Bodem valt weg onder Armando Museum in Oud-Amelisweerd

In de aanloop naar de raadsvergadering te Amersfoort van 1 november lijkt de bodem verdwenen onder de plannen om het Armando Museum in landhuis Oud-Amelisweerd te huisvesten. Nadat coalitiepartij CDA zich in een persbericht uitsprak het Armando Museum voor Amersfoort te willen behouden voegt coalitiepartij VVD zich bij monde van raadslid Hetty Hessels in de kritiek op de voorgenomen verhuizing.

Woordvoerder cultuur Hessels zegt het vreemd te vinden dat het Armando Museum zoveel geld van Amersfoort vraagt. Te weten 1 miljoen euro. Ze vervolgt in de door John Spijkerman opgetekende reactie: We hebben een mooie collectie in bruikleen gegeven en moeten nu geld toegeven om ervan af te komen. Dat voelt gek. Je gaat bezuinigen en neemt afscheid van iets en moet vervolgens betalen. Tevens ziet ze niet in wat het belang van Amersfoort nog is bij de verhuizing naar Oud-Amelisweerd.

Mevrouw Hessels zegt zich niet uit te willen spreken over de vraag of  locatie Oud-Amelisweerd geschikt en het businessplan onderbouwd is. Maar door de tegenstem van de VVD hoeft deze discussie niet meer gevoerd te worden. Met de stemmen van de VVD (7), PvdA (6), CDA (4) en kleinere partijen is er geen raadsmeerderheid voor de plannen om de Armando Collectie uit Amersfoort te laten verdwijnen.

Hoe alle ontwikkelingen rond Kunsthal KAdE, Armando Museum en Amersfoort-in-C, de bruidsschat van 1 miljoen, de Elleboogkerk, het Eemhuis, de cultuurbegroting en de verstandhouding binnen de coalitie in elkaar grijpen is nog onduidelijk. Door de opstelling van de grootste coalitiepartij VVD is de richting duidelijk.

Foto: Wiel (zeefdruk) van Armando, 1993

Bewoners Buurtschap Amelisweerd bepleiten passende groei

In het debat over de voorgenomen verhuizing van het Armando Museum naar Oud-Amelisweerd laten velen zich horen. Raadsleden, wethouders en hun woordvoerders, directie van het Armando Museum Bureau of Amersfoort-in-C en zelfs deze kritische blogger. Maar wat is de mening van de bewoners van de Buurtschap die de gevolgen van de veranderingen in hun dagelijks leven het meest zullen merken?

Hun stem heeft nog nauwelijks in de openbaarheid geklonken. Omdat de onderbouwing van de plannen voor het Museum Oud-Amelisweerd pas onlangs is gepubliceerd heeft de ‘Buurtschap Amelisweerd-Rhijnauwen’ in reactie nu een persbericht naar buiten gebracht. Titel en inhoud blijven dicht bij de eigen werkelijkheid, maar geven bezorgheid over de ontwikkelingen weer: ‘Zorg om toekomstig Museum Oud-Amelisweerd.’ 

De Buurtschap is positief over de openstelling van het landhuis Oud-Amelisweerd, maar betwijfelt of het Armando Museum Bureau er een passende invulling aan zal geven. Beredeneerd vanuit een geleidelijke ontwikkeling van de landgoederen ziet de Buurtschap liever andere varianten uitgewerkt. Die kleinschalig zijn en organisch aansluiten bij de plek. De Buurtschap ziet geen meerwaarde in de combinatie landhuis en Armando omdat het geen meerwaarde voor de plek oplevert. Het ziet bij een kleinschalige variant het Centraal Museum als enige beheerder, zoals het dat sinds 1990 met kleinschalige openstellingen al was.

De Buurtschap zet vanuit de kennis van de omgeving vragen bij de onderbouwing door het Museum Oud-Amelisweerd zoals dat uit het ‘Ondernemings- en huisvestingsplan’ blijkt. Naar het idee van de Buurtschap is de aanname van het aantal bezoekers van een toekomstig museum slecht onderbouwd. Het is niet onderzocht. Maar de aanname van 40.000 bezoekers aan het museum en 90.000 aan de horeca vertaalt zich rechtstreeks in de exploitatie. En als dit aantal bezoekers gehaald wordt, dan is de omgeving niet geschikt te maken om parkeerdruk en transportproblemen op te vangen. Slechts met voorbijgaan aan het karakter.

