Wat bedoelt columnist Jerry Goossens met ‘seculiere gelovigen’?

Schermafbeelding van deel columnNiet alleen christenen, maar ook seculiere gelovigen schrijven nu voor wanneer je croissantje mag kopen‘ van 20 april 2023 in de Gelderlander. Oorspronkelijk verschenen in het AD.

Wat bedoelt AD-columnist Jerry Goossens met ‘seculiere gelovigen’? Zijn columnNiet alleen christenen, maar ook seculiere gelovigen schrijven nu voor wanneer je croissantje mag kopen‘ van 20 april 2023 gaat over de besluitvorming in de Zeister politiek over de zondagssluiting van winkels. Goossens wil op zondag een croissantje kopen.

Met ‘seculiere gelovigen’ verwijst Goossens naar raadsleden van SP, GroenLinks en PvdA die een monsterverbond over de zondagssluiting zouden hebben gesloten met christelijke partijen. Wat wil de columnist zeggen met de term ‘seculiere gelovigen‘ die hij misprijzend gebruikt? Ik kom er op terug.

In de Zeister gemeenteraad hebben de christelijke partijen CDA en CU/SGP in totaal 5 van de 33 zetels. Het college bestaat uit GroenLinks (7), VVD (6), D66 (6) en CU/SGP (2). Getalsmatig is de laatste partij niet nodig voor een meerderheid. 

SP en PvdA zitten niet in het college. Dus het is onduidelijk hoe partijen die niet in het college zitten een monsterverbond zouden kunnen sluiten met de grootste christelijke partij CDA die evenmin in het college zit. Wat is hier volgens Goossens aan de hand? 

De zogenaamde ‘seculiere gelovigen‘ van SP, GroenLinks en PvdA zouden het christelijke sentiment over de zondagssluiting aan een meerderheid helpen. Maar dat klopt niet, want CDA, CU/SGP, GroenLinks, SP en PvdA hebben met 14 zetels in de raad geen meerderheid. 

Nog in 2011 probeerden VVD, D66 en GroenLinks op zondag de winkels open te hebben, maar dat lukte niet omdat een motie van deze partijen niet werd aangenomen, terwijl ze toen in de raad een meerderheid van 17 van de 33 zetels hadden. Lieten deze partijen zich intimideren door christelijke partijpolitiek en christelijke maatschappelijke druk onder het mom van ‘consuminderen‘ waar GroenLinks voor zou pleiten? In 2015 lukte het wel. Winkels mogen open zijn van 12.00 tot 18.00 uur. Tot chagrijn van orthodoxe christenen die in gedachten teruggaan naar de verzuiling van voor de jaren 1960.

Er lijkt in het in meerderheid politiek vrijzinnig stemmende Zeist waar christelijke partijen gedecimeerd zijn iets te spelen waar Goossens op duidt, maar dat hij niet uitwerkt. Een minderheid legt de meerderheid haar wil op. Dat tekent de schizofrenie van Zeist. 

Die Zeister gespletenheid en de macht van het christendom maakte ik eind jaren 1970 aan den lijve mee toen ik in Zeist woonde en me bij burgerbevolking uit wilde laten schrijven als ‘Nederlands Hervormd‘. De toenmalige GPV’er Gert Schutte was plaatsvervangend gemeentesecretaris. Het kostte me veel moeite en administratief gedoe voordat de uitschrijving lukte. Alsof een stille macht het verhinderde.

Goossens’ column snijdt een interessant onderwerp aan van een verdeeld Zeist dat zoekt naar identiteit tussen geloof en vrijzinnigheid. Op het snijvlak van Randstad en Bible Belt. Er is in Zeist, zoals in heel Nederland een vrijzinnige meerderheid en een christelijke minderheid. De politieke invloed van christelijke partijen is afgekalfd, maar maatschappelijke invloed ijlt na. Vraag is hoe ‘linkse’ (niet-christelijke) politiek daar mee omgaat.

De term ‘seculiere gelovigen‘ is een onmogelijke kwadratuur van de cirkel. Verwijst het naar de politieke filosofie van het secularisme of naar het synoniem ‘wereldlijk‘ voor seculier?

Dat laatste suggereert een tegenstelling met christenen van CDA en CU/SGP die niet-wereldlijk ofwel profaan (niet-kerkelijk) zouden zijn. Maar dat pleit weer voor de opvatting ‘secularisme‘ omdat raadsleden van SP, GroenLinks en PvdA kerkelijk kunnen zijn. Het gaat er immers om wat hun politieke overtuiging is die ze uitdragen. In Nederland functioneert iedereen inclusief de gelovigen onder de politieke filosofie van het secularisme. Ook degenen die het secularisme in woord en geschrift afwijzen.

Goossens lanceert met ‘seculiere gelovigen‘ een term waar hij de betekenis niet van lijkt te doorgronden. Het klinkt aardig en roept een gevoel van misprijzen en dubbelzinnigheid op, en kan voldoende zijn in een column die op een breed publiek gericht is, maar bij nader inzien is de term een voorbeeld van op z’n best woordovertolligheid en op z’n slechtst nietszeggendheid.

