Karin Walters is onvolledig in verklaring waarom ze opstapt als wethouder. Ze is in de val getrapt van pro-Kremlin complotdenker Marie-Thérèse ter Haar

Schermafbeelding van deel artikelHilversumse wethouder Karin Walters stapt per direct op na ’Rusland-rel’ in De Gooi- en Eemlander, 3 april 2024.

Wethouder Karin Walters (Hart voor Hilversum) is op 3 april 2024 opgestapt als wethouder van Hilversum. Directe aanleiding vormen berichten in de pers over haar aanwezigheid bij een informatiebijeenkomst over kleinschalig biologisch boeren in Wit-Rusland en Rusland, aldus bovenstaand bericht van 3 april 2024 in De Gooi- en Eemlander.

Walters geeft in een verklaring op de website van haar partij de volgende reden voor haar opstappen:

Walters maakt het breed en stelt het verkeerd voor. Het is niet onbestaanbaar als een wethouder een bijeenkomst bezoekt over biologisch boeren in het buitenland. Maar wel als je naar een bijeenkomst gaat die wordt georganiseerd door pro-Kremlin complotdenker Marie-Thérèse ter Haar.

Walters noemt in haar verklaring deze organisator van de bijeenkomst niet. Het wordt er kwalijk op als Walters volgens Ter Haar heeft gezegd dat ze ‘helemaal klaar is met Nederland‘ en naar Rusland zou willen emigreren. Ter Haar trekt Walters in het frame van het complotdenken en het wantrouwen in media en politiek als ze over haar zegt: ‘Ze is bang om veroordeeld te worden, vertrouwt de media niet‘. Walters is goed- of kwaadwillend in het frame van Ter Haar gestapt. Dat heeft haar politiek de kop gekost.

Een en ander getuigt van een slechte politieke antenne van Karin Walters. Of ze wist wie Ter Haar was en had voorzichtig moeten zijn en afstand tot haar moeten bewaren of ze wist het niet omdat ze zich onvoldoende geïnformeerd had. Dat is allebei onbeholpen.

Feit dat Walters ‘per direct‘ is afgetreden geeft aan dat er iets aan de hand is en dat het om meer gaat dan het bezoeken van een willekeurige bijeenkomt over biologisch boeren in het buitenland. Dit was een pro-Russische bijeenkomst. Feit dat Ter Haar achteraf probeert Walters in haar frame te trekken geeft aan dat het om een politieke bijeenkomst ging.

Over Marie-Thérèse ter Haar schreef ik in 2019 het commentaarScience fiction van zelfverklaard Rusland-deskundige en handelaar in desinformatie Marie-Thérèse ter Haar‘. Ter Haar is in de Nederlandse publieke opinie niet erg bekend, maar evenmin geheel onbekend. Ze existeert in de marge van radicaal-rechts.

Karin Walters had kunnen weten dat ze door het bijwonen van de bijeenkomst over biologisch boeren in de val trapte die Ter Haar zet voor nietsvermoedende zielen. Iemand die daar naïef instapt heeft geen goed afgestelde politieke antenne. Zo iemand is het niet waard om wethouder te zijn. Het is juist dat Karin Walters is afgetreden.

Een oude discussie: Hoe moet het Van Abbemuseum zich tot de stad verhouden?

Schermafbeelding van deel artikel‘Van Abbemuseum moet weer een gááf museum worden’‘ van Ad de Koning in het ED, 22 februari 2024.

Wat moet het Van Abbemuseum doen om de Eindhovense raad te plezieren? Moet het wel de raad willen plezieren? Vanuit de raad krijgt het museum al jarenlang het verwijt met de rug naar de stad te staan. Het museum is voor financiering afhankelijk van de gemeente Eindhoven.

Het is een debat tussen doven. Vooral VVD en CDA hebben kritiek op de programmering. Vaak als het over musea en kunst gaat neemt dat groteske vormen aan.

Schermafbeelding van deel artikel‘Van Abbemuseum moet weer een gááf museum worden’‘ van Ad de Koning in het ED, 22 februari 2024.

Volt doet in een reactie daarop ook een duit in het zakje en stelt: ‘Niet iedereen houdt van hedendaagse kunst, en daar zul je dus mensen mee afstoten.’ Waarom zou iedereen van hedendaagse kunst moeten houden en waarom zou hedendaagse kunst mensen afstoten? Het gaat er maar net om om welke hedendaagse kunst het gaat. Het Van Abbemuseum programmeert trouwens ook moderne kunst van voor 1960.

Ligt de waarheid niet in het midden? Met Charles Esche heeft het museum een directeur die mentaal en fysiek veel in het buitenland verblijft. Hij zit er al 20 jaar. Het Van Abbemuseum had ooit met Jan Debbaut een directeur die fundamentele vragen stelde over de rol van kunst en massamedia. En over zichzelf als museum. Die gave lijkt afgenomen.

Het is in de eerste plaats aan een museum zelf om vanuit het eigen DNA en politieke antenne de eigen rol tegen het licht te houden en mogelijk aan te passen zodat de politiek niet de kans krijgt om iets op te leggen. Daar lijkt het Van Abbemuseum keer op keer niet in te slagen. Telkens geeft het museum de Eindhovense politiek de gelegenheid om fundamentele kritiek op de koers van het museum te spuien. Dat knaagt aan de positie van het museum. Dat dat kan gebeuren valt het management van het museum te verwijten.

