Wat bedoelt columnist Jerry Goossens met ‘seculiere gelovigen’?

Schermafbeelding van deel columnNiet alleen christenen, maar ook seculiere gelovigen schrijven nu voor wanneer je croissantje mag kopen‘ van 20 april 2023 in de Gelderlander. Oorspronkelijk verschenen in het AD.

Wat bedoelt AD-columnist Jerry Goossens met ‘seculiere gelovigen’? Zijn columnNiet alleen christenen, maar ook seculiere gelovigen schrijven nu voor wanneer je croissantje mag kopen‘ van 20 april 2023 gaat over de besluitvorming in de Zeister politiek over de zondagssluiting van winkels. Goossens wil op zondag een croissantje kopen.

Met ‘seculiere gelovigen’ verwijst Goossens naar raadsleden van SP, GroenLinks en PvdA die een monsterverbond over de zondagssluiting zouden hebben gesloten met christelijke partijen. Wat wil de columnist zeggen met de term ‘seculiere gelovigen‘ die hij misprijzend gebruikt? Ik kom er op terug.

In de Zeister gemeenteraad hebben de christelijke partijen CDA en CU/SGP in totaal 5 van de 33 zetels. Het college bestaat uit GroenLinks (7), VVD (6), D66 (6) en CU/SGP (2). Getalsmatig is de laatste partij niet nodig voor een meerderheid. 

SP en PvdA zitten niet in het college. Dus het is onduidelijk hoe partijen die niet in het college zitten een monsterverbond zouden kunnen sluiten met de grootste christelijke partij CDA die evenmin in het college zit. Wat is hier volgens Goossens aan de hand? 

De zogenaamde ‘seculiere gelovigen‘ van SP, GroenLinks en PvdA zouden het christelijke sentiment over de zondagssluiting aan een meerderheid helpen. Maar dat klopt niet, want CDA, CU/SGP, GroenLinks, SP en PvdA hebben met 14 zetels in de raad geen meerderheid. 

Nog in 2011 probeerden VVD, D66 en GroenLinks op zondag de winkels open te hebben, maar dat lukte niet omdat een motie van deze partijen niet werd aangenomen, terwijl ze toen in de raad een meerderheid van 17 van de 33 zetels hadden. Lieten deze partijen zich intimideren door christelijke partijpolitiek en christelijke maatschappelijke druk onder het mom van ‘consuminderen‘ waar GroenLinks voor zou pleiten? In 2015 lukte het wel. Winkels mogen open zijn van 12.00 tot 18.00 uur. Tot chagrijn van orthodoxe christenen die in gedachten teruggaan naar de verzuiling van voor de jaren 1960.

Er lijkt in het in meerderheid politiek vrijzinnig stemmende Zeist waar christelijke partijen gedecimeerd zijn iets te spelen waar Goossens op duidt, maar dat hij niet uitwerkt. Een minderheid legt de meerderheid haar wil op. Dat tekent de schizofrenie van Zeist. 

Die Zeister gespletenheid en de macht van het christendom maakte ik eind jaren 1970 aan den lijve mee toen ik in Zeist woonde en me bij burgerbevolking uit wilde laten schrijven als ‘Nederlands Hervormd‘. De toenmalige GPV’er Gert Schutte was plaatsvervangend gemeentesecretaris. Het kostte me veel moeite en administratief gedoe voordat de uitschrijving lukte. Alsof een stille macht het verhinderde.

Goossens’ column snijdt een interessant onderwerp aan van een verdeeld Zeist dat zoekt naar identiteit tussen geloof en vrijzinnigheid. Op het snijvlak van Randstad en Bible Belt. Er is in Zeist, zoals in heel Nederland een vrijzinnige meerderheid en een christelijke minderheid. De politieke invloed van christelijke partijen is afgekalfd, maar maatschappelijke invloed ijlt na. Vraag is hoe ‘linkse’ (niet-christelijke) politiek daar mee omgaat.

De term ‘seculiere gelovigen‘ is een onmogelijke kwadratuur van de cirkel. Verwijst het naar de politieke filosofie van het secularisme of naar het synoniem ‘wereldlijk‘ voor seculier?

Dat laatste suggereert een tegenstelling met christenen van CDA en CU/SGP die niet-wereldlijk ofwel profaan (niet-kerkelijk) zouden zijn. Maar dat pleit weer voor de opvatting ‘secularisme‘ omdat raadsleden van SP, GroenLinks en PvdA kerkelijk kunnen zijn. Het gaat er immers om wat hun politieke overtuiging is die ze uitdragen. In Nederland functioneert iedereen inclusief de gelovigen onder de politieke filosofie van het secularisme. Ook degenen die het secularisme in woord en geschrift afwijzen.

Goossens lanceert met ‘seculiere gelovigen‘ een term waar hij de betekenis niet van lijkt te doorgronden. Het klinkt aardig en roept een gevoel van misprijzen en dubbelzinnigheid op, en kan voldoende zijn in een column die op een breed publiek gericht is, maar bij nader inzien is de term een voorbeeld van op z’n best woordovertolligheid en op z’n slechtst nietszeggendheid.