BBB wint fors, maar zal het natuur- en stikstofbeleid niet kunnen domineren

BBB (BoerBurgerBeweging) heeft een prima resultaat geboekt in de provinciale verkiezingen. In de Eerste Kamer komt de partij volgens de prognoses binnen met 15 zetels. Evenveel als de linkse combinatie GroenLinks/PvdA. De tellingen zijn nog gaande en de uitslagen nog niet definitief.

Interessant is dat BBB kiezers heeft weten te motiveren die anders niet naar het stemhokje gingen. Dat is knap, hoewel volgens de prognoses de opkomst met 57,5% niet veel hoger is dan 56% in 2019. Dus dat effect blijft bescheiden.

Dat op rechts PVV, CDA en vooral FvD verloren is de wetmatigheid van verkiezingen. Ze vissen in dezelfde vijver en wisselen stuivertje. Toch is er ook overloop tussen blokken. Kiezersonderzoek zal aan moeten tonen in welke mate de achterban van coalitiepartijen op BBB stemde.

Iedereen vraagt zich af of BBB een blijvertje of een eendagsvlieg is. Dat antwoord valt nu nog niet te geven. Het kan zomaar gebeuren dat BBB op provinciaal niveau onhandig opereert. Partijleider Caroline van der Plas opereert binnen de democratische normen, maar kan in haar eentje niet alles in de hand houden.

De overwinnaar van de vorige provinciale verkiezingen in 2019 was FvD met 12 zetels in de Eerste Kamer. Onder de chaotische leiding van partijleider Thierry Baudet verkruimelde dat snel en werd er politiek niets binnengehaald. Het politieke handwerk bij die FvD ontbrak.

Een kiezer die uit protest op een partij stemt wil ook dat er iets bereikt wordt. FvD zat zichzelf in de weg door te radicaliseren, de onredelijkheid te zoeken en zich op een uitzondering als de provincie Noord-Brabant na buiten de onderhandelingen te plaatsen. En in die provincie ging het uiteindelijk ook fout voor FvD. Bescheidenheid is de les voor BBB.

De goede uitslag van BBB moet in perspectief worden gezien. Partijen die niet willen tornen aan het kabinetsbesluit om de stikstofuitstoot in uiterlijk 2030 te halveren halen volgens de prognose 30 zetels (GroenLinks, PvdA, D66, PvdD, CU, Volt). Daarnaast is er Europese wetgeving die het bovengemiddeld vervuilde Nederland verplicht om de stikstofuitstoot te halveren en de natuur beter dan nu te beschermen.

Dat het CDA en delen van de VVD zich halfslachtig en lafhartig opstellen in het stikstofbeleid bevordert de duidelijkheid niet. Dat gezwalk heeft het CDA niet geholpen. Nu de provinciale verkiezingen zijn geweest kunnen VVD en CDA op landelijk niveau weer volmondig het natuur- en stikstofbeleid van het kabinet ondersteunen. Het probleem zit ‘m in de uitvoering in de provincies.

Vraag voor de komende vier jaar is of BBB een redelijke of onredelijke partij is. Het zal spaarzaam moeten zijn met haar eisen om zich niet uit de markt te prijzen, zoals een door Caroline van der Plas aangekondigde stop op de verplichte onteigening van boerenbedrijven vanwege te grote stikstofuitstoot. Maar of ze daarmee praat tegen haar kiezers of andere partijen is onduidelijk.

Want ook als grootste partij heeft BBB in de provincies anderen nodig om een meerderheid te vormen. En in de Eerste Kamer kan het kabinet over links steun vinden bij GroenLinks en PvdA in het natuur- en milieubeleid met op de achtergrond de steun van PvdD en Volt.

De koppen in de populistische pers en uitspraken van rechtse politici dat de uitslag betekent dat het beleid van de coalitie is afgestraft en daarom gewijzigd moet worden is wensdenken. Zo werkt politiek niet. Politiek gaat over de vorming van de macht en niet om emoties of stemmingmakerij. Of dat laatste in elk geval niet voor de langere termijn.

Als het kabinet in de samenwerking met links over het natuurbeleid een meerderheid vindt in de Eerste Kamer, dan is dat zoals politiek werkt. Een politicus-bestuurder is eerder een loodgieter dan een filosoof. Het gaat om het handwerk van onderop. Meerderheden hebben geen geheugen of emotie, maar worden in elkaar gesleuteld.

Relativering tekent de positie van BBB die als het feest van de overwinning is gevierd niet kan overvragen omdat de partij niet nodig is voor een meerderheid. De partij heeft er weinig aan om in provinciebesturen hoge eisen te stellen over het natuur- en stikstofbeleid die juridisch onhoudbaar zijn en aangevochten zullen worden door Hoge Raad, EU of milieuactivisten. De marges voor BBB zijn klein.

PVV, FvD en delen van de SP kunnen fuseren in een Sociaal Nationale Partij

Stel je voor dat FvD, PVV en de meest radicale delen van de SP een nieuwe Sociaal Nationale Partij oprichten. Dat lijkt een dwaze gedachte, maar in Duitsland is het een reële mogelijkheid. Mogelijk in Nederland ook.

Er zijn gelijkenissen van de Nederlandse partijen met AfD en Die Linke: een stagnerende FvD en PVV die uitgeradicaliseerd lijken en hun mojo hebben verloren, en een weinig aansprekende SP die geen goede electorale successen weet te boeken en na 50 jaar sleets oogt.

