkt te beseffen. Dat maakt het gevoel van onvoorzichtigheid en laten waaien mogelijk. Het is lastig om de geheel verzorgde reizen die tot in detail gereserveerd zijn te ontwijken. Want treinen moeten gereserveerd worden, zoals hotels of zelfs restaurants. Het massatoerisme is valkuil en accu op het strand van onze onwetendheid.

Komende week verschijnen de postings onregelmatig.

Foto: Scheveningen – Het strand en het Kurhaus 1900

Amerikaanse sancties tegen Kremlin. EU weet zich geen houding

De Russische onderminister van Buitenlandse Zaken Sergei Ryabkov roept de Amerikanen op om terug te komen op de aanscherping van de sancties. Het is overigens nog maar de vraag hoe dit in de praktijk uit zal pakken. Want ook het aannemen van een wetsvoorstel in Huis en Senaat en de verklaring van president Trump dat hij het zal tekenen en niet zal vetoën is er geen garantie voor dat de sancties ook toegepast worden.

De acties en reacties van Russen en Amerikanen moeten begrepen worden als een asynchroon antwoord op een asynchrone oorlogsdaad. Auteur Richard Lourie omschrijft het in een gesprek met Salon: ‘I’m very interested in the natural gas thing, I think it’s really the way to hit the Russians hard: To say, ‘If you’re going to fool around in our electoral process as you have, we’re going to make a concerted effort to make Europe quickly independent of your gas and give a major blow to your economy, so cool it.’ Uit de reacties uit Brussel lijkt het er sterk op dat EU-leiders en Duitse politici nog niet begrijpen hoe diep het de Amerikanen zit dat het Kremlin zich actief in de campagne voor hun presidentsverkiezingen mengde. Door Europa onafhankelijk te maken van Russisch gas wordt het Kremlin gestraft. Bizar is dat de Europeanen dat nog niet doorhebben.

De EU neemt het overigens niet op voor Europese, maar voor Duitse bedrijven. Over Nord Stream II is binnen de EU nooit een open debat gevoerd. Dat werd onderdrukt door Brussel na druk van Berlijn. Dat komt nu als een boomerang terug. Uiteraard ruiken de Amerikanen hun geopolitieke en commerciële kansen. Daar handelen ze naar. Maar er is bovenal de wrok tegen het Kremlin en het wegkijken van president Trump van wie duidelijk is dat hij in de zak van Putin zit en geen actie onderneemt tegen de Russen. Als de EU en vooral Duitsland de afgelopen jaren minder eigengereid hadden geopereerd, dan hadden ze nu op een lijn met het Amerikaanse congres kunnen zitten. Onbegrijpelijk is ook waarom South Stream om politieke redenen moest worden afgeblazen en Nord Stream II als een louter economisch project werd voorgesteld door de Duitse CDU en SPD. Dat wringt, dat stinkt en dat betaalt zich nu terug door de Amerikaanse voorstellen. De opstelling van het Amerikaanse congres is begrijpelijk. De EU heeft eenzijdig en kortzichtig gehandeld. Daarom kunnen de Amerikanen nu hun kansen grijpen, onder meer via export naar Europa van LNG. De EU begrijpt er niks van.

Heeft een Israëlische kunststudente voorwerpen uit Auschwitz gestolen? Hoe dan ook: nieuws gaat sneller dan de waarheid

Kent u dat verhaal over voorwerpen uit Auschwitz die een studente gestolen heeft voor een eindpresentatie op de Kunstfaculteit van het Israëlische Beit Berl College? Ze waren niet gestolen uit Auschwitz. Gaf studente Rotem Bides toe dat ze de voorwerpen gestolen had? Bides lijkt in een artikel in Ynetnews News van 18 juli iets toe te geven wat eerder een projectie van schuld, dan een bekentenis van schuld is. Ze voelt zich schuldig, maar is ze het ook? Voor deze nuancering had het nieuws zich wereldwijd al verspreid. Heeft zij de wet gebroken voor een kunstproject? Het herinneringscentrum en museum Auschwitz-Birkenau zou van plan zijn een officiële klacht in te dienen bij de Poolse aanklager. Is dat gebeurd? Decaan Gabriel Klasmer van Beit Berl verdedigt zijn studente en zegt dat Bides de voorwerpen heeft gekregen of buiten het kamp heeft verzameld.

