Het commentaar ‘Radicale kampen kapen het Gazadebat en de politiek doet gretig mee‘ van Raoul du Pré in de Volkskrant van 9 mei 2024 is me uit het hart gegrepen.
De pro-Palestina demonstraties van studenten en activisten op universiteiten is volgens Du Pré vergezocht en ‘roept de verdenking op dat het niet gaat om concrete resultaten voor de mensen in Gaza maar om maximaal effectbejag.’ Het commentaar klopt echter niet met de kop. De kern van de kritiek ervan is dat een deel van de politiek juist ontbreekt in het Gazadebat.
Ik moet bij het zien van de inzet van politie tegen studenten en activisten bij de bezetting van universiteitsgebouwen denken aan de Italiaanse film ‘La Meglio gioventù’ (2003) van Marco Tullio Giordana.
Het gaat om twee broers van wie Matteo politieman wordt en Nicola student is die psychiater wordt. De studenten zijn bevoorrecht, terwijl de politie gerekruteerd wordt uit het volk. De laatsten hebben niet dezelfde kansen gehad als de studenten. Zij moeten de orde handhaven, terwijl de studenten en activisten vanuit hun positie de macht kunnen uitdagen. Het is werken voor brood tegenover spel.
De Nederlandse politiek laat zich wat het Hamas-Israël conflict betreft verdelen in twee radicale kampen. Het centrum is doodstil. Zoals de introductie van het commentaar zegt: ‘Waar zijn toch de politici gebleven die soms wat water op het vuur proberen te gooien in plaats van olie?‘
Radicaal-rechts veroordeelt de pro-Palestina demonstraties en neemt het op voor Israël. Radicaal-links neemt het op voor de pro-Palestina demonstraties, verdedigt terroristische organisaties als Hamas en Hezbollah en wil de banden met Israël doorsnijden of dat land zelfs van de kaart vegen.
Het zijn twee onhoudbare posities. Maar zoals gezegd, in Nederland ontbreekt een genuanceerd geluid van het politieke midden. Waar zijn NSC, CDA, D66, Volt en GroenLinks-PvdA? Welke oplossing dragen ze aan voor dit conflict? Waarom laten ze zich de kaas van het brood eten?
Complicatie is de verre van soepel lopende formatiebesprekingen die nog geen resultaten hebben opgeleverd, De leiders van de drie rechtse partijen PVV, VVD en BBB lijken dat te compenseren door zich in de publieke opinie scherp afwijzend uit te laten over de pro-Palestina demonstraties op universiteiten. Het is makkelijk scoren bij de achterban met ferme uitspraken om het gebrek aan resultaten in de formatie te verhullen. Tegelijk toont het hoe geradicaliseerd deze drie rechtse partijen zijn. Vooral voor de VVD is dat onbegrijpelijk.
De Nederlandse centrumpartijen doen er verstandig aan om zich publiekelijk over deze kwestie uit te spreken. Ze kunnen zorgen voor matiging van de retoriek waarmee beide flanken nu de publieke opinie tergen. Het is een raadsel waarom ze zo weinig van zich laten horen. Nu wordt de publieke opinie over Hamas en Israël overgelaten aan radicaal-links en radicaal-rechts. Dat is ongewenst en onevenwichtig. Dat toont het holle vat dat de Nederlandse politiek is geworden.