Iedereen heeft zich opgedirkt voor fotograaf Juliusz Dutkiewicz (1834-1908). De houten olieboortoren Zygmunt in de Boekovina is versierd. Het lijkt een circusact van trapezewerkers. Toen was dit voormalig hertogdom Oostenrijk-Hongaars gebied. Nu is het noorden van de Boekovina Oekraïens en het zuiden Roemeens.
Een toelichting bij de tentoonstelling Ölrausch und Huzulenkult – Fotografische Streitobjekte aus Galizien und der Bukowina (tot 26 maart 2023) in het Volkskundemuseum in Wenen zegt (vertaald): ‘De modernste industrie in de armste regio: nergens botsten de tegenpolen meer dan aan de rand van de Habsburgse monarchie. Terwijl petroleumingenieurs en speculanten Galicië en Boekovina naar de moderne tijd katapulteerden, zochten etnografen naar de overblijfselen van een veronderstelde originaliteit bij de mensen die in de ontoegankelijke oostelijke Karpaten woonden, naar ononderbroken tradities in kleding of handwerk, gebruiken of huizenbouw.’ De Hutsuls is een etnische groep waarvan er volgens opgave van de Roemeense overheid in 1930 nog 12.456 waren.
In de foto’s van Juliusz Dutkiewicz uit de tweede helft van de 19de eeuw komen beide uitersten samen: de moderne en traditionele tijd. Of de vermeend traditionele tijd. Dus exploitatie en exploratie van deze streek die nu behoort tot de Oekraïense Oblast Iwano-Frankiwsk.
De verkenning van het eigen Oostenrijks-Hongaarse achterland past in een 19de eeuws patroon van koloniale machten die continenten verkenden en daarmee probeerden er hun stempel op te zetten. Economische en culturele macht gaan vaak nauw samen. Etnografisch onderzoek kan de claim op land of grondstoffen rechtvaardigen.
De benauwdheid van Oostenrijk-Hongarije was dat het geen koloniën had en daarom niet mee kon komen met de andere toenmalige Europese natiestaten die wereldwijd grondgebied veroverden. Dan blijft de innerlijke oriëntatiereis over. Tussen de boortorens door. Innerlijke exploratie lijkt een oud familielid van innerlijke emigratie.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Rechtbank Utrecht verbiedt Mout Bierfestival in Wilhelminapark; gemeente op de vingers getikt‘ op de DUIC, 27 augustus 2022.
De rechtbank Midden-Nederland heeft een door de gemeente Utrecht verleende vergunning voor het Mout Bierfestival geschorst. Dat zou van 9 tot en met 11 september in het Wilhelminapark plaatsvinden. Dat ligt in Utrecht-Oost. Lees hier de uitspraak.
Dit Bierfestival vindt in meerdere steden plaats en is een initiatief van ondernemer Tinus Weijkamp. Het kent een mix van drinken, eten en muziek zoals die ook bekend is van de Foodtruckfestivals. Tickets om het afgesloten terrein op te mogen komen zouden in Utrecht inclusief servicekosten 11 euro kosten. Per dag zouden 1800 bezoekers aanwezig zijn. Sponsors zijn onder meer de brouwerijen Brand en Lagunitas. Ze werken samen en zijn onderdeel van Heineken.
In een reactie die ik bij dit artikel plaatste vraag ik me af wat de grenzen aan het gebruik van de publieke ruimte is. In hoeverre moeten commerciële partijen als brouwerij Heineken om niet beslag op de publieke ruimte kunnen leggen?
Gaat de gemeente haar rol van dienaar van het algemeen belang niet te buiten als het zich tot facilitator en promotor van commerciële activiteiten in de publieke ruimte maakt? Terwijl het afstand zou moeten nemen en zich zou moeten opstellen als scheidsrechter die het commerciële en algemeen belang zorgvuldig tegen elkaar afweegt zonder daar bij voorbaat een keuze in te maken.
De casus Wilheminapark en de uitspraak van de rechter is jammergenoeg niet typisch omdat de rol van het park als rijksmonument in het besluit van de rechter de doorslag geeft. Zo komt de rechter niet toe aan de toetsing van commerciële activiteiten in publieke ruimten. Terwijl duidelijk is dat dit Bierfestival ondersteund wordt door de multinational Heineken. Commerciëler kun je het niet hebben.