Tussen een gesloten, theoretische programmering van het huidige Van Abbemuseum en popularisering om het publiek te plezieren waar VVD en CDA op doelen is er de middenweg van degelijk, museaal vakmanschap met reflectie op wat er in de samenleving gebeurt. Het debat binnen het museum zou er over moeten gaan hoe die middenweg bewandeld kan worden zonder de eigen positionering die zich vertaalt in reflectie op maatschappij en politiek te verliezen. Maar toch de band met de stad te versterken.

Op de achtergrond speelt de vraag wat voor een museum het is. Lokaal, regionaal, nationaal of internationaal. Dat is niet uniek voor het Van Abbemuseum, veel Nederlandse musea worstelen in hun marketing, politieke schakeling en programmering met die vraag.

Het debat in de Eindhovense raad verzandt in kreten over toegankelijk programmeren. De uitleg van wethouder Saskia Lammers (GroenLinks) stemt somber over beter begrip: ‘verbreding en diversiteit’. Alsof publieksbereik en representatie de heilige graal van de programmering zijn en verbreding en diversiteit het tovermiddel. Voor- en tegenstanders van het museum grossieren in de Eindhovense politiek in clichés en onwetendheid.

Hoorn: Museumdirecteur Geerdink komt in spervuur kwestie standbeeld J.P. Coen

Rechtse politiek gaat in Hoorn voor het behoud van het standbeeld van J.P. Coen op de huidige locatie in het centrum. Op het plein de Roode Steen. Linkse politiek gebruikt grote woorden als ‘institutioneel racisme‘ om het beeld verplaatst te krijgen.

De kwestie is gepolitiseerd. Een gewoon debat lijkt niet meer mogelijk. Standpunten staan haaks op elkaar. Emoties voeren de boventoon. Burgemeester Jan Nieuwenburg (PvdA) probeert het debat in goede banen te leiden.

Hoe heetgebakerd de sfeer in de Hoornse politiek over dit onderwerp is blijkt uit schriftelijke vragen van 9 februari 2024 van de fracties van VVD en ÉÉnHoorn. Ze vallen museumdirecteur Ad Geerdink van het Westfries Museum frontaal aan na diens optreden in Nieuwsuur van 7 februari 2024 in het item Omstreden beeld van Jan Pieterszoon Coen. De beslissing om het standbeeld weg te halen wordt voorlopig uitgesteld. Na overleg met het stadhuis gaf Geerdink in Nieuwsuur zijn visie.

VVD en ÉÉnHoorn stellen suggestieve vragen over ‘ambtenaar’ Geerdink die volgens deze partijen zijn mandaat te buiten zou zijn gegaan. Dat is betuttelend. Ze gaan nog verder en noemen hun vragen ‘Artikel 36: Ambtelijke openbare uitspraken die strijdig zijn met politiek/bestuurlijke besluiten‘. Daarmee framen ze op voorhand dat Geerdinks uitspraken strijdig zijn met de bestuurlijke besluitvorming.

De locatie van het beeld van J.P. Coen is een onderwerp bij uitstek voor populisten om zich mee te profileren.

Geerdink had in de uitzending van Nieuwsuur gezegd dat als de politiek dat beslist er een plekje in het museum is voor het beeld van Coen. Dat was tegen het zere been van VVD en ÉÉnHoorn.

In hun schriftelijke vragen vielen ze ambtenaar Geerdink aan die zich niet kan verdedigen. De rol van een plaatselijk historisch museum is om te reflecteren op de plaatselijke geschiedenis. Dat heeft Geerdink als museumdirecteur gedaan. VVD en ÉÉnHoorn geven met hun vragen aan dat ze niet weten wat de rol van een plaatselijk museum is. Of ze doen alsof ze dat niet weten.

In een opmerkelijk snel antwoord van 15 februari 2024 beticht het college VVD en ÉÉnHoorn dat het onterecht het handelen van een ambtenaar publiekelijk in twijfel trekt. Dat schaadt volgens het college de persoon Geerdink. Het college poogt partijdige meningen over dit onderwerp de pas af te snijden en neemt het op voor ambtenaar Ad Geerdink.

Schermafbeelding van deel antwoord van het college van Hoorn op schriftelijke vragen ‘Artikel 36 vragen ambtelijke openbare uitspraken en media optredens‘ van VVD Hoorn en ÉénHoorn, 15 februari 2024.

Media doen verslag van acties van radicale boeren zonder context. Politie faciliciteert boerenprotesten en pakt klimaatactivisten op

Bestaat er rechtsgelijkheid in Nederland? Daar lijkt het niet op. Neem de boerenprotesten met tractors om wegen te blokkeren en het protest van klimaatactivisten van XR op de A12 in Den Haag die hetzelfde doen.

Je zou denken, gelijke protesten, gelijke actie van de overheden. Maar dat is niet zo. De politie pakt 1000 klimaatactivisten van XR op in Den Haag en laat de boeren ongemoeid. Zoals bij de blokkade van de A7 bij Drachten. Het verschil is nog schrijnender. De politie faciliteert de boerenprotesten door de radicale veeboeren te helpen met hun acties.

