Klassieke Russische film: ‘Juli Regen’ (1967)

Juli Regen (Lyulskiy Dozhd) van regisseur Marlen Khutsiev is een Sovjet-film uit 1967. Het eind van de ‘dooi‘ van Nikita Chroesjtsjov. Een relatief vrije periode tussen Stalin en Brezjnev. Ook de kunsten profiteerden daarvan.

Lena is de hoofdpersoon die op het punt staat een verkeerde man te trouwen, Volodya. Maar dat doet ze niet. Ze gaat op zoek. Een scenariovondst om de kijker via Lena Moskou te laten zien. Dan ontmoet ze Zhenya. Wordt dat wat? Eigenlijk is Moskou de hoofdpersoon van de film, zoals ook uit onderstaande recensie op IMDB blijkt. Technisch perfect:

The movie has rather a loose plot of a perished love as a background for displaying the Moscow life in the 60-s. It’s mostly a set of shrewd observations with a clear premonition and question mark at the end.

It shows the time of the choice of a future way for the country. In fact the choice was already made in October 1964, when conformist climbers and unprincipled egotists (Volodya) took a lead of the Soviet society and eventually destroyed it. The most charming and human figure of the movie is Alik, played by the famous Russian bard Yuri Vizbor. Alik represents the honest and skeptical part of Soviet society, that didn’t have much hope for the bright future and tried to enjoy the life, avoiding ranting and bargaining with the conscience.

One of the most brilliant films of the ending Khruschiov’s “thaw”, reflecting its hopes and vague apprehensions. The vivid scenes of Moscow 60-s intellectuals life are portrayed with a slight irony and melancholy, that makes the movie an enjoyable souvenir for a couple of Soviet generations.

De fascinatie zit hem in de constructie van een ook in 1967 niet bestaande werkelijkheid die nu toch deze periode van relatieve vrijheid in de Sovjet-Unie het dichtst benadert. De bestorming van het Winterpaleis in 1917 uit Eistensteins Oktober werd 10 jaar later gefilmd in 1927, maar wordt nu vaak voorgesteld als authentiek beeldverslag van die gebeurtenis uit november 1917.

Films die de straat opgaan zijn nep én echt tegelijk. We beseffen dat, maar kijken aan de constructie toch voorbij. Zo kan het gereconstrueerde beeld invallen voor het ontbrekende beeld. Bij gebrek aan beter. Tegelijk kunnen we uit Juli Regen afleiden dat in de huidige Russische Federatie dezelfde strijd tussen conformisten en non-conformisten bestaat. Alleen krijgen we dat nog niet te zien.

Foto bij de productie van Juli Regen (1967). Met van links naar rechts Marlen Khutsiev (regisseur), Evgeniya Uralova (Lena) en Aleksandr Belyavskiy (Volodya),

Verzoek aan Belgisch archief om term ‘Russisch’ te vervangen door ‘Sovjet’. Het is misleidend en dient de propaganda van het Kremlin. Deel 2

Detail of Eternal Russia (1988) by Ilya Glazunov. Photo courtesy Wikimedia/Mos.ru. In: Joy Neumeyer, The discontent of Russia; Lenin envisioned Soviet unity. Stalin called Russia ‘first among equals’. Yet Russian nationalism never went away.

Als antwoord op mijn verzoek aan erfgoedplus.be om de naam ‘Russisch‘ in de toelichting bij items te veranderen in ‘Sovjet‘ kreeg ik vandaag antwoord van een vertegenwoordiger van die instelling.

Ik plaatste mijn kritiek op 6 maart 2023 in het commentaarVerzoek aan Belgisch archief om term ‘Russisch’ te vervangen door ‘Sovjet’. Het is misleidend en dient de propaganda van het Kremlin‘.

Hieronder mijn antwoord op de afwijzende reactie van erfgoedplus.be. Het beweert dat deze benamingen met ‘Russisch‘ erin gevestigd en historisch zijn en er geen noodzaak bestaat om ze te veranderen. Daar denk ik anders over:

Ik ben het oneens met uw standpunt dat de omschrijvingen  en benamingen geen betrekking hebben op het huidige conflict tussen de Russische Federatie, Oekraïne en het Westen. Ik neem aan dat de Belgische erfgoedsector ermee geen politieke agenda volgt, maar indirect is het wel van toepassing op dat conflict. De benaming ‘Russisch’ of andere benamingen zijn als historische term niet neutraal. Dat dient in mijn ogen de erfgoedsector te beseffen. 