Wildgroei van commerciële activiteiten die verhullend ‘festival’ worden genoemd, zodat het lijkt alsof het om een culturele activiteit gaat, zou in een maatschappelijk debat ter discussie moeten worden gesteld. Zodat voor gemeentebesturen duidelijk wordt wat de voorwaarden zijn om gebruik te maken van de publieke ruimte. Het is krom dat omwonenden de overlast moeten dragen voor het commercieel gewin van bedrijven en op winst gerichte organisaties die zich eenzijdig de publieke ruimte toe-eigenen.
Mijn reactie:
Goed dat de gemeente is teruggefloten. Ik woon vlakbij het Griftpark en ervaar af en toe in de late avond geluidsoverlast van evenementen die daar gehouden worden. Het heeft dan nog weinig zin om de politie te bellen.
In een dynamische stad als Utrecht bestaat in de publieke ruimte een wankel evenwicht tussen algemeen en particulier belang. Omwonenden, gemeente of commerciële partijen leggen dat evenwicht anders omdat ze uiteenlopende belangen hebben. Daardoor ontstaat wrevel.
Een vuistregel zou moeten zijn om de publieke ruimte openbaar te houden en niet over te leveren aan commerciële partijen. Daar is de publieke ruimte niet voor bedoeld. Kleinschalige, non-profit activiteiten zouden wel mogelijk moeten zijn.
Dat zou voor het college betekenen dat het ervoor waakt dat de Utrechtse binnenstad een groot terras wordt, dat de parken worden overgenomen door commerciële partijen en dat pleinen bezit worden van organisaties en bedrijven.
De tragiek is dat de lokale politiek bij uitstek de aanjager is van het versjacheren van de publieke ruimte voor commerciële doeleinden. Denk aan Koning van D66 met zijn terugkerend pleidooi voor terrassen voor de horeca.
Wat dan? In een drukke stad als Utrecht is stilte een luxe goed. Geluidsoverlast is onvermijdelijk, maar zou niet door toedoen en met instemming van de gemeente vergroot moeten worden. Daarmee kiest de gemeente een niet bij haar taak passend evenwicht tussen het algemeen en particulier belang.
Voor commerciële activiteiten van een brouwerij of andere commerciële bedrijven zou aan de rand van de stad een terrein moeten worden ingericht dat onder strenge voorwaarden mag worden gebruikt, zodat de overlast tot een minimum beperkt blijft en commerciële partijen toch hun plek in Utrecht kunnen vinden. Maar niet op de A-locatie in een woongebied die ze in gedachten hadden.
Film bevriest de tijd. Waar toneel voorbijgaat, wordt film gereproduceerd. Het geeft een idee van echtheid dat van niemand is.
Film voedt de massa die van toeschouwer deelnemer wordt. Dat is opperste promotie zoals nieuwe media tonen. Iedereen kan meedoen. Sommigen zien het als een stapje omhoog. Mensen worden naar de Apple-store geleid, zonder dat ze nog altijd begrijpen waarom.
Film is afleiding. De klassieke Hollywood-stijl maakt dat door montage onzichtbaar. Een stijl die de eigen making of uitwist. Tot op heden is verhalend realisme de norm. Het vertelt zichzelf in een lopend verhaal.
Mythe eindigt als acteurs voor de première sterven. Van dode levende tot levende dode worden. Zoals Heath Ledger. James Dean is het bekendste voorbeeld. Als acteurs tijdens de opname sterven wordt de film met speciale effecten afgemaakt. Anders betaalt de verzekering en stopt de boel.
Uiteindelijk sterven alle acteurs en blijven hun beeld en stem op film bewaard. Totdat ook de film vergaat.
Morgen beginnen de Olympische Winterspelen in Peking. Ik heb niks met sport, maar het is best. Het klinkt al snel neerbuigend en vanuit de hoogte om er kritiek op te hebben. Daarom moet men oppassen om er afkeurend over te spreken. Want als het volk sport wil, dan krijgt het volk sport. Dat loopt van verslagen van wedstrijden, tot voor- en nabeschouwingen. Ellenlang.
Met topsport is niks mis. Sporters spannen zich jarenlang in en proberen beter te presteren dan anderen. Dat is lovenswaardig. Maar de Olympische gedachte is meer dan sport alleen. Het omvat ook internationale verbroedering en een ‘heilmiddel tegen tal van maatschappelijke kwalen‘ zo zegt Jelle Zondag in een commentaar voor de Radboud Universiteit.
