De Gelderlander besteedt in een artikel van 31 augustus 2023 aandacht aan de brand- en noodbrief van 26 augustus 2023 die het Erfgoed-beraad van de gemeente Berg en Dal aan burgemeester Mark Slinkman heeft gestuurd.
De strekking van de brief is dat het Afrika Museum behouden moet blijven voor Berg en Dal. De huidige huurder is het NMvW die bekend heeft gemaakt dat het museum op 27 november 2023 sluit voor het publiek. Op 1 januari 2025 neemt de verhuurder, de Congregatie van de Heilige Geest de exploitatie weer op zich. Hiermee wordt een situatie hersteld die voor 2014 bestond. Voor de zogenaamde ‘fusie’.
Wat er gebeurt na 27 november 2023 is onduidelijk. Of op een latere datum in 2024 wanneer het NMvW het museum heeft uitgeruimd. Het beheer is onderdeel van een rechtszaak die de Congregatie heeft aangespannen tegen het NMvW. Dat gaat over de zorgplicht van het complex waar de Congregatie het NMvW aan wil houden. Op 1 september 2023 komt de zaak voor de rechter. De verwachting is dat het NMvW uitstel zal vragen die door de rechter wordt toegekend.
Het geschil spitst zich toe op het personeel dat door het NMvW ontslag is aangezegd en daarom het complex niet meer kan onderhouden of beveiligen. Dat is des te opvallender omdat het NMvW voor de locatie Berg en Dal geoormerkte structurele landelijke subsidie ontvangt.
In de brief zegt het Erfgoed-beraad dat door de boedelscheiding er binnenkort (dus na 2025) twee Afrika-musea in de regio Nijmegen dreigen te opereren. Dat is niet geheel juist omdat het NMvW niet van plan is om een tweede Afrika Museum in te richten, maar de focus breder gaat leggen op meerdere continenten.
De brief stelt ook dat de boedelscheiding die leidt tot twee min of meer soortgelijke musea in de regio Nijmegen kan leiden tot het verdwijnen van beide vestigingen omdat voor geen van hen een sluitende exploitatie langdurig mogelijk zal zijn.
Dat valt te bezien. Als het NMvW in staat is om in Nijmegen of Arnhem een nieuwe geschikte locatie te vinden voor wat het een Wereldmuseum noemt en als het NMvW de structurele landelijke subsidie kan overzetten naar dat nieuwe museum, dan lijkt de exploitatie verzekerd. Maar dat zijn veel onderstellingen omkleed met vele onzekerheden,
De brief stelt ook dat bij een failliet van het Afrika Museum na 2025 de collectie verloren of verstrooid dreigt te raken. Dat is onzeker omdat de Congregatie in 1956 een bruikleenovereenkomst met het Afrika Museum heeft gesloten. Bij een faillissement wordt die overeenkomst ontbonden en gaat de collectie weer terug naar de Congregatie die er de hele tijd eigenaar van is gebleven.
Het is wel zo dat zonder tentoonstellingsplek de collectie van het Afrika Museum niet meer toegankelijk is voor publiek. Ook is het onduidelijk in welk depot de collectie dan zal worden opgeslagen. Onderhoud vraagt ruimte en personeel, en brengt kosten met zich mee.
De brief roept het gemeentebestuur van Berg en Dal op om in gesprek te gaan met de provincie Gelderland en de gemeente Nijmegen. Zodat er tot een gezamenlijk front kan worden gekomen om het failliet van het Afrika Museum te voorkomen. Dat oogt goedgelovig van het Erfgoed-beraad.
Nijmegen zal het Wereldmuseum graag ontvangen mits de voorwaarden die het NMvW stelt redelijk zijn. Het kan echter ook zijn dat de plannen voor een Wereldmuseum in de regio Nijmegen wegens onvoldoende haalbaarheid nooit van de grond komen.
Onduidelijk is wat het advies van de Raad voor Cultuur zal zijn over zo’n Wereldmuseum met hooguit een deel van de collectie van het Afrika Museum. Dat weet nog niemand, maar dat advies is essentieel voor de exploitatie. Bij een negatief oordeel over structurele BIS-subsidie ontstaat er een gat in de exploitatie. Dat is voor Nijmegen of Arnhem een risico.
Het is denkbaar dat de gemeente waar zo’n Wereldmuseum gevestigd wordt de lasten van de exploitatie op zich moet nemen. Die onzekerheid compliceert het debat dat in de gemeenteraad van een of beide genoemde gemeenten gevoerd kan gaan worden. Raden houden niet van onzekerheden en losse eindjes in de budgettering.
De verantwoordelijke bewindspersoon van OCW heeft discretionaire bevoegdheid om met aanvullende subsidietoekenningen af te wijken van het advies van de Raad voor Cultuur. Dus OCW blijft voor de regionale politiek aanspreekbaar om het Afrika Museum in aanmerking te laten komen voor landelijke subsidie. Bijvoorbeeld als gevolg van een regionale lobby. Daar duidt de brief op.
Het is onduidelijk hoe de provincie Gelderland zich zal opstellen in een mogelijke controverse tussen Berg en Dal en Nijmegen als het er naar uitziet dat in die laatste gemeente een dependance van het NMvW, ofwel Wereldmuseum wordt gevestigd. Ook hier geldt dat Nijmegen meer in de melk te brokkelen heeft.
Niet ondenkbaar is dat de provincie Gelderland zich voor beide musea inzet. Dat er naar verhouding te weinig rijkssubsidie naar de regio’s gaat zal een lobby rugwind geven. Dat kan Gelderland uitspelen in Den Haag, als het daartoe bereid is. Het gaat dan naar schatting om een jaarlijkse structurele subsidie van 2,5 tot 3 miljoen euro voor beide musea.
Het beroep van het Erfgoed-beraad op demissionair staatssecretaris Gunay Uslu lijkt vreemd, maar kan toch zinvol zijn. De Congregatie heeft mediation tussen NMvW en Congregatie afgewezen omdat het zich niet serieus genomen voelt door OCW. Volgens de Congregatie wordt overleg door OCW afgehouden. Staatssecretaris Uslu heeft niet op een brief van de Congregatie gereageerd. Maar als derde partijen druk zetten, dan kan dat veranderen.
De brief vraagt om gesprekken met bestuurders waarin waarborgen over de voortzetting van het Afrika Museum (vanaf 2025) perspectief moeten bieden voor de toekomst. Dat is een goed streven, maar het komt laat en gaat grotendeels voorbij aan het machtsspel dat in Den Haag, Leiden (NMvW), Nijmegen en Arnhem wordt gespeeld.