FvD, PVV en delen van de SP zouden nieuw elan kunnen vinden door elkaar via de flanken van het hoefijzer-model te vinden en de cirkel rond te maken. Met sterke, min of meer onveranderlijke klassieke vijandbeelden, zoals de VS, de NAVO, de wapenindustrie, het kartel, het kapitalisme, de elite, het globalisme of welk vijandbeeld dan ook dat per onderwerp opgetuigd kan worden, zouden de onderlinge verschillen tussen de drie partijen overstegen kunnen worden.

Daarbij komt dat de drie radicale partijen samen in dezelfde electorale vijver van misnoegde en teleurgestelde kiezers vissen die zo’n 20% van het electoraat uitmaken. Nu zijn die stemmen verdeeld over verschillende partijen. Als dat electoraat van malcontenten succesvol zou worden aangesproken, dan kan zo’n Sociaal Nationale Partij de op dit moment grootste partij VVD naar de kroon steken. Een actuele concurrent is echter de BBB die in dezelfde electorale vijver vist.

Op Duitse vredesdemonstraties hebben de AfD en de meest radicale delen van Die Linke die onder het mom van het opkomen voor de vrede een einde aan de wapenleveranties aan Oekraïne, de sancties tegen de Russische Federatie en de NAVO willen een gezamenlijke vijand, namelijk de VS en een gezamenlijke vriend die uit de wind gehouden moet worden, namelijk Poetins Russische Federatie.

Wie weet werkt het uit de mottenballen halen van Willy Brandts Wandel durch Handel dat Poetins Russische Federatie niet tot toenadering tot Europa heeft weten te brengen. Een gezamenlijk vijandbeeld kan toenadering tussen radicale partijen dichterbij brengen. Partijen die niet op inhoud opereren, maar via demagogie kiezers en elkaar aanspreken hoeven programmatisch geen 100% overeenstemming te hebben om met elkaar een Sociaal Nationale Partij te vormen.

Voor de herschikking of fusie van politieke partijen is de carrière van beroepspolitici een sta-in-de-weg. Kunnen politici als Geert Wilders, Thierry Baudet of Lilian Marijnissen een stapje terugdoen in een Sociaal Nationale Partij of carrière buiten de partijpolitiek maken? Wie er partijleider moeten worden is een vraag die nog lang niet beantwoord is.

Naast dat eigenbelang van politici dat verandering tegenhoudt valt evenmin in te zien dat dat deel van de SP dat tegen de sociaal-democratie aanschurkt zich in een Sociaal Nationale Partij kan thuisvoelen. Maar dat ‘redelijke’ deel van de SP zou zich bij PvdA en GroenLinks aan kunnen sluiten.

Zo’n schets doet denken aan de partijvormingen en splitsingen tijdens de Weimar Republiek. Dat geeft aan dat politieke partijen kunnen veranderen en hun bestaan geen doel op zichzelf hoeft te zijn zoals het nu in Nederland lijkt.

De USPD splitste zich als links-radicaler af van de SPD, maar delen ervan keerden in 1922 terug naar de SPD. Aan de radicaal-rechtse en nationaal-conservatieve kant met de Deutschvölkische Freiheitspartei en de DNVP die elementen van respectievelijke FvD en de PVV bevatten, vonden voortdurend herschikkingen plaats die volgden op de electorale resultaten. Uiteindelijk werden de radicaal-rechtse partijen leeggezogen door Hitlers NSDAP.

FvD, PVV en het radicale deel van de SP gaan een gouden toekomst tegemoet als ze elkaar weten te vinden in de vorming van een Sociaal Nationale Partij. De afkeer van de centrumpartijen en hun politiek schept een gemeenschappelijke band. Publicitair en electoraal zou het een sterke combinatie zijn. Maar willen de delen met hun belang sterk zijn in dit geheel?

Waarom steunt groen-links Oekraïne en radicaal-links niet?

Tweet van Bas van Apeldoorn en reactie GK, 5 maart 2022 en 7 februari 2023.

Intrigerend in de Europese politiek zijn de verschillen tussen de linkse partijen in hun antwoord op de Russisch-Oekraïense oorlog (2014 .. —-). Groene partijen als de Duitse Die Grünen of het Nederlands GroenLinks zijn voor militaire en andersoortige steun aan Oekraïne, terwijl links-radicale partijen als de Nederlandse SP of de Duitse Die Linke tegen zijn.

Terwijl men juist andersom zou verwachten. Zo was de pacifistische PSP een van de partijen die in 1990 opging in de fusiepartij GroenLinks. In de PSP leefde het gedachtengoed van Bertrand Russell die in principe tegen oorlog was, maar niet tegen elke prijs. Hij muntte daartoe het begrip ‘relatief pacifisme‘: oorlog is altijd slecht, maar in zeer uitzonderlijke gevallen is het het minste van meer kwaden en is het gerechtvaardigd.

Dat geeft GroenLinks politieke ruimte om op de actualiteit te reageren. Politieke ruimte die de SP zichzelf niet gunt.

Overigens waren de Duitse Die Grünen en Nederlands GroenLinks om politieke en ecologische redenen in een vroeg stadium de grootste tegenstanders van de aanleg van de Russische gaspijplijnen Nord Stream I en II die Europa energie-afhankelijk van de Russische Federatie maakten. Hoe afhankelijk dat de Europese samenleving en het bedrijfsleven maakte van Russische energie zagen we na 24 februari 2022 toen het Kremlin energie als wapen inzette.