Met video toont CDA eigen hypocrisie en domheid aan en laat het zien dat het niet slim omgaat met sociale media. CDA is contact met samenleving kwijt

Je moet als politieke partij maar het lef hebben om te zeggen: ‘Maar het CDA wil niet nog meer onderzoek, maar een visie voor heel Nederland.’ Wat een gemaar. ‘Met concrete plannen in samenspraak met lokale en provinciale bestuurders‘. Aldus Inge van Dijk die lid van de Tweede Kamer voor het CDA is in een video die op 31 maart 2023 op YouTube werd geplaatst.

De video roept de vraag op waarom de marketing van het CDA zo stupide is.

Op een pagina waarin het CDA Inge van Dijk voorstelt worden haar de volgende woorden in de mond gelegd: ‘Vernieuwd vertrouwen in de mensen uit de politiek, ook daar wil ik het voor doen. En we kunnen natuurlijk iedereen en alles de schuld geven van dat gebrek aan vertrouwen. De pers, Social Media, populistische partijen. Maar ik kijk liever eerst naar onszelf. Wat doe ik er als politicus aan om dat vertrouwen te verdienen? Doe ik, doen wij, als partij voldoende waar het om draait? Laten we weer terug gaan naar de bedoeling van de politiek en op de weg terug naar vertrouwen.’

Kijkt Inge van Dijk echt ‘naar onszelf‘? Ik geloof er niks van. Gaat Inge van Dijk terug naar ‘de bedoeling van de politiek‘? Ik geloof er niks van. Is Inge van Dijk ‘op de weg terug naar vertrouwen‘ met haar partij? Ik geloof er niks van.

Het CDA doet aan marketing. Ok, dat gaat nu eenmaal zo. Maar het zegt dat het iets doet terwijl het iedereen duidelijk is dat het dat niet doet. Dat is slechte marketing die in de eigen voet schiet.

Het CDA heeft geen visie voor Nederland, zelfs geen conservatieve visie, maar is visieloos. Het CDA zorgt er in het kabinet voor dat er een kabinetscrisis is ontstaan omdat het het regeerakkoord wat het heeft ondertekend ‘open wil breken‘. Om de simpele reden dat het bang is voor een electorale afstraffing vanwege de opmars van BBB.

Het CDA staat de concrete plannen uit het regeerakkoord over het stikstofbeleid in de weg door het vertrouwen erin op te zeggen. Het CDA verhindert dat het kabinet met concrete plannen naar buiten kan treden om in gesprek te gaan met lokale en provinciale bestuurders. Want die laatsten weten niet wat ‘de kaders‘ van die plannen zijn omdat het kabinet geen leiding durft te nemen. Dus het CDA doet het omgekeerde van wat het claimt te doen.

De arme Inge van Dijk moet onzin inspreken waar een realistische politica niet in kan geloven. Wat doet haar partij haar aan?

Dat geaarzel en het op de lange baan schuiven dat is ontstaan door het CDA en trouwens door de ander coalitiepartijen wordt aanvaard wordt door oppositie, boeren, natuurorganisaties, bouwend Nederland en bedrijfsleven veroordeeld. Want alle betrokkenen willen duidelijkheid om verder te gaan. Duidelijkheid die het CDA niet wil geven.

Partijen komen en gaan. Via de politiek moet de macht verdeeld worden. Het is voor het land niet van belang of het CDA daarin een rol speelt. Die rol kunnen andere partijen ook spelen. Het CDA denkt alleen aan het eigen voortbestaan. Zo simpel is het.

Het CDA is hypocriet omdat het het ene zegt en het andere doet. Het CDA is dom omdat het dat op onhandige wijze doet. Het CDA denkt dat de keizers stom zijn en niet doorzien hoe tegenstrijdig het CDA opereert. Het CDA had beter kunnen zwijgen en de video niet op internet geplaatst.

Met deze video toont het CDA de eigen hypocrisie, domheid en wereldvreemdheid aan en laat het zien dat het niet slim om kan gaan met sociale media. Het mist daarvoor elk gevoel en schat het krediet dat het CDA met haar zwalkende koers nog heeft te groot in. Het CDA heeft niet alleen geen antwoord op de vraagstukken van nu, het is elk contact met de samenleving kwijt.

Bietenrepubliek Nederland. Buitenland verdenkt kabinet Rutte ervan stikstofbeleid op te vatten als 1 april grap

Juridisch en politiek heeft Nederland geen ruimte om het stikstofbeleid te verruimen. De natuur ligt in Nederland zwaar onder druk. Vooral de rechtse partijen in het kabinet willen door de schaduw van de BBB dat beleid aanpassen en doen alsof de stem van de boeren belangrijker is dan het belang van de natuur of van de economie.

Allerlei politici en oud-politici beweren dat het regeringsbeleid over stikstof moet worden opengebroken. Ze praten tegen hun achterban en maken zich met hun uitspraken belangrijk. Tegelijkertijd zetten EU, klimaatactivisten, natuurbeweging en D66 druk om nu eindelijk eens de landbouwsector aan te pakken.

