Nationaal Farmaceutisch Museum moet sluiten

Het Nationaal Farmaceutisch Museum (NFM) in Gouda sluit per 1 september haar deuren. Het was onderdeel van museumgoudA. In een nieuwsbericht zegt het NFM: Door de gemeentelijke bezuinigingen op cultuur heeft de directeur van museumgoudA afgelopen november het samenwerkingsverband met de Stichting Nationaal Farmaceutisch Museum De Moriaan opgezegd en ook de huur van het pand De Moriaan. Het bestuur is direct in overleg gegaan met de gemeente Gouda voor een zelfstandige doorstart, zonder gemeentelijke subsidies, in het pand De Moriaan. De gemeente Gouda heeft ervoor gekozen om het nationaal farmaceutisch museum niet te willen behouden voor de stad Gouda, door het bestuur van de Stichting Nationaal Farmaceutisch Museum De Moriaan een niet financieel haalbaar en betaalbaar aanbod te bieden.

Naar verluidt vraagt de gemeente 40.000 euro huur per jaar aan het NFM voor het monument De Moriaan. Da’s niet op te brengen. Kopen is volgens bestuursvoorzitter Toine Pieters evenmin een optie want De gemeente wil 7 à 8 ton hebben voor een pand met museale bestemming dat volgens makelaars slechts 3,5 à 4 ton waard is. Op haar site geeft museumgouda tot nu toe geen toelichting.

Er zijn vijf partijen bij de sluiting betrokken: museumgoudA, gemeente Gouda, initiator en geldschieter apothekersbranchevereniging KNMP, kleinere sponsors en bruikleengevers en medewerkers en vrijwilligers van het NFM. Vijf weken na zijn aantreden op 1 oktober 2010 maakte museumdirecteur Gerard de Kleijn duidelijk dat-ie het NFM wilde afstoten. Zijn opmerking dat het niet geworden was wat er in het begin van werd verwacht werd de genadeslag. Op de achtergrond speelt mee dat het de apothekersbranche op dit moment in zwaar weer terecht is gekomen en weinig armslag denkt te hebben.

Deze sluiting is een voorbode van de kaalslag die de culturele sector te wachten staat. Culturele instellingen trekken zich terug op kerntaken. Wie buiten de boot valt wordt aan het eigen lot overgelaten. Het is jammer dat een museale bestemming die de gemeente Gouda relatief weinig kost niet open kon blijven en een doorstart kon maken. Maar een kaalgeschoren NFM had nog weinig reikwijdte. Het zijn de zwakke instellingen die als eerste omvallen. Er gaan nog ontelbare klappen vallen in de culturele sector. Dit is pas het begin.

Foto: Pui van de Moriaan, NFM, Westhaven 29, Gouda

Over een culturele boycot van China

Staatssecretaris Zijlstra heeft vandaag de boekenbeurs in Peking geopend. Een aantal schrijvers is afgereisd naar de Beijing International Book Fair. Nederland is gastland en de stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB)  presenteert onder meer Kader Abdolah, Adriaan van Dis, Anna Enquist, Bernlef en Gerbrand Bakker. Moeten ze gaan nu de mensenrechten onder druk staan omdat Chinese intellectuelen en kunstenaars door de autoriteiten gevangen worden gezet?

Bernlef en Ramsey Nasr hebben een solidariteitsverklaring van Amnesty International ondertekend. Bernlef is sceptisch en hoopvol over de beurs, maar heeft ook forse kritiek op AmnestyIk voelde me als een klein kind behandeld. Amnesty zou me wel eens even vertellen hoe ik me daar diende op te stellen. Ik denk dat ze niet goed hebben nagedacht over de aard van de missie van de Nederlandse auteurs en dat ze het bij voorbaat onmogelijk hebben gemaakt om met mensen met afwijkende meningen in contact te komen.

