Marco van Vulpen is sinds oktober 2010 directeur van Amersfoort-in-C als opvolger van Gerard de Kleijn die nu directeur van museumgoudA is. Sinds 1 september 2011 is hij in vaste dienst. Evenals De Kleijn is Van Vulpen geen man van de praktijk die het vak in een museum geleerd heeft, maar een bestuurder en beleidsambtenaar. Verschil met De Kleijn is trouwens dat Van Vulpen goed geschoold is in de kunstvakken.
In een interview met John Spijkerman in De StadAmersfoort.nl verdedigt Van Vulpen zijn beleid. Hij legt uit dat vanwege economische motieven Amersfoort wilde bezuinigen op cultuur en een van de vier instellingen voor beeldende kunst wilde sluiten. Dat werd niet KAdE, maar het Armando Museum. Hij verantwoordt die keuze alsof Oud-Amelisweerd zich in de zomer van 2010 als toevallig alternatief aandiende.
Daarmee gaat hij voorbij aan de bestuursopdracht die wethouder Lintmeijer aan CM-directeur Jacobs gaf en die deze bij Yvonne Ploum deed uitkomen. Zijn partner en leidinggevende van het Armando Museum Bureau. Van Vulpen voegt toe: ‘Landgoed Oud Amelisweerd stond al decennialang te verkrotten en te verpieteren.’
Dit is om meerdere redenen een onhandige uitspraak. Hiermee suggereert Van Vulpen dat de beheerder Centraal Museum sinds 1990 haar beheerstaak heeft verwaarloosd. En dat opeenvolgende Utrechtse cultuurwethouders en de provincie Utrecht dit hebben laten gebeuren. Ook spreekt hij hiermee de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aan dat een rijksmonument zou laten verkrotten. Niets is minder waar. Sinds 1990 is er aanzienlijk kunsthistorisch onderzoek en restauratiewerk verricht in Oud-Amelisweerd.
De uitspraak van Van Vulpen past in een patroon van bestuurders die de waarheid over Oud-Amelisweerd verdraaien. Inclusief wethouder Lintmeijer. Niet onmogelijk is overigens dat bestuurders als Van Vulpen en Lintmeijer werkelijk niet weten waarover ze praten. In elk geval zoeken ze een verantwoording achteraf voor de onlogische huisvesting van de Armando Collectie in het rijksmonument Oud-Amelisweerd.
Verder kan Van Vulpen zich voorstellen dat er verschillend gedacht wordt over de levensvatbaarheid van het ondernemingsplan voor het Armando Museum. Hij vindt het niet eerlijk dat het een slecht ondernemingsplan wordt genoemd omdat ‘verschillende fondsen budget beschikbaar [hebben] gesteld voor dit plan‘. Dat is waar, aan elke fondsenwervende instelling worden fondsen beschikbaar gesteld. Maar de vraag is of er voldoende fondsen beschikbaar komen voor de investeringen en exploitatie. Dat is niet het geval, er resteren nog steeds aanzienlijke tekorten. Daarom is het eerlijk om over een slecht ondernemingsplan te spreken.
De volgende uitspraak doet het ergste vrezen over het beheer van het Culturele Erfgoed dat ‘gek’ genoemd wordt: Het wordt een totaal nieuw museum Oud Amelisweerd in die setting van dat landgoed met die ‘gekke’ bijzondere Chinese behangsels. Dat wordt een bijzondere museale propositie op een plek die nu al publieksattractie nummer 1 is. Van Vulpen volgt een kwantitatieve benadering en projecteert bezoekscijfers van de landgoederen op een nieuw museum. Dat is een zwaktebod omdat het niets zegt over de toegevoegde waarde van de Armando Collectie voor Oud-Amelisweerd. Marco van Vulpen zou beter moeten weten.
Foto: Geglazuurd aardewerk van Feng Huang door Koninklijke Tichelaar Makkum. Op tentoonstelling ‘Vechtende Krekels‘ van Harmen Brethouwer, Oud-Amelisweerd 1999.