Dat uitstellen van handelen zorgt voor een 1 april grap waar het buitenland krom om ligt van het lachen. Het ooit pragmatische en voorbeeldig gidsende Nederland is veranderd in een bietenrepubliek.

Premier Rutte heeft na dagen kabinetsoverleg een pauze aangekondigd in de aanpak van het terugdringen van de stikstofuitstoot. Terugdringen moet en is onontkoombaar. Dat weet het kabinet dat tijd koopt om niets te doen. De pauze is de rust van de doodlopende weg.

Een groot deel van Nederland houdt zich voor de gek. En beseft dat. Maar doet alsof het dit niet beseft. Alsof het potverteren op de toekomst niet op kan. Bang voor de volksgunst, bang voor het ontbreken van een eigen geweten, bang om knopen door te hakken.

Zo wordt het voortbestaan van een kabinet belangrijker dan het beleid. Maar dat is niks nieuws, zoals 1 april grappen niks nieuws zijn.

Is BBB uitgeraasd voordat het CDA instort?

Tweede Kamerlid en partijleider BBB Caroline van der Plas op verkiezingsavond voor de provinciale verkiezingen op 15 maart 2023. Op: nu.nl.

Juridisch is de coalitie gebonden om de stikstofuitstoot op korte termijn sterk terug te dringen. Minister van der Wal kan niet anders dan doorgaan met haar beleid. Het is jammer dat er op Landbouw zo’n jojo van CU zit die vooral bang voor zichzelf lijkt.

Farmers Defence Force (FDF) met radicale boeren is een mantelorganisatie van de multinationals van de agro-industrie. Het zet op haar beurt BBB onder druk.

FDF en BBB zetten de gematigde boeren en politieke partijen vanwege het economisch belang van de multinationals van de agro-industrie met valse romantiek en misleiding onder druk. Dat alles wordt tot nu toe in de publiciteit spaarzaam benadrukt. 

Nu lijkt het alsof die Caroline een natuurverschijnsel is dat uit het niets ontstaan is. Niets is minder waar. De kleur van haar nagels lijkt in de algemene pers tot nu toe belangrijker dan haar politieke standpunten. Zo worden haar beweegredenen en de geldstromen weggetoverd.

Gevolg is politieke polarisatie en het ontstaan van kampen die onverzoenlijk tegenover elkaar komen te staan. 

Van radicaal-rechts inclusief BBB, FDF en de agro-industrie die blijft inzetten op hoge productie (grotendeels voor de export). 

Van gematigd-rechts als CDA en (delen van) VVD die zich door radicaal-rechts laat chanteren. 

Van links inclusief D66, Volt, GroenLinks, PvdA, PvdD en milieu- en natuurorganisaties die de Nederlandse stikstofuitstoot op z’n laatst per 2030 wil halveren.

Profiel van VVD-kandidaat-voor de Eerste Kamer Marijke Everts die werkt voor de agro-industrie (VanDrie Group).

Niet alles kan teruggebracht worden tot partijpolitiek zoals afgelopen week in de media gebeurde. Dat is misleiding. Het is voor de lange termijn niet interessant wie met wie gaat en wie niet met wie gaat.

Van vele kanten wordt vanwege natuur en klimaat de noodzaak voor het terugbrengen van de stikstofuitstoot en de uitstoot van broeikasgassen bevestigd. Ook door de Hoge Raad. Dat zijn de kaders voor de Nederlandse politiek om binnen te werken. De oplossing die BBB voorstaat is fantasie.

BBB leeft in een parallelle wereld. Het is een partij die door de multinationals van de agro-industrie wordt gesteund om de hervorming van de extensieve productie-landbouw richting duurzaamheid te vertragen. 

Coalitiepartijen zijn juridisch verplicht om de natuur te beschermen en de stikstofuitstoot zo snel mogelijk terug te dringen. 

Daarnaast dreigt heel Nederland op slot te gaan als de coalitie de stikstofuitstoot niet aanzienlijk terugdringt. Met als gevolg geen bouw van nieuwe woningen, wegen en aanleg van bedrijfsterreinen. 

Dat BBB vanwege eigenbelang en een conservatieve overtuiging op de rem van de stikstof-maatregelen staat is een ding, maar dat andere partijen zich daar door laten leiden is een ander ding. 

Schermafbeelding van deel artikel ‘Partij voor de Dieren voorziet problemen machtsgreep ‘conservatief blok’ van ANP op Nieuwe Oogst, 6 maart 2023.

Elke partij die zegt dat natuur en klimaat ondergeschikt zijn aan eigenbelang, dat in de openbaarheid wordt weggepoetst, is niet principieel, maar opportunistisch en kortzichtig.

De overheid moet duidelijker dan nu beleid op het gebied van natuur en milieu formuleren. Om daar aan vast te houden.

De overheid heeft afgelopen decennia een natuur- en milieubeleid gevoerd dat kan worden omschreven als pappen en nathouden, wensdenken, noodverbanden leggen en struisvogelpolitiek.

Dat geeft onzekerheid bij sectoren, niet in het laatst de landbouw die telkens met nieuwe maatregelen worden opgescheept. Dat is slecht bestuur. Nodig is duidelijkheid waaraan wordt vastgehouden, zodat investeringen in de toekomst kunnen worden gedaan.