De analogie tussen China en het Apartheids-bewind van Zuid-Afrika dringt zich op. Hoewel de vergelijking een omkering kent. In 1983 gaf W.F. Hermans een serie lezingen in Zuid-Afrika die wisselend werden gewaardeerd. Breyten Breytenbach keurde ze af, maar André Brink niet. Hoofdstedelijke PvdA’ers hadden het idee dat Hermans een internationale culturele boycot had doorbroken en verklaarden hem in 1986 tot persona non grata in Amsterdam. Een verstrekkend besluit.

De omkering is dat Zuid-Afrika politiek en economisch minder belangrijk was dan China nu en dat Hermans werd gezien als rechtse schrijver en links tegen zijn reis ageerde, terwijl nu linksige schrijvers naar China reizen en vermoedelijk rechts hierop zal gaan reageren. Als de boekenbeurs van Peking al gemoederen in beweging weet te brengen. Het past in het beeld dat op het Groninger Museum na geen enkele Nederlandse culturele organisatie zich inzette voor Ai Weiwei en Chinese dissidenten.

De bouw in 2008 van het prestigieuze CCTV-gebouw door Rem Koolhaas en OMA zette de discussie over de samenwerking met Chinese autoriteiten en de mensenrechten al eerder op scherp. Ian Buruma verklaarde in 2002 in The Guardian dat de bouw door een westerse architect van een ziekenhuis, een hotel of universiteit niet over een grens gaat, maar de bouw van een gebouw dat direct onderdeel is van de Chinese propagandamachine wel. Hoe past de Beijng International Book Fair in dit beeld?

Worden Nederlandse schrijvers voor het karretje van de Chinese propaganda gespannen al is het maar door te helpen het idee van business as usual te benadrukken? Zoals ook de Olympische Zomerspelen van 2008 deden. We moeten ons bezinnen waar interne kritiek eindigt zoals W.F. Hermans die dacht te geven en collaboratie met de Chinese dictatuur begint. Hoogste tijd voor een fundamenteel debat over de grenzen aan de samenwerking met de Chinese machthebbers en hun instituties.

Bernlef ziet het ruimerIk ga altijd maar op mijn eigen waarneming af. Die zullen door de Chinezen wel zoveel mogelijk gemanipuleerd worden. (..)  Je moet goed uit je doppen kijken en goed luisteren. Daar waar het kan zal ik vragen naar al die repressie en angst van een regering over een betrekkelijk geringe groep mensen die zich verzet en pleit voor vrijheid van meningsuiting en vrijheid van drukpers. De Chinezen zijn geneigd om dat westerse relatieve waarden te vinden, maar dat vind ik niet. Het zijn absolute waarden, maar ze zijn niet in een handomdraai te realiseren in China.

Cultuur is niet losstaand. Omdat economische en politieke samenwerking belangrijker is lijkt het ook weinig zinvol om een debat te beperken tot cultuur alleen. Dan dreigt het gevaar dat een culturele boycot een afleiding wordt voor de samenwerking met de Chinese staat die stilzwijgend doorgaat en aan het oog onttrokken wordt door de symboolpolitiek van een culturele boycot. Dan is cultuur de pineut.

Foto: Muurkrant in China, 1895-1935

Grenzen aan het multiculturalisme: Kunnen we hierover praten?

De in Londen wonende Australische choreograaf en theatermaker Lloyd Newson’s heeft een documentair-achtig dansstuk gemaakt dat vragen stelt over de multiculturele samenleving. Waar eindigt de bescherming van culturele tradities en begint de verdediging van mensenrechten? Ofwel, zijn mensenrechten absoluut?

Volgens een verslag van SBS WorldNews is het politieke stuk Can We Talk About This? gebaseerd op interviews met onder andere Salman Rushdie, Christopher Hitchens and Ayaan Hirsi Ali. Na de Australische wereldpremière komt het stuk ook naar Europa.