Politiek-pragmatisch relativisme lijkt nog steeds het verschil te verklaren tussen de Europese groen-linkse en radicaal-linkse politiek. De SP is star in haar standpunten over de oorlog die niet door realisme en oplossingsgerichtheid, maar door ideologie worden bepaald.

Wie op sociale media uitspraken van SP’ers zoals Bas van Apeldoorn bekijkt ziet het tegendeel van relativisme, realisme en het ingrijpen in de politieke situatie van nu. Het blijven herhalen van ideologische kernpunten zoals de macht van de wapenindustrie, de Amerikaanse buitenlandse politiek en de NAVO, de maatschappelijke ongelijkheid en de wenselijkheid van onderhandelingen over de Russisch-Oekraïense oorlog zijn op zich niet onlogisch of verkeerd, maar maken politieke flexibiliteit ondergeschikt aan een permanente politieke campagne. Deze uitgangspunten houden de SP gevangen.

Hoe evenwichtig en intellectueel geloofwaardig is bovenstaande tweet van SP-senator Bas van Apeldoorn die zo begint: ‘Niets kan Poetin’s misdadige en smerige oorlog rechtvaardigen‘. Om dat vervolgens zo af te zwakken dat hij Poetins oorlog tegen Oekraine rechtvaardigt door naar John Mearsheimer te verwijzen. Een politicoloog die steevast kritiek heeft op de buitenlandse politiek van de VS. Logisch dat een SP’er als Van Apeldoorn uitkomt bij Mearsheimer.

Maar hoe kan iemand als Van Apeldoorn geloofwaardig zijn door op John Mearsheimer te vertrouwen? Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat Van Apeldoorn denkt dat Mearsheimer een betrouwbare, onpartijdige bron is?

Mearsheimer ontkent dat Poetin permanent delen van Oekraïne behalve Donbass en Krim wil veroveren. Regimewisseling in Kiev ziet hij als iets anders dan het veroveren van Oekraïens grondgebied.

Mearsheimer zit vast in de mentaliteit van de koude oorlog met twee machtsblokken, geen asynchrone en cyberoorlogsvoering, en voorspelbaarheid van de tegenstellingen. Hij vergist zich evenals Van Apeldoorn in zijn selectieve boodschappen die wetenschappelijke legitimatie zoeken, maar die moeilijk vinden.

Overigens was de PSP de eerste partij waar ik ooit op stemde, mede vanwege toenmalig lijsttrekker Fred van der Spek die handig en intellectueel prikkelend was in het verzorgen van zijn publiciteit in onder meer in het VPRO-radioprogramma van Ischa Meijer.

Hij was een onafhankelijke denker evenals types uit de jaren 1980 als de vrijdenkers Anton Constandse en Laurens ten Cate die niet zoals de dwarsdenkers van nu een van boven opgelegd idioom vol tegenstrijdigheden volgen, maar worstelend vanuit zichzelf hun eigen visie op de wereld formuleerden. Dat is het verschil tussen een vrijdenker en een dwarsdenker.

Vrijdenken ontbreekt bij het huidige GroenLinks dat een marketing-machine is die gebouwd is rond lijsttrekker Jesse Klaver en de intellectuele diepte van een drooggevallen sloot heeft.

De huidige SP mist intellectuele diepte door partijdiscipline die creativiteit en individualisme smoort. Het is van een afstand wonderlijk om te zien hoe iemand als Van Apeldoorn meent dat hij door aan te haken bij de SP intellectuele vrijheid kan hebben in een partij die dat niet toestaat. De kronkelingen van de radicaal-linkse partijpolitiek zijn bizar in hun starheid. Juist bij een onderwerp als de Russisch-Oekraïense oorlog komt dat tergend aan de oppervlakte.

Voor inzicht in de werking van de SP is de relatie tussen Constandse en de SP interessant die duidelijk maakt wat de SP in de kern is. Ze kruisten elkaar in 1983 in de brochure Gastarbeid en Kapitaal waar de SP achteraf geen raad mee wist. In die tijd werd de SP door links ervan beschuldigd een crypofascistische partij te zijn. De actuele vraag is of dat hetzelfde is als ‘het stalinistische ‘socialisme in één land’-model van de SP dat nog steeds de context voor zo’n tweet van Van Apeldoorn is.

Welke afslag kiest de PvdA na het aftreden van Ploumen?

Schermafbeelding van deel artikelLilianne Ploumen stopt als PvdA-leider en vertrekt uit de Kamer: ‘Ik kan leiderschap niet genoeg waarmaken’ in Het Parool, 12 april 2022.

Ik ben geen fan van de PvdA, maar zie een sterke sociaal-democratische partij als een noodzaak voor de stabilisatie van het politieke midden. Zoals de SPD van Friedrich Ebert, zeker in de eerste jaren, de sterkste steunpilaar onder de Weimar-republiek was.

Lilianne Ploumen was een zwakke leider die de last van de traditie van de sociaal-democratie niet kon dragen. In mijn ogen is ze op geen enkel moment geloofwaardig geweest. Ze speelde weinig overtuigend dat ze leider was, maar werd het nooit.