Dat is niet de duidelijkheid van radicaal-rechts en de agro-industrie om alles bij het oude te laten, maar de duidelijkheid van een goed omschreven tijdpad dat gericht is op de toekomst met verplichtingen, investeringen, duurzame landbouw en perspectief voor een afgeschaalde Nederlandse landbouwsector die niet langer de tweede landbouwexporteur ter wereld is.

De hoge belastbaarheid van de Nederlandse natuur en omgeving is onhoudbaar. Juridisch, economisch, internationaal en milieutechnisch overschrijdt het nu al grenzen. Op zichzelf gerichte provinciale politiek doorkruist een oplossing.

Boeren willen best duurzaam werken en natuur beschermen. Niet alle boeren delen het standpunt van BBB, FDF en de agro-industrie. Ook dat wordt in de publiciteit te weinig benadrukt. Nu intimideren de meest radicale schreeuwers een sector die als vanouds behoudend is. Daar wringt iets in de beeldvorming.

De beeldvorming over het succesvolle BBB in de provinciale verkiezingen van 15 maart 2023 gaat tot nu toe over uiterlijkheden en poppetjes. Waarschijnlijk laat de coalitie de brand uitrazen totdat de spreekwoordelijke ‘15 minutes of fame’ van Caroline voorbij zijn. Het risico is het CDA dat in paniek op zoek naar identiteit is en geen gezaghebbende leiders heeft om het grotere geheel van een duurzaam natuur- en milieubeleid te zien, laat staan uit te voeren.

BBB wint fors, maar zal het natuur- en stikstofbeleid niet kunnen domineren

BBB (BoerBurgerBeweging) heeft een prima resultaat geboekt in de provinciale verkiezingen. In de Eerste Kamer komt de partij volgens de prognoses binnen met 15 zetels. Evenveel als de linkse combinatie GroenLinks/PvdA. De tellingen zijn nog gaande en de uitslagen nog niet definitief.

Interessant is dat BBB kiezers heeft weten te motiveren die anders niet naar het stemhokje gingen. Dat is knap, hoewel volgens de prognoses de opkomst met 57,5% niet veel hoger is dan 56% in 2019. Dus dat effect blijft bescheiden.

Dat op rechts PVV, CDA en vooral FvD verloren is de wetmatigheid van verkiezingen. Ze vissen in dezelfde vijver en wisselen stuivertje. Toch is er ook overloop tussen blokken. Kiezersonderzoek zal aan moeten tonen in welke mate de achterban van coalitiepartijen op BBB stemde.

Iedereen vraagt zich af of BBB een blijvertje of een eendagsvlieg is. Dat antwoord valt nu nog niet te geven. Het kan zomaar gebeuren dat BBB op provinciaal niveau onhandig opereert. Partijleider Caroline van der Plas opereert binnen de democratische normen, maar kan in haar eentje niet alles in de hand houden.

De overwinnaar van de vorige provinciale verkiezingen in 2019 was FvD met 12 zetels in de Eerste Kamer. Onder de chaotische leiding van partijleider Thierry Baudet verkruimelde dat snel en werd er politiek niets binnengehaald. Het politieke handwerk bij die FvD ontbrak.

Een kiezer die uit protest op een partij stemt wil ook dat er iets bereikt wordt. FvD zat zichzelf in de weg door te radicaliseren, de onredelijkheid te zoeken en zich op een uitzondering als de provincie Noord-Brabant na buiten de onderhandelingen te plaatsen. En in die provincie ging het uiteindelijk ook fout voor FvD. Bescheidenheid is de les voor BBB.

De goede uitslag van BBB moet in perspectief worden gezien. Partijen die niet willen tornen aan het kabinetsbesluit om de stikstofuitstoot in uiterlijk 2030 te halveren halen volgens de prognose 30 zetels (GroenLinks, PvdA, D66, PvdD, CU, Volt). Daarnaast is er Europese wetgeving die het bovengemiddeld vervuilde Nederland verplicht om de stikstofuitstoot te halveren en de natuur beter dan nu te beschermen.

Dat het CDA en delen van de VVD zich halfslachtig en lafhartig opstellen in het stikstofbeleid bevordert de duidelijkheid niet. Dat gezwalk heeft het CDA niet geholpen. Nu de provinciale verkiezingen zijn geweest kunnen VVD en CDA op landelijk niveau weer volmondig het natuur- en stikstofbeleid van het kabinet ondersteunen. Het probleem zit ‘m in de uitvoering in de provincies.

Vraag voor de komende vier jaar is of BBB een redelijke of onredelijke partij is. Het zal spaarzaam moeten zijn met haar eisen om zich niet uit de markt te prijzen, zoals een door Caroline van der Plas aangekondigde stop op de verplichte onteigening van boerenbedrijven vanwege te grote stikstofuitstoot. Maar of ze daarmee praat tegen haar kiezers of andere partijen is onduidelijk.

Want ook als grootste partij heeft BBB in de provincies anderen nodig om een meerderheid te vormen. En in de Eerste Kamer kan het kabinet over links steun vinden bij GroenLinks en PvdA in het natuur- en milieubeleid met op de achtergrond de steun van PvdD en Volt.

