Archive for september 2011
Armando Museum gaat dicht in Amersfoort
Soms verschijnen er berichten in de publiciteit die logisch lijken, maar dat bij nader inzien niet zijn. Maar toch zinvol omdat ze een waarheid vertellen die anders ongenoemd zou blijven. Het gezegde dat dronken mensen en kinderen de waarheid vertellen moet uitgebreid worden met lokale bladen. Ze beseffen niet altijd hoe veelzeggend berichten zijn die ze doorgeven. Het gaat om de internet-site van DeStadAmersfoort.nl met een bericht over het Armando Museum.
De achtergrond is dat het Armando Museum om economische redenen weg moet uit Amersfoort en het oog heeft laten vallen op landhuis Oud-Amelisweerd. Een rijksmonument met zeldzaam cultureel erfgoed in een aantrekkelijke omgeving. De gemeente Utrecht is eigenaar van het landhuis en heeft een raadscommissie verzocht om voor 1 september met een plan van aanpak te komen dat bekijkt of het behoud van cultureel erfgoed en de bedrijfsvoering van een museum zijn te combineren. Da’s vertraagd tot 1 oktober.
Het bericht suggereert dat Amersfoort beslist over de huisvesting van het Armando Museum in landhuis Oud-Amelisweerd. Da’s onzin. Voor de volledigheid, het landhuis is niet gelegen op het grondgebied van de gemeente Amersfoort. Maar in Bunnik en in het bezit van de gemeente Utrecht. Kortom, college en raad van Amersfoort gaan over de sluiting van het Armando Museum in Amersfoort, maar niet over de huisvesting van dat museum buiten de gemeentegrenzen. Ook niet in een commissie die de gemeentegrenzen te buiten gaat.
Nu vermoed ik dat de journalist een en ander niet uit de duim zuigt en betrouwbare bronnen gebruikt. Die door een afdeling voorlichting van de gemeente Amersfoort zijn aangereikt. Of misschien zelfs door het Armando Museum Bureau en Amersfoort-in-C. Want deze laatste instanties hebben eerder geprobeerd om de waarheid naar hun hand te zetten en voldongen feiten te creëren. Dat maakt het er alleen nog maar erger op omdat het de bestuurlijke besluitvorming doorkruist.
Want zoals gezegd is het een raadscommissie van de gemeente Utrecht die met een plan van aanpak komt. De procedure is dat de Utrechtse cultuurwethouder Lintmeijer betrokken maatschappelijke organisaties consulteert die hun lezing geven. Op voorstel van het Utrechtse college wordt naar verwachting in oktober in de Utrechtse raad een besluit genomen of de verhuizing van het Armando Museum naar Oud-Amelisweerd passend is. De discussie is nooit gegaan over de vraag of een Armando Museum nodig is op de plek, maar meer onder welke voorwaarden het mag functioneren. Da’s jammer want iedereen wil daar wel zitten.
Als het groene licht door Utrecht wordt gegeven, dan gaat het over de vraag onder welke randvoorwaarden de exploitatie gevoerd mag worden. Dat gaat naast structurele, ook over incidentele kosten. Dat laatste houdt bijvoorbeeld in wat Bunnik en Utrecht bijdragen aan de infrastructuur van parkeerplaatsen en toegangswegen.
Amersfoort-in-C heeft bij monde van directeur Marco van Vulpen in de publiciteit gezegd uit te willen gaan van een minimum bezoekersaantal van 30.000 per jaar. Ook circuleren cijfers die duiden op een uitloop naar 90.000 bezoekers per jaar voor het nieuw op te richten Museum Oud-Amelisweerd en directe omgeving.
Het zijn echter niet Amersfoort-in-C en de gemeente Amersfoort die de laatste stem hebben, ondanks de bruidsschat van 1 miljoen euro die Amersfoort meegeeft. De kosten om een museum in het rijksmonument Oud-Amelisweerd in te richten bedragen naar zeggen van het Armando Museum Bureau ruim 4,5 miljoen euro. Da’s nog niet gedekt en denkbaar is dat de kosten hoger worden als men eenmaal aan de slag gaat. Juist vanwege het bijzondere en kwetsbare karakter van het rijksmonument.
Formeel is er nog niets beslist over de verhuizing van het Armando Museum naar landhuis Oud-Amelisweerd. Als het Utrechtse college de eigen besluitvorming en de betrokken maatschappelijke organisaties serieus neemt dan is er ook informeel nog niets beslist. Er ligt een intentie, maar die lag er in november 2010 ook al. Het lijkt erop dat een lokaal blad gebruikt wordt door belanghebbenden binnen Amersfoort om druk te zetten op de besluitvorming binnen college en raad van Utrecht. Vraag is of Utrecht deze inmenging prettig vindt.