Hoe kan dat? Is dat rechtsgelijkheid? Wat verklaart deze verschillen in aanpak door de overheden van hetzelfde soort protest, namelijk de tijdelijke blokkade van een autosnelweg? Klimaatactivisten worden aangepakt door de politie, terwijl dezelfde politie hand-en-spandiensten verricht bij het boerenprotest. Dat verschil is onverklaarbaar.

Radicale veeboeren rekken met hun kretologie en acties hun eigen geloofwaardigheid op, maar ook die van het openbaar bestuur. Dan wordt het kwalijk.

Waarom wordt de eenzijdige argumentatie van de radicale veeboeren in de publieke opinie niet weerlegd? Schelden op de EU terwijl er jaarlijks (2021) 55,7 miljard euro naar de Nederlandse landbouwsector gaat.

De radicale veeboeren hebben zich met hun leningen afhankelijk gemaakt van en zelfs overgeleverd aan de agro-industrie en de agro-banken. Nu de radicale boeren financieel in het nauw zitten bijten ze de hand die hen voedt: de EU. Bevestigen deze boeren de volkswaarheid die over hun verstand bestaat? Het lijkt er sterk op. Ze bevestigen dat met hun kretologie en acties.

De les is dat het verhaal dat radicale veeboeren in de media vertellen, dat eenzijdig en zonder perspectief voor de toekomst is, per omgaande geanalyseerd, weerlegd en aangevuld moet worden.

Het wordt er nog bizarder op als de radicale veeboeren claimen dat de bevolking aan hun kant staat. Dat is nog maar helemaal de vraag. De radicale veeboeren zijn overmoedig, denken van alles te kunnen zeggen en doen, en hebben banden met de ultra-rechtse politiek. Hun retoriek en acties zijn politiek bepaald.

De radicale veeboeren zijn slecht behandeld door agro-industrie en agro-banken. Maar daar richten hun acties en bedreigingen zich niet op. Radicalisme is een verdienmodel voor radicale boerenleiders. Hun radicalisme is een bijwagen van de ultra-rechtse politiek van BBB, FvD en PVV. Saneren van de landbouwsector is niet in hun belang. Laat staan het opkomen voor het klimaat.

Media moeten het verhaal vertellen dat de landbouw zwaar gesubsidieerd wordt door de EU en dat radicale veeboeren open, vrije concurrentie afwijzen. Radicale veeboeren blokkeren met hun acties en bedreigingen van bestuurders het overleg om de landbouwsector evenwichtig te saneren. Verslaggeving van boerenacties zonder de context te geven over de posities in de landbouw is onzinnig. Media geven die context niet.

Utrechtse raad omarmt motie ‘Oproep staakt het vuren’ conflict Hamas- Israël

Schermafbeelding van deel artikelMeerderheid Utrechtse gemeenteraad steunt motie voor aansluiten bij oproep tot staakt het vuren in Gaza en Israël‘ op de DUIC, 10 november 2023

Mijn reactie bij het artikelMeerderheid Utrechtse gemeenteraad steunt motie voor aansluiten bij oproep tot staakt het vuren in Gaza en Israël‘ op de DUIC van 10 november 2023.

GroenLinks (de grootste partij in de Utrechtse raad), PvdA, Volt, PvdD, ChristenUnie, Student&Starter, DENK, EenUtrecht en D66 dienden de motie in die werd aangenomen.Het is domme én gevaarlijke politiek. De motie bespeurt ‘spanningen tussen groepen in onze stad‘ maar gooit met de motie juist olie op het vuur.

De motie bevestigt het beeld dat de lokale politiek niet altijd goed beseft waar het mee bezig is. En waar de prioriteiten liggen. Hebben linkse partijen elkaar gegijzeld in politiek correct denken waar ze niet meer aan konden ontsnappen? Daar lijkt het sterk op. Mijn reactie:

Motie M387Oproep staakt het vuren‘, Utrecht, 9 november 2023.

Makkelijk scoren van GroenLinks, of zoals DUIC het noemt GroenLink. Symboolpolitiek.

Zoals velen hierboven terecht zeggen is het niet aan de Utrechtse gemeenteraad om buitenlandse politiek te bedrijven. De raad moet zich bezighouden met beleid waar het directe invloed op heeft. Dat is niet het conflict tussen Hamas en Israël.

Burgemeester Sharon Dijksma verdient lof dat ze de motie ontraadde. Tevergeefs trouwens. Zelfs haar eigen partij de PvdA luisterde niet naar haar en stemde voor de motie.

Waarom een motie over dit conflict tussen Hamas en Israël en niet over talloze andere conflicten die in veel gevallen tot meer leed en slachtoffers leiden? Zoals Oekraïne, Oost-Congo, Myanmar, Ethiopië, Soedan, Afghanistan, Jemen, Syrië, Nigeria, Venezuela en noem maar op.

De motie oogt willekeurig. Daarnaast is het ongewenst dat de indieners van de motie een buitenlands conflict importeren naar Utrecht. Daar is niemand mee gediend. De maatschappelijke verdeeldheid over dit conflict is groot.

Het valt te begrijpen dat zo’n motie de indieners een goed gevoel geeft. Een snelle rush. Dat is wat anders dan taaie dossiers over zorg, verkeer of wonen die sporadisch de publiciteit halen en waarmee in de beeldvorming nauwelijks gescoord kan worden.

De motie kan dan ook opgevat worden als vakantie van de politiek. Even uit de gewone sleur. Even wat kleur op de wangen en even wat emotie in plaats van taai huiswerk.