De koppen in de populistische pers en uitspraken van rechtse politici dat de uitslag betekent dat het beleid van de coalitie is afgestraft en daarom gewijzigd moet worden is wensdenken. Zo werkt politiek niet. Politiek gaat over de vorming van de macht en niet om emoties of stemmingmakerij. Of dat laatste in elk geval niet voor de langere termijn.

Als het kabinet in de samenwerking met links over het natuurbeleid een meerderheid vindt in de Eerste Kamer, dan is dat zoals politiek werkt. Een politicus-bestuurder is eerder een loodgieter dan een filosoof. Het gaat om het handwerk van onderop. Meerderheden hebben geen geheugen of emotie, maar worden in elkaar gesleuteld.

Relativering tekent de positie van BBB die als het feest van de overwinning is gevierd niet kan overvragen omdat de partij niet nodig is voor een meerderheid. De partij heeft er weinig aan om in provinciebesturen hoge eisen te stellen over het natuur- en stikstofbeleid die juridisch onhoudbaar zijn en aangevochten zullen worden door Hoge Raad, EU of milieuactivisten. De marges voor BBB zijn klein.

Bij gebrek aan beter zegt het CDA: ‘Tijd voor Samen’

De demografische ontwikkeling van de ontkerkelijking werkt tegen de christelijke partijen in. Hun achterban wordt elk jaar met 1 tot 2% kleiner. In de politieke barometer van 2 maart 2023 hebben CDA, CU en SGP samen nog 11,4%. Dat was bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer van maart 2021 nog 15%. Vooral CDA lijkt een afstraffing te krijgen bij de Provinciale verkiezingen van 15 maart 2023.

Behalve de ontkerkelijking die een doorgaande lijn naar beneden is, heeft het CDA last van drie factoren. 1) Het uit de partij stappen van het populaire kamerlid Pieter Omtzigt en het stikstofdossier waar vooral de top van het CDA wankelmoedig in heeft geopereerd. 2) De partij had zich gecommitteerd aan het kabinetsbesluit om de stikstofuitstoot te halveren, maar kwam daar op terug. En op dat terugkomen kwam het ook weer terug. De kiezer kon het niet meer volgen. 3) Wobke Hoekstra is een goede manager, maar geen warme, inspirerende partijleider.

Dat het CDA als centrum-rechtse partij op zoek is naar een identiteit, maar die nog steeds niet gevonden is, blijkt uit bovenstaand campagnefilmpje. Het lijkt door de nietszeggendheid eerder op een parodie van zo’n filmpje. Maar er wordt nu eenmaal verwacht dat het gemaakt wordt. Een reactie bij het filmpje zegt: ‘Wat zijn dit allemaal voor opendeuren zeg. Het gaat werkelijk nergens over’.

CDA is niet langer een volkspartij. Zoals de PvdA dat niet meer is en de VVD na Rutte dat naar verwachting ook niet meer zal zijn. De doorbraak naar de grote steden is mislukt en op het platteland dreigt BBB met haar focus op het stikstofdossier CDA-kiezers weg te kapen. Het gezegde luidt dat wie geknipt wordt, stil moet zitten. Dat overkomt nu het CDA.

Het CDA heeft op dit moment alle seinen tegen. Dat zal onherroepelijk tot verlies leiden bij de Provinciale verkiezingen van 15 maart 2023. Voor het kabinet en de Tweede Kamer heeft dat geen gevolgen. Dat geeft het CDA tijdwinst om zich te bezinnen.

Als het kabinet Rutte-Kaag niet voortijdig valt heeft het CDA nog tot 2025 om een nieuwe start te maken. Met een nieuwe partijleider, een nieuwe programma en wellicht een nieuwe koers naar het centrum en een nieuwe identiteit en zingeving. En met campagnefilmpjes die ergens over gaan en niet langer een parodie op zo’n filmpje zijn.




Kieskompas Utrecht stuurt me richting Volt

Stemadvies in het Utrechtse kieskompas met politieke situering van de partijen.

Het kieskompas voor Utrecht heb ik ingevuld, de provincie waar ik woon. Na het invullen van 30 vragen komt er een advies uit: Volt. Zie bovenstaande grafiek met het resultaat. Dat neem ik serieus. De verkiezingen voor de Eerste Kamer zijn op 15 maart 2023.

Op Volt stemde ik ook bij de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer. Niet uit liefde, maar na eliminatie van andere partijen was het de enige partij die overbleef en voor mij nog enigszins in aanmerking kwam om op te stemmen. Mijn steun voor deze partij is echter flinterdun.

Doorgaans kom ik bij het invullen van stemwijzers uit bij de ChristenUnie. Die partij neemt met de SP een gedeelde tweede plaats in. Maar omdat ik uit principe niet op religieuze partijen als CDA, DENK, SGP of ChristenUnie stem is dat een advies dat niet bij me past. Evenmin stem ik op radicale partijen als FVD of de klonen JA21 en BVNL, PVV of SP, zodat ook laatstgenoemde partij afvalt.