Zorg van de Buurtschap is dat de concentratie van museum en horeca rond een nieuw Museum Oud-Amelisweerd het karakter van de plek aantast. Uiteraard kunnen bestuurlijk voorwaarden opgerekt worden, maar vraag is wat er dan uiteindelijk over blijft. Da’s niet alleen een zorg van de bewoners, maar ook van de stiltezoekers in dit natuurgebied. De Buurtschap maakt vanuit de bewoners de afweging tussen de groei die het Museum Oud-Amelisweerd voorstaat en een organische ontwikkeling van het gebied. En kiest overduidelijk voor dat laatste.

NB: Zie voor het persbericht van de Buurtschap Amelisweerd-Rhijnauwen onder reacties

Foto: Charles Donker, Rhijnauwen, ets, 2000

CDA wil Armando Museum behouden voor Amersfoort

In een interessante ontwikkeling pleit coalitiepartij CDA voor het behoud van het Armando Museum voor Amersfoort. Dat staat haaks op de plannen om het museum in het Bunnikse landhuis Oud-Amelisweerd te huisvesten. Volgens plan zou het Amersfoortse Armando Museum daar in op moeten gaan. Het lijkt erop dat een nieuw Museum Oud-Amelisweerd steeds meer tegenstand ontmoet. De publicatie van het Ondernemening- en huisvestingsplan met povere onderbouwing deed de acceptatie evenmin goed.

Het CDA zegt in een persbericht kunsthal KAdE op te willen heffen, maar niet het Armando Museum. De partij ziet niets in de verhuizing van het Armando Museum naar Oud-Amelisweerd. In het CDA-voorstel zou de verhuizing van KAdE naar het Eemhuis afgeblazen worden en kan het Armando Museum naar de huidige locatie van KAdE.

Fractievoorzitter Roland Offereins zegt geen vertrouwen te hebben in het businessplan van Museum Oud-Amelisweerd. Hij noemt het niet realistisch. Zijn vrees is dat het museum binnen enkele jaren in financiële problemen komt. Ook omdat Utrecht duidelijk heeft gemaakt geen cent in de exploitatie te willen steken. In dat scenario blijft Amersfoort achtervolgd worden door haar band met Museum Oud-Amelisweerd. Het getal van 50.000 bezoekers dat-ie noemt is trouwens 40.000. Da’s de schatting voor 2016 en later.

Foto: Tentoonstelling Boom!ng Amersfoort in KAdE, april 2010. Credits: Theo Keijzers

Restitutie en roofkunst: de herinnering blijft

Update 5 november 2013: Miljarden aan kunstschatten in Munchen. Wanneer stopt het? 

Hoever moeten herinnering en herdenken teruggaan? Twintig, vijftig, honderd jaar? Welke generaties zijn erbij betrokken en hebben recht van spreken? Hoe kunnen zelfbenoemde woordvoerders door anderen gelegitimeerd worden? Hoe kunnen ze hun recht claimen? Wat is de morele ruimte voor anderen om daaraan voorbij te gaan?

Dit soort vragen werden voor mij opgeroepen bij de Goudstikker-claim op tijdens de Tweede Wereldoorlog geroofde kunst uit joods bezit. Roofkunst. Aan dat exclusieve beroep van nabestaanden heb ik een onaangename smaak overgehouden. In mijn ogen is het ontspoord in een actie van niet onbemiddelde Amerikanen om openbaar kunstbezit te ontvreemden uit Nederlandse musea. Maar toch, geroofde kunst moet terug naar de juridische eigenaar.

Komt mijn ongenoegen door de professionalisering van de claim? De verre familie van nu treedt formeler en harder op dan de betrokkenen van toen ooit deden. Anderen die er als koper zijdelings bij betrokken werden omdat ze toevallig een schilderij hebben verworven, worden door een beroep op moraliteit oneigenlijk onder druk gezet. Hun verweer is lastig. Ze zwemmen in de fuik van oneigenlijke argumenten en valse sentimenten. Da’s ontoelaatbaar gedrag van een lobby die een beroep doet op joods slachtofferschap van hun voorouders.

De oplossing lijkt me simpel. De buitenlandse lobby maakt zich krachtig en verzamelt voldoende geld om het geroofde bezit voor een marktconforme prijs te kopen of houdt anders de mond.

Aandacht voor het verleden is nodig en daarbij hoort respect voor slachtoffers. Zelfbenoemde woordvoerders van nu missen de ervaringen van toen en kunnen alleen namens zichzelf spreken. Dat zouden ze beter moeten beseffen in hun argumenten en het exclusieve beroep op moraliteit dat de anderen weerloos laat.