Olympische Spelen zijn een mengvorm geworden die weliswaar om sport draait, maar waar sport steeds minder centraal staat. Aan Olympische Spelen kunnen allerlei karakteriseringen toegevoegd worden. Ze zijn gepolitiseerd, vercommercialiseerd, gecorrumpeerd en los komen te staan van een hogere doelstelling.
Zondag concludeert: ‘Sport werd, en wordt, beschouwd als een idealistische activiteit, die moest zorgen voor vrede, vriendschap en verheffing. Mooie idealen die vaak spaak liepen op de weerbarstige realiteit‘. De Olympische Spelen tonen een vals gezicht. Ze zijn gekaapt door ontwikkelingen die haaks staan op dat idealisme en er zelfs tegenstrijdig aan zijn: nationalisme, meedogenloze competitie, dopinggebruik, commercie en het tegendeel van verheffing.
De bodem is weggeslagen onder de Olympische Spelen zonder dat het benoemd wordt. De uitzendrechten zijn een miljardenbusiness geworden. De Olympische Spelen draaien om hun eigen continuïteit en winstgevendheid, niet langer om een ideologische gedachte. Of het moet de opvatting van autoritaire landen als China zijn om zich met een vals gezicht en dubbele bodem te presenteren aan de wereld. Dat is neorealisme dat idealen inwisselt voor macht, geld en beeldvorming.
Het zou zinvol zijn om opbouwende kritiek op de Olympische Spelen aan een breed publiek te presenteren. Wat als blijkt dat de nadelen groter zijn geworden dan de voordelen? Wat dan? Kunnen ze ideologisch gerestaureerd worden en uit de greep van autoritaire landen en het grote geld gered worden? Laten Nederlands programma- en beleidsmakers die zich sterk maken voor de Olympische Winterspelen in Peking zich daar de komende weken en jaren eens over uitlaten.
De wereld kan dan wel steeds platter en dorpser worden, maar de Olympische Spelen lopen daar in bedorvenheid ver op vooruit. Zijn inmiddels de Olympische Spelen ‘too big to fail’ geworden, zodat ze niet meer gerestaureerd kunnen worden omdat de organisatie erachter een ongrijpbare macht is? Mogelijk, maar laten we dat dan bespreken. Het getuigt van grote absurditeit om kijkers wekenlang een Potemkin-dorp voor te schotelen zonder dat te benoemen. Kunnen Olympische Spelen meer zijn dan buitenkant, dekmantel en façade?
Godsdienst is een lucratieve markt voor bedriegers. Want godsdienst is een buitencategorie van de logica. Het is daarom geen wonder dat de religiesector beunhazen aantrekt die hun leugens als waarheid verkopen. Het is een verdienmodel. Het is hun bestaan en beroep. Ze komen met hun beroep op en identificatie met God makkelijk weg met hun bedrog. Niemand kan het weerleggen omdat de logica van godsdienst niet bestaat. Mijn reactie bij bovenstaande video:
God is a human construct. Made by humans. So, God speaking to us, is humans speaking to and about humans. God is horizontal, but is proposed as vertical.
In case God is a Supreme Being, it is the other way around. God speaks for him/her/itself. Religious fundraisers can’t speak in the name of God. They only speak for their own business.
Rick Warren is the worst of both worlds. He is not a serious theologian or representative of the religion he claims to represent and he is not a bona fide businessman. He wrongly entwines one and the other and does damage to religion and honest business.
Er dreigt een inval van de Russische Federatie in Oekraine. Deskundigen schatten die steeds meer in als onvermijdelijk. Zo koerst Oost-Europa af op de afgrond. Opvallend is dat Angelsaksische landen als de VS, het VK en Canada Oekraine de grootste militaire en politieke steun geven en de EU achterblijft.
Het is onduidelijk of de EU wel zo krachtig reageert met economische sancties, de definitieve sluiting van gaspijplijn Nord Stream II en de verwijdering van de Russische Federatie uit het internationale betalingssysteem SWIFT als de VS naar buiten brengt. Niet dat de VS dit in onderhandelingen niet goed overlegd hebben met hun Europese bondgenoten, maar dat de EU terugkomt op die gemaakte afspraken. Het probleem is dat de EU geen coherent buitenlands beleid heeft.
Vooral de grootste regeringspartij SPD speelt in Duitsland een dubbelzinnige rol met een Ruslandpolitiek die vooral doet denken aan München 1938. Na het terugtreden van kanselier Merkel die het karakter van de Russen kon lezen is dat er niet beter op geworden.