De motie leidt bij niet-rechtse kiezers tot disharmonie omdat hun identificatie met de overwegend linkse partijen die de motie steunen wordt bemoeilijkt.

Zo bereikt de motie het omgekeerde van wat de indieners beogen. Het vergroot de vervreemding van en het wantrouwen in de lokale politiek die toch al niet een bijster sterk imago heeft. Het beeld van een raad die continu achter de feiten aanloopt wordt door de motie nog verder versterkt. Dat hadden de indieners van de motie moeten beseffen.

Vraag van Henk Westbroek: waar wordt het cultuurbeleid van de gemeente Utrecht gemaakt?

De Utrechtse Henk Westbroek is een luis in de pels. Een onafhankelijk denkend persoon. Hij was zanger van het Goede Doel, maakte carrière bij de VARA en was in 1998 op succesvolle wijze lijsttrekker van Leefbaar Utrecht. Een populistische partij die aan de opkomst van Pim Fortuyn voorafging.

Vier jaar later beëindigde Westbroek zijn actieve politieke carrière, maar vanuit de marge blijft hij de politiek volgen. In deze gesproken column voor De Nuk de cultuurpolitiek van de gemeente Utrecht.

Westbroek richt zijn pijlen op Mei Li Vos (namens de PvdA ondervoorzitter van de Eerste Kamer) , de PvdA en de consultantsbureaus die gemeenschapsgeld binnenharken. De PvdA waar hij ooit via de VARA en Marcel van Dam indirect aan verbonden was. Een klaarblijkelijkheid is dat bekeerlingen vaak extra strijdlustig en kritisch zijn op hun oude gedachtegoed.

Westbroek richt zijn beste pijlen op de gemeente Utrecht, de wethouder Cultuur Eva Oosters (Student & Starter) en de afdeling Culture Zaken met het hoofd Tarik Yousif die volgens hem het cultuurbeleid van Utrecht door Mei Li Vos en haar entourage, en twee bureaus in de Amsterdamse grachtengordel laten bepalen.

Schermafbeelding van ‘Evaluatie cultuurnota Utrecht‘ van Blueyard. Het evalueren van de cultuurnotaprocedure.

Het is een oude klacht. Waarom zijn gemeentelijke afdelingen niet bij machte om zelf het beleid van hun gemeente te maken, schrijven, vernieuwen en evalueren? Terwijl gemeenten bovenmatig investeren in afdelingen voorlichting, marketing en publiciteit. Om de inwoners te laten weten dat het beleid wordt uitbesteed?

Dat stelt Westbroek aan de orde. Waarom wordt dat beleid uitbesteed aan externe personen en bureaus? Terwijl beleid het DNA van een gemeente is. Bij kleine gemeenten valt dat vanwege capaciteitsproblemen nog te billijken, maar niet bij de vierde stad van het land.

Het is niet alleen dat er veel geld verdwijnt door het inhuren van externe adviseurs en consultants van buiten de stad. Het is dat de contouren van het cultuurbeleid van de gemeente Utrecht niet door de gemeente zelf, maar elders worden bepaald. Dat leidt tot verwatering en verslapping van dat beleid. Dat is een blamage en een brevet van onvermogen voor de afdeling Culturele Zaken van de gemeente Utrecht. En voor het gemeentebestuur die hier voor kiest.

Volgens Westbroek slaat het reizende adviescircus van Mei Li Vos ook zijn tenten op in Rotterdam. De gemeente waar de schaduwmacht van filantropische instellingen van de familie Van der Vorm nu al grotendeels het cultuurbeleid bepaalt.

Vandaag staat onderstaande vacature online voor een Senior Beleidsadviseur Cultuur van de gemeente Utrecht. Wat opvalt is dat deze senior beleidsadviseur signalerende, verbindende, adviserende en coördinerende taken heeft, maar niet gevraagd wordt om actief mee te schrijven aan het cultuurbeleid. In elk geval blijkt dat niet uit deze vacature die overloopt van ambtelijk en procedureel jargon. De ambitie om over zichzelf te beslissen heeft de gemeente Utrecht blijkbaar losgelaten.

Vacature op talent.com, 25 augustus 2023.

Oud-directeur Ex reageert in open brief op berichtgeving verbouwing Boijmans

Asbestsanering Museum Boijmans van Beuningen op site van het museum, 2022.

Marieke van der Lippe plaatste vandaag op Facebook een open brief van Sjarel Ex. Hij vetrok als directeur in september 2022, wordt aangesproken op de stagnerende verbouwing en kan zich moeilijk verdedigen. Ex gaat in op de contacten met de gemeente Rotterdam en zoekt een verklaring voor de gebrekkige voortgang van de verbouwing.

In een conclusie zegt Ex: ‘Je zou je bijna gaan afvragen, na de uitverkoop van het Wereldmuseum, de sluiting van het Historisch Museum, en deze janboel in het door de gemeente geleide project Boijmans Van Beuningen, wil de gemeente Rotterdam eigenlijk wel musea in de stad?

Open brief Sjarel Ex:

Beste Marieke,

Ik ben weliswaar weg uit het Boijmans en schrijf je dit briefje dus geheel op eigen titel, maar heb vanaf 2004 met de gemeente gesproken over het gebouw, over de gebreken ervan en het achterstallig onderhoud.