Er is vooral sinds 2014 bewustwording ontstaan over die ‘Russische’ namen die bij nader inzien niet Russisch waren. Dat gaat om historische zorgvuldigheid en nauwkeurigheid van de beschrijving en de toelichting. 

Het gaat trouwens niet alleen om de benaming van het kamp, maar vooral over de etniciteit van de krijgsgevangen en bewoners van het kamp. In de items is sprake van ‘Russische krijgsgevangenen‘ en ‘de Russen’ waar expliciet sprake is van andere etniciteiten dan de Russische. De Russische Federatie is overigens een veelvolkerenstaat met vele etniciteiten. Dus de benaming ‘Russisch’ is om meerdere redenen problematisch, zelfs als het alleen om de huidige Russische Federatie gaat. 

U zult toch toegeven dat het wonderlijk is dat bewoners van een voormalig Oekraïens kamp in de toelichting van 2023 nog ‘Russen’ worden genoemd.

Er is in Europa bewustwording ontstaan over ‘Russische’ namen die bij nader inzien niet Russisch zijn. Dat kan gecorrigeerd worden. Ook historische termen zijn niet onveranderlijk, maar kunnen aangepast worden. Geschiedschrijving staat niet stil, maar verandert. 

Daar komt nog bij dat het niet zozeer gaat om de benaming van gevestigde benamingen, maar om de toelichting bij de items. Die kunnen tamelijk makkelijk aangepast worden. Daar richt mijn kritiek zich op. Juist in een toelichting kan de achtergrond verduidelijkt worden en namen aangepast zonder dat dit gevolgen heeft voor maatschappelijk gevestigde namen.. Nu gebeurt naar mijn idee het omgekeerde, in de toelichting worden entiteiten verwart. Dat zorgt naar mijn idee voor onnodige onduidelijkheid. 

Je kunt deze kwestie vergelijken en op een lijn stellen met het debat over dekolonisatie en het huidige schrappen van koloniale namen omdat die niet meer ‘kunnen‘. Ook in het geval van de Sovjet-Unie en Rusland is sprake van dekolonisatie. De voormalige republieken van de Sovjet-Unie hebben zich sinds 1991 losgemaakt van de centrale macht in Moskou.  

Maar Moskou doet moeite om de macht te behouden of te herstellen. Dat is de strijd die zich vertaalt in de benamingen. Dat is de ‘soft power‘ van de strijd om de informatieruimte waar ook West-Europese archieven en erfgoedinstellingen indirect deel van uitmaken. 

Het gebruik van het adjectief ‘Russisch’ als benaming duidt op Russisch imperialisme of expansionisme die niet meer door alle voormalige Sovjet-republieken als vanzelfsprekend wordt aanvaard. 

Wat ooit verkeerd is benoemd, hoeft niet eeuwig verkeerd te worden benoemd. Dat betekent dat omschrijvingen en benamingen na verloop van tijd hernoemd kunnen worden. Dat geldt ook voor andere historische benamingen die door de jaren heen zijn aangepast omdat het denken erover is veranderd.

In Nederland bestond tot voor kort een ‘Russisch Ereveld‘ in Leusden met 865 begraven militairen dat in 1948 onder die naam werd geopend. Er liggen ook militairen uit Oezbekistan begraven. Dat was een ingeburgerde naam. Maar dat ereveld is om historische redenen twee jaar geleden hernoemd tot ’Sovjet Ereveld’ omdat die benaming de lading beter dekt. Dat geeft aan dat historische omschrijvingen en benamingen niet onveranderlijk hoeven te zijn en gewijzigd kunnen worden als het denken daarover wijzigt. Of als er nieuwe informatie beschikbaar komt. 

Onveranderlijkheid en immobiliteit van historische omschrijvingen en benamingen is niet in alle gevallen de passende houding en mentaliteit om met geschiedschrijving om te gaan. Omdat die de geschiedschrijving op het slot houdt. 

Verzoek aan Belgisch archief om term ‘Russisch’ te vervangen door ‘Sovjet’. Het is misleidend en dient de propaganda van het Kremlin

‘Het Kamp van Eisden, 1942-1944‘. Collectie: Archief- en Documentatiecentrum Stichting Erfgoed Eisden.