Nabestaanden moeten oppassen zich niet mee te laten voeren door hun oprechte betrokkenheid die de onaangename gebeurtenissen van het verleden onwaardig en plat maakt. Da’s een resultaat waarbij iedereen verliest. De nagedachtenis aan de slachtoffers nog wel het meest. Dat mag nooit verzakelijkt worden.

Foto: Amerikaanse militairen dragen roofkunst dat in 1945 in een Oostenrijks kasteel ontdekt is. Credits: /Getty

Verhuizing Armando Museum naar Oud-Amelisweerd in 10 raadsels

Het ontbreken van een solide financieel plan lijkt nog het enige beletsel voor een nieuw op te richten Museum Oud-Amelisweerd. Het geeft de voorstanders tot dan toe een objectief feit in handen om een slecht onderbouwd project alsnog af te blazen. Tegenstanders die zich zorgen maken over het draagvlak van de cultuur zullen opgelucht adem halen dat een slecht beredeneerd project de cultuurhaters geen extra munitie geeft. Voorstanders hebben een zware verantwoordelijkheid die breder is dan bezuinigingen en politiek.

Tragiek van de voorgenomen verhuizing van het Armando Museum naar het Bunnikse rijksmonument Oud-Amelisweerd is dat inhoudelijke overwegingen niet voorop staan. ‘Geef ons een kans‘ is het argument van de directeur van het Armando Museum Bureau. Waarom die kans gegeven moet worden blijft onduidelijk. Iedereen wil wel zo’n kans hebben. De noodzaak van de huisvesting van de Armando Collectie in landhuis Oud-Amelisweerd is nooit aangetoond. Logisch omdat het om meerdere redenen niet voor de hand ligt.

Raadsel 1. Zo is het landhuis oorspronkelijk gebouwd als zomerverblijf. In de zomer heerlijk koel, maar in de winter ijskoud. Een binnentemperatuur van 8 graden lijkt volgens onderzoek van de TU Eindhoven haalbaar. Toch is de vuistregel van conservation heating van monumentale panden dat de binnentemperatuur nooit meer dan 5 graden boven de buitentemperatuur kan worden gebracht. Een winter telt gemiddeld meer dan 50 vorstdagen. Het landhuis werd sinds 1990 beheerd door het Centraal Museum. Activiteiten werden doorgaans niet in de winter gehouden. Openstelling gedurende het hele jaar ligt dan ook niet voor de hand.

Raadsel 2. Oud-Amelisweerd is een inmiddels mooi gerestaureerd 18de eeuws landhuis met onschatbare waarde voor ons culturele erfgoed. Het eveneens 18de eeuwse antieke Chinese behang op de beletage is uniek. Een museum met jaarlijks 40.000 bezoekers is geen logische bestemming voor een kwetsbaar rijksmonument. Ook de bovenste verdiepingen zijn bijzonder en vragen om voortdurende zorg en toezicht. Daarbij komt dat het landhuis geen inhoudelijk verband met het werk van Armando kent. De keuze voor een kleinschalig museum op het gebied van natuur, landgoederen,  behang of Chinoiserie ligt meer voor de hand.

Raadsel 3. Uit de RIB 2011-103 van de gemeente Amersfoort blijkt dat de investeringen om tot een functionerend museum te komen minimaal 4 miljoen euro bedragen. De gemeente Utrecht stopt er 1.660.000 euro in. Onduidelijk is of dit laatste bedrag cash geld of productsubsidie is. Sowieso resteert er na een lobbycampagne van het Armando Museum Bureau en Amersfoort-in-C een tekort van zo’n 750.000 euro.

Raadsel 4. Uit de RIB 2011-103 blijkt tevens dat de exploitatie aan eigen inkomsten voor 2013 uitgaat van een dekkingspercentage van iets onder de 50% en in 2016 van zo’n 60%. Da’s voor een beginnend museum een rooskleurig ondernemingsplan. Inkomsten van de horeca is de kurk waarop alles drijft. Maar daarachter zit het zelfstandige bedrijf De Veldkeuken dat als huurder een directe overeenkomst met de gemeente Utrecht heeft. Verder zijn er nog de ‘bijdragen derden’ van 200.000 euro per jaar. Da’s onrealistisch hoog. En tot 2014 zijn de lasten van de huisvesting 22.000 euro. Als inrichtingsjaren weggeschreven. Utrecht zegt geen cent aan de exploitatie te zullen bijdragen, maar met zo’n niet marktconforme huurprijs kan het Utrechtse college moeilijk volhouden via de huur geen verdekte bijdrage aan de exploitatie te leveren.