Dit is de relevantie van cultuur waarop staatssecretaris Zijlstra waarschijnlijk zit te wachten. Lloyd Newson stelt de Westerse tolerantie voor intolerantie door islamisten aan de orde. Hij ziet de achterstelling van vrouwen en kinderen binnen de islam uitgelegd als een culturele praktijk. Newson stelt hier mensenrechten tegenover die voor iedereen behoren te gelden. Hij valt trouwens niet de islam als zodanig aan, maar alleen deze praktijk. Hij pleit aan de ontvangende kant ook voor tolerantie.

Newson gaat voor een uitruil van rechten en plichten. Want de claim op eigen mensenrechten door moslims in Westerse samenlevingen kan niet leiden tot afwijzing door dezelfden van rechten voor homosexuelen of vrouwen. Hopelijk komt dit stuk naar Nederland en kan het dienen om het maatschappelijk debat over dit onderwerp op een hoger plan te brengen. Want scheefgroei en onrecht die Lloyd Newson aan de orde stelt bestaan ook hier en worden onvoldoende aangepakt. Het is een schande dat ingezetenen om culturele redenen door de eigen groep en met medeweten van de overheden afgesneden worden van mensenrechten.

Armando Museum lijkt zeker van haar zaak

Afgelopen vrijdag werd namens het Armando Museum Bureau niet voor de eerste maal het bericht naar buiten gebracht dat de BankGiroLoterij de herbouw met 1 miljoen euro steunt. Voor de beleidswijziging van het Amersfoortse college werd dat nieuws op 16 februari 2010 ook al gemeld. Hoewel iedereen toen nog dacht dat het geld bestemd was voor de herbouw in de Elleboogkerk.

RTV Utrecht meldt op 26 augustus op haar site onder de kop Geld BankGiroLoterij naar huisvesting collectie het volgende: Het Armando Museum mag 1 miljoen euro van de BankGiroLoterij aan de huisvesting van de collectie in Utrecht uitgeven. Het museum zat jaren gevestigd in de Elleboogkerk in het centrum van Amersfoort, maar dat brandde in 2007 volledig af. Het museum kan niet terug naar haar oude onderkomen en verhuist daarom naar landhuis Oud-Amelisweerd in Bunnik.

Opvallend is de timing van dit nieuws dat al anderhalf jaar bekend is. Dat heeft te maken met een raadscommissie van de gemeente Utrecht die voor 1 september met een plan van aanpak komt voor landhuis Oud-Amelisweerd. In oktober wordt het in de raad behandeld. Hierbij staat de afweging centraal of een monumentaal landhuis en landgoed zich verdragen met het uitbaten van een museum van omstreeks 30.000 bezoekers per jaar. Het streefgetal volgens Armando Museum Bureau en Amersfoort-in-C.

Merkwaardig is eveneens dat in de raadsbrief van de gemeente Utrecht wordt gesproken over een Museum Oud-Amelisweerd dat de Armando Collectie huisvest terwijl RTV Utrecht een bericht overneemt dat over het Armando Museum praat.

De laatste zin van het bericht loopt vooruit op de uitkomst zoals het Armando Museum Bureau zich dat wenst: Het museum kan niet terug naar haar oude onderkomen en verhuist daarom naar landhuis Oud-Amelisweerd in Bunnik. Dat daarom vat alle bestuurlijke onzorgvuldigheid samen. Hiermee versmallen RTV Utrecht en Armando Museum de keuze tot Elleboogkerk of zomerverblijf Oud-Amelisweerd. Andere locaties zijn nooit serieus in overweging genomen.

Amersfoort-in-C en Armando Museum Bureau lijken zeker van hun zaak. Maar woordvoerder Hans van Oort van de gemeente Utrecht zegt dat er geen dingen in gang gezet worden die daarvoor een bedreiging vormen. Dat geldt ook voor het kleinschalige karakter van De Veldkeuken in het koetshuis. Valt dat te combineren met tienduizenden bezoekers per jaar? Maar wie bepaalt dat zonder een integraal, inhoudelijk debat?