Ze laat vandaag weten dat ze aftreedt en de Tweede Kamer verlaat om haar opvolger niet voor de voeten te lopen. Dat is genereus en verstandig van haar.

Vooralsnog zijn er geen geloofwaardige opvolgers die intellectueel en tactisch de last van de sociaal-democratie kunnen dragen. Splijtzwam binnen de PvdA is de fusie met GroenLinks.

Zoals de geschiedenis van de Weimar-republiek in de eerste jaren verduidelijkt waren gematigde sociaal-democraten, links-liberalen en christelijke partijen (Zentrum) partners die elkaar aanvankelijk goed konden vinden. Radicalisering naar links (SPD) en naar rechts (liberalen en katholieken) ondermijnde die samenwerking en maakte de weg vrij voor radicaal-links (communisten) en radicaal-rechts (NSDAP).

Dat is de les voor de PvdA van nu. En de nieuwe leider. Het moet door de samenwerking met GroenLinks zich niet te veel in links-radicale richting laten dwingen. Kan Lodewijk Asscher niet gewoon terugkomen als leider? Meer geloofwaardige kandidaten zijn er voorlopig niet.

Gemeenteraadsverkiezingen: Ik wil per se stemmen, maar weet niet waarop

Verkiezingsbord Utrecht voor gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart 2022. Bron: Oostkrant.

Stel je bent een links-liberale, secularistische vrijdenker, woont in Utrecht en wilt bij de gemeenteraadsverkiezingen stemmen volgens je overtuiging. Ook om radicaal-rechtse partijen als PVV en BVNL, een extreem-rechtse partij als FvD, een radicaal-linkse partij als BIJ1 en varianten van de SP, een dwaallichtpartij als de Piratenpartij waar ik enkele jaren lid van was en religieuze partijen als CDA, Christen-Unie en DENK de pas af te snijden.

Dat is keuze die je maakt als je de overtuiging wilt volgen die geen radicalisme, populisme en godsdienst in de politiek toelaat.

Hopeloos.

Het lukt niet om zo’n partij te vinden. Partijen die op het eerste gezicht in aanmerking komen vallen af. D66 in Utrecht is te populistisch rechts en heeft zich afgelopen jaren geprofileerd met terrassen voor de Horeca, GroenLinks te populistisch links en wereldvreemd en VOLT kan niet eens de eigen partij organiseren, laat staan dat aan zo’n partij het bestuur van de vierde stad van Nederland toevertrouwd kan worden.

Ik wil per se stemmen, maar weet niet waarop.

Dat is wat anders dan het idee dat een politieke partij als een handschoen moet passen bij de eigen overtuiging. Dat idee heb ik al sinds het einde van de jaren 1990 losgelaten toen ik me bij geen enkele partij meer ‘natuurlijk’ thuis voelde om daar blindelings op te stemmen.

Stemmen was dus altijd al water bij de wijn doen. Maar nu zie ik alleen maar water met een druppeltje wijn erin. De politiek is verregaand verwaterd.

Politieke partijen leveren niet wat ik van hen verwacht. Bij lange na niet. Zelfs niet als ik mijn verwachtingen nog een extra naar beneden bijstel en mijn duim leg over grote delen van het programma waar ik me niet in kan vinden voldoen de partijen nog niet aan de toch al verlaagde norm die ik aan een volwassen politieke partij stel.

Hoe komt dat? Marketing en populisme zijn niet nieuw, maar lijken opnieuw in de strijd om de kiezer terrein te hebben gewonnen. Haak ik daarom af?

Ben ik te kritisch en verwacht ik te veel van de partijpolitiek? ‘Wie luistert, weet meer‘ is een slogan van de radiozenders van de Publieke Omroep. Maar wat als wie meer weet tot de slotsom komt dat geen enkele politieke partij nog voldoet om op te stemmen? Dan verkeert de slogan in het tegendeel ‘Wie luistert, weet minder’.

Op 16 maart 2022 zijn de gemeenteraadsverkiezingen. In Utrecht kan ik op 20 partijen stemmen.

Dat lijkt weelde, maar is armoede. Vergelijkbaar met een supermarkt waar kwantiteit en keuze van producten gaat voor kwaliteit. Lokale partijpolitiek is verworden tot een buurtsuper waar de producten over de datum zijn, de prijzen te hoog, het assortiment te beperkt en de korte keten tussen kiezer en partij niet grondt in lokale traditie, maar overspoeld wordt door landelijke en globale mode.

Ik kom er niet uit. Ik zit gevangen in het beeld van te hoge verwachtingen en te lage verrichtingen van de lokale politiek. Ik kom er niet uit.

Oppositie van Duitse regering tegen plannen Europese Commissie om kernenergie en fossiel gas te bestempelen als groene energie

Het voelt onnatuurlijk om kernenergie en gas op te vatten als groene energie. Dat is wat volgens een artikel in Politico de Europese Commissie van plan is. Dat is van belang omdat zo’n etikettering de investeringen in de energiesector stuurt. Ofwel, als kernenergie en gas worden bestempeld als groene energie kan naar deze sectoren Europese subsidie stromen.