Opvallend aan het gesprek met Mark Urban is dat de Britse regering ook het Nederlandse luchtruim uit de weg ging in hun levering van militair materiaal aan Oekraïne. Hoewel Duitsland en Nederland naast elkaar liggen en het probleem de Duitse regering lijkt. Van blaffen en niet bijten is het Kremlin niet onder de indruk. Als principes ondergeschikt worden gemaakt aan economische belangen, dan versterkt dat niet de Westerse positie, maar wordt die juist verzwakt. Met dank aan Nederland en Duitsland die eieren voor hun geld kiezen?
Hoe het komt is voer voor psychologen, maar veel militairen, politieagenten en mensen werkzaam in de veiligheidsindustrie voelen zich aangetrokken tot extreem-rechts gedachtengoed. Of dat heeft te maken met een zelfbeeld van mannelijkheid, fascinatie voor wapens en uniformen en een compensatie voor een gevoeld gemis is de vraag.
De gepensioneerde Amerikaanse brigade-generaal Steven Anderson, die zegt een conservatieve Republikein te zijn, heeft zich met twee ex-collega’s in een opinie-artikel in The Washington Post uitgesproken over het gevaar van de rechts-extremistische ondermijning van de democratie via de krijgsmacht. Hij meent dat de krijgsmacht zich nu moet voorbereiden op een opstand in 2024 voor het geval oud-president Trump via een opstand een greep naar de macht doet.
Schermafbeelding van deel opinie-artikel ‘3 retired generals: The military must prepare now for a 2024 insurrection‘ in The Washington Post, 17 December 2021.
Militairen leggen een eed af om de Amerikaanse grondwet te beschermen, maar daar kunnen ze van af gaan wijken als ze in een politiek verwarde situatie opstandelingen volgen. Dan dreigt de krijgsmacht te splijten tussen een deel dat de grondwet volgt en een ander deel dat er tegenin gaat. Een burgeroorlog ligt dan op de loer. Het is een droomscenario voor tegenstanders van de VS, zoals China en de Russische Federatie die er alle baat bij hebben om de verdeeldheid en splijting aan te wakkeren. Daarom wordt dit gezien als een onderwerp van nationale veiligheid.
In Duitsland onderzocht in 2020 de militaire inlichtingendienst MAD meer dan 700 verdenkingen van rechts-extremisme in een elite-eenheid van de Bundeswehr, aldus een bericht van het Duitsland Instituut. In alle landen screenen de inlichtingendiensten de krijgsmacht op extremisten of rechts-extremistische cellen.
Hoe het komt dat er veel extreem-rechtse militairen zijn is een vraag over de kip en het ei. De MIVD zei in haar jaarverslag 2020 (p. 13): ‘De MIVD heeft geconstateerd dat rechts-extremistische jongeren werken voor de krijgsmacht aantrekkelijk vinden. Deze ontwikkelingen zijn voor de MIVD redenen geweest om in 2020 het onderzoek naar rechts-extremisme te intensiveren.‘
Omdat militairen makkelijk toegang hebben tot wapens, doelmatig en georganiseerd in groepen kunnen opereren en hun commandanten korte lijnen hebben met politieke machtscentra vormen ze een reeële dreiging voor de democratie.
Het idee was altijd dat militairen ondergeschikt zijn aan de politiek en de krijgsmacht a-politiek is. Maar dat idee wordt door de rechts-extremisten niet gevolgd. Aan de opstand van 6 januari 2021 die uitmondde in de bestorming van het Capitool namen relatief veel rechts-extremisten uit de krijgsmacht, de politie en andere veiligheidsdiensten deel, aldus een bericht van PBS.
In de aanloop van de presidentsverkiezingen in november 2016 sprak een andere conservatieve Republikeinse generaal Michael Hayden zich uit tegen het presidentschap van Donald Trump. Dit fragment van februari 2016 uit de show van Bill Maher is nog steeds actueel door uitspraken van toenmalig president Trump in juni 2020 om federale militairen in te zetten bij het neerslaan van de demonstraties die ontstonden in reactie op de moord van George Floyd. De militaire en politieke top van het ministerie van Defensie nam toen collectief afstand van Trumps voornemen. De krijgsmacht toonde hiermee meer stabiliteit en rechtsstatelijkheid dan de politie.