Raadsel 5. Bijlage 2 bij de RIB 2011-103 geeft een inventarisatielijst van de kerncollectie Armando. De eerste 21 werken zijn bezit van de gemeente Amersfoort en hebben een verzekeringswaarde van 710.000 euro. Het overgrote deel bestaat uit de bruikleencollectie van Armando en de Armando Stichting. Da’s een langdurige bruikleen, maar geen eigendom. Wat opvalt is dat het geen museale collectie betreft omdat het geen overzicht geeft van Armando’s ontwikkeling. De latere jaren zijn oververtegenwoordigd. Voor een overzicht zal het museum bruiklenen uit de jaren’ 50, ’60 en ’70 bij andere musea moeten aanvragen. Dat is niet ongebruikelijk maar verzwakt het argument dat een apart museum laat zien wat elders niet te zien is.

Raadsel 6. Bijlage 1 bij de RIB 2011-103 geeft een door Armando ondertekende verklaring over de schenking van mw. De Meijere van haar collectie van 343 werken aan het Kröller-Müller Museum. Dat verklaart wellicht het handelen van mw. De Meijere en Armando, maar niet dat van de gemeente Amersfoort. In antwoord op vragen van Marlien de Kruif (PvdA) over de raamovereenkomst van 15 januari 1998 vergeet het Amersfoortse college de eigen verantwoordelijkheid: ‘Voor het verplaatsen van de Armando collectie naar Utrecht zal in ieder geval een overeenkomst moeten worden gesloten met de strekking dat alle bij de overeenkomsten uit 1998 betrokken partijen ermee instemmen dat de Armando collectie niet meer in Amersfoort maar in Utrecht wordt geëxposeerd.’ Het is echter Amersfoort dat eenzijdig de overeenkomst heeft opgezegd. De schenking van mw. De Meijere aan Kröller-Müller Museum is daar slechts een gevolg van.

Raadsel 7. In een interview stelt mw. Ploum over de complicaties van de raamovereenkomst: ‘Even werd overwogen om niet akkoord te gaan met het collegebesluit en te wijzen op de contracten en afspraken die er lagen.’ Da’s een interessante constatering die een wereld van interpretaties opent. In juli 2010 betichtte toenmalig voorzitter van A-in-C Gerard de Kleijn het college van onbehoorlijk bestuur omdat het de afspraken over de Elleboogkerk niet nakwam. Nu suggereert mw. Ploum dat A-in-C en het Armando Museum Bureau met hun contracten en afspraken het gelijk aan hun kant hadden, maar dat gelijk juridisch niet wilde halen. Dit suggereert een uitruil. Waarin A-in-C belooft het juridisch niet op de spits te drijven en het college een ruimhartige financiële ondersteuning toezegt. Inclusief de bruidsschat van 1 miljoen.

Raadsel 8. In hetzelfde interview zegt mw. Ploum: We wisten dat de gemeente Utrecht bezig was met de openstelling van Oud-Amelisweerd. Wij gingen ons afvragen of wij die bestemming konden invullen. Dit is geschiedvervalsing. Oud-Amelisweerd wordt sinds 1990 beheerd door het Centraal Museum en is altijd opengesteld geweest voor rondleidingen, kleine presentatie (o.a. Sarkis, Brethouwer, De Vriendt) en de zogenaamde tables d’hôte. Logischerwijze stond de openstelling tijdens drukke werkzaamheden van de restauratie op een laag pitje, maar sinds 1990 is Oud-Amelisweerd open voor publiek. Wie het Chinese behang wilde zien, heeft het kunnen zien.

Raadsel 9. Los van het verkeerde beeld dat mw. Ploum over de openstelling geeft is het merkwaardig waarom dan het Armando Museum alleen in aanmerking kwam. Juist op het moment dat de restauratie zo goed als afgerond is en Utrecht uit kon gaan kijken naar een huurder. Er is nooit een openbare aanbesteding geweest. Evenmin konden culturele of andere instellingen bij Utrecht pitchen om hun zaak te bepleiten. Dat was uitsluitend aan het Armando Museum voorbehouden. Als A-in-C en het Armando Museum Bureau wisten dat Utrecht bezig was met een nieuwe huurder voor Oud-Amelisweerd dan hadden andere instellingen dat toch ook kunnen weten? Des te meer omdat duidelijk was dat de restauratie van het landhuis ten einde liep.

