Laat klimaatactivisten die zich vastlijmen zitten. Het geval Gianluca Grimalda

Een tactiek van musea of bedrijven die worden overvallen door activisten die zich vastlijmen is om ze vast te laten zitten. Dat gebeurde op 19 oktober 2022 in het Porsche paviljoen in Autostadt in het Duitse Wolfsburg. Een onderdeel van het Volkswagen-concern. Sommige activisten gingen ook in hongerstaking.

Voor de activist en wetenschapper Gianluca Grimalda liep het slecht af. Hij doet verslag op Twitter. Na zo’n 24 uur zwollen zijn handen op, werd hij door dokters losgemaakt en naar het ziekenhuis gebracht. Men vreesde voor levensbedreigende bloedproppen. Na 42 uur werd de actie beëindigd toen Volkswagen de hulp van de politie inriep om de activisten te verwijderen.

Intrigerend is wat er in de tweede tweet van de reeks staat die Grimalda verwijderde. Waarom werd die tweet als enige van de reeks verwijderd? Uit een verslag van Sky News vol leedvermaak over de actie blijkt uit een schermafbeelding wat de inhoud van de tweet is:

Activisten zijn ook maar mensen die moeten poepen en pissen. En het graag aangenaam warm hebben. Het is begrijpelijk dat activisten die kant van zichzelf liever uit de publiciteit houden. Uit hun eigen publiciteit wel te verstaan.

Echo uit de verte: João Gilberto

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 31 augustus 2011.

In Brazilië ontstaat in 1958 uit de samba de Bossa Nova. Gitarist João Gilberto komt met iets nieuws en componist Tom Jobim maakt er in 1963 met The Girl from Ipanema een wereldsucces van. Bossa betekent gezwel en kan opgevat worden als kronkel, bijzonder talent voor iets. De nieuwe flair breekt uit de zwaarte. Het culturele Braziliaanse zelfbewustzijn piekt in 1959 met Palmwinnaar Orfeu Negro.

In de Frans/Italiaans/Braziliaanse co-produktie Copacabana Palace uit 1962 zitten Gilberto en Jobim op het strand van Rio. Tussen Sylva Koscina en Mylène Demongeot. Een terloops document met Luiz Bonfá over de nieuwe stijl dat pas in 1967 in de VS wordt uitgebracht.

Chega de Saudade van tekstdichter Vinicius de Moraes uit 1958 in de uitvoering van João Gilberto is de eerste Bossa Nova song. Elizete Cardoso zingt het nog in oude stijl, maar pas daarna wordt alles anders.

Vai minha tristeza
E diz a ela
Que sem ela não pode ser
(Go, my sadness, go
And tell her that
It’s impossible without her).

Foto: Sylva Koscina, João Gilberto, Tom Jobim en Mylène Demongeot (vlnr) in Copacabana Palace

Waren Ierse kermisbezoekers in 1925 echt verontwaardigd toen ze merkten dat het weesmeisje van de goocheltruc niet echt doorgezaagd werd?

Het bijschrift bij deze foto is opmerkelijk: ‘Goocheltrucs. “De truc van het doorgezaagde weesmeisje” in Waterford, Ierland 1925. Verontwaardigde kermisbezoekers die de befaamde goocheltruc kwamen zien en de tent afbraken, toen ze merkten dat de juffrouw niet echt doorgezaagd werd. Foto: De oplossing is dat de dame haar benen intrekt in het rechterdeel van de kist, en de assistent een paar namaak onderbenen daarvoor in de plaats legt.

De suggestie van de toelichting is dat Ierse kermisbezoekers in 1925 dachten en zelfs eisten dat het weesmeisje echt doorgezaagd werd. De arme juffrouw. Dat kan niet waar zijn. Zo bloederig kunnen Ierse kermisbezoekers niet zijn. Ze begrijpen best dat de voorraad aan weesmeisjes snel op is als de arme meisjes telkens echt doorgezaagd worden. Want dat overleven ze niet.

Overigens is niet ondubbelzinnig duidelijk dat de kermisbezoekers de tent afbraken vanwege de goocheltruc. Wellicht was er een andere reden. Zoals drank en de drang om eens lekker te knokken.

Het kan best zijn dat de Ierse kermisbezoekers verontwaardigd waren omdat ze vonden dat de truc niet goed uitgevoerd werd en ze te duidelijk zagen dat het nep was. Ze kregen geen waar voor hun geld. Wie een goocheltruc doorziet als nep voelt zich bekocht. Dat doorbreekt het raadsel en het mysterie van iets dat men niet begrijpt, en als toeschouwer ook liever niet echt wil begrijpen.