1. Het museum heeft vanaf 2004/2005 regelmatig bouwkundig onderzoek laten doen naar de staat van het gebouw en de externe depots van het museum. We hebben ze geteld tot 2018 stuurde het museum zo’n 250 brieven aan de huisbaas/gemeente over de zorgwekkende toestand van het gebouw. We lieten vele onafhankelijke rapporten opmaken en spanden tenslotte zelfs een kort geding aan tegen de dienst Stadsontwikkeling.

2. Saillante tussenstand, in 2010 werd berekend dat het volledige herstel inclusief asbestsanering van het gehele gebouw 60 miljoen kostte en 3-5 jaar sluiting zou vergen.

3. Het museum heeft de gemeente/huisbaas gevraagd om het gebouw te herstellen en een betere logistiek te bezorgen. Het college van B&W vond dat niet ambitieus genoeg, dat was een ‘Maas tunnel scenario’. Oftewel je krijg terug wat je had en dat vond men geen vooruitgang.

4. B&W wilden een ambitieuzer plan. Het museum koos voor renovatie van de gebouwen, een verbetering van de transportfaciliteit en een nieuwe vleugel. Kosten 150 miljoen. Stadsontwikkeling zette alvast het onderhoud van het bestaande gebouw stop waardoor het snel achteruit ging.

5. Tot december 2018, toen de gemeenteraad met 37 stemmen vóór met de renovatie en vernieuwing instemde, bleef het onduidelijk hoe verder. De gemeente maakte die maand pardoes bekend dat de sluiting geen 3-5 jaar maar 7 jaar zou duren en dat het geen 150 maar 223 miljoen ging kosten.

6. In 2018 gaf stadsontwikkeling ruiterlijk toe dat ze het onderhoud van het museum had verzaakt.

7. Bij de toekenning door de gemeenteraad deelde burgemeester Aboutaleb ons mee dat het weliswaar een mooi besluit was maar dat de uitvoering van de renovatie en vernieuwing zou worden ‘gefaseerd’. Dat wilde zeggen uitgesteld. En dat is nog steeds zo.

8. In 2019 ontplofte een van de energie-verdeel-centrales in de kelder van Boijmans, met een kabelbrand tot gevolg. Er raakte niemand gewond, we waren er op tijd bij. De brandweer onderzocht de situatie en verklaarde dat ze in het geval van een eventuele brand, het gebouw inclusief de ondergrondse depots ‘gecontroleerd’ zou laten uitbranden. Nathouden dus, zodat het asbest niet kon uitwaaieren over de stad. Op onze vraag wat er dan met de kunstcollectie zou gebeuren was het antwoord van de brandweer: dat interesseert ons niet, wij redden alleen de mensen, en nee, u mag er in zo’n geval ook niet meer in. De collectie zou dus worden opgegeven en verloren gaan.

9. Het museum zag zich daarop genoopt te ontruimen en te sluiten. Dat was half 2019. De verzameling is in vijf externe depots ondergebracht. Er is aan de gemeente gevraagd om het gebouw te splitsen waardoor bijvoorbeeld de Bodon nog voor exposities gebruikt kon worden, dat werd geweigerd. Er is gepleit voor een tijdelijk paviljoen, dat werd geweigerd. Er is geprobeerd de lege V&D op Zuid te huren of kopen. Het was bijna rond, dankzij veel particuliere giften. De gemeente/B&W deed niks en weigerde om mee te doen bij het laatste stukje.

10. In 2019 kwam d’66 alsnog tot de conclusie dat die toegekende 223 miljoen wat veel was en het bedrag voor de verbouwing werd weer met tientallen miljoenen verlaagd naar 169 miljoen.

11. De gemeente en de gemeentelijke diensten eisten als eigenaars de rol van opdrachtgever en bouwdirectie op. Omdat het een groot project is kreeg de gemeenteraad met alle 45 leden een regelmatige rapportage en werd zo opdrachtgever en het museum werd daarmee speelbal van de politiek. Er werkten intussen tientallen ambtenaren aan het ontwerp en de randvoorwaarden. Op initiatief van stadsontwikkeling en de leefbaren-fractie werd het museum in februari 2021 verboden nog contact met de architect te hebben.

12. By the way…Het Depot is intussen gebouwd door een stichting waarin mecenas, gemeente en museum overleg voerden en besluiten namen. Het museum als schrijver van het programma van eisen, en gebruiker, had voortdurend rechtstreeks contact met de architect en de andere ontwerpers. Dat werkte wel.

13. Het ‘ambitieus’ plan leek kansrijk te worden omdat een van de buren aan de Westersingel een groot terrein ter beschikking wilde stellen voor een nieuwe vleugel. Deze derde partij wachtte bijna drie jaar op verdere ontwikkelingen, en deed tenslotte een mooi erfpacht aanbod. De gemeente blies de onderhandeling op, terwijl er nog maar een miniem financieel verschil te overbruggen was..

14. De wereld veranderde tijdens Corona en ook daarna. De gemeente stelde uit en stelde uit en inmiddels is het vastgestelde bedrag zelfs niet meer genoeg voor een eenvoudige renovatie.