Zojuist stuurde ik de Archief- en Documentatiecentrum Stichting Erfgoed Eisden onderstaande reactie. Ik vraag om in dit en andere items de term ‘Russisch‘ door ‘Sovjet‘ te vervangen, ook als notabene Oekraïens wordt bedoeld. ‘Sovjet‘ is de historisch juiste term is. Die terminologie is tot op de dag inzet in de propagandaslag van de Russisch-Oekraïense oorlog. Mijn reactie:

U spreekt in de beschrijving over een ‘Russisch kamp‘, ‘Russische krijgsgevangenen‘ en ‘de Russen‘. Tevens hint u erop dat de eerste Ostarbeiter vooral uit Oekraïne kwamen en ondergebracht waren in dat ‘Russische kamp‘.

Welnu, dat kan niet allebei waar zijn.

U zult weten dat Oekraïners nu en ook in de Tweede Wereldoorlog geen Russen zijn. Oekraïners zijn Oekraïners, en geen Russen.

De huidige president van de Russische Federatie Vladimir Poetin claimt dat Oekraïne en de Oekraïners niet bestaan. Hij vervalst historische feiten om zijn betoog rond te maken. Dat is geschiedvervalsing. U volgt in uw taalgebruik Poetins redenering. Dit geeft aan dat een juiste beschrijving van de geschiedenis belangrijk is.

Het is ongelukkig dat een Belgisch archief die misleiding overneemt en Oekraïners hun eigenheid ontzegt en ze tot ‘Russen‘ maakt. Notabene in een item over een ‘Ukranisch Kamp‘.

Uw taalgebruik in de beschrijving zorgt voor verwarring die nog tot op de dag van vandaag politieke implicaties heeft. Waarschijnlijk is dat geen opzet, maar onwetendheid van degene die de beschrijving heeft gemaakt.

Historicus Timothy Snyder heeft in boeken en lezingen meermalen gezegd dat de relatief meeste slachtoffers die vochten tegen de naziterreur tijdens de Tweede Wereldoorlog Wit-Russen en Oekraïners waren. Simpelweg omdat hun landen in het westen lagen en als eerste werden aangevallen door de Duitsers.

Het was tot voor kort het grote misverstand in de Ostpolitik van de huidige Duitse politiek dat ‘de Russen‘ de grootste slachtoffers van de naziterreur waren en daarom nog steeds gecompenseerd moeten worden. Vanwege een Duits schuldcomplex.

Dat is dezelfde verwisseling van begrippen die u parten speelt. ‘Russisch‘ wordt gebruikt, waar ‘Sovjet‘ wordt bedoeld.

Die Duitse visie heeft tientallen jaren lang de Duitse politiek gegijzeld en op het verkeerde been gezet. Oekraïners waren grotere slachtoffers, maar bestonden jarenlang voor Berlijn niet als politiek factor. Dat is pas sinds kort veranderd.

Uiteraard bedoelt u met ‘Russisch‘ niet de inwoners van de toenmalige Russische Sovjetrepubliek, maar alle inwoners van de Sovjet-Unie. In dat geval is het historisch correct als u niet spreekt over ‘Russische krijgsgevangen‘, een ‘Russisch kamp‘ of ‘de Russen’, maar over ‘Sovjet krijgsgevangenen‘, een ‘Sovjet kamp‘ en ‘de Sovjets‘.

Dat omvat ook de Oekraïners in het ‘Ukranisch Kamp‘ die Sovjets waren, maar geen Russen.

Graag correctie van dit item en alle items over het Kamp Eisden waar dezelfde begripsverwarring en foute beschrijving wordt gebruikt. Nogmaals, die begrippen zijn geen kleinigheid of semantische muggenzifterij, maar een levend onderdeel van een propagandastrijd die tot op de dag van vandaag door het Kremlin wordt gevoerd.

Een Belgisch archief moet oppassen daar tot onderdeel van te worden gemaakt en misleidende propaganda te legitimeren.

Prokudin-Gorsky kleurt Rusland in foto’s: 1905-1917

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 20 februari 2013.

20341v
Kem-Pristan, groep spoorwegbouwers, 1916.