Stedelijk Museum Schiedam is het redden waard. Zit generieke steun aan de hele museumsector dat in de weg?

Stedelijk Museum Schiedam worstelt met oplopende kosten. Zoals energielasten die in 2023 drie keer over de kop gaan, van 83.000 naar 250.000 euro. Ook de huur wordt in 2023 door de gemeente Schiedam verhoogd.

Directeur Anne de Haij vraagt om compensatie van de overheden. Ze zet voorzichtig druk op de ketel: ‘Het zou dan denkbaar zijn, ik vind het gewoon bijna moeilijk om uit te spreken, maar dat wij bijvoorbeeld alle objecten en de kunst uit het museum moeten halen. De verwarming en de installaties uit en even dicht. Dat is echt het laatste waar ik naartoe wil. Ik hoop dat we daarover snel het gesprek aangaan op het stadhuis. Is dit wat we met elkaar willen?

Kleinere en middelgrote musea zoals het Stedelijk Museum Schiedam hebben tijdens de corona-pandemie ingeteerd op hun reserves. Het vlees is van de botten. Bij de minste tegenwind, zoals oplopende energielasten, dreigen musea om te vallen. Daar bovenop komen nog eens teruglopende bezoekcijfers, zodat de inkomsten afnemen.

Vraag is hoe erg het is als musea om economische redenen moeten sluiten. Dat verschilt per museum. Sommige kunnen gemist worden omdat ze geen bijzondere collectie of een interessant tentoonstellingsprogramma hebben. Net als bij de lokale voetbalclub of vroeger de symfonieorkesten speelt echter de trots van de lokale politiek om een museum open te houden.

Hoewel die trots afneemt als het veel kost en er politieke partijen zijn die om zich te kunnen profileren musea om partijpolitieke redenen als ‘elitair’ kenschetsen. In Zoetermeer draaide in 2022 een radicaal-rechtse coalitie het gemeentelijk museum De Voorde de nek om.

Het lijkt een taboe om de vraag te stellen of er niet te veel musea in Nederland zijn. Het lijkt ook een taboe om een museum dat slecht functioneert te sluiten. Het debat erover kan jammergenoeg niet meer onbeschroomd gevoerd worden door het sentiment van rechts (van VVD tot PVV en FVD) dat musea en kunst als linkse hobby voorstelt. Zo verdwijnt de kans op nuancering.

Zou de vraag die overheden, politiek en museumsector zich moeten stellen niet moeten zijn of Nederland 470 musea nodig heeft. Is er wel of niet sprake van overbelasting wat betreft totale financiële steun aan musea en het potentiaal aan bezoekers? Het is jammer om zo’n vraag uitsluitend door professionele bureaus als Berenschot te laten beantwoorden omdat dan oplossing en verantwoordelijkheid gescheiden worden.

Branchevereniging de Museumvereniging zegt in een verklaring van 21 oktober 2022: ‘De Museumvereniging doet namens ruim 470 musea een beroep op overheden en politici om in  deze uitzonderlijke tijd maatwerk te leveren in de vorm van energiecompensatie. Zo kunnen we de collectie Nederland nu én in de toekomst blijven tonen. Want in musea kun je niet zomaar de verwarming lager zetten met collecties die klimaatbeheersing vereisen.’

De Museumvereniging kan als belangenbehartiger niet anders dan vragen om zo’n generieke maatregel die opkomt voor rijp en groen, geschikt en ongeschikt. Dat is nu eenmaal haar taak en beleidsruimte. De Museumvereniging wordt gegijzeld door de eigen doelstelling. Daarmee is de Museumvereniging niet in staat om belangeloos de vraag te beantwoorden wat de optimale voorwaarden zijn om de levensvatbaarheid van zoveel mogelijk musea te garanderen.

De generieke coronasteun (TOZO en ander gelden) van de afgelopen jaren leert dat veel bedrijven en instellingen op de been werden gehouden die zonder steun vanwege slecht functioneren waren omgevallen. Dat is de makke van generieke steun.

Dat alles geldt overigens niet voor Stedelijk Museum Schiedam dat een waardevol museum is dat het verdient om te bestaan. Regionaal en landelijk voorziet het in een behoefte, onder meer door de focus op tekenkunst.