Is hiermee de kou uit de lucht? En is dit een debat over de grenzen van de kunst? Of is het eigenlijk een debat over de grenzen van de journalistiek? Of beter gezegd: de grenzen van de waarheid en de goedgelovigheid?

Gezag van Trump is weg omdat het niet meer aanvaard wordt

Kan president Donald Trump op dit moment al als mislukt bijgezet worden in de geschiedenis? Volgens het panel van ‘Morning Joe‘ bestaat daar geen twijfel over. Trumps presidentschap zou over zijn. Als het ooit al echt begonnen is. Steeds minder mensen die ertoe doen lijken hem nog serieus te nemen. Drie Republikeinse senatoren stemden met 48 Democraten tegen de afschaffing van Obamacare. Andere Republikeinen noemden het een monstrueus voorstel waarvan ze ondanks hun positieve stem hoopten dat het het in het Huis van Afgevaardigden niet zou redden. Voorstemmen in de hoop dat anderen tegenstemmen, dat is vreemde politiek. Daarbij verloor Trump aan steun in de Senaat door zijn afbranden van Minister van Justitie Jeff Sessions. Die zou weg moeten om speciale aanklager Bob Mueller door Sessions’ opvolger te laten ontslaan.

Het tekent de onmacht van de Republikeinen in het congres en het Witte Huis. Zelfs 7 jaar schoppen tegen Obamacare bleken niet voldoende om het door een goed alternatief te vervangen. Het is het failliet van de Amerikaanse politiek die zich vooral negatief uit. De hoop is dat gematigde Republikeinen en Democraten elkaar zullen gaan vinden. Over de zorgverzekering, de Rusland-onderzoeken, de infrastructuur, nationale veiligheid en de bescherming van de eigen democratie tegen aanvallen van buitenaf. En van binnenuit door president Trump. Het signaal is gegeven. De strijd is nog niet geëindigd, maar de angst voor Trump is weg.

De mening wordt nu buiten zijn eigen achterban gedeeld dat Trump onbekwaam, mentaal ongeschikt, slecht voorbereid en vooral een losse flodder is die soms afgaat, maar geen enkel verschil maakt. Des te meer omdat zijn staf in het Witte Huis elkaar op leven en dood bevecht. Zonder een president die leiding geeft. Niet aan het Witte Huis, de Republikeinse partij, het land of de westerse democratieën. Trumps gezag is tanende.

Vluchtelingen in beeld die raken: The New York Times 1914

We kunnen het leed van anderen nauwelijks bevatten. Hoe verder het van ons bed is, hoe minder. Migranten die verdrinken op gammele bootjes in de Middellandse Zee vinden we verschrikkelijk, maar bevatten we het echt? Pas als het dichtbij komt in onze straat, onze stad of ons land beginnen we het te begrijpen. Om ons er met z’n allen druk over te maken. Uit m’n familiegeschiedenis ken ik de vluchtelingen die in 1914 naar Zeeland vluchtten voor het geweld van de Duitse troepen. Sommige Belgen vestigden zich na die oorlog in mijn geboorteplaats en hielden zo de herinnering levend. Daar moet ik aan denken toen ik in de collectie van de Library of Congress een zondagsbijlage van The New York Times van 1 november 1914 tegenkwam. Met vluchtelingenstromen die zich uit Antwerpen of Gent naar de Nederlandse grens bewegen. Ze wandelen zo mijn historisch geheugen binnen. En daarom raakt het me zo. Meer dan veel hedendaags leed. Is dat vreemd?

Foto: Pagina uit The New York Times van 1 november 1914.

herman de vries in León: chance & change

Nog tot 4 februari 2018 is in het Museum voor Hedendaagse Kunst MUSAC in het Noord-Spaanse León de overzichtstentoonstelling chance & change van herman de vries te zien. Daar moet niet te ingewikkeld over worden gedaan. Gewoon goed kijken. Voor wie de kans heeft om voor de verandering te gaan kijken.