Jammer is dat bestuurders en de controleurs op het bestuur zich nooit een diepgravend inhoudelijk debat hebben toegestaan of een Armando Museum in Oud-Amelisweerd het meest voor de hand ligt. Welk etiket men daar voor de buitenwacht ook opplakt. Afgelopen maanden lijkt alle aandacht te zijn gaan zitten in het formuleren van procedurele en technische voorwaarden zonder dat men naar de kern gekeken heeft. Namelijk de inhoudelijke afweging of  een Armando Museum in Oud-Amelisweerd wel zo gepast en wenselijk is.

Foto: Koetshuis met De Veldkeuken in Amelisweerd

Journalistiek als schijnbeweging

Het is merkwaardig gesteld met de journalistiek. Het houdt alles en iedereen graag tegen het licht en zegt de macht te controleren. Bij beide claims kunnen op zijn minst vraagtekens geplaatst worden. Want journalistiek is niet waardevrij en heeft eigen politieke en economische belangen. Die zitten allerlei gelijkheden in de weg. Journalistiek is in zichzelf tegenstrijdig.

Pijnlijk en manifest wordt het als journalistiek zelf tot onderzoeksobject wordt. Het idee heeft postgevat dat de journalistiek dit als ongepast ervaart, het niet gewend is en zelfs allergisch voor kritiek is. Is de journalistiek als de dokter die zich vergeet te laten onderzoeken? Het lijkt er sterk op. Journalistiek excelleert in schijnbewegingen.

Toch zit de journalistiek in een lastig parket. Aan alle kanten wordt het ingeperkt. Opkomst van nieuwe media, gewijzigde vrijetijdsbesteding van mensen, snelheid van maatschappelijke ontwikkelingen, snel gestegen kosten, afgenomen bestedingen, politieke marketing en economisch crisis doen de journalistiek naar adem happen. Kranten zijn met God verdwenen uit dorpen en steden. De controle op de macht is grotendeels verdwenen.

Ouderwetse, gelouterde, academisch gevormde journalisten zijn ingewisseld voor HBO’ers. Deze zijn onderling vervangbaar en missen maatschappelijk gezag en nieuwsgevoel. De journalistiek staat met lege handen. Inhoud is vlotheid geworden. Journalisten zijn minder geworteld dan voorheen. De bazen van de journalistiek handelen volgens het principe dat journalistiek handelswaar is. Columns en life style hebben onderzoek, feitenrelaas en analyse naar de achtergrond gedrongen.

Kan de journalistiek nog terugknokken en weer op een hoger peil gebracht worden? Dat kan, maar is een proces van lange adem. Wil journalistiek weer geloofwaardig worden dan moet het investeren in de eigen toekomst. Het geld daarvoor ontbreekt echter en het aannemen van projectgeld van de overheid ligt gevoelig. Ook vanwege concurrentievervalsing. In de ogen van velen is een sturende overheid toch al iets dat het te klef met de journalistiek verbindt.

De journalistiek zit dus klem tussen een economische en politiek-maatschappelijke functie. Een journalistiek bedrijf is in de bedrijfsvoering commercieel en in de pretentie hiervan overstijgend. Dat wringt en is niet te verenigen. Vele oplossingen zoals redactiestatuten of gebruikersvoorwaarden zijn al verkend, maar de hybride vorm blijft wringen. Journalistiek zit klem tussen meningsuiting en commercie.

Een oplossing is om beide functies uit elkaar te halen. De politiek-maatschappelijke functie ervan zou ondersteund kunnen worden door de overheid. Dat betreft scholing van journalisten, onderzoeksafdelingen, distributie, drukfabriek, subsidie van een gegarandeerd aantal pagina’s. Kortom, alle voorwaarden voor een zo objectief mogelijke, kritische journalistiek. Met aanvullende voorwaarden en tussenschakels die politieke beïnvloeding van de redactie uitsluiten. De economische functie kan dan groeien op een open markt waar concurrentie tiert.