De Duitse Groenen die net als D66 in Nederland de tweede partij in de regering van hun land zijn verzetten zich bij monde van minister Economie en Klimaatbescherming en vice-kanselier Robert Habeck en Milieuminister Steffi Lemke (ook Groenen) tegen dit plan dat volgens hen ‘het goede etiket van duurzaamheid verwatert’ en aan ‘greenwashing’ doet. Hiermee komen ze tegenover de Europese Commissie en een land als Frankrijk te staan dat sterk heeft ingezet op kernenergie.

Volgens de Groenen, en Duitse en Europese klimaatactivisten zijn nucleaire energie en fossiel gas niet duurzaam. Investeerders worden volgens hen met de plannen van de Europese Commissie de verkeerde kant opgestuurd.

Rob Jetten (D66) is de beoogde minster Klimaat en Energie die leiding moet gaan geven aan de evaluatie om te kijken of de bouw van twee extra kerncentrales mogelijk is, zoals is afgesproken in het regeerakkoord van VVD, D66, CDA en CU. Als het plan van de Europese Commissie doorgaat, wat op dit moment niet zeker is, om kernenergie en gas een groen stempel te geven, dan wordt de financiering van deze kerncentrales makkelijker. Dit verkennend onderzoek zal op korte termijn geen knopen doorhakken, maar toch moeten resulteren in een principebesluit omdat voorwaarde voor Europese subsidie is dat de bouwvergunning voor 2045 afgegeven is.

Het is afwachten hoe D66 dat zich als meest groene partij in het kabinet Rutte-Kaag profileert de bouw van twee kerncentrales en het groenwassen van kernenergie aan de eigen achterban kan verkopen. Het is niet onmogelijk dat GroenLinks dat in de Eerste Kamer met 8 zetels de coalitie aan een meerderheid kan helpen in ruil voor haar steun bedingt dat er een streep gezet wordt door de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Dat zou Rob Jetten en D66 niet slecht uitkomen.

Nederlandse politiek? Ik ben er helemaal klaar mee!

Schermafbeelding van deel artikelDoorbraak in formatie: D66 wil over oude coalitie met VVD, CDA en CU onderhandelen‘ op Nu.nl, 30 september 2021.

Om me te voegen in hedendaags jargon: ‘Ik ben er helemaal klaar mee‘. Natuurlijk niet echt, maar het klinkt stoer om dat te kunnen zeggen. COVID-19? ‘Ik ben er helemaal klaar mee‘. De woningnood? ‘Ik ben er helemaal klaar mee‘. Stijgende gasprijzen? ‘Ik ben er helemaal klaar mee‘. Iemand zal nou nooit eens zeggen: ‘Mezelf? Ik ben er helemaal klaar mee‘. Masochisten en pathologische leugenaars uitgezonderd.

Net als vele Nederlanders ben ik oprecht klaar met de huidige generatie politici. Ze gedragen zich als kleuters die niet verder kunnen kijken dan het eind van hun eigen zandbak. Sommigen zeggen nu dat ze zich schamen, maar nog steeds handelen ze daar niet naar. Deze generatie politici zou uit de politiek verbannen moeten worden wegens wanprestatie. Ze hebben contractbreuk gepleegd. Maar zo’n rigoureuze ingreep is onhaalbaar en onwerkbaar.

Nu richt het zichtbare ongenoegen zich op D66 dat op het oog onbegrijpelijk heeft gehandeld. Eerst de CU blokkeren om die vervolgens te deblokkeren. Als dat nog op te vatten viel als een methode om de eigen positie in de onderhandelingen te versterken viel dat nog te billijken. Maar D66 heeft publicitair alleen maar schade geleden en is hier verzwakt uitgekomen.

Op de onzichtbare achtergrond is het niet minder onbegrijpelijk waarom CDA en VVD elkaar tot nu toe hebben weten vast te houden en PvdA en GroenLinks samen hebben weten te blokkeren. CDA-leider Hoekstra excelleerde in de publieke opinie maandenlang in nietszeggendheid terwijl zijn partij uit elkaar viel en aan invloed verloor. Het is het wonder van deze informatie waarom premier Rutte hierin tot aan het einde meeging en waarom zowel D66 als PvdA en GroenLinks die eenheid van CDA en VVD niet hebben weten te doorbreken.

Nu richt het ongenoegen zich op D66. Dat heeft ook wel wat uit te leggen. Is het de onervarenheid van partijleider Kaag en haar team dat bij tijd en wijle onhandig opereerde in een vreemde combinatie van overschreeuwen zonder een aansluitende nabehandeling of is het de tragiek van de tweede partij die te groot is voor een servet, maar te klein voor een tafellaken?

Strategisch was het voor D66 logischer geweest en beter uit te leggen aan de kiezers als het zich vanaf het begin had verbonden met PvdA en GroenLinks. Nu gaf D66 een dubbel signaal af. Enerzijds zat het als junior partner aan tafel met de VVD en schreef mee aan een concept regeerakkoord, anderzijds maakte het zich sterk voor deelname van de PvdA en GroenLinks aan een kabinet. Dat kon niet allebei.