Ook een reeks oud-militairen nam in harde bewoordingen afstand van Trump. Ze hadden hun reactie met elkaar afgestemd. Salon zette ze in een artikel van 6 juni 2020 op een rij. Generaal Hayden heeft het in dit fragment specifiek over de bestrijding van het terrorisme door Trump die de rechtsstaat te buiten gaat en daarom onaanvaardbaar is. Maar er klinkt meer in door: een onafhankelijke opstelling van de krijgsmacht die zich niet laat sturen door Trump als hij in hun ogen de nationale veiligheid in gevaar brengt.
Bill Maher heeft het over een militaire coup, maar het tegendeel lijkt waar: de steun van in elk geval de top van de krijgsmacht voor het volk om de diefstal van de democratie door Trump en zijn medestanders te voorkomen. Militairen zweren trouw aan de grondwet, niet aan de president. Probleem is alleen dat rechts-extremistische militairen dat standpunt verlaten hebben. Ze moeten uit de krijgsmacht verwijderd worden omdat ze een gevaar voor de democratie zijn en geen staat in de staat moeten kunnen vormen.
De screening van radicale elementen gebeurt in alle landen. Maar het is een complex proces waarin tot nu toe alleen de meest uitgesproken extremisten in beeld komen. De slapende extremisten die in het geheim een opstand tegen de democratie voorbereiden en zich daarom betrekkelijk stil houden komen nauwelijks in beeld van de interne diensten die hier onderzoek naar doen. Het is de taak voor de politieke en militaire leiding van de ministeries van Defensie om de dreiging van de rechts-extremisten in de krijgsmacht, politie en veiligheidsdiensten uiterst serieus te nemen en er hard actie op te laten volgen. De democratie staat op het spel.
Hoe kan het toch dat de Nederlandse politieke partijen hun potentieel niet benutten en het zo slecht doen? Zowel in strategisch als organisatorisch opzicht. Wat is er aan de hand met de Nederlandse politiek partijen? Niemand weet er nog enthousiasme voor op te brengen.
Opvallend is dat geen enkel deel van het politieke spectrum zich aan de malaise onttrekt. Links, rechts en centrum blunderen op hun eigen karakteristieke wijze. Hoe valt dat te verklaren?
Links zit zonder ideeën en bevindt zich in een geestelijk niemandsland. Maar ook strategisch opereert links onverstandig. Het vertrek van GL-kamerlid Bart Snels spreekt boekdelen. Hij was tegen hechte samenwerking of zelfs fusie met de PvdA. Snels koerste af op een kabinet VVD, D66, CDA en GL zoals Jos Heymans voor RTL Nieuws betoogt, maar kreeg hiervoor geen steun binnen zijn partij. Partijleider Jesse Klaver radicaliseerde en zette zich hiermee buitenspel.
Binnen de SP lijkt het omgekeerde te spelen. De partijleiding gaat de meer radicale elementen die lid zijn van de jongerenorganisatie ROOD of het ideeënplatform Marxistisch Forum uit de partij zetten. Niet als individuen, maar als groep. Met als gevolg dat lokale afdelingen zoals Utrecht uit elkaar dreigen te vallen. Chris Aalberts voor TPO die bekend staat als Baudet-watcher herkent in de chaos en het ondemocratisch gedrag van de partijleiding van de SP het patroon dat hij kent van FvD.
De PvdA is de partij met de minste ideeën omdat de partij gewoonweg niet weet wat de eigen identiteit is, waar het zich bevindt en welke kant het op moet gaan. Partijleider Ploumen is inspiratieloos en koos de vlucht vooruit in samenwerking met GL om een idee van daadkracht te suggereren. GL en SP hebben nog een zeker profiel in respectievelijk duurzaamheid en zorg, maar zelfs dat unieke verkooppunt mist de PvdA.
Rechts is negatief, radicaliseert en fragmenteert. FvD weet met partijleider Baudet niet te kiezen tussen het inzetten op partijpolitiek of op metapolitiek. Dat laatste betekent in navolging van het Franse en Duitse Nieuw Rechts van de jaren 1960 en 1970 het willen beïnvloeden van de cultuur en de publieke opinie zonder partijpolitieke activiteiten. De tragiek van partijleider Thierry Baudet lijkt dat hij zowel de intellectuele bagage mist om succesvol metapolitiek te bedrijven als het talent voor het politieke handwerk ontbeert. Daarom blijft hij sinds zijn Uil van Minerva-toespraak in 2019 waar hij duidelijk inzette op metapolitiek zwalken tussen de twee posities zonder dat zijn partij hem nog begrijpt en kan volgen.