Maakt dat een einde aan het de mond snoeren van critici en oppositie wat journalisten blijkbaar doen? Valt dat ooit uit te sluiten? Nee, maar het kan wel beperkt worden door te zorgen dat journalisten ethische codes verinnerlijken. Daarom moeten ze de kans krijgen om beter opgeleid te worden dan nu en los te komen van de waan van de dag en de druk van de markt. De aangestipte splitsing kan daarbij een uitweg bieden. Want journalisten kunnen niet blij zijn met een rol als censor.

Foto: Orson Welles als krantentycoon Charles Foster Kane in Citizen Kane

Talking Dutch: over integratie en radicalisering van moslims

Hoewel sommige gesprekspartners aangeven sceptisch te zijn of  de islamitische gemeenschap kan integreren in het Europese model van de samenleving, hebben alle collega’s diepe interesse in de voortdurende dialoog met de Verenigde Staten om radicalisering te bestrijden. (Though some interlocutors conveyed skepticism that the Muslim community could integrate into the European model of society, all counterparts conveyed deep interest in continued dialogue with the United States in order to fight radicalization.)

Da’s de conclusie van een Amerikaans telegram uit december 2005 van Charge d’Affaires Chat Blakeman van de Amerikaanse ambassade in Den Haag dat via Wikeleaks is uitgelekt. Naar aanleiding van het bezoek van plaatsvervangend adjunct-secretaris Matthew Bryza aan Nederland. Op 26 augustus 2011 heeft WikiLeaks tientallen telegrammen met een Nederlandse invalshoek geplaatst.

De Amerikanen concluderen uit hun gesprekken met gezaghebbende Nederlanders dat integratieproblemen nu beter worden benoemd, maar de radicalisatie nog toeneemt. Het is een dubbele uitdaging om zowel de islamgemeenschap in de samenleving te integreren als te voldoen aan de behoefte van de tweede- en derde generatie moslims naar verbinding met het land van herkomst.  Het vinden van de balans is belangrijk en gaat over de middenweg tussen vervreemding en toenemende verontwaardiging over discriminatie door Nederlandse moslims.

Prikkelend is dat CDA-Tweede Kamer lid Henk Jan Ormel Bryza toevertrouwde te geloven dat het vooruitzicht van het Turkse EU-lidmaatschap de belangrijkste reden is dat de Nederlanders op 3 oktober 2005 tegen de vaststelling van de EU-grondwet stemden. Zo kom je via WikiLeaks nog eens iets te weten.

PvdA moderniseert monarchie zonder te moderniseren

Volgens berichten presenteert Geert Wilders op 1 september namens zijn partij een wetsvoorstel om het staatshoofd uit de regering te halen. Een plan van zijn fractiegenoten Andre Elissen en Lilian Helder. Hiermee gaat de PVV tegen VVD en CDA in. De PVV wil de monarchie behouden, maar de politieke invloed van het staatshoofd inperken. Wilders lijkt gebeten op koningin Beatrix omdat-ie vindt dat ze telkens zijn partij aanspreekt. Dat is-ie beu.

De houding van D66, SP, GroenLinks en de Partij voor de Dieren is duidelijk. Zij willen evenals Wilders de monarchie moderniseren. Hoewel hun motivatie verschilt. De SP gaat het verst en vindt dat elke gezagsdrager in Nederland moet worden gekozen, ook het staatshoofd. Om zich niet te isoleren voegt de SP zich in het kamp van de hervormers. Van degenen die de politieke invloed van het staatshoofd willen terugdringen.

Ook de houding van VVD, CDA, SGP en CU is duidelijk. Ze stellen zich gouvernementeel op en willen alles bij het oude laten. Ze zien niets in modernisering. Deze partijen vormen met 59 zetels in de Tweede Kamer geen meerderheid. Hoewel ze een grondwetswijziging waarvoor 2/3 van de zetels nodig is kunnen blokkeren.