SIRE campagne ‘Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?’ krijgt veel kritiek

SIRE campagneLaat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?’ kreeg na lancering ervan veel kritiek te verwerken. Het verschil tussen jongens en meisjes onderling zou veel groter zijn dan tussen de seksen. Dus waarom een campagne die alleen op jongens gericht is? Ex-politicus Jan Roos verwoordde in een commentaar het rechtse gedachtengoed. De campagne zou een gevolg zijn van de feminisering van Nederland door de linkse politiek.

De opvallendste kritiek komt van Jens van Tricht die op het YouTube-kanaal SIREcampagnes in bovenstaande video opgevoerd wordt als expert. In een verklaring op de site van Emancipator waarvan hij oprichter en directeur is neemt hij er echter scherp afstand van: ‘Ik wil graag uitleggen waarom ik de nieuwste SIRE-campagne over jongens werkelijk achterlijk vind én waarom ik toch als expert op de campagnesite te vinden ben.’ Hij vervolgt: ‘Met alle respect voor SIRE, maar de campagne ‘Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?’ slaat echt volledig de plank mis. Het is een gemiste kans, want een campagne die jongens nieuwe uitdagingen voor de 21e eeuw meegeeft zou meer dan welkom zijn. In plaats daarvan draait SIRE de klok flinke stappen terug.’ en: ‘Het probleem met de SIRE-campagne is dat er een eendimensionaal, homogeen beeld van jongens en meisjes geschetst wordt. Diversiteit, variatie en verandering onder jongens en meisjes is in de campagne afwezig. Jongens worden neergezet als wezenlijk anders dan meisjes, en dus als allemaal hetzelfde.’

Van Tricht valt SIRE ook aan omdat het met deze campagne het rechtse gedachtengoed van Jan Roos munitie geeft: ‘De campagne is reactionair, omdat impliciet wordt meegegaan in het verwijt dat het door vrouwen en het feminisme komt dat jongens geen echte jongens meer mogen zijn. De campagne draagt deze boodschap niet zelf actief uit, maar plaatst zichzelf in het maatschappelijk debat wel aan de kant van degenen die bij voortduring klagen over de vermeende feminisering.’ Toch dankt Van Tricht SIRE omdat hij opgenomen is in de campagne: ‘Fijn dat SIRE mij op de campagnewebsite de gelegenheid geeft om kort en krachtig een ander perspectief op ‘het jongensprobleem’ te bieden.’ Maar het is een dubbel gevoel. Van Trichts conclusie is dat SIRE met deze campagne de klok terug zet, reactionair en restauratief bezig is, kansen op nuancering laat liggen en het publieke debat over genderverschillen verstoort omdat het dat te simplistisch opvat.

Voor de duidelijkheid, SIRE heeft geen banden met de overheid en moet daarom niet verkeerd ingeschat worden. Het is een initiatief ‘vanuit de communicatiebranche’. SIRE zegt op de site wie belangeloos aan de campagne deelnamen: ‘Aan deze campagne werkten onder andere mee: Grey, Chapter, Witman Kleipool (Mick de Lint), Skybox, Sentia, Digined, Venture Collective, Soundcircus, DSM, Soorty, Issuemakers, MeMo² en Monalyse.’ Het lijkt vooral de wetenschappelijke onderbouwing van de campagne waar het aan schort. 

Petitie ‘Godsdienstvrije basisscholen – De bijl in artikel 23’ verdient steun. Met een andere formulering

Er zijn geen zwaarwegende argumenten tegen de petitieGodsdienstvrije basisscholen – De bijl in artikel 23’ of het moet de formulering ervan zijn. Want ‘godsdienstvrij’ is een ongelukkige beschrijving van waar het om gaat. Het roept bij sommigen wellicht het idee op dat er in de samenleving een beweging bestaat die zich afzet tegen godsdienst of bijzonder onderwijs. Het is de valkuil van framing door godsdiensten die het voordeel van de traditie hebben en de norm bepalen. Dat resulteert in onvolledige en onjuiste termen als ‘atheïsme’ of ‘godsdienstvrij’. Maar iemand die zich niet laat inspireren door godsdienst is niet specifiek ‘zonder godsdienst’, maar evengoed ‘zonder X’, ‘zonder sprookje’, ‘zonder kunst’ of ‘zonder wat dan ook’.