Laat het besef indalen bij overheden en Museumvereniging dat generieke steun aan musea de specifieke, gerichte steun in de weg zit. Dat is het taboe dat door bestuurlijke beperking en schroom; mentale, politieke kramp; lokale trots; onvoldoende durf om de museumsector vanuit een macro-economisch standpunt te benaderen niet geslecht kan worden. Voorlopig, hopelijk.

Screen Songs: She Reminds Me of You & I Can’t Escape from You

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 27 februari 2014.

De society band van Joe Reichman (1898-1970) speelt I Can’t Escape from You. Op 25 september 1936 wordt deze Screen Song van de Fleischer Studios opgenomen. Billie Bailey zingt. Losse eindjes worden aan elkaar geknoopt. Leo Robin schreef het nummer in 1936 voor Bing Crosby in Rhythm on the Range van Norman Taurog. Reichman was een paljas achter de toetsen. Hij noemde zich de Pagliacci van de piano.

And so you see that I’m really not free
I’m so afraid you might escape from me
And yet I can’t escape from you

De stuiterende bal is de karaoke van de jaren ’30. Nog een Screen Song is She Reminds Me of You uit 1934 van Harry Revel en Mack Gordon met de Eton Boys. Ook geschreven voor een Paramount-film van regisseur Norman Taurog met Bing Crosby: We’re Not Dressing (1934).

Zoete muziek met een pakkende melodie en grappige animatie. Lopende band werk van hoog niveau. Entertainment voor in de bioscoop. Dit studiosysteem in film en muziek is ter ziele. Voorgoed weg. We blijven verbaasd achter met de vraag hoe hoog de standaard was en of het echt een vereiste was dat de scherpe kantjes weggevijld moesten worden.

sher

Foto 1: Platenhoes ‘The Pagliacci of the Piano‘ van Joe Reichman and his Orchestra.

Foto 2: Bladmuziek van She Reminds Me of You van Mack Gordon en Harrie Revel uit We’re Not Dressing met Carole Lombard en Bing Crosby.

Time on My Hands (1930-32)

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 26 mei 2015.

Betty Boop als zelfbewust, sexy beeld van een vrouw die drinkt, rookt, zich uitdagend kleedt en danst op hot jazz. Deze keer onder water. Een flapperFilmster Clara Bow gaf Max Fleischer het voorbeeld.

Merkwaardig is dat de stijl in 1932 al op zijn retour is. De roaring 20’s waren uitgelopen op een depressie die niets te vieren over liet. Hoewel de schittering van een droomwereld ellende even deed vergeten. In dat beeld paste Betty die overal lak aan had: ‘What would you say if I marry you?‘ Nog net voor de verplichtstelling van censuur van de Hays Code zodat het bikinitopje uitkan. Max Fleischer produceert en Ethel Merman zingt. Meezingen mag. Dromen is noodzakelijk. In De Maat.

Time on my hands, you in my arms
Nothing but love in view, then you fall
Once and for all, I’ll see my dreams come true
Moments to spare for someone you care for
Our love affair for two
With time on my hands and you in my arms
And love in my heart all for you.

Vincent Youman componeert Time on My Hands voor de Ziegfeld musical Smiles van 1930. Van tekst voorzien door Harold Adamson. De revue loopt slechts twee maanden, maar in Engeland maakt Al Bowlly het nummer tot een succes. Zo komt het in de herfst van 1931 succesvol terug naar de VS. Kort daarop zingt de zwoele Lee Wiley het bij het orkest van Leo Reisman. Een standard is geboren. Aan het nummer hangt de notie van de flapper: ‘Moments to spare for someone you care for.’

Clara Bow in Hula, 1927.

Gedachten bij de uitspraak ‘Hij werkt met andere handen’

Retrat de dos homes i una dona durant una excursió. La dona, sobre un ase, porta un paraigües a les mans.‘ [Portret van twee mannen en een vrouw tijdens een excursie. De vrouw, op een ezel, draagt ​​een paraplu in haar handen], ongeveer 1900. Credits: Ajuntament de Girona.

Vandaag hoorde ik een ogenschijnlijk dakloze, verwarde man die hard in zichzelf sprak en in een drukke winkelstraat de zon opving die uit een zijstraat kwam het volgende zeggen: ‘Hij werkt met andere handen‘. Dat had ik nog nooit gehoord. De uitspraak was nieuw voor me.

Toen ik verder liep kauwde ik op wat ik gehoord had. Mooi. Ik vroeg me af wat het kon betekenen. Ik had geen idee. Ook omdat het van alles kan betekenen. Wat is werken met andere handen?