Raadsel 10. Het antwoord op de vorige vraag roept een vraag op over het ethisch handelen van het openbaar bestuur. Iedereen weet dat mw. Ploum de partner is van directeur Edwin Jacobs van het Centraal Museum. Deze relatie staat aan de basis van de plannen om het Armando Museum uit de brand te helpen en naar Oud-Amelisweerd te laten verhuizen. Bij zorgvuldig bestuur hadden de wethouders van Utrecht vanwege de schijn van belangenverstrengeling deze plannen nooit serieus in overweging moeten nemen. Met verwijzing naar good governance en vanwege de geloofwaardigheid van allen was het logisch geweest dat de plannen nooit verder waren gekomen dan de borreltafel. Nu beschaamt dit aspect het vertrouwen in de politiek.

Conclusie. Waarom blijft het Armando Museum niet gewoon in Amersfoort? Mooi kleinschalig en sober in de Elleboogkerk. Als Armando zo’n grote publiekstrekker is zoals het Armando Museum Bureau beweert dan moet het dat in Amersfoort waar kunnen maken. De logica van een Amersfoorts museum op Bunniks grondgebied onder leiding van de gemeente Utrecht ontgaat niet alleen u en mij, en ook steeds meer partijen in de Amersfoortse raad die de feiten leren kennen, maar onderhand elke nadenkende burger. Het draagvlak voor cultuur vraagt op dit moment om realisme en haalbaarheid. Zeker niet om projecten met een open eind.

Foto: Chinees behang met vogels en planten van omstreeks 1780

CDA hemels appèl

Morgen weer een CDA-partijcongres. Da’s voedsel voor critici. In een aangenomen motie op het CDA-najaarscongres stelde het CDJA vorig jaar dat het CDA vanuit zijn identiteit meer dan andere partijen appelleert aan normen en waarden en dat burgers „moreel leiderschap” van politici verwachten. Vraag is welke normen en waarden dat zijn. Het CDA voelt zich beter dan de ander.

Wat is inhoud van christelijke politiek als er hogere machten in het spel zijn? Het zet mensen in de kou die een inhoudelijk debat willen. Tegen een geloof valt niet te knokken. Het beroep op de verticale macht heeft altijd het laatste woord. Da’s het nadeel van religieus geinspireerde politiek. Panelen blijven schuiven tot in de hemel. Da’s het eeuwige verschil tussen gelovigen en rationalisten.

Dat doet verlangen naar een bundeling van vrijzinnige krachten die een punt zetten achter het zalven en jeremiëren vanuit de navel van de christenheid. Wat moeten andersdenkenden hiermee? Een grote groep burgers heeft genoeg van de pretenties en het moralisme van religieuze politiek. Ongelofelijk dat een slinkende CDA de demografische ontwikkelingen niet begrijpt. Waarom kiest de partij niet voor de weg van Lubbers die succesvol niet-gelovige kiezers aansprak? Maar daarbij past geen hemels appèl of eigendunk.

Het huidige CDA heeft veel noten op haar zang. De partij suggereert zonder valse bescheidenheid dat het meer dan anderen aan normen en waarden appelleert. Da’s nogal een pretentie. Het CDA werpt zich de laatste tijd op als een moreel plechtanker voor de hele Nederlandse politiek waarvan het zegt dat die op drift is.

Verwijzingen naar abstracties en hogere machten lijkt op een wanhoopsoffensief van partijleden die buitenspel zijn gezet. Onder Maxime Verhagen vaart het CDA een conservatieve koers. De ethische reveillisten vergeten echter dat het CDA zelf het meest op drift is. De praatjes van het CDA ogen goedkoop. Moralistische steenstrippen die de fractiemuren bekleden worden gepresenteerd als historisch en traditioneel.

Foto: Waterspuwer Utrechtse Dom; credits TheoHPM

WikiLeaks wordt illegaal tegengewerkt

WikiLeaks zegt in financiële problemen te zijn gekomen omdat het sinds tien maanden 95% van de inkomsten mist. Dat komt omdat betaaldiensten als PayPal,  MasterCard of Visa betalingen aan WikiLeaks blokkeren. Oprichter Julian Assange noemt deze blokkade een ‘gevaarlijke, onderdrukkende en ondemocratische aanval die door de VS wordt geleid’. Ook VN-rapporteur Frank la Rue vindt zo’n handelswijze die niet samengaat met een aanklacht een beperking van de persvrijheid.