Dus ja, het verdient aanbeveling om artikel 23 af te schaffen als een relict van politieke koehandel die in 1917 resulteerde in artikel 23. Na 100 jaar kan dat geactualiseerd worden. Als politieke partijen dat blijkbaar onder elkaar niet voor elkaar krijgen moeten de burgers maar het initiatief nemen. Maar nee, de actualisering ervan heeft niets te maken met afwijzing van godsdienst, maar alles met de omarming van het openbaar onderwijs.

Foto: Schermafbeelding van de petitieGodsdienstvrije basisscholen – De bijl in artikel 23’ op Petities.nl.

Delfts onderzoek over beleving van musea wint als het de eigen beperking beseft

MuseumFutures van de Faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft onderzoekt hoe de beleving van musea door technologie en producten opgeroepen en vergroot kan worden. De faculteit ontwerpt belevingen.

Dr. Arnold Vermeeren is directeur van dit studiolab. In een interview met BNR Radio licht Vermeeren toe hoe hij vooral de kleine musea wil helpen om via de beleving ‘op een creatieve manier nieuw publiek te bereiken‘. Vermeeren meent dat zijn onderzoek eraan meehelpt om dit soort musea levensvatbaar te houden. Kleine musea die met vrijwilligers werken en geen middelen of communicatieafdeling hebben zijn doorgaans onzichtbaar. De uitdaging is dan om de bereikbaarheid van die kleine musea te vergroten.

Vermeeren heeft interessante standpunten over musea, maar redeneert vanuit het programma van zijn faculteit: beleving. Dat is tevens de blinde vlek van zijn onderzoek. Want het plaatst het museum in de hoek van de evenementen, de attractie en de sensatie. Het is dan ook moeilijk om niet cynisch te worden over het uitgangspunt over musea dat Vermeeren met zijn studiolab inneemt.

Voor de oplossing om de beleving te vergroten ligt namelijk de vraag of een museum daarmee gediend is en of het aansluit bij de doelstelling ervan. Daar gaat Vermeeren in het interview met BNR Radio al te makkelijk aan voorbij.

Net als kunst, kan een museum met presentaties schuren en aanscherpen. Tot nadenken aanzetten. Dat staat haaks op het plezieren van en tegemoetkomen aan de bezoeker die gereduceerd wordt tot een object van beleving.

Toch kan het onderzoek MuseumFutures van belang zijn als de beperking ervan beter aangegeven wordt. Vermeeren is daar zo onduidelijk over dat het lijkt alsof hij de functie van een museum niet echt beseft. Het is aannemelijk om het vergroten van de beleving aan te laten sluiten bij de marketing en beleving die in musea al aanwezig zijn. Dus de meer commerciële en publieksgerichte onderdelen zoals museumwinkel, productielab met eigen label (Textielmuseum), museumrestaurant of een nevenprogramma dat samen met externe partners wordt georganiseerd. Het lijkt logisch om daar de beleving te vergroten.

Wat voorkomen moet worden is dat de beleving de kerntaken van een museum overneemt. En het museum een Efteling 2.0 wordt.

Vermeeren verwijst in het interview enkele keren naar de Museumvereniging, maar het is onduidelijk waar de samenwerking uit bestaat. Het onderzoek MuseumFutures kan zin hebben als de beperking ervan beter uitgelegd wordt. Dat zal ook de weerstand bij de traditionele museummensen doen afnemen.

Het onderzoek kan iets toevoegen aan de commerciële en publieksgerichte aspecten van een museum of presentatie-instelling, maar moet niet overschat worden. Het is begrijpelijk dat Vermeeren in de publiciteit het belang van zijn onderzoek uitvergroot. Maar hij zou er verstandig aan doen om dat te vermijden, en minder vanuit zijn onderzoek en meer vanuit de museumsector te redeneren.

Foto: Folder MuseumFutures.