Net als nu de Groenen en de FDP in Duitsland had D66 het moeten omdraaien door eerst een progressief akkoord met de PvdA en GroenLinks te formuleren om pas daarna met de VVD en het CDA aan tafel te gaan zitten. Dat had in elk geval iedereen begrepen omdat het eenduidig was. Als D66 niet zover had willen gaan, dan had het zich niet zo ferm moeten identificeren met beide linkse partijen. Het beeld dat nu blijft hangen is wispelturige halfslachtigheid van D66. Met als gevolg dat niemand tevreden is en iedereen D66 deels ten onrechte een gebrek aan standvastigheid verwijt.

In een reactie bij een artikel op nu.nl verwoordde ik mijn reactie zo:

Er hangt voortzetting van het huidige kabinet in de lucht. Dat roept dat de vraag op naar het opereren van de partijleiding van D66. Want de blokkade door de rechtse partijen CDA en VVD van de linkse partijen PvdA/GroenLinks is niet doorbroken en de CU zit weer aan tafel.

Als Rutte IV een voortzetting wordt van Rutte III, dan zijn de onderhandelingen terug bij af.

Had D66 slechte kaarten of heeft het de kaarten die het had slecht uitgespeeld? Als dat laatste het geval is, waar het op lijkt, dan is er introspectie in de partijleiding van D66 nodig.

Misschien had de partij enkele maanden geleden uit de onderhandelingen moeten stappen. Zodat het zich in een sterke positie gemanoeuvreerd had om teruggevraagd te worden.

Nu laat D66 zich intimideren door een VVD-informateur en het instabiele CDA dat doet alsof het nog machtig is zonder daar goed op te kunnen antwoorden.

De vlucht vooruit is nog het enige dat D66’s geloofwaardigheid kan redden. Dus een claim op het premierschap.

Nu.nl maakt niet duidelijk in welke gevallen Utrecht wijzigen slavernij-achternaam zelf betaalt

Schermafbeelding van deel artikel Utrecht betaalt wijzigen achternaam met slavernijachtergrond desnoods zelf‘ van Nu.nl, 7 september 2021.

Het is een goed idee dat mensen die hun ‘slavernij-naam’ willen veranderen dat tegen ‘normale’, niet al te hoge kosten makkelijk kunnen doen. In de grote steden is daar debat over. Dat speelt tegen de achtergrond van het oplaaiende debat over slavernij, identiteit en diversiteit.

De gemeente Utrecht gaat volgens een bericht van nu.nl dat breed door andere media geciteerd wordt nog een stapje verder. Dat nieuwsmedium voert een anonieme bron namens de gemeente Utrecht op zonder te specificeren wie of wat dat is. De waarde van de uitspraak valt daarom niet te controleren omdat de naam van een woordvoerder of een gemeentelijke dienst of afdeling ontbreekt.

Nu.nl stelt dat ‘desnoods de gemeente op initiatief van de gemeenteraad de rekeningen voor de naamsverandering zelf betaalt’, zo zou de gemeente ‘zelf’ melden. Het is onduidelijk op welk initiatief van de gemeenteraad nu.nl doelt. Motie 185 vraagt uitsluitend om een verkenning om de rekening te betalen. Daarover straks meer.

Op de site van de gemeente Utrecht is over dit onderwerp de volgende motie van PvdA en DENK van 3 december 2020 te vinden die met de stemmen van ChristenUnie (2), D66 (10), GroenLinks(12), Partij voor de Vrijheid (1), SP (2), Stadsbelang Utrecht (1) en VVD (6) ruimschoots verworpen werd:

Schermafbeelding van Motie 427 ‘Ondersteun afstammelingen van tot slaaf gemaakte mensen bij hun naamsverandering’ in Utrechtse gemeenteraad, 3 december 2020.

Beide partijen pleitten ervoor om bij het Rijk te pleiten voor afschaffing van het psychische onderzoek en opperden te verkennen of de gemeente tegemoet kan komen in een deel van de kosten.

In de behandeling (klik op 19e raadsvergadering gemeenteraad 3 december 2020.doc en dan p.71) ontraadde wethouder Linda Voortman (GL) M427 ‘om financiële redenen’ en zei ze te kijken of de bijzondere bijstand een optie voor dekking zou zijn. In haar reactie zei fractievoorzitter Heleen de Boer van GL dat omdat de wethouder heeft gezegd ‘dat zij hierover in gesprek gaat’ en zij heeft uitgelegd dat zij gaat proberen een regeling te treffen voor de mensen die dat niet zelf kunnen betalen dat dat voor haar fractie voldoende was om ‘op dit moment’ tegen M427 te stemmen.

Motie 185Naamsverandering van nakomelingen van tot slaaf gemaakten‘ van juli 2021 die een doorstart van M427 is en met ruime steun werd aangenomen droeg het college op om samen met de drie grote steden bij het Rijk te pleiten ‘voor afschaffing van de kosten van een naamswijziging en voor afschaffing van het psychologisch onderzoek‘ en ‘te verkennen wat de mogelijkheden zijn om als gemeente Utrecht tegemoet te komen aan de kosten die Utrechtse nakomelingen van tot slaaf gemaakte mensen moeten maken om hun achternaam te veranderen‘.