15. De stand nu: er is geen vastgesteld ontwerp, de ambtenaren zijn het onderling niet eens. De welstandscommissie en het museum zijn niet blij met het schetsontwerp. Het museum is uit het ontwerpproces geweerd. De grootste overschrijding zit in de kosten van de gemeentelijke diensten Stadsontwikkeling en Onderwijs/Cultuur die zelf (uurtje/factuurtje) op het project hebben gedeclareerd.

16. In april 2023 maakt de gemeente bekend dat er weer wat jaartjes bij gaan komen en dat het project tot nader order is uitgesteld…

Geen fraaie synopsis….

Je zou je bijna gaan afvragen, na de uitverkoop van het Wereldmuseum de sluiting van het Historisch Museum,en deze janboel in het door de gemeente geleide project Boijmans Van Beuningen, wil de gemeente Rotterdam eigenlijk wel musea in de stad?

Hartelijke groet en succes

Sjarel

NB: Voor verder lezen over dit onderwerp zie:

Waarom garandeert Utrecht rust en stilte niet beter voor haar inwoners?

Schermafbeelding van deel artikelBinnenstadbewoners Utrecht willen discussie over geluidsoverlast aanwakkeren’ van 12 december 2022 in de DUIC.

Het is een terugkerend gespreksonderwerp én steen des aanstoots: overlast in (binnen)steden. Dat kan uit allerlei soorten overlast bestaan die samenhangen met stank, fijnstof, onveiligheid of drugs, maar geluidsoverlast of geluidshinder wordt door bewoners als meest hinderlijk ervaren.

Uit het artikelBinnenstadbewoners Utrecht willen discussie over geluidsoverlast aanwakkeren’ van 12 december 2022 in de DUIC blijkt dat een groep Utrechtse binnenstadsbewoners ‘de discussie over geluidsoverlast wil aanwakkeren’. Woordvoerder Frank van Eijkern van belangengroep Binnenstad030 beseft goed dat geluidsoverlast de hele stad betreft. Zijn conclusie is dat de maatregelen van het gemeentebestuur om de geluidsoverlast terug te dringen langzaam worden ingevoerd.

In mijn reactie bij het artikel steun ik volmondig het streven van de groep bewoners. Naar mijn idee handelt het Utrechtse gemeentebestuur onnodig traag om de leefbaarheid van de stad te vergroten en handelt het uit politieke of commerciële belangen er soms tegengesteld aan.

Waar een wil is, is een weg, luidt het gezegde. Maar de eensgezindheid van het centrumlinkse gemeentebestuur om met elkaar ferm die weg te bewandelen lijkt te ontbreken. De wil ontbreekt of is niet zichtbaar. In een koehandel mogen partijen af en toe hun liefdesbaby koesteren, maar het ontbreekt aan goed doordacht en doelmatig integraal beleid om geluidsoverlast terug te dringen. Dat kan met betrekkelijk simpele ingrepen beter.

In 2013 pleitte ik in een commentaar voor een ambassadeur tegen geluidshinder. ik concludeerde: ‘Nodig is een revitalisatie of actualisering van de doelstelling van Stichting BAM. Om die met de middelen van 2013 op te pakken. Zoals Hieke Jippes schrijft: ‘(..) het hoort zo te zijn, en het was ook altijd zo, dat een overheid zijn burgers juist beschermt in zoiets basaals als het genot van rust en stilte. In veel opzichten doet zij dat ook al: beperkt geroep van de top van de moskee, gematigd luiden van de kerkklok, stiltecoupés in de trein zijn daarvan allemaal voorbeelden.’ Wie wordt in Nederland de eerste ambassadeur voor de stilte?

Mijn reactie:

De geluidsoverlast in binnensteden is niet uit te bannen, maar wel terug te dringen. Op dat laatste zou ingezet moeten worden. 

Handhaving in de openbare ruimte door de Utrechtse politie is hoe dan ook al jarenlang een stiefkindje. Denk aan de zichtbare fietsenoverlast in de binnenstad die evenredig groter wordt met de niet uitgevoerde voornemens van de politiek om het aan te pakken. Op straat is dat niet terug te zien. Het gemeentebestuur lijkt de chaos te accepteren en de handhaving af te schalen. 

Hoe kan de overlast wel teruggebracht worden? Geen muziek in horeca en winkels die buiten te horen is. Verkeersluw maken van de binnenstad door het versneld weren van auto’s. Vroegere sluitingstijd van de horeca. Geen vergunningen meer voor (vergrote) horeca-terrassen. Minder vergunningen voor evenementen met versterkt geluid. Stoppen met het beleid om meer toeristen te trekken en het terugschroeven van de autonomie van Utrecht Marketing dat oncontroleerbaar opereert. Serieuze monitoring van SSH van wat er in haar huizen gebeurt met sancties als uiterste middel.

In Utrecht spelen vele belangen. Die moeten met elkaar in evenwicht worden gebracht. Bewonersbelangen moeten ernstig worden genomen. Feitelijk zijn de politieke partijen er voor en niet tegen de bewoners. 

De belangen van de horeca en het bedrijfsleven worden obsessief door de verrechtse coalitiepartij D66 nagejaagd. Maar ook de linkse partijen bijten niet echt door om de stad leefbaarder te maken. 

Het is lastig om een stad van de grootte van Utrecht zo te besturen dat iedereen ermee tevreden is. Maar waar simpele maatregelen achterwege blijven om de geluidsoverlast in te perken en het college zelfs in bepaalde gevallen het tegendeel bewerkstelligt zou men kunnen spreken van onzorgvuldig bestuur.