Sergei Mikhailovich Prokudin-Gorsky (1863-1944) was een Russische fotograaf. Vanaf 1905 ontwikkelt hij een methode om kleurenfoto’s te maken. Met medewerking van tsaar Nicolaas II reist hij tot 1917 door het keizerrijk. Hij legt kerken, natuur, stadsgezichten, monumenten, volkeren en industrialisatie vast. Met een educatief doel.

429
Zubtsov, aan de overkant van de Volga, 1910.

De foto’s stralen verstilling uit. Mede veroorzaakt door het procedé dat de onderwerpkeuze beperkt. Er werden drie aparte foto’s met een geel, cyaan en magenta filter genomen. Herkenbaar aan de kleuren buiten de rand. De onderwerpen moesten bevroren worden. Het lukte Prokudin-Gorsky tijdens z’n leven niet de opnamen correct in kleur af te drukken.

03940v
Groep, Moermansk. Rechts Sergei Mikhailovich Prokudin-Gorsky, 1915.

1915. Prokudin-Gorsky zit in Moermansk naast twee mannen in kozakkenkleding. In 1948 koopt het Library of Congress de collectie. En drukt de rafelranden weg. Dat oogt terughoudend. Andrei Rublev en Theophanes de Griek lijken op te duiken in een fresco. Als in een film van Andrei Tarkovski die de Russische ziel zoekt. Vol spirituele beelden.

894
Fresco in de Kerk van Sint Joris (Staraia Ladoga), 1909.
894

Eindredactie AD heeft koppijn in artikel over Oekraïne

Schermafbeelding van deel artikel Ambassadeur Oekraïne: ‘Poetin is top van de ijsberg, ruim twee derde Russische bevolking steunt hem’ in AD, 21 maart 2021.

Met mensen in mijn omgeving had ik een meningsverschil over het feit of de invasie van de krijgsmacht van de Russische krijgsmacht door de bevolking van de Russische Federatie gesteund wordt. Als het al mogelijk is om vanuit Nederland zicht te krijgen op de publieke meningsvorming in een autoritaire staat waar mensen zich in het openbaar niet vrij uit kunnen spreken en de pers aan banden is gelegd. Dus ook enquêtes over de steun onder de bevolking aan het regime, de leider van het regime of de oorlog in Oekraïne moeten met voorzichtigheid worden benaderd. Wat zijn de resultaten waard en hoe moeten ze geïnterpreteerd worden?

Ik ben van mening dat de bevolking van de Russische Federatie in meerderheid het Poetin-regime steunt. Met welk percentage dat is valt lastig uit te maken, maar steun van zo’n 60 tot 70% lijkt een veilige gok. Er is in de westerse beeldvorming vertekening van dat beeld doordat westerse media sinds de uitbreiding van de oorlog in Oekraïne bijna uitsluitend opponenten van het Poetin-regime die de Russische Federatie verlaten hebben aan het woord laten. Maar zij vormen een minderheid.

Hoe het komt dat een meerderheid van de bevolking van de Russische Federatie het Poetin-regime steunt is een andere vraag. Logisch is het om te veronderstellen dat het een combinatie van factoren is dat het zover is gekomen. Zoals jarenlange blootstelling aan staatspropaganda, het sluiten van vrije media, het tot zwijgen brengen van de politieke oppositie, ontbrekende taalkennis en interesse voor internationale media, een groot ‘binnenland’ dat een wereld op zichzelf is, jarenlange internationale gedoogsteun voor en zelfs bewieroking van het Poetin-regime en misleiding door het Kremlin die doorwerkt tot in het dagelijkse leven van de ‘gewone’ Russen.

Zijn de inwoners van de Russische Federatie die het Poetin-regime steunen dan daders of slachtoffers, of een combinatie daarvan? Het doet er weinig toe. De realiteit is dat de oorlog door een meerderheid van de Russische bevolking wordt gesteund. Bewust of onbewust. Daarom is het bedenkelijk om te zeggen dat de westerse sancties de ‘gewone’ Russen niet mogen raken. Waarom niet als zij de oorlog van het Poetin-regime steunen? Het gevolg voor de ‘gewone’ Russen die de oorlog in Oekraïne steunen is dat zij op hun beurt ook worden geraakt.