De PVV is redelijk stabiel en relatief onkwetsbaar omdat het een partijorganisatie mist. Maar dat laatste wat een sterkte lijkt is tevens een zwakte omdat het een grens aan de groei stelt. In de schaduw van partijleider Geert Wilders kan niemand groeien. Hij speelt op veilig en lijkt door zijn voorzichtige aanpak minder te radicaliseren dan de andere rechtse partijen, maar Wilders’ professionalisme heeft als nadeel dat het resulteert in korte termijn denken en de partij een strategie voor de toekomst mist.
Rechtse splinters als JA21 met Joost Eerdmans en Wybren van Haga’s BVNL hebben onvoldoende aantrekkingskracht voor de kiezer. Het opportunisme van de leiders die van partij naar partij hoppen is zelfs voor de rechtse kiezer ongeloofwaardig. Types als Van Haga en Eerdmans zijn voorbeelden van baantjesjagers. Het opportunisme strookt niet met hun aanschoppen tegen de politiek omdat hun CV daar haaks op staat.
In het Centrum presteert de VVD goed dankzij de electorale aantrekkingskracht en positie van premier Mark Rutte. dat is overigens de achilleshiel van de VVD. Hoe gaat het verder na Rutte? Rutte heeft veel in moeten leveren aan statuur. De vlotheid van Rutte om zowel met links als rechts te kunnen samenwerken heeft twee nadelen. Het wordt steeds meer uitgelegd als oppervlakkigheid, gebrek aan ideeën en zelfs het ontbreken van politieke ruggengraat. Dat werd duidelijk toen in de formatie onder druk van het CDA de samenwerking met links, zonder dat het tot gesprekken kwam, werd geblokkeerd. Zo is in de beeldvorming de vlotte flexibiliteit van Rutte veranderd in stugheid.
Het CDA verkeert in chaos en in een identiteitscrisis. Een teken daarvan is dat kamerlid Pieter Omtzigt uit de partij is gestapt. Partijleider Hoekstra komt over als bekwaam, maar ook als kil, afstandelijk en weinig christelijk. Hij lijkt geen handige politicus die steun kan werven voor de standpunten van zijn partij. Is het wel zo duidelijk dat de partij naar het midden koerst en afstand heeft genomen van de rechtse koers van vorige partijleiders? De kiezersgunst toont een dramatische teruggang.
D66 had in Rob Jetten een bekwame partijleider, maar de partij wilde meer en koos voor Sigrid Kaag omdat die hoger zou kunnen stijgen. Tot en met het premierschap zoals de partij dacht. Maar Kaag is geen handige politicus en het team dat haar omringt lijkt te veel te willen. D66 denkt van zichzelf dat het groter en invloedrijker is dan het echt is. Eén goede verkiezingsuitslag is te weinig en moet niet overmoedig, maar nederig maken om het resultaat te kunnen verzilveren. Daarbij komt dat D66 een partij is die voor veel kiezers een tweede keuze is. Als de partij aan momentum verliest, dan daalt het ook gelijk flink omdat de partij geen sterk gedachtengoed heeft dat als een buffer voldoende kiezers kan vasthouden.
Dit overzicht over links, rechts en centrum leidt tot de conclusie dat de Nederlandse politieke partijen slecht in vorm zijn en eigenlijk allen in zekere mate in een identiteitscrisis verkeren. Ze leven niet naar de kompas van hun politieke gedachtengoed of hebben dat nooit gedaan en al geruime tijd ingewisseld voor opiniepanels die de koers bepalen. Dat leidt tot een ratjetoe aan opzetjes die niet met elkaar samenhangen. Dat is niet het programma van een politieke partij die de macht wil delen om eigen ideeën te realiseren, maar het staketsel van een marketingbureau. Fragmentatie heeft geleid tot 19 partijen of afsplitsingen in de Tweede Kamer en dat leidt weer tot het hard bestrijden van concurrenten die vechten om schaarse zetels.
Als partijleiders het zelfvertrouwen missen om samen te werken en door hun partij ertoe worden gedwongen om steeds maar weer de eigen positie in de marketing te benadrukken, dan is politiek geen politiek meer, maar het zonder op adem te kunnen komen presenteren van een lege huls waarvan de inhoud ontbreekt. De schijn is het idee geworden.