Blijft de PvdA over die zich in geen van beide kampen bevindt. Volgens De Volkskrant wil de partij de politieke ruimte van Willem-Alexander inperken als-ie staatshoofd wordt. Volgens de PvdA moet-ie geen voorzitter van de Raad van State worden. Een ceremoniële functie. En het staatshoofd moet geen enkele rol in de kabinetsformatie krijgen. Maar opvallend is dat de PvdA het artikel 42, eerste lid, weigert aan te passen. Dat zegt De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers. 

Gezien het chagrijn binnen de PvdA moeten we deze opstelling eerder partijpolitiek dan inhoudelijk duiden. Want hoe kan een partij die zegt de monarchie te willen moderniseren het staatshoofd binnen de regering laten? De voor de hand liggende verklaring is dat de PvdA de PVV niet aan een meerderheid wil helpen voor haar wetsvoorstel en daarom een noodrem inbouwt, artikel 42, lid 1. Behalve de PvdA zijn alle partijen volstrekt duidelijk in hun beweegredenen en opstelling.

De conclusie is dat de grootste vijand van de PvdA nog steeds de PvdA zelf is. Zonder leiderschap. Deze episode over de modernisering van de monarchie toont aan dat de partij zichzelf nog steeds in de weg zit. Voor de modernisering van de monarchie moet eerst de PvdA gemoderniseerd worden. Maar ondanks alle tegenstand zal de monarchie daar naar verwachting eerder mee klaar zijn dan de PvdA. Ook een soort monarchie met prinsen, prinsessen en baronnen die elkaar de rode burcht uitvechten, maar zonder hoofd.

Foto: Verkiezingsaffiche PvdA jaren ’40

Ai Weiwei zegt Never Sorry

Fragment uit de lange documentaire Ai Weiwei: Never Sorry die in de herfst van 2011 uitkomt. Regisseur Alison Klayman volgde de Chinese kunstenaar van 2008 tot 2010. Producent is MUSE Film and Television. De promotie van de documentaire is in volle gang. Fragmenten moeten ons prikkelen nieuwsgierig te worden.

Zie hier voor alle berichten over Ai Weiwei op dit blog. Alison Klayman volgt Ai Weiwei nog steeds op de voet en gaf recent in PBS Newshour van Amerika’s publieke omroep een goede inleiding aan Jeffrey Brown over het belang van deze Chinese kunstenaar en zijn rol als activist in China:

Foto: De Zodiac Koppen van Ai Weiwei op wereldtoer in New York, nu in Los Angeles’ Lacma.

Zes personages op zoek naar een identiteit: Parkeerhandhaving

De Nederlandse veiligheidssector kent vele snelheden. Dat gaat van doortimmerde rapporten van theoretisch niveau en academisch kader tot handhaving op straat. Zoals bekend, is snelheid een kwestie van intelligentie. Gisterenavond zag ik een langzame variant in werking. De dienst Parkeerhandhaving in de vriendelijke wijk Wittevrouwen van de gemeente Utrecht.

Gisterenavond rond 21.15 uur werd ik opgeschrikt door harde stemmen. De zon was net onder. Voor mijn deur was een woordenwisseling tussen een Nederlands-Marokkaanse scooterrijder en Parkeerhandhaving die de boete uitdeelde. De beboete was het daar niet mee eens en liet dat verbaal weten. De functionaris die de bon uitdeelde was ook Nederlands-Marokkaans. Aan zijn kin groeide de onderste helft van een baard.

Toen ik goed keek zag ik dat er vijf veiligheidsfunctionarissen op scooters toekeken. Ze waren blijkbaar als versterking opgeroepen. Maar ze boden weinig meer steun dan hun aanwezigheid. De beboete jongen sprak steeds driester. Hij betichtte de parkeerwachten van het feit dat ze stonken, viespeuken waren, laf waren en hem moesten hebben vanwege zijn etniciteit. Op dat laatste sprak-ie in het bijzonder de halve baard aan.