Kop (oud) bij artikel in AD, 21 maart 2021

Het AD had vandaag een aanval van barstende koppijn. Bij een artikel over Maksym Kononenko, de nieuwe ambassadeur van Oekraïne in Den Haag zette het vanochtend de (nu verwijderde) kop: “Ambassadeur Oekraïne: ‘Het is niet alleen Poetins oorlog, maak Russen geen mede-slachtoffers’ “. De enkele aanhalingstekens geven aan dat dit een gefingeerd citaat is omdat Kononenko geen Nederlands praat. Hij heeft dit niet gezegd.

Maar het is onbegrijpelijk wat hij zegt. Niet alleen omdat er niet staat ‘Maak Russen geen mede-slachtoffer‘ in het enkelvoud, maar vooral omdat in de kop het verband tussen Poetins oorlog en Russen als mede-slachtoffer onduidelijk is. Wat betekende dat volgens de eindredactie van het AD?

Kop (nieuw) bij artikel in AD, 21 maart 2021

De Oekraïense ambassadeur zegt iets anders dan wat de kop suggereert, want volgens hem zijn de Russen mede-dader. Dat herstelt de eindredactie van het AD in de tweede kop die overeenkomt met de woorden van Kononenko: ” ‘Poetin is top van de ijsberg, ruim twee derde Russische bevolking steunt hem‘ “. De Oekraïense ambassadeur legt de verantwoordelijkheid van de oorlog tegen zijn land ook bij de ‘gewone’ inwoners van de Russische Federatie. Dat is duidelijk.

Blijft de vraag of de eindredactie van het AD aanvankelijk de plank missloeg door een taalkundig of een politiek tekort. Of door zowel het een én het ander.

Voor de volledigheid, dat zijn niet alleen etnische Russen omdat de Russische Federatie een veelvolkerenstaat is waar de Russen zo’n 80% van uitmaken. Die andere 20% bestaat uit etnische, taalkundige en religieuze minderheden die weer hun eigen overtuiging en politieke stellingname hebben. Ingewikkeld om alle nuances passend in een kop samen te vatten.

Uitbreiding oorlog tussen Oekraïne en de Russische Federatie dreigt. Gedachten bij foto ‘Marionettes: Russia’

Marionettes: Russia‘. Collectie: Billy Rose Theatre Division, The New York Public Library.

Of het een zegen of een straf is dat we niet in de toekomst kunnen kijken hangt af van het onderwerp. Iedereen die aan de voetbaltoto meedoet zou graag van tevoren de uitslagen willen weten. De kennis dat we binnenkort bij een auto-ongeluk om het leven komen zou ons huidige leven vergallen en kunnen we daarom maar beter niet weten.

Hoe zit dat met politieke ontwikkelingen? Door een Russische invasie in Oekraïne dreigt uitbreiding van de oorlog tussen de Russische Federatie en Oekraine die in 2014 begonnen is. Dat het zover komt is nog niet zeker, er is nog hoop dat het overwaait, maar de kans op oorlog wordt door deskundigen op meer dan 50% geschat.

Een oorlog zal vele Oekraïense en Russische levens eisen. Ook als die klein begonnen wordt. Een oorlog ontwikkelt vaak een eigen dynamiek die niet in de scenario’s van de strijdende partijen voorzien was. Hoe vaak overschatten partijen die in het strijdperk treden niet hun eigen kracht?

Bovenstaande ongedateerde foto toont Russische marionetten in een voorstelling. Of met ‘Russia’ de toenmalige deelrepubliek Rusland of de Sovjet-Unie wordt bedoeld is onduidelijk. Wie weet zien we hier iemand uit Georgië of de deelrepubliek Chakassië.

Toneelpoppen zijn wat ze zijn. Binnen de afspraak dat we aanvaarden dat ze ‘doen alsof’ kunnen ze functioneren. We weten dat ze niet levend zijn en autonoom kunnen handelen, maar dat vergeten we graag als de poppenspeler aan de gang gaat. Totdat de voorstelling afgelopen is en we weer ervaren dat het niet langer om de illusie draait.

Bleef de illusie maar beperkt tot kunst en amusement. Dat zou duidelijk zijn. Dan wisten we het verschil tussen fantasie en feiten die op de werkelijkheid gebaseerd zijn. Maar fictie en non-fictie zijn vermengd geraakt.