Afgelopen maandag beweerde Assange op een persconferentie dat hij en WikiLeaks slachtoffer zijn van een ‘samenzwering om hen te belasteren en vernietigen’ die wordt geleid door het Amerikaanse ministerie van Financiële Zaken, Amerikaanse inlichtingendiensten en rechtse krachten in de VS, inclusief machtige bedrijven die worden aangestuurd door Bank of America en Visa. Zonder details te geven beweerde Assange ook dat vanuit hoge kringen was opgeroepen hem te vermoorden.

Maar er is ook kritiek op Assange. Hij zei de samenwerking met invloedrijke kranten op, heet een egotripper en controlfreak te zijn, heeft ruzie gekregen met zijn belangrijkste medewerker Daniel Domscheit-Berg die voor zichzelf is begonnen met OpenLeaks dat tot nu toe geen potten breekt, heeft rechtszaken lopen over zijn uitlevering die veel kosten en werkte halfslachtig mee aan een biografie die tegen zijn zin is gepubliceerd.

Sinds Domscheit-Berg WikiLeaks verliet verloopt het openbaren van Amerikaanse telegrammen (‘Cablegate‘) chaotisch. Zo verschenen er ongecodeerde berichten die contacten in gevaar konden brengen en is er sinds 30 augustus niets meer gepubliceerd. Financiële problemen kunnen een rol spelen, maar zijn dan ook niet het hele verhaal. De slechte interne organisatie speelt mee. Daarnaast is het onbegrijpelijk dat Assange in tien maanden in Europa geen goede partner heeft kunnen vinden voor een alternatief betalingssysteem.

Maar het zwaarste weegt toch dat Assange en WikiLeaks in de VS worden tegengewerkt zonder in staat van beschuldiging te zijn gesteld of te worden vervolgd. Dus buiten de wet om. Om die reden is het zonder precedent dat de grote betaalmaatschappijen donaties aan WikiLeaks blokkeren. De omstandigheden zijn te toevallig om te beweren dat deze maatschappijen hierin hun eigen afweging maken. Daarnaast hebben ze een maatschappelijk belang te dienen. Vraag is of ze dat door hun illegale obstructie menen te doen. Wie weet.

MuseumgoudA ongeloofwaardig over verkoop The Schoolboys

De Volkskrant bericht dat een particuliere verzamelaar 800.000 euro had geboden aan museumgoudA voor The Schoolboys van Marlene Dumas. Dan had het schilderij in Nederland kunnen blijven. Nu is het verkocht op een veiling bij Christie’s en naar een particulier in Azië verhuisd. Voortaan aan het zicht van het publiek onttrokken. Het was een publiek geheim dat een verzamelaar een marktconforme prijs had geboden. Uitgelekt nieuws hierover kan een reden zijn voor de felle afwijzing door de Nederlandse Museumvereniging (NMV).

Dat directeur Gerard de Kleijn van museumgoudA gedragsregels van de museum- en erfgoedsector bewust heeft overtreden werd hem in de dagen rond de veiling eind juni 2011 niet erg kwalijk genomen. Iedereen besefte dat het voortbestaan van museumgoudA op het spel stond. Op vragen over het Wereldmuseum van SP’er Van Dijk veroordeelde staatssecretaris Zijlstra trouwens het handelen van een gemeente die een museum dwingt de gedragsregels te overtreden. Da’s van toepassing op zowel Gouda als museumgoudA.

Toen echter bekend werd dat De Kleijn het marktconforme aanbod van de particuliere verzamelaar had geweigerd smolt het begrip voor zijn handelen weg. Maar de lokale Goudse politiek en anderen die voor De Kleijn in de bres sprongen wisten dat niet en focusten nog op de opbrengst en het voortbestaan van het museum. Zodat een discussie met twee snelheden ontstond. Hoe dan ook, De Kleijn weigerde een aanbod dat het beste van twee werelden combineerde: een goede opbrengst en het behoud van openbaar kunstbezit.

De Kleijn geeft twee argumenten voor zijn weigering. De opbrengst zou met 800.000 euro niet groter zijn dan het garantiebedrag en de bruikleen zou slechts enkele jaren bedragen. Dat zijn oneigenlijke argumenten. Want in een persbericht van 30 mei 2011 schrijft museumgoudA: ‘Het museum heeft dit werk in 1988 aangekocht voor 16.000 gulden en rekent nu op een opbrengst van euro 800.000′. Evenmin valt in te zien hoe een Nederlandse verzamelaar die aanspreekbaar blijft voor bruiklenen slechter zou zijn dan de verkoop aan een Aziatische particuliere verzamelaar die met zijn nieuwe bezit volledig uit beeld verdwijnt.