Ik zag in de uitspraak een boek- of filmtitel. Over uitbating van migranten. Over dubbele moraal in de top van bedrijfsleven en politiek. Over een minnaar in een liefdesaffaire. Over een manueel therapeut. Over bezweringen van een mystieke godsdienst. Over een chirurg. Over de transplantatie van handen. Over hard labeur dat ouderwets aandoet. Fantasie kan met de uitspraak alle kanten op.

Wat heeft de foto van de dame op een ezel te maken met de uitspraak? Allen kijken weg naar een denkbeeldig punt. Een verdwijnpunt. Zie het verschil tussen de twee mannen. De rechter werkt met zijn handen en de linker niet. Of de linker werkt met andere handen. Hij houdt zijn wandelstok vast en pint die in de berm. De vrouw werkt met haar handen door het vasthouden van een paraplu.

Eindelijk spreekt de museumsector zich uit. Het noemt protesten van activisten in musea onacceptabel

Schermafbeelding van deel artikelMusea noemen protesten van activisten ondanks uitblijven schade onacceptabel‘ op Nu.nl, 25 oktober 2022.

Er komt vanuit de museumsector eindelijk een georganiseerde veroordeling van de acties van klimaatactivisten in musea. Ze gooien soep, aardappelpuree of wat dan ook over schilderijen (achter glas) in museumzalen en kitten zich vervolgens vast aan de lijst. Dat wordt door de museumsector onacceptabel genoemd. Volgens de museumsector richten de activisten zich op het verkeerde doel.

De kop van het interessante artikel van Hasna Elbaamrani op Nu.nl klopt trouwens niet omdat de acties wel degelijk materiële schade kunnen opleveren aan lijst of glas, maar ook immateriële schade aan medewerkers of de museumsector die niet langer als veilige, neutrale plek wordt beschouwd.

Activisten worden tijdens hun actie gefilmd door andere leden van hun organisatie, zodat de actie op sociale media kan worden gezet. Media nemen de beelden vaak over en besteden er aandacht aan, zodat er een hype ontstaat. Activisten gaan voor de beeldvorming. Via (sociale) media kan betreffende organisatie scoren bij de eigen achterban en donateurs. Activisten denken hiermee een idee van daadkracht en moed uit te stralen en de oplossing van het klimaatprobleem dichterbij te brengen. Het is precies andersom.

Ik heb er geen goed woord voor over dat de klimaatactivisten de kwetsbare museumsector treffen die het toch al zo moeilijk heeft. Ze richten zich tot het verkeerde doel. Een gevolg kan overigens zijn dat museum door deze acties gedwongen worden om de veiligheidsmaatregelen aan te scherpen. Dankzij deze activisten die doen alsof ze in een maatschappelijk vacuüm opereren.

Activisten kopiëren elkaar en herhalen steeds dezelfde actie. Publicitair zal dat op een gegeven moment uitgewerkt zijn. Het gebrek aan moed dat niet verder reikt dan een (door wat?) verwarmde museumzaal verwoordde ik in een tweet van 14 oktober 2022 in antwoord op een bericht van The Guardian-journalist Damien Gayle:

Het wordt er ronduit potsierlijk en schijnheilig op als de klimaatactivisten van actiegroep Just Stop Oil beweren dat ze het museum als plek voor hun protest uitkiezen omdat zij “te veel van geschiedenis en cultuur houden om het zomaar kapot te zien gaan“. Als dat werkelijk zo was, dan zouden ze het museum niet uitkiezen voor hun protestactie. Het is een schijnreden óf een psychische aandoening om te claimen van iets te houden door het schade toe te brengen. Het kopieergedrag van de activisten is het tegendeel van begrip voor geschiedenis en kunst.

Schermafbeelding van deel artikelMusea noemen protesten van activisten ondanks uitblijven schade onacceptabel‘ op Nu.nl, 25 oktober 2022.

Maatschappelijke en theologische kritiek op kardinaal Eijk en zijn boek over de ethiek van huwelijk en seksualiteit

Tweets van Evelyn Noltus, 24 oktober 2022.