Uiteindelijk werd de boete uitgereikt en dropen alle scooters af. De beboete schold verder en in mijn ooghoek zag ik nog net dat het tot een handgemeen met duwen en trekken over en weer kwam. Toen daalde de rust weer neer in mijn rustige wijk. Maar omdat ik nieuwsgierig was geworden hoe de zes parkeerwachten eraan toe waren liep ik naar buiten. Iets verder op de singel was de evaluatie druk van gestart gegaan.

Een witte auto van Parkeerhandhaving was inmiddels ter plekke. Ook daar werd druk overlegd. Maar het epicentrum van de discussie was de halve baard. Toen ik langsliep hoorde ik hem zeggen We hebben het toch goed gedaan. Meer ving ik niet op. Ze hingen geslagen op hun scooters en vroegen zich af of ze het goed gedaan hadden. De adrenalinepiek van 24 augustus zou snel geschiedenis worden. Maar nu nog even niet.

Mijn inschatting van de situatie wijzigde zich naarmate ik de situatie beter begreep. Dat ging van een straatjongen die zich miskend voelde en uit zijn dak ging tot een groep veiligheidsfunctionaris die over zich heen liet lopen en niet passend wist op te treden. Mijn definitieve inschatting was medelijden met mensen die op pad gestuurd worden zonder goede opleiding en voldoende middelen om passend op te kunnen treden.

Foto 1: Parkeerplaats vermoedelijk eind jaren 1940

Foto 2: Dienders na 1955. Geven ze elkaar een bon?

Moammar Abu Minyar al-Hynkel: dood om voort te leven

Update: Khadaffi is dood. Zijn laatste druppel bloed is verspild. Nu is de verfilming van zijn leven mogelijk. 

De strijd in Libië lijkt gestreden. Hoewel we niet weten hoelang het nog gaat duren. Maar het eind is toch minder dramatisch dan het begin van het einde. Dan is immers nog alles mogelijk. Zoals de ideale held goed noch slecht is, is de ideale vertelling dat evenmin. Eind februari 2011 brieste Khadaffi“Ik blijf vechten tot de laatste druppel van mijn bloed”. Dat belooft wat. Hoeveel bloed heeft-ie een half jaar later nog over?

Het begin van het eind was de toespraak in het troosteloze decor van zijn compound in Tripoli. Met het beeld van de raket voor de deur. Dat maakt indruk. Zijn onsamenhangende uitbarsting werd direct in verband gebracht met Hitler uit Der Untergang. Dus eigenlijk met hoofdrolspeler Bruno Ganz. De verwijzing geeft al aan in welke werkelijkheid Khadaffi wordt geplaatst. Die van dictators, idioten en tragische filmhelden.

Als het grote voorbeeld voor Khadaffi moet echter The Great Dictator van Charlie Chaplin uit 1941 gezien worden. Een film uit het toen nog neutrale Amerika. Chaplin speelt de megalomane dictator Adenoid Hynkel die de wereld als speelbal ziet. De film kende een moeizame productie. Niet door alle Amerikanen werd de Engelse Chaplin die als jood of zigeuner werd beschouwd de vrijheid gegund om een kritische film te maken.

Het wachten is op de verfilming van het leven van Moammar Abu Minyar al-Hynkel. Het zoetsappige einde van The Great Dictator ligt niet voor de hand. Eerder vermenging van genres. Politiek pamflet, horrorfilm en komedie. Met wat dansnummers in de woestijn. Uiteindelijk is het lachen om idioten als Hynckel, Hitler of Khadaffi. Op voorwaarde dat het van een afstandje kan. Want de toeschouwer moet het kunnen overleven.

Foto: Charlie Chaplin als Adenoid Hynkel in The Great Dictator (1941)