Interessant is dat op 20 september 2011 de Goudse cultuurwethouder Daphne Bergmans op raadsvragen van de SP’er van Alphen over de verkoop antwoorddedat museumgoudA enkele grote particuliere verzamelaars [heeft] benaderd om te bezien of er bereidheid was het schilderij aan te kopen en vervolgens in langdurige bruikleen ter beschikking te stellen. Deze bereidheid bleek er niet te zijn’. Dat ontlokte me de toevoeging: ‘Opvallend ontbreekt in haar opsomming de optie dat museumgoudA zelf benaderd is door een derde partij’.

Het feit dat museumgoudA geen musea of particuliere verzamelaars kon vinden benadrukt dat het niet serieus naar kopers heeft gezocht. Ook Marlene Dumas en galeriehouder Paul Andriesse met hun netwerk aan belangstellende kopers waren door museumgoudA of een derde partij die voor het museum de boer op ging niet van de voorgenomen verkoop op de hoogte gesteld. Achteraf waren ze hier vol onbegrip over.

Er zijn nog veel vragen naar het handelen van De Kleijn. Zijn uitleg sinds mei 2011 over de verkoop van The Schoolboys is verre van consistent en stelt-ie steeds bij. Gemeente Gouda zal hem niet kritisch aanspreken. Of een gemeenteraad. Of een Raad van Toezicht van het museum. Op de NMV en staatssecretaris Zijlstra na spreekt geen enkele instantie De Kleijn kritisch aan. Maar deze kunnen hem bestuurlijk weer niet aanpakken.

De echte reden dat De Kleijn het marktconforme aanbod van de particuliere verzamelaar niet accepteerde lijkt te zijn dat-ie het niet kon accepteren omdat-ie voortijdig vergaande afspraken had gemaakt met Christie’s Londen. In het pakket paste in mei de aankoop van een Weissenbruch bij Christie’s Amsterdam voor 109.000 euro. Volgens kenners zeker geen kernstuk van de collectie. Een onverklaarbare actie van een museum dat beweert dat het water tot aan de lippen gestegen is en zegt elke cent nodig te hebben voor het voortbestaan.

Foto: St Martin&39s School for Boys Blazer Navy; prijs vanaf 90 pond bij John Lewis

Mediawerkgroep Syrië claimt onafhankelijkheid

In Nederland bestaat sinds 8 september 2011 de Mediawerkgroep Syrië. Tevens de naam van een blog met de ondertitel ‘onafhankelijk media- en onderzoeksgroep‘. In de visietekst zegt het ‘volledig onafhankelijk te functioneren’ en ‘geleidelijke hervormingen [te] steunen om Syrië te hervormen tot een vreedzaam en democratisch land dat persvrijheid en gelijke rechten voor alle minderheden erkent’.

Dat idee sluit aan bij de opzet van de liberale, pluriforme democratie zoals wij die kennen. Het staat haaks op de ontwikkelingen in Tunesië, Libië en Egypte waar constituties in de maak zijn die (nog steeds) op de sharia gebaseerd zijn. Hoe minimaal ook uitgevoerd, het maakt van andersdenkenden tweederangs burgers.

Maakt de ‘Mediawerkgroep’ haar claim van onafhankelijkheid waar? Da’s maar net hoe je het opvat. Opvallend is dat het nergens zegt een evenwichtig beeld van de toestand in Syrië te willen geven. Dat doet het dan ook niet, het stelt zich sterk pro-Assad op. Verder vertroebelen opmerkingen over Amerikaans imperialisme, de Israëlische regering en gelijke rechten van Palestijnen een open blik. Het duidt op links-seculiere invloeden.

Ik heb geen problemen met een blik die een deel van de waarheid benadrukt en daar voor uitkomt. Probleem is dat de ‘Mediawerkgroep’ pretendeert objectiviteit na te streven. Maar het verschil tussen die claim en de stellingname is zo opzichtig dat niemand dat zal geloven. Bij doorgelinkte stukken ontbreekt echter de context. Dan wordt het anders. Zoals een stuk over mensenrechtenactivist Rami Abdel Rahman op Nujij.nl.

Wat moeten we met een Mediawerkgroep die propaganda bedrijft en anderen ervan beschuldigt propaganda te bedrijven? Dit Droste-effect op internet staat niet op zichzelf. De Chinese regering betaalt per reactie om op internet positief over de regering te schrijven. Propaganda van Israël is geprofessionaliseerd en wijd vertakt. Iedereen kan zelf oordelen over de Mediawerkgroep Syrië. Ik plaatste bij de postingDe foto’s die onze Westerse media u niet tonen‘ onderstaande reactie. Het wacht op moderatie. We zullen zien:

Goed dat dit verhaal verteld wordt. De claim dat de Westerse media deze kant van het verhaal niet laten zien lijkt me overigens niet aangetoond. Wie zich aan de hand van de Westerse media wil informeren kan voldoende kritiek op de zogenaamde Soennitische rebellen en begrip voor de Alevieten en Christenen vinden. Toegegeven, de nuancering in de Westerse media is een recente ontwikkeling.