Publieksinformatie over Jens Haaning bij tentoonstelling ‘Work It Out’ van het Kunsten Museum of Modern Art Aalborg
De leukste berichten zijn de berichten die niet volledig te plaatsen zijn en een element van mystificatie bevatten. Neem het vermeende geschil tussen de Deense conceptuele kunstenaar Jens Haaning en directeur Lasse Andersson van het Kunsten Museum of Modern Art Aalborg. Het lijkt echter eerder een een-tweetje tussen kunstenaar en directeur, dan diefstal of contractbreuk door de kunstenaar.
De kunstenaar zou van het museum bankbiljetten ter waarde van 72.000 euro (534.000 Deense kronen) geleend hebben om op twee doeken te verwerken voor de tentoonstelling ‘Work It Out‘ die op 24 september 2021 opende en tot 16 januari 2022 loopt. Haaning wordt genoemd in de publiciteit en het museum sluit de kunstenaar niet uit. Volgens de overeenkomst moet het geld worden teruggegeven aan het einde van de tentoonstelling, aldus een bericht van het Noorse Dagbladet.
Haaning ontkent desgevraagd dat dit zal gebeuren. Maar omdat dit pas over vier maanden aan de orde is kan nu nog niet worden vastgesteld of Haaning bij dit voornemen blijft. Daarom kan er nu formeel nog geen sprake zijn van diefstal. Dat kan pas na afloop van de tentoonstelling worden vastgesteld.
Directeur Lasse Andersson houdt zich op de vlakte of hij Haaning bij de politie wil aangeven wegens diefstal als deze het geld niet teruggeeft als de tentoonstelling op 14 januari 2022 afloopt.
Haaning noemen het overigens geen diefstal, maar contractbreuk. Volgens hem hoort dat bij het werk. Contractbreuk betekent dat Haaning zijn verplichtingen niet of slechts gedeeltelijk nakomt. De logische actie in dit geval is dat het museum aan Haaning vraagt om de tussen beide partijen gesloten overeenkomst alsnog na te komen. Zoals gezegd, er is nog een periode van vier maanden waarin dit kan worden geregeld tussen kunstenaar en museum.
De reden die Haaning voor zijn actie aanvoert is dat de vergoeding voor kunstenaars te laag is. Maar het valt te bezien of de voorwaarden zo slecht zijn als hij zegt. Haaning zou een kijkvergoeding van de staat krijgen van 10.000 Deense kronen (1350 euro) voor het maken van de twee schilderijen en de onkosten zouden tot 6.000 euro gedekt zijn.
De titel van de twee schilderijen is losjes gebaseerd op een film van Woody Allen: ‘Take the Money and Run‘. Dat sluit waarschijnlijk niet toevallig aan bij populaire cultuur die voor een breed publiek herkenbaar is. Jens Haaning is een conceptueel kunstenaar die reflecteert op de samenleving, machtsverhoudingen en inkomensverschillen. Zijn werk voor het Kunsten Museum of Modern Art Aalborg past binnen dat profiel en is daar geen afwijking van. Haaning thematiseert de waarde van kunst en de vergoeding voor de kunstenaar.
Ook in Nederland wordt dit opgepikt. Een bericht van RTL Nieuws laat zien wanneer algemene media geïnteresseerd zijn in kunst. Namelijk wanneer het over geld gaat. Vaak bij veilingen, maar in dit geval over de vermeende diefstal van 72.000 euro. Dan pas tonen deze media zijdelingse belangstelling voor kunst. RTL Nieuws maakt het er voor zichzelf nog pijnlijker op door het eigen onbegrip over kunst te benadrukken als het in de kop het woord kunst tussen aanhalingstekens plaatst. Waarom is het werk van Haaning geen kunst, maar ‘kunst’?
Het is daarnaast onwaarschijnlijk dat Haaning zijn werk kunst noemt. Een kunstenaars maakt kunst zonder dat als zodanig te benoemen. Los van de vraag of het om diefstal, contractbreuk of een een-tweetje tussen kunstenaar en museum gaat. RTL Nieuws trapt hoe dan ook in een slim opgezette publicitaire val zonder dit te begrijpen.
Schermafbeelding van deel artikel ‘Deense kunstenaar levert leeg doek op, pakt 70.000 euro en noemt het ‘kunst‘ van RTL Nieuws, 29 september 2021.