Waarom heeft Terneuzen de geschiedenis veronachtzaamd en cultureel erfgoed verkwanseld?

Schermafbeelding van deel FB-post van Historisch Netwerk Oud Terneuzen, 8 april 2022. Inmiddels staat sinds 1 juni 2022 het betreffende kantoorpand voor € 545.000 te koop.

Mijn reactie bij bovenstaande FB-post. Voor de volledigheid, ik ben geboren in Terneuzen en ben daar door militaire dienst en studie in de jaren 1970 vertrokken:

Bestuurders van Terneuzen hebben geen historisch geheugen. Burgemeesters komen niet uit Terneuzen of Zeeuws-Vlaanderen en worden geparachuteerd zonder enig besef te hebben van de geschiedenis en het cultureel erfgoed van Terneuzen. Ron Barbé was de uitzondering. Raadsleden zijn vaak wel opgegroeid in de streek, maar missen de culturele nieuwsgierigheid, belangstelling en creativiteit. 

Krijgen burgemeesters, wethouders en raadsleden ‘De geschiedenis van Terneuzen‘ (1962) van Wesseling aangeboden om zich te oriënteren op hun omgeving? 

Een en ander vertaalt zich vanuit het stadhuis in een cartooneske poging om een maritieme achtergrond van Terneuzen te accentueren, gecombineerd met een onbehouwen opvatting van moderniteit. Het is het niveau van dukdalven in de Noordstraat dat weinig met de echte geschiedenis van Terneuzen te maken heeft. 

Door de infantilisering van de stad die gevoed wordt door middenstand en gemeentebestuur ontstaat een karikatuur van Terneuzen die niets met de echte ziel te maken heeft. Die trotse stad aan de Westerschelde met de rijke geschiedenis met rederij Lensen, het garnizoen en de vele sluizen is kinds gemaakt. 

Ansichtkaart Terneuzen Zeesluis Noordzijde‘. Op Dordsekaart.nl. Met rechts de sleepboot ‘Holland‘ van mijn grootvaders bedrijf Willem Muller NV (tussen 1954 en 1961).

Voeg daarbij de beelden op de Scheldeboulevard van goedwillende amateurs die het hobbyisme verder benadrukken en de ‘culturele’ sfeer van Terneuzen is bepaald. Vergeet evenmin de pogingen van kunstenaars/kunsthandelaren als Jan Juffermans (J34) en Frits Jansen (Kolkzicht) om goede beeldende kunst in Terneuzen te laten zien. Ze kregen geen poot aan de grond. Hun pogingen smoorden in onbegrip. Dat is Terneuzen dat gevangen zit tussen geldverdienen en orthodoxe religie. Er waren goede wethouders, maar die konden het tij niet keren. 

Ook ontbreekt het in Terneuzen aan een daadkrachtige en slimme lobby vanuit de burgerij om het belang van het cultureel erfgoed te benadrukken. De verschillende verenigingen zijn machteloos en lijken bij voorbaat het hoofd in de schoot te hebben gelegd. Hun opgave is ook lastig en onbegonnen werk. Zo’n uitgangspunt motiveert niet en smoort elke ambitie.

Ansichtkaart Watertoren, Terneuzen‘ van architect A.J. van Eck. De watertoren werd in 1956 gebouwd en in 2000 gesloopt. Het betreffende Wikipedia-lemma eindigt zo: ‘Op de huidige plek zijn twee woontorens (Waterfront) gebouwd. De stichting Laat Die Watertoren Staan en de Heemkundige Vereniging Terneuzen zijn er niet in geslaagd de watertoren te behouden.’

Terneuzen heeft een te groot verleden om geen waardevol cultureel erfgoed (gebouwen, industrie) te hebben en is te klein om het behoud ervan te realiseren. Tussen servet en tafellaken heeft Terneuzen deels onwetend en deels berekenend de eigen geschiedenis veronachtzaamd. Zoals gezegd, wat er voor in de plaats komt is een karikatuur van hoe het ooit was. Dat is jammer want vooral voor oudere bewoners is een stadsbeeld een herinnering die houvast geeft in het leven. 

Terneuzen is een stad met een rijk historisch verleden waar het historisch besef is verdwenen. Dat is een collectieve schuld. Troost is dat Terneuzen hierin niet uniek is. Maar bestuurders van Terneuzen hebben het cultureel erfgoed van het verleden waar ze zich blijkbaar onvoldoende mee verbonden voelen onherstelbaar uitgegomd. Ze beseffen waarschijnlijk niet eens wat ze hebben gedaan. Het bestuur van Terneuzen leeft sinds 1960 in een ambtelijk-bestuurlijke wereld van structuurvisies en toekomstplannen. Daarin is geen plaats voor cultureel erfgoed. 

Ansichtkaart Terneuzen Juliana Ziekenhuis‘ van architect J.P. Kloos dat in 1955 door toenmalig koningin Juliana werd geopend en in 1989 afgebroken. In een commentaar noemde ik het in 2021 ‘een prachtig, weliswaar laat voorbeeld van dat nieuwe bouwen met transparantie, ruimte. licht en lucht‘.