In het grafische overzicht van de Utrechtse partijen op de as Progressief-Conservatief en Links-Rechts valt me iets op die ik niet had verwacht. Die eerste as gaat over sociaal-culturele en de tweede as over sociaal-economische onderwerpen.

Mij valt op dat het CDA in Utrecht een partij is in het Progressieve en Linkse kwadrant, hoewel nipt. Ik schat aan de hand van de opstelling van partijleider Wopke Hoekstra en gezaghebbende CDA’ers die partij eerder in als Rechts en vooral Conservatief. Wordt hier gesleuteld aan de beeldvorming?

De kwadranten Links-Progressief en Rechts-Conservatief zijn goed gevuld. Daar klonteren de partijen samen en beconcurreren ze elkaar. Een partij die zich daaraan wil onttrekken en electoraal uniek wil zijn zou één van de twee andere kwadranten op moeten zoeken.

Waar is Groen Rechts dat alleen een website lijkt te hebben en zegt nog steeds ‘in opbouw‘ te zijn? Verder is het opmerkelijk dat in dit Utrechtse kieskompas de partij Zwarte Piet is Zwart van de Koerdse Amersfoorter Gimo Baram zich aan de linkerkant van de Links-Rechts as bevindt, terwijl deze partij rechtse gesprekspunten naar voren brengt. Dat grenst aan misleiding van dit kieskompas.

Wat is de waarde van een stemadvies van dit kieskompas? Het kan twijfelende kiezers een duwtje richting een partij geven. Ook het omgekeerde is mogelijk zoals mijn voorbeeld over de ChristenUnie aangeeft. Dus neem het advies met een korrel zout. Je moet voelen dat het bij je past.

Het kieskompas lijkt een papieren werkelijkheid waar politieke partijen hun marketing optimaliseren met als risico dat het ware beeld van partijen verdwijnt. Daar moet een invuller van de kieskompas alert op zijn. Het stemadvies is precies zoveel waard als men denkt dat het waard is. Meer is het niet.

.

Pleidooi voor scheiding van staat en landbouwlobby

Schermafbeelding van deel artikelWij, kiezers en belastingbetalers, worden met open ogen opgelicht door de veelobby‘ van Tim Reijsoo in de Volkskrant, 21 augustus 2022.

Mijn instemmende reactie op het opinie-artikel van Tim Reijsoo in de Volkskrant van 21 augustus 2022:

Eens met het commentaar. Zoals Tim Reijsoo opmerkt is het merkwaardig dat we de deconstructieve macht van de landbouwlobby kennen, maar die merkbaar niet terug kunnen dringen. De landbouwlobby heeft VVD en CDA vooral op regionaal niveau in de zak.

De agro-industrie zal haar verdienmodel van optimaal producerende melkveeboeren niet vrijwillig opgeven. Maar de politiek is onmachtig en heeft met het CDA een verrader van de algemene zaak in het kabinet om dat krachtig te veranderen. Hoewel minister Van der Wal voet bij stuk houdt.

Er zijn nog drie aspecten die genoemd hadden kunnen worden:

1) De media zitten ook steeds meer in de zak van de radicale boeren en de agro-industrie. Als de boeren een overleg hebben met Remkes dan besteedt het NOS Journaal daar zoveel zendtijd aan zonder enige kritische duiding dat het sterk lijkt dat de NOS promotie voor boeren en agro-industrie maakt. De publieke omroep laat zich intimideren en houdt de rug uit lafheid niet langer recht. Als de natuur- en milieuorganisaties een week later ook zo’n overleg hebben met Remkes dan doet het NOS Journaal dat af in 30 seconden.

2) De invloed van de boeren en boerenorganisaties doet zich op het laagste democratische niveau vooral gelden in besturen van waterschappen die op ondemocratische wijze worden gekozen. Met zetels voor belangengroepen. Daar wordt beslist om het waterpeil in polders en weteringen laag te houden omdat dit de boeren dient, maar niet de burgers en Nederland als geheel. Zie de huidige lage waterstand die daar mede een gevolg van is.

3) De Nederlandse boeren werken voor meer dan 75% voor de export. De voedselvoorziening van Nederland komt met het reduceren van de veestapel met 50% dus niet in gevaar. Duurzaam producerende boeren zouden meer steun van politiek, media en publieke opinie moeten krijgen. Ze geven het voorbeeld voor de toekomst van de Nederlandse landbouwsector: kwaliteit boven kwantiteit. Het bovenproportioneel beslag dat vooral de melkveeboeren leggen op de grond is onhoudbaar en niet meer van deze tijd in een zich ontwikkelend Nederland (Ruimtelijke Ordening) waar woningbouw, infrastructuur, bedrijven en natuur en ontspanning hun plek moeten kunnen vinden.

Hoekstra ondermijnt vanwege zwakte CDA stikstofbeleid van kabinet

Kritiek CDA-leden op Hoekstra: ‘Waar was jij, Wopke?“‘ op NOS, 2 juli 2022.

Het CDA is als partij de zwakke schakel in het kabinet van VVD, D66, CDA en CU. Wopke Hoekstra is als partijleider de zwakke schakel in het coalitieoverleg. CDA en Hoekstra zijn op zoek naar een identiteit die ze niet kunnen vinden. Dat maakt het CDA onberekenbaar en een risico voor het voortbestaan van het kabinet Rutte-Kaag.