Foto: Koppelpoort Amersfoort, 2008
PVV kan beter zichzelf onderzoeken dan de sharia
De Tweede Kamer debatteerde op verzoek van de PVV met staatssecretaris Fred Teeven (VVD) van Jusititie over shariarechtspraak. Een spoeddebat dat de Tweede Kamer geen goed heeft gedaan omdat de PVV niet hard kon maken dat de sharia in de Nederlandse rechtspraak een rol speelt. Die claim was gebaseerd op een ingestoken bericht in De Telegraaf van 11 april met de kop ‘Sharia al in Nederland‘. De PVV suggereerde een onderzoek te hebben verricht waaruit dat zou blijken, maar gaf het rapport vervolgens niet vrij.
PVV-woordvoerder Van Klaveren vond de hele kamer tegenover zich. CDA en VVD zagen geen reden om het standpunt van Van Klaveren te steunen. VVD’er Van der Steur: In Nederland is er naar ons weten geen toepassing van de sharia dat [die] in strijd is met het Nederlandse recht. Dat betekent dus dat internationaal recht dat gebaseerd is op de sharia in Nederland wordt afgewezen. Nutteloos was het debat niet. Want vermoedens dat de sharia binnen de Nederlandse rechtspraak een rol zou spelen zijn overtuigend ontzenuwd.
Het opereren van de PVV verbaast omdat het haar hand heeft overspeeld. Da’s een strategische fout. Doorgaans komt de partij met een verhaal dat ten minste een kern van waarheid bezit. En laat het vervolgens suggesties in de lucht hangen. Nu was zelfs de suggestie te slecht onderbouwd om ook maar enige twijfel te zaaien. Waarom de PVV nu de plank zo missloeg is een raadsel. Wellicht een gebrek aan juridische kennis.
Door het spoeddebat is de kans groot dat de twijfel die bij de PVV-achterban over de toepassing van de sharia in Nederland bestond is omgezet in de zekerheid dat dat niet zo is. Deze ontwikkeling zal Geert Wilders en Martin Bosma te denken geven. De sfeer in de coalitie zal er door dit debat evenmin beter op zijn geworden.
Foto: PVV-fractie verlaat boos de Tweede Kamer bij het debat over de aanpak van de crisis, maart 2009
Job Cohen krijgt ‘moderne’ protestbeweging die hij verdient
Het is alles progressief, links, vernieuwing, modernisering en modern wat de klok slaat bij de Linkse Vernieuwing. Alsof het inwisselbare termen zijn. U raadt het al, hier is een protestbeweging van onderop uit de PvdA aan het woord. De inzet is alsvolgt: Leden van zes PvdA-afdelingen starten een traject om de Nederlandse progressieve beweging van nieuwe ideeën en energie te voorzien. Zeg maar een eeuwig draaiende windmolen van de progressiviteit waarvan niemand wil weten hoe-ie aangedreven wordt.
Aan turbotaal ontbreekt het deze PvdA-ers niet. Wat framing is hebben ze op bijspijkercursussen van hun partij geleerd. Jongens, wees niet bescheiden, noem iets gewoon ‘modern‘ of ‘progressief‘ en dan wordt het ook ‘modern‘ en ‘progressief‘. Niemand die verder kijkt. Dat advies is niet aan dovemansoren besteed. Die dekselse sociaal-democraten pakken behoorlijk uit. Mits vernieuwend, want voor minder gaan ze niet.
Zeggen deze PvdA-ers ook iets over de inhoud of zijn ze daar nog niet aan toegekomen? Nou, ook daar staan ze hun mannetje. Over het sociaal-economisch beleid: (..) en is het zelfs niet beter de euro te ontmantelen als die betekent dat zeggenschap naar Europa moet worden overgeheveld? Da’s nog eens een modern standpunt, Wilders en Roemer roepen het al jaren. Tevens hebben de moderne PvdA-ers zo hun onoriginele kijk op de tweede kredietcrisis: Hoe kan een tweede kredietcrisis worden voorkomen, en zijn de systeemfouten die de eerste hebben veroorzaakt voldoende aangepakt? Hoho, Wall Street en City even wachten, vernieuwende PvdA-ers bedenken een list. Voor schuldenprobleem en verschuivend evenwicht dat ze als kredietcrisis zien.