Schermafbeelding van deel artikel ‘We knew QAnon is anti-Semitic. Now we know it’s racist, too’ van Mia Bloom op The Bulletin, 5 juli 2021.
De titel van het artikel van Mia Bloom suggereert dat antisemitisme geen racisme is. Het gaat over QAnon waarvan Bloom al het vermoeden had dat het antisemitisch was. Deze beweging stelt dat de wereld wordt gerund door een kliek van pedofielen die kinderen doden en hun bloed drinken. Volgens QAnon is Donald Trump de persoon die deze kliek gaat ontmaskeren.
QAnon heeft als grootste politieke tegenstrevers Black Lives Matter, dat opkomt voor de rechten van zwarten en zich keert tegen het politiegeweld tegen etnische minderheden, en de zogenaamde antifa (anti-fascistische) groeperingen. QAnon kan op het eerste gezicht niet anders dan neofascistisch genoemd worden met als neofascistische leider Donald Trump.
Wat zich aftekent is een samenklontering van nationalistische witte racistische groeperingen, ofwel de vertegenwoordigers van white supremacy, die verenigd door de krankzinnige QAnon-samenzweringstheorie, een Amerikaanse neofascistische beweging vormen. De sekte van het geloof in Donald Trump snijdt rationalisering af en maakt gelovigen onbereikbaar voor dialoog.
De neofascisten bereiden zich voor op een burgeroorlog. Ze zijn zelfs met steun van de achterban van de Republikeinse partij niet in de meerderheid en hebben dus niet de stemmen, maar wel de wapens, de organisatie en de wil om een opstand te beginnen en de Amerikaanse democratie omver te werpen. Dat gevaar dat aan de oppervlakte kwam op 6 januari 2021 met de bestorming van het Capitool is nog niet geweken. Velen verwachten dat zoiets zich zal herhalen en dan mogelijk succesvol is.
Binnen de Amerikaanse bevolking bestaat volgens een onderzoek een minderheid van 26% die zich kwalificeert als ‘zeer rechts autoritair’. Binnen de Republikeinse partij steunt 39% volgens een ander onderzoek ‘Amerikanen die gewelddadige acties ondernemen als gekozen leiders niet in actie komen’. De retoriek van een falende politiek wordt dagelijks via rechtse omroepen, opruiende sociale media en conservatieve kerken verspreid. Omdat meer dan 74 miljoen Amerikanen op Trump stemden gaat het om 29 miljoen Amerikanen die een opstand tegen de democratie in principe steunen.
De rol van religie als toeleverancier voor volgelingen is in de QAnon-beweging groot. Religie is in potentie een gevaarlijke negatieve kracht omdat de VS een religieus land is waar de rol van religie onvergelijkbaar is met West-Europese landen als Nederland. De verschillende godsdiensten bieden als het ware hun volgelingen op een gouden schaaltje aan aan de complotdenkers van QAnon. Denk aan orthodoxe joden en witte evangelicals die zich makkelijk laten rekruteren.
Doordat deze witte evangelicals zich laten kennen als de grootste aanhangers van de QAnon beweging ontstaat er een wereldwijd sneeuwbaleffect. Want zoals hun naam zegt hebben ze niet als doel om hun geloof door contemplatie te verdiepen, maar door evangelisatie de blijde boodschap van het christendom te verspreiden.
In dat proces van christelijke zending verspreiden ze door fysieke aanwezigheid ter plekke of via internet ook de complottheorieën van QAnon over een joodse kliek van wereldleiders, progressieven en Democraten die het bloed van kinderen drinken. De Amerikaanse zending heeft macht, geld en prestige om anderen in ontwikkelingslanden deze overtuiging op te leggen. Met als gevolg dat de neofascistische revolutie én misleiding via religieuze organisaties over de wereld verspreid wordt.
Dat gebeurt ook binnenlands als slecht opgeleide en geïnformeerde Amerikanen in een economische achterstandspositie en met een grote religieuze ontvankelijkheid aangesproken worden door de cocktail van christelijke blijde boodschap die vermengd is met QAnon samenzweringstheorieën. Het schrijnende is dat vooral Afro-Amerikanen zich laten aanspreken door een theorie die tegen hun belang, menswaardigheid en bestaan ingaat. Zij zullen de slachtoffers zijn van de burgeroorlog die QAnon propageert en zich keert tegen alle Democraten, progressieven en niet witte Amerikanen. Joden incluis.