Er is rumoer en onduidelijkheid over uitspraken van de Utrechtse kardinaal (R.K.) Wim Eijk in het door hem geschreven boekDe band van de liefde’. De presentatie inclusief symposium ervan is geschrapt. In een bericht verwijst het Aartsbisdom Utrecht naar ‘om kardinaal Eijk moverende redenen‘. Dat geeft geen duidelijkheid, maar vergroot de onduidelijkheid. Het boek wordt voorgesteld als ‘Het standaardwerk over de ethiek van de Rooms-Katholieke Kerk op het gebied van huwelijk en seksualiteit‘ en is bedoeld als naslagwerk voor katholieke kerkdienaars.

RTV Utrecht zegt in een bericht over deze kwestie dat het ietwat smeuïg een ‘seksboek‘ noemt: ‘Wie de inhoudsopgave van ‘De band van de liefde’ bestudeert, ziet al snel dat geen onderwerp wordt geschuwd op het gebied van seksualiteit. Van prostitutie tot masturbatie en van pedofilie tot bestialiteit. Seksuele handelingen worden expliciet en technisch beschreven. Waarom eigenlijk?

Met name homoseksuele katholieken zeggen zich geschoffeerd te voelen door het boek omdat het ‘elke aansluiting met de samenleving mist en ook een beetje viezig en voyeuristisch is’. Het gezag van kardinaal Eijk als ethicus die voor Nederlandse katholieken het laatste woord heeft over huwelijk en seksualiteit wordt zo niet alleen betwist, maar hij wordt als persoon weggezet als verdorven. Dat voelt als wraak van degenen die jarenlang door de Nederlandse katholieke kerk in de ontaarde hoek werden geplaatst waar ze nu deze kardinaal plaatsen. Eijk krijgt een koekje van eigen deeg.

Fundamentele kritiek komt van Evelyn Noltes, de protestante predikante van de Johanneskerk in Leersum als ze over de gedachten van kardinaal Eijk in een interview in bovenstaande tweet zegt: ‘Ik probeer het open en respectvol te lezen. Maar haak af bij de stelling dat Gods zegen niet kan rusten op een homosexuele liefdevolle relatie. Wie bepaalt dat?

De kritiek verbindt ze direct met Eijks visie op homoseksualiteit en jammergenoeg niet met de theologische filosofie of het voor mensen mogelijk is namens God te praten. Op internet en in godshuizen wemelt het van de Godsfluisteraars die God tot eigen object maken. Dat benadrukt het idee dat God door mensen geconstrueerd is, terwijl deze Godsfluisteraars juist het omgekeerde willen aantonen. Die valkuil begrijpen ze niet. Kardinaal Eijk bekent zich ook tot Godsfluisteraar.

Toch slaat Noltes de spijker op de kop. Het namens God praten wat Eijk suggereert te doen ondermijnt de geldigheid van godsdienst omdat het de mystiek en mythologie van Gods bestaan eenzijdig verbreekt. Zoals zij zich afvraagt ‘Wie bepaalt dat?‘.

Wie namens God mag praten is de aloude spanning binnen godsdiensten. Dat gaat om macht en gezag. Want wie door de gelovigen aanvaard wordt als iemand die namens God mag praten heeft een scala aan argumenten die niet weerlegd kunnen worden om de gelovigen in het gareel te houden en de macht binnen de godsdienst te bestendigen. Het voorrecht van Eijk om namens God te praten wordt aangevochten door andere katholieke en niet-katholieke christenen. Dat tast zijn gezag aan.

Het betwisten van dit voorrecht is voor hem kwalijker dan de beschuldiging om als conservatief buiten de samenleving te staan of er merkwaardige standpunten over seksualiteit op na te houden. Het lijkt er sterk op dat Eijk met dit boek over ethiek zijn hand overspeeld heeft. Gelovigen volgen hem niet, terwijl de boek wel de brede pretentie heeft. Het is niet uitsluitend gericht op een harde kern van orthodoxe gelovigen die zijn dogmatiek blindelings volgen.

Kardinaal Eijk heeft met zijn boek op twee paarden tegelijk willen wedden, maar heeft zijn inleg verloren. Nederlandse gelovigen zijn allang verder getrokken. Ze wijzen zijn standpunten niet zozeer af, maar vinden ze niet meer relevant en van deze tijd. Eijk benadrukt met dit boek onnodig zijn eigen overbodigheid.

Media oogsten wat ze zelf zaaiden: een anti-democratische FVD die journalisten intimideert

Fragment uit de video waarin Gideon van Meijeren (FVD) journaliste Merel Ek (SBS) met draaiende camera overvalt en daarna zegt de camera uit te doen, maar dat niet doet.