Kortom, het beeld dat in de Westerse media wordt gegeven is niet langer zwart-wit, maar grijs. Laat ik het anders zeggen, het beeld dat hierboven wordt gegeven is zwart-witter dan het beeld dat nu resteert uit de Westerse media. Dat laatste dus een verdeeld beeld zonder winnaars en verliezers, zonder goeden en slechten.

Ikzelf heb het trouwens al opgegeven om me met een van de partijen in dit conflict te identificeren. Net zoals in het Israël-Palestina conflict zie ik geen enkele partij die ik mijn sympathie kan geven. Dus het omgekeerde van een win-win situatie. Maar ik besef dat zo’n opstelling voor de inwoners van de regio een luxe is die ze niet hebben. Ze vechten voor hun leven, hun economisch belang, hun functie en hun sociale omgeving. De tragiek is dat dat allemaal in elkaars verlengde ligt. Daarom is een oplossing niet vanzelfsprekend.

Succes met de mediawerkgroep en het vervolg.
https://georgeknightlang.wordpress.com/2011/07/21/arabische-lente-is-voorbij/

Foto: Mediawerkgroep Syrië zegt: ‘Twee miljoen Syriërs kwamen in Aleppo hun steun uiten voor de Syrische president, Bashar al-Assad

Durft de PvdA over de euro te gokken op een stabiele PVV?

Financieel woordvoerder van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer Ronald Plasterk is volstrekt helder en rechtlijnig. Hij spreekt zich uit in Trouw over de EU-27 top van regeringsleiders komende woensdag: Ik heb er een hard hoofd in dat het gaat lukken. De zeventien regeringsleiders hebben er een puinzooi van gemaakt. Een wazig compromis dat tegenstellingen moet verhullen zullen wij niet steunen. 

De voortekenen voor de top zijn slecht. Nationale belangen zijn groot en verhinderen een aanpak die alles overkoepelt. Daarom lukt het maar steeds niet. Economen bekijken het financieel-technisch en vinden dat de schulden van Griekenland ruimhartig gesaneerd moeten worden en het noodfonds goed gevuld moet zijn. Maar de regeringsleiders staan voor de eigen banken, de waardering van de status van hun land, het begrotingstekort of torenhoge garanties. En het parlementaire tegengeluid.

De PvdA steunde tot nu toe de plannen van het kabinet om de euro te redden. De PVV steunt het kabinet op dit dossier niet en profiteert in de peilingen van het beeld dat het in de publiciteit ophangt van luie Grieken. Tevens gaf de steun Wilders bij de Algemene Beschouwingen de mogelijkheid om PvdA-leider Job Cohen de ‘bedrijfspoedel‘ van Rutte te noemen. Dat bevatte een kern van waarheid en Cohen had er geen weerwoord op. Wat is een oppositiepartij waard die zonder enige tegenprestatie het kabinet aan een meerderheid helpt?

Als de PvdA nu haar steun intrekt heeft het kabinet geen meerderheid meer. Of de PVV moet het kabinet weer gaan steunen om de PvdA dwars te zitten. Niet onmogelijk, want er is weinig dat de PVV meer pleziert dan het dwarsbomen van de PvdA. Zelfs in de peilingen hoeft deze draai voor de PVV niet slecht uit te pakken. Het programma van de PVV is toch al een lappendeken. Wat is de winst-verlies rekening als de PVV terugkomt op  haar anti-Europa politiek? Weegt het jennen van de PvdA op tegen het verlies aan eigen geloofwaardigheid?

Deze overwegingen beperken de ruimte van de PvdA om het hard te spelen. Durven de sociaal-democraten erop te gokken dat Wilders consequent is? En durft Wilders een draai te maken? Hoe groot schat de PvdA deze kans dan weer in voordat het echt de stekker uit dit dossier trekt? Zo wordt de top van Europese regeringsleiders rechtstreeks vertaald naar het Binnenhof. Tactische spelletjes bepalen de partijpolitiek.

Foto: Geert Wilders, Mark Rutte en Maxime Verhagen op het Binnenhof, september 2010