Inhoudelijk is M185 een kopie van de eerder verworpen M427 van PvdA en DENK. Het verschil tussen beide moties is niet inhoudelijk, maar gaat over het wel of niet zwaar laten wegen van de financiële dekking. In de tweede motie M185 moet blijkbaar het toevoegen van de passage ‘afschaffing van de kosten van een naamswijziging‘ de draai voor de coalitiepartijen mogelijk maken, zodat ze niet meer gebonden zijn om die af te wijzen vanwege ontbrekende dekking. Een toezegging van het Rijk als gevolg van de onderhandelingen zou dat politiek haalbaar kunnen maken. Daarover zegt het bericht van nu.nl niets. Het is trouwens onzeker of het Rijk ooit met zo’n toezegging komt. Blijkbaar maakt dit voorschot op de toekomst de draai voor GL, D66, CDA, CU, PvdD, SP en Student & Starter mogelijk.

Uit het bericht van nu.nl wordt niet concreet hoe breed de categorie mensen is waarvoor de gemeente Utrecht de naamsverandering wil gaan betalen. Het oogt als een losse flodder of proefballonetje dat dient om druk te zetten op het Rijk. Als het gaat om de mensen die het niet zelf kunnen betalen en waarvoor een regeling wordt getroffen, dan reproduceert nu.nl het standpunt van 3 december 2020 van wethouder Voortman en fractievoorzitter De Boer. Het ‘desnoods’ in de uitspraak van de anonieme bron van de gemeente Utrecht duidt erop dat betalen door de gemeente alleen in specifieke gevallen geldt. Zoals voor mensen die het niet kunnen betalen. Maar dat wordt niet duidelijk gemaakt.

Als dit bericht van nu.nl klopt, wat de vraag is vanwege het anonieme karakter van de bron, dan valt de opstelling van het Utrechtse college en de coalitiepartijen te karakteriseren als politiek opportunisme of vertraagd inzicht. Niet alleen op het Binnenhof worden verschillen niet gemaakt door de inhoud, in Utrecht is het niet anders. De uitspraak van de anonieme bron van de gemeente Utrecht speelt op het niveau van de politieke marketing en de angst om door andere partijen overvleugeld te worden.

Duits liberale FDP positief over samenwerking met SPD en Grünen. Dat contrasteert met bange opstelling van VVD

Opmerkelijk is dat in Duitsland een coalitie van SDP (sociaal-democraten), Groenen en FDP (liberalen die meer lijken op de VVD dan D66) in de steigers staat. Op 26 september 2021 zijn de verkiezingen voor de Bundestag. Deze zogenaamde verkeerslicht (‘Ampel’) -coalitie van Rood-Groen-Geel koerst op een meerderheid in de Bundestag af. Vice-voorzitter van de FDP en Bundestag Wolfgang Kubicki heeft zich er positief over uitgelaten vanwege de stapjes in de richting van het pragmatisme van de andere twee partijen. En dan met name van kandidaat-kanselier Olaf Scholz (SPD).

De FDP heeft een recent verleden van samenwerking met de SPD en is er mentaal als junior-partner aan gewend. Gedenkwaardig in de Ostpolitik van SPD-kanselier Willy Brandt (1969-1974) was minister van Buitenlandse Zaken en vicekanselier Walter Scheel die met Brandt een goede tandem vormde. Ook FDP’er Hans-Dietrich Genscher speelde die rol onder bondskanselier Helmut Schmidt (1974-1982).

Vanuit Duits perspectief is de blokkade van het CDA van een coalitie met de twee linkse partijen PvdA en GroenLinks begrijpelijk. Ook In Duitsland is er immers geen coalitie in de maak van CDU/CSU, SPD, Bündnis 90/Die Grünen en FDP. Dat zou te breed zijn en voor een meerderheid overbodige partijen bevatten. Wat echter niet te rijmen valt is dat de VVD die eis van de CDA overneemt of zich daar achter verschuilt. Des te meer omdat het CDA door de nog steeds niet opgeloste kwestie Omtzigt verdeeld en instabiel is en Hoekstra zich in de onderhandelingen secundair en niet constructief opstelt.

De FDP is niet linkser dan de VVD, maar wel pragmatischer en gewend aan regeren met de SPD. De PvdA en GroenLinks stellen zich niet minder pragmatisch op dan de SPD en Grünen. Vooral GroenLinks wenst sloten water in de wijn te doen om maar te mogen regeren. Waar is de VVD bang voor waar de FDP niet bang voor is? Terwijl notabene de positie van de Duitse SPD en Grünen electoraal veel sterker is dan die van haar Nederlandse zusterpartijen.

Anders gezegd, waarom kan er in Nederland geen verkeerslicht-coalitie van een zwak rood licht (PvdA), een zwak groen licht (GroenLinks) en een sterk geel licht (VVD en D66) tot stand komen, terwijl dat in andere landen wel gebeurt? Overigens heeft zo’n verkeerslicht-coalitie van VVD-D66-PvdA-GroenLinks met 75 zetels geen meerderheid in de Tweede Kamer. Er zijn trouwens andere bezwaren tegen een samenwerking van PvdA met GroenLinks vanwege de identiteitspolitiek van laatstgenoemde.

Maar dat gaat voorbij aan de opstelling van de VVD. De kern van kritiek en oplopende verbazing is dat de VVD vanuit een positie van sterkte een coalitie met rood en groen blokkeert die in Duitsland haar zusterpartij FDP vanuit een positie van zwakte omarmt. Waarom voelen premier Rutte en de VVD zich in hun sterkte zo onzeker? Staat in Europees verband nou de VVD of de FDP uit het lood?