Door interne personele problemen (Omtzigt), de spanning tussen de linker- en rechtervleugel binnen de partij, de mislukte electorale doorbraak naar de grote steden, het afwijzen door regionale CDA-bestuurders van het stikstofbeleid, het nieuwe stikstofbeleid dat breekt met de macht van de landbouwlobby binnen de overheid waar het toenmalige CDA een hoofdrol in had, de opkomst van boerenpartij BBB die stemmen wegsnoept bij het CDA en nauw verbonden is met de agro-industrie en de radicale boerenbeweging, en de gestage achteruitgang van de invloed van partijen op religieuze basis, staat de leiding van het CDA onder druk. Hoekstra lijkt in paniek geraakt.

In het AD is vandaag een interview met Hoekstra gepubliceerd waarin hij zegt dat de doelstelling van het kabinet om de stikstofuitstoot per 2030 te halveren “niet heilig” is. Christenpoliticus Hoekstra volgt ook in zijn afwijzing van het kabinetsbeleid het jargon van de bijbel. Hoekstra’s uitspraak staat haaks op het kabinetsbeleid en de coalitieafspraken.

Premier Mark Rutte zegt in een reactie dat Hoekstra’s uitspraken staatsrechtelijk ‘op het randje‘ zijn omdat Hoekstra als partijleider van het CDA politieke ruimte zou hebben om dat te zeggen. Dat is onzin omdat wat minister Hoekstra zegt tegen de eenheid van het kabinetsbeleid ingaat. Het kabinet moet naar buiten toe met één mond spreken.

Minister Hoekstra doorbreekt dit uitgangspunt. Hij bewerkstelligt dat het stikstofbeleid van het kabinet niet serieus meer kan worden genomen. Dat werkt averechts om het stikstofprobleem op te lossen. Hoekstra gaat ‘over het randje‘. Premier Rutte probeert Hoekstra’s breken met het kabinetsbeleid te maskeren om zijn kabinet te redden.

Schermafbeelding van deel artikelRutte: Stikstofuitspraken Hoekstra staatsrechtelijk op het randje‘ in Trouw via ANP, 19 augustus 2022.

Hoekstra laat zich kennen als een politicus die bang is om de stem van het platteland te verliezen. Hij vergeet dat de impasse waar het stikstofbeleid in is verzeild geraakt grotendeels het gevolg is van de pro-agro-industrie opstelling van het CDA in de afgelopen jaren.

Hoekstra goochelt met cijfers en wil de doelstelling van 2030 naar achteren schuiven. Dat is te eenzijdig gedacht vanuit het boerenbelang en negeert de waarschuwingen van de natuur- en milieu-organisaties dat een reductie met 50% van de stikstofuitstoot in 2030 al het minimum is om de diversiteit en veerkracht van de natuur te redden.

Hoekstra weet dat hij tegenstrijdig is als hij zegt de doelstelling van 50% reductie in 2030 te willen handhaven en volgende generaties niet op te willen zadelen met problemen, maar de reducties op veel plekken toch uit te willen stellen. Dat kan niet. Het is het een of het ander.

Schermafbeelding van deel artikelRutte: Stikstofuitspraken Hoekstra staatsrechtelijk op het randje‘ in Trouw via ANP.

Door zijn uitspraak zet Hoekstra stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) in de kou. Het CDA laat haar vallen. Dat zullen vooral VVD en D66 Hoekstra kwalijk nemen. Tegelijk beseffen deze partijen dat het CDA aan steun verliest op het platteland, in een identiteitscrisis verkeert, geen gezaghebbende leider heeft en een uitweg uit de eigen politieke impasse gegund moet worden.

Wopke Hoekstra maakt zich met zijn electorale opportunisme en angst voor de radicale boeren en agro-industrie, en gebrek aan standvastigheid om de rug recht te houden politiek ongeloofwaardig. Hij zou zich als partijleider van het CDA met zijn uitspraak over het stikstofbeleid wel eens definitief gediskwalificeerd kunnen hebben. Wie zal hem nog op zijn woord geloven?

Boer zit klem in verdienmodel van agro-industrie

Drone filmt dat boeren A7 blokkeren tussen Drachten en Heerenveen‘, 22 juni 2022. Op nu.nl.

I. Daar gingen we weer. Boeren die niet met trekkers op de snelweg mogen rijden deden dat massaal. Op weg naar een landelijke demonstratie in Stroe of bij lokale demonstraties. Ze zorgden voor opstoppingen. Het verkeer liep op sommige wegen vast.

De politie greep onvoldoende in. Er waren aanhoudingen, maar alleen in extreme gevallen. Terwijl de demonstraties door de boeren aangekondigd waren en de politie zich hier op voor had kunnen bereiden. Het lijkt alsof de politie vooraf al het hoofd in de schoot had gelegd. Het is niet voor de eerste keer dat de boeren massaal met hun trekkers de weg opgaan en het is evenmin de eerste keer dat de politie onvoldoende optreedt.