Nogmaals: pleidooi voor landelijke geluidsregels voor kerken en moskeeën. De affaire ‘Klokken van de Sint Martinuskerk’ in Voorburg

Schermafbeelding van artikel Klokken van de Sint Martinuskerk‘ in RK Vlietstreek, 29 juli 2021.

In een commentaar van 16 mei 2020 pleitte ik voor landelijke geluidsregels voor kerken en moskeeën. En andere religieuze gebouwen waar mensen bijeenkomen voor de eredienst. Nu meer dan twee jaar later zijn die landelijke regels er nog steeds niet.

Velen zullen het niet beseffen, maar er zijn geen landelijke, wettelijke regels voor het geluid van kerken en moskeeën. De gemeente is bevoegd regels te maken voor de duur en het geluidsniveau, maar is dat niet verplicht. Zo ontstaat rechtsongelijkheid tussen gemeenten.

Schermafbeelding van berichtoverlast kerkklokken‘ op Meld.nl.

Bovenstaande bericht van Meld; Centraal Meldpunt Nederland geeft aan hoe verwarrend de situatie is en hoe gefragmenteerd het beleid is inzake geluid van kerken en andere religieuze gebouwen waar de eredienst gevierd wordt. Meld.nl waarvan onduidelijk is wie het beheert geeft foute informatie door de bevoegdheid van de gemeente verkeerd voor te stellen. De gemeente is bevoegd om ter zake regels te stellen met betrekking tot duur en geluidsniveau, maar is daartoe niet verplicht. Artikel 10 van de Wet Openbare Manifestaties zegt:

Artikel 10 van de Wet Openbare Manifestaties (WOM)

Dit is een ongewenste situatie omdat in gemeenten waar de dominante religieuze stroming en de politiek hecht verweven zijn het gemeentebestuur die kerk, moskee of andere religieuze instelling waar de eredienst gevierd wordt alle ruimte kan geven. Ik gaf in het commentaar van mei 2020 het volgende voorbeeld:

Stel het geval dat een religieuze stroming met honderden stemgerechtigde aanhangers zich vestigt in een kleine gemeente en met een eigen partij meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen en een meerderheid behaalt. En de meerderheid in het gemeentebestuur heeft. Dat is minder gezocht dan het lijkt voor wie de geschiedenis van Maharishi Mahesh Yogi in Vlodrop in ogenschouw neemt. Deze religieuze voorman had een politieke partij opgericht: de Natuurwetpartij. Dan kan zo’n religieuze of spirituele organisatie onder het mom van de vrijheid van godsdienst zelf de duur en het geluidsniveau bepalen van het geluid dat vanuit het eigen gebouw klinkt. Dan zou 24 uur per dag klokgebeier of een gebedsoproep, meditatie of mantra met versterkte luidsprekers kunnen galmen. De vrijheid van godsdienst wordt dan niet zozeer gebruikt om hieraan een wettelijke basis te geven, maar om het protest ertegen vanuit de omgeving naast zich neer te leggen.

Ik concludeerde toen wat ruim twee jaar later nog onveranderd geldt:

Doorgaans treedt er geen overlast op omdat een gemeente de belangen afweegt van inwoners en de religieuze organisatie die geluid produceert dat door omwonenden als hinderlijk wordt ervaren. Dat is afhankelijk van het willen optreden van een gemeente en de inschikkelijkheid van de religieuze organisatie. Zo ontstaat rechtsongelijkheid tussen gemeenten. Het ontbreken van landelijke geluidsregels voor religieuze organisaties zorgt voor onduidelijkheid waar commerciële bedrijven op inspringen. Het verdient aanbeveling om landelijke regels te stellen voor deze geluidsregels. Mede omdat een gemeente die geen enkele beperking aan de geluidsproductie van de religieuze organisaties wil stellen daartoe bevoegd is.

In het voorbeeld van de Sint Martinuskerk in Voorburg draait het kerkbestuur de zaken om. Het toont zich verbolgen en hamert op oude rechten. Maar een situatie die in 1893 is begonnen geeft juridisch geen garantie voor de toekomst. Een uitspraak uit 2011 van de Raad van State over een kerk in Tilburg geeft aan dat een kerk niet tegen een plaatselijke verordening kan ingaan. De verwijzing in het bericht naar een strafbaar feit moet begrepen worden als een APV (algemene plaatselijke verordening) die de gemeente Voorburg bevoegd is om in te voeren en die zegt dat het geluid tussen 23.00 en 07.30 uur niet boven een niveau van 15 decibel mag komen. Daar heeft de parochie zich aan te houden omdat het wettelijk is vastgelegd.

De enige kans van de parochie Sint Maarten om het besluit terug te draaien is lobbyen bij de raadsleden en het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg om de APV aan te passen. Dat is niet kansloos zoals een casus in Mijnsheerenland (gemeente Hoeksche Waard) verduidelijkt waar drie christelijke partijen (CDA, SGP, CU) in de coalitie zijn opgenomen en de APV begin 2021 in het voordeel van de Laurentiuskerk en in het nadeel van enkele bewoners werd aangepast. Leidschendam-Voorburg heeft twee wethouders van een religieuze partij, het CDA en CU-SGP.

De affaire in Voorburg wijst opnieuw op de willekeur van het luiden van kerkklokken. Er zijn geen landelijke geluidsregels en als die er waren, dan zouden minderheden in religieuze gemeenschappen beschermd zijn door landelijke regels.