Er is weer eens relletje dat door FVD bewust de wereld in wordt gebracht om op sociale media voor de eigen achterban te scoren. NOS vat het samen in een bericht: ‘FvD-Kamerlid Gideon van Meijeren plaatste de video op sociale media met de tekst: “Activisten die riooljournalistiek bedrijven mogen niet langer wegkomen met hun leugens, desinformatie en fake news. Tijd voor de tegenaanval.

Telkens lenen kamerleden van FVD uit de timmerkist van Donald Trump. Ze geven nooit toe dat ze fout zitten. Ze kiezen altijd de aanval. Ze projecteren hun eigen tekorten op anderen. Ze weten dat zij de ratten zijn, maar projecteren dat op anderen.

Dat het zover is kunnen komen is te wijten aan de lauwe reacties van media en politiek. Ze twijfelen of ze FVD moeten negeren of antwoorden. En als ze besluiten om te antwoorden gaat dat te netjes, te algemeen en te voorzichtig. Er wordt verontwaardiging uitgesproken, maar maatregelen blijven achterwege. De politiek faalt in het beschermen van de democratie.

Chris Aalberts is duidelijk als hij in het commentaarJOURNALISTEN INTIMIDEREN MAG GEWOON IN NEDERLAND‘ de labbekakkerige reactie van de media blootlegt: ‘De enige conclusie is: in Nederland begrijpen journalisten niet dat ze fascistische partijen geen onkritisch podium moeten geven. Politici snappen niet dat een club als FvD niet normaal is en dat je die dus ook niet als normale partij moet behandelen. Thierry Baudet lacht zich inmiddels kapot om alle ophef, want op basis van de afgelopen jaren kunnen we rustig voorspellen dat er niets gaat veranderen. Ik denk dat hij zelf ook verbaasd is waar zijn partij allemaal mee wegkomt.

Niet alleen hebben de media deze radicaal-rechtse politici die tegen het fascistisch gedachtegoed aanleunen niet kritisch benaderd, ze hebben ze zelfs groot helpen maken. Want uitsluitend door aandacht in de media hebben partijen als PVV en FVD kunnen groeien Hetzelfde gebeurde in de VS met Trump die groot werd door de media en ze later de vijand van het volk noemde. Toen had hij de media niet meer nodig.

In het commentaarOok Nederlandse journalisten zijn medeplichtig aan de moord op de democratie‘ uit 2021 schreef ik:

In Nederland hebben de media Geert Wilders en Thierry Baudet groot helpen maken. Pas toen deze ultra-rechtse politici eenmaal groot waren gingen sommige journalisten zich achter de oren krabben over wat ze hadden helpen aanrichten. Hadden ze de middenweg gemist tussen het cordon sanitaire en de rode loper? Maar zelfs nu krijgen deze ultra-rechtse politici en hun partijgenoten als Pepijn van Houwelingen, Freek Jansen of Gideon van Meijeren die de meest extreme uitingen doen die tegen de rechtsstaat en de democratie ingaan volop media-aandacht.


Een voorbeeld hoe verkeerd de media het gevaar van FVD voor de democratie inschatten is hoe het FVD-kamerlid Pepijn van Houwelingen in december 2021 kritiekloos mocht scoren bij de regionale omroep 1Twente Enschede. Elk kritisch en democratisch besef bij deze omroep ontbrak. Waarom biedt zo’n omroep zo’n ultra-rechtse anti-democraat als Van Houwelingen die anderen intimideert een uur gratis publiciteit? In een commentaar schreef ik:

Het is de hoogste tijd dat de democratie zich weerbaar opstelt en zich ten volle bewust wordt van de intenties van types als Pepijn van Houwelingen, Thierry Baudet of Geert Wilders. Onder het verhullen van hun ware intenties duiken ze weg, suggereren speelsheid, onschuldigheid en belangeloosheid en menen in een vacuüm te kunnen opereren waarin ze onaantastbaar zijn en alles kunnen beweren zonder persoonlijk verantwoordelijk te worden gesteld voor hun opereren. De strijd om het hart van de Nederlandse democratie is wellicht ontbrand, maar niet bij 1Twente Enschede.

Wanneer worden de Nederlandse media eens wakker en beseffen ze dat wat ze de afgelopen jaren gedaan hebben verkeerd was? Ultra-rechtse brokkenpiloten die tegen het fascisme aanleunen en de democratie ondermijnen moeten geen onkritisch podium geboden worden. Het is niet normaal om het abnormale gedrag van deze rechtse ultra-radicalen te normaliseren.