Dat voedt vier gedachten.

1) Nederland heeft door gebrek aan capaciteit en goede leiding een politie die niet in staat is om de openbare veiligheid te handhaven;

2) Nederland heeft een politie die overwegend rechts-georiënteerd is en protest van radicaal-links hard aanpakt en protest van radicaal-rechts tolereert en soms zelfs faciliteert;

3) De politie is bang voor radicale, agressieve boeren;

4) Er ontstaat in de samenleving rechtsongelijkheid dat het geloof in het professionalisme, de doelmatigheid, betrouwbaarheid en ambitie van de politie verder ondermijnt.

Het excuus van de politieleiding bij monde van de talloze woordvoerders was ook deze keer niet te willen escaleren. Dat excuus wordt selectief uit de kast gehaald. Nooit als het om een demonstraties van linkse milieuactivisten gaat. Terwijl die geen geweld gebruiken en de boeren wel.

Het werd er ronduit potsierlijk op toen politiechef Willem Woelders na afloop van de demonstraties in Nieuwsuur van 22 juni 2022 werd gevraagd waarom de politie de boerenprotesten en de trekkers op de snelwegen had getolereerd. Hij vluchtte weg in het excuus dat ingrijpen tot militaire toestanden had geleid. Woelders klopte zich bij gebrek aan maatschappelijke waardering zelf maar op de borst. Want … escalatie was voorkomen.

Het uit de weg gaan van escalatie is een flauw excuus van de politieleiding. Het gaat voorbij aan de vraag waarom de politie niet robuust optreedt in het garanderen van de nationale veiligheid. Het gaat voorbij aan de vraag waarom de politie zich onvoldoende had voorbereid op het boerenprotest dat geen verrassingen kende en zich precies zo ontrolde als vooraf werd verwacht.

Kamervragen over het lakse optreden van de politie? Of laten de linkse partijen zich intimideren door de boeren en zwijgen ze, en denken de rechtse partijen electoraal te kunnen profiteren en zwijgen ze. Dan stelt niemand de vraag waarom de politie het af laat weten en een boerenprotest als een natuurramp beschouwt waar niets tegen te doen is.

II. Wat is het probleem van de boeren? Een ‘caring farmer‘ zei afgelopen week dat hij begrip had voor boeren die het verdienmodel van de agro-industrie zijn geworden. De industrie zet eenzijdig in op een hoge productie om zo miljardenwinst te kunnen maken over de ruggen van de boeren.

Daarnaast heeft de landbouwsector een sterke lobby die tot nu toe elke systeemverandering succesvol blokkeert. Regeringspartijen als VVD en CDA stellen zich teweer tegen pogingen van de agro-industrie en de landbouwlobby om het stikstofbeleid af te zwakken én meer subsidie naar boeren en agro-industrie te laten stromen.

Tom-Jan Meeus benoemt dat op 17 juni 2022 in zijn zaterdagse NRC-column. De megabedrijven van de agro-industrie (A-ware, De Heus en VanDrie) jagen zowel de vervuiling, het protest tegen de stikstofmaatregelen van de regering als de blokkade van verduurzaming aan. Of zoals Christine Theunissen (PvdD) het in een tweet verwoordt: ‘Minder dieren, meer boeren, minder mest, minder ontbossing, schone lucht, schoon water, minder uitstoot‘.

Boeren zijn de schaalvergroting ingerommeld met negatieve gevolgen voor natuurdiversiteit, milieu en de boeren zelf. Vooral bij de merkveehouderij speelt dat. De agro-industrie wil het eigen verdienmodel dat inzet op hoge productie handhaven ten koste van de boeren. De boeren zijn de stoottroepers die voor het karretje van de agro-industrie worden gespannen. Vraag is of de radicale boerenleiders in dat complot van de agro-industrie zijn betrokken of er aanvullend aan zijn.

De kern van het probleem is dat de boeren de strop zijn ingelokt. Nu kunnen ze geen kant op. De schade die ze aan het milieu toebrengen en die de samenleving miljarden euro’s per jaar kost kan niet genegeerd worden. Maatschappelijk niet, maar ook juridisch niet door verdragen die de overheid sommeert de vervuiling terug te brengen. Zeker in de nabijheid van Natura 2000- gebieden.

Illustratie van het aantal koeien in Europa. Overname van ARTE. Via tweet van Caring Farmers van 4 juni 2022.

III. In Nederland wordt altijd gezegd dat de vervuiler betaalt. Welnu, de agro-industrie jaagt via de boeren de vervuiling aan. Dan is het logisch dat bedrijven als A-ware, De Heus en VanDrie meebetalen aan het gezondmaken van de landbouwsector. Dan worden de boeren bevrijd uit een knellend bedrijfsmodel dat economisch niet eens optimaal rendabel voor hen is (maar wel voor de agro-industrie) en komt de weg vrij naar verduurzaming.

De boeren zouden niet moeten willen strijden tegen de overheid, maar tegen de agro-industrie die hen gevangen houdt. De politiek kan daarbij de boeren helpen door de macht van de agro-industrie te breken en financiële steun te bieden om los te komen van het verdienmodel van de agro-industrie.