Politiek sproot altijd al deels voort uit hersenspinsels en waanvoorstellingen. Want anders zou geen enkele politieke leider ooit een offensieve oorlog begonnen zijn uit grootspraak, zelfoverschatting, nationalisme en gekwetste gevoelens. Maar de geschiedenis is er vol van.

Als fantasie het echter overneemt van de realiteit, dan wordt het pas echt link. De marionet wordt bediend terwijl verhuld wordt wie er aan de touwtjes trekt. Rusland heeft daar blijkbaar een traditie in. Kan oorlog niet beter uitgevochten worden in het theater? Voor zolang de voorstelling duurt.

Gedachte bij foto ‘British and Indian troops during the Second Anglo-Afghan War, 1878 – 1881’

Toegeschreven aan John Burke en William Baker‏, British and Indian troops during the Second Anglo-Afghan War, 1878 – 1881

Wat weten we van de drie Engels-Afghaanse oorlogen die vanaf 1839 ongeveer om de 40 jaar werden uitgevochten? We weten achteraf dat de Engelsen, Russen en Amerikanen in het stof beten. Hoe kun je als buitenstaander een verdeeld land beheersen dat zichzelf niet kan beheersen? Zelfs als het militair beheerst, heb je er weinig aan. Denk aan de politionele acties in Nederlands-Indië die Nederland militair won zonder dat het daar iets aan had omdat de harten en gedachten van de bevolking daar haaks op stonden. Zo is het ook in Afghanistan.

De geschiedenis herhaalt zich, luidt het gezegde. Met de toevoeging, maar elke keer weer anders. De overeenkomst is dat in het recente verleden landen met imperialistische neigingen als Engeland, Rusland of de VS zich hebben vergaloppeerd en zich beter hadden kunnen inhouden. Hun kolonialisme bestond er trouwens niet uit om Afghanistan bezetten om het in bezit te nemen en te exploiteren, maar om de dreiging die ervan uitgaat of die werd vermoed te neutraliseren.

In praktijk maakt die doelstelling weinig uit voor het falen dat vooraf gegarandeerd is. Wie in zo’n verdeeld en nauwelijks te beheersen bergachtig land stapt zonder exitstrategie heeft niets geleerd van de geschiedenis. De Amerikaanse president Joe Biden is de laatste sjaak die het niet begrepen heeft hoe hij Afghanistan moet verlaten en dat nu op z’n brood krijgt.

Engels-Indiase cavalerie met geschut staat tijdens de tweede Engels-Afghaanse oorlog (1878-1880) opgesteld in een niet met naam genoemde Afghaanse vallei. De Engelsen wonnen de oorlog, maar achteraf draait het om de vraag wat ze eigenlijk bereikt hebben.

Gedachten bij twee foto’s uit Krasnojarsk (1911-1914)

Ksenia Konovalova, dochter van de beroemde Krasnojarsk-arts P.N. Konovalov aan het Shira-meer’, 1911. Collectie: Library of Congress.

Deze twee foto’s zijn afkomstig uit een collectie van 423 over ‘het dagelijks leven van de provincie Jenisej, eind negentiende-begin twintigste eeuw’. Dat is een gebied in Midden-Siberië met als belangrijkste plaats Krasnojarsk. De Jenisei is de langste rivier van Siberië, zodat er veel foto’s met schepen en riviergezichten in de collectie zijn.

Het is aardig om je voor te stellen wat in zo’n collectie de meest en minst tijdloze foto’s zijn. Ksenia Konovalova op haar fiets voor de familiedatsja aan het Shira-meer zou zo in een kostuumfilm van kort voor de Eerste Wereldoorlog kunnen stappen. In de verfilming van een verhaal van Anton Tsjechov.

Het gebed in Krasnojarsk viert de overwinning van het Russische leger op de Oostenrijk-Hongaarse troepen die in september 1914 Lemberg verloren. Kerk, vaderland en vorst vormen een eenheid. De Oostenrijkse overmoed om Servië in te willen lijven werd gevolgd door Russische overmoed dat een uitweg naar de Middellandse Zee zocht en weliswaar in Galicië won, maar uiteindelijk door de Duitsers verslagen werd. Niet alleen de enscenering van het gebed, maar het hele idee van kerk, vaderland en vorst doet gedateerd aan. Het zou een scène kunnen zijn uit een verhaal van Isaak Babel. Sepia ruiterij.