Lokale afdelingen willen een discussie over de koers van de partij, maar zetten geen vraagtekens bij het leiderschap van Job Cohen. Ze willen de partij inhoudelijk en organisatorisch vernieuwen, daar is-ie weer, en nodigen iedereen uit daaraan mee te doen. Maar met het leiderschap van Job Cohen zou dat niets te maken hebben. Dank je de moderne koekoek. Ik krijg plaatsvervangende schaamte over het gehalte van dit protest. En medelijden met Cohen. Het gezegde luidt: Elke partijleider krijgt de protestbeweging die hij verdient.
Foto: PvdA-leider Joop de Uyl bezoekt tweedehands autozaak in Utrecht tijdens de campagne van 1981; Foto Eduard de Kam
Kan de museumsector buiten eigen grenzen denken?
De grotere musea van het zogenaamde miniconvent kwamen vorige week met een advertentie. Ze willen met de politiek praten. Naar verluidt gaat dat op 9 november gebeuren in een hoorzitting met de Commissie OCW van de Tweede Kamer. Maar wat kan de inzet van de musea zijn in hun gesprek met de politici? Want het praten om het praten zal niet de bedoeling zijn. Ik schets de grote lijn en ga aan details voorbij.
Even een stapje terug voor het perspectief. Wereldwijd verschuift het economische en politieke evenwicht van West naar Oost. Zo heeft China al 3.200 miljard dollar opgekocht. Opkomende economieën als Brazilië, Rusland, India en China eisen hun plek aan tafel. Bijvoorbeeld bij het IMF. Ze willen dokken onder eigen voorwaarden. VS en Europa hebben jaren op te grote voet geleefd en gezegd wat anderen moesten doen. Nu zijn de rollen omgedraaid.
Zeggen dat er sprake is van een economisch crisis is defensief en ontkenning van een nieuwe werkelijkheid. Want er is geen economische crisis in die zin dat de vraag wegvalt of de afzet hapert. Het evenwicht verschuift. Weg van Europa en de VS. Uiteraard pakt dat beroerd uit voor de meeste burgers van deze landen. Maar een verschuivend evenwicht stort de wereldeconomie niet in een crisis. Het herverdeelt de welvaart. Wat crisis genoemd wordt is een kwestie van evenwicht. En van opgelopen schulden.
Is het niet logisch om te veronderstellen dat wat voor economieën en landen geldt ook voor kunst geldt? Ook daar verschuift het evenwicht van West naar Oost. De oude economieën kunnen niet meer realiseren wat een museum of biënnale in Korea, China of India wel voor elkaar krijgt. De musea in de VS onttrekken zich enigzins aan de neergaande tendens omdat ze schokvaster zijn door private financiering. Zogenaamde endowments stabiliseren de bestedingen van bestaande instellingen. In dat laatste zit hun conservatisme.
Maar Europa dus, Nederland. Afgelopen jaren zijn industriële bedrijven gesloten en naar lageloonlanden verplaatst. Het evenwicht is naar diensten en handel verschoven. Wat zijn de kunstinstellingen die een industrieel karakter hebben? Want die zou de Nederlandse kunstsector kunnen outsourcen. Omdat publiek niet mee kan verhuizen staat de publieksfunctie haaks op dat industriële karakter. Zit in dat onderscheid niet de oplossing om verantwoord af te slanken?
Welke instelling kan buiten Nederland functioneren? Alleen of in een joint venture met een buitenlandse partner die het leeuwedeel financiert. Dat hoeft trouwens niet per se een opkomende economie te zijn. Maar ook Noorwegen of Qatar. Post-academische instellingen zoals Sundaymorning@ekwc, de Rijksacademie of het Binger-instituut zijn niet gebonden aan Nederland. Hetzelfde geldt ook voor de hogere vakopleidingen op het gebied van glas, keramiek, edelsmeden, textiel en grafiek. Opmerkelijk trouwens dat ze ook binnen Nederland niet allang binnen hetzelfde kennisinstituut zijn ondergebracht. Dat gaat dus om binnenlandse outsourcing.
Door herschikking kan het kunstbudget anders ingedeeld worden en kunnen bezuinigingen beter opgevangen worden. Ze zijn onherroepelijk en in lijn met het geschetste beeld dat Europa op te grote voet leeft. Er komt dan tevens ruimte voor vernieuwing. Een gesprek met politici zou kunnen gaan over de mogelijkheden van zo’n herschikking door outsourcing. Als de VVD en het CDA bereid zijn met een open geest hierover een gesprek te voeren dat zoekt naar een optimale besteding van overheidsbudget dan valt er iets te bespreken.
Foto: Landelijke advertentie ‘Wat nu wordt gemaakt’ van acht musea, september 2011