Gebed in Krasnojarsk over de overwinning van het Russische leger in de Slag om Galicië in augustus – september 1914’ Collectie: Library of Congress.

Gedachte bij foto ‘Two Yemschiks immediately after a drive of thirty versts on the Siberian post road in 40 degree below zero temp’ (1896)

Vaak wordt vergeten dat het Russische keizerrijk aan het einde van de 19de eeuw een stevige economische expansie kende. Het was bezig met een race om de Europese staten economisch in te halen. In 1913 was het de vijfde industriële natie ter wereld. Maar uiteindelijk stokte om politieke redenen de expansie.

De titel van deze afbeelding van de Amerikaanse ontdekkingsreiziger en fotograaf William Henry Jackson leest als een 19de eeuwse Russische roman van Gogol, Toergenjev of Tsjechov: ‘Two Yemschiks immediately after a drive of thirty versts on the Siberian post road in 40 degree below zero temp’. In elk geval prikkelt de foto de fantasie. De kou is voelbaar. De twee koetsiers hebben net op een Siberische postweg 33 kilometer door de sneeuw gereden bij 40 graden vorst.

Het Wilde Westen van de VS en het Verre Oosten van het Russische Keizerrijk waren grensgebieden waarvan de grens steeds opschoof. Het ging om ontdekking, groei, ontginning en kolonisatie. De Yemschiks zijn de cowboys die aan het eind van de 19de eeuw in de westerse publieke opinie bekend waren onder die ‘vreemde’ naam.

De afbeelding is een handgekleurde glasplaat voor de toverlantaarn. Dat apparaat vóór de uitvinding van de film in 1895 dat leek te toveren en te betoveren. Ter vermaak en ter educatie. De ontdekking van de wereld werd dichtbij gebracht. Ook nu nog is het fascinerend om je voor te stellen wat een westers publiek in 1896 of kort daarna dacht bij deze afbeelding. Vond men het vreemd uitheems of juist op een vertrouwde manier herkenbaar omdat het overeenkwam met wat men uit de eigen omgeving kende? Die omgeving waar wij het beeld van kwijt zijn geraakt.

Foto:  William Henry Jackson, ‘Two Yemschiks immediately after a drive of thirty versts on the Siberian post road in 40 degree below zero temp’, 1896. Handgekleurde glasplaat. Collectie: Library of Congress.

Gedachten bij foto’s van de Churin-winkel in Harbin (1930-1939)

Wat zien we? Twee vrouwen en één man in een winkel. Wacht even, bij nader inzien gaat het om één man en twee paspoppen. Dat voldoet aan de eis van 1,5 meter afstand houden en elkaar met niet meer dan drie mensen ontmoeten. Enfin, paspoppen tellen niet mee. De man in de stoel mag nog twee mensen ontmoeten. Maar zo te zien loopt het geen storm. Er is volop ruimte in de winkel. Het zijn de jaren 1930. Dat zal wel aan de damesmode af te leiden zijn. Pas in 1898 werd Harbin gesticht door Russen die het in 1905 verloren aan Japan. In 1946 kwam de stad definitief onder Chinese controle. De man is een Russische immigrant, of wellicht iemand die gewoon gebleven is tijdens regime-wisselingen. Kan men dan trouwens wel van een immigrant spreken als niet de inwoners uitwijken, maar de landsgrenzen dat doen? De fotograaf is Vladimir Pavlovich Ablamskii die het leven van de Russische immigranten in Harbin vastlegde. Beide foto’s tonen het beroemde Churin-warenhuis in Harbin. Het lijkt eerder een museum. Het warenhuis bestaat nog steeds als deel van de Chinese Qiulin Group. Wat houdt geschiedenis ons toch soms een onbegrijpelijke spiegel voor.

Foto 1: Vladimir Pavlovich Ablamskii, ‘Inter’er magazina Churina v Kharbine’, (‘Het interieur van de Churin-winkel in Harbin’). 1930-1939. Collectie: Library of Congress.

Foto 2: Vladimir Pavlovich Ablamskii, ‘Znamenityĭ magazin Churina v Kharbine’, (‘De beroemde Churin-winkel in Harbin’), 1930-1939. Collectie: Library of Congress.