ANP scherpt tegenstelling over Oekraïne aan die in werkelijkheid niet bestaat, maar agendapunt van het Kremlin is. Journalistiek?

In een ANP-bericht van 27 september over het antwoord van de Russische regering op een kritisch rapport van de VN over de mensenrechtensituatie op de Krim valt het volgende te lezen: ‘Rusland eigende zich de Krim in 2014 toe tijdens de crisis in Oekraïne waar Russischtaligen in de verdrukking kwamen.’ In een uitwisseling op FB werd ANP op deze uitspraak aangesproken en gaf een medewerker van de Redactie Wereld een antwoord van betreffende redacteur: ‘Het is bekend dat het conflict in Oekraïne destijds en nog steeds stoelt op een rivaliteit tussen de pro-westerse Oekraïners in het midden en westen van het land die bij de EU willen gaan horen en de op Rusland gerichte bevolkingsgroepen, vooral in het oosten waar veel Russisch gesproken wordt. De op Rusland gerichte Oekraïners waren ook vaak met hun baan en inkomen afhankelijk van export naar Rusland en de politiek van de pro-westerse Oekraïners vormde daar een bedreiging voor.’

Dit is een bedenkelijke en onzuivere redenering. Het is onduidelijk op welke feiten deze ANP-redacteur zich baseert en hoe ze in een logisch betoog passen. En hoe een en ander wordt afgeperkt. Het lijkt er sterk op dat de redacteur de agendapunten van het Kremlin overneemt. Wellicht zonder dat volledig te beseffen. Dat geeft te denken over de kwaliteit van de berichtgeving van het ANP over Oekraïne en de Russische Federatie, en over het conflict tussen deze twee landen dat nu al sinds 2014 duurt en nog dagelijks slachtoffers eist.

Het betoog van de ANP-redacteur is in strijd met de feiten zoals die onder meer blijken uit een artikel van Paul Goble op zijn blog Windows on Eurasia over het aandeel en belang van etnische Russen in de Oekraïense bevolking. Goble vat een betoog samen van de Russische analist Igor Jakovenko die opmerkt dat dat aandeel van 9,23% in 1926 steeg tot 22,07% in 1989. Onder meer als gevolg van de massamoord op de Oekraïense boeren door Stalin en de in Moskou georganiseerde migratie van etnische Russen en Moskou’s aanmoediging van de Russische in tegenstelling tot de Oekraïense identiteit. Sinds 1989 is het aandeel etnische Russen echter gedaald. Uit recent onderzoek blijkt dat slechts zes procent van de burgers van Oekraïne nu zeggen etnische Russen te zijn. Het cijfer van de volgende volkstelling in 2020 zal waarschijnlijk nog lager uitvallen.

Jakovenko meent dat de door het Kremlin begonnen oorlog tegen Oekraïne en de Russische propaganda de etnische Russen in Oekraïne in het nauw heeft gebracht. Ze worden door het Kremlin voor het blok gezet om te kiezen. Het is daarbij niet zozeer een kwestie van hoe ze door anderen gezien worden, maar hoe ze zichzelf zien. Of willen zien. ‘Ze zien zich niet zoals Moskouse TV-commentaren erop aandringen om zichzelf te zien, ze kiezen ervoor om Oekraïeners te zijn, hoewel ze onder andere omstandigheden anders gekozen zouden kunnen hebben’, aldus Jakovenko. De strategie van het Kremlin werkt dus averechts. De etnocide van de etnische Russen is werkelijk aan de orde, maar wordt niet door Kiev, maar door Moskou uitgevoerd.

De ANP-redacteur denkt niet alleen te simpel door aan te nemen dat Russischtalige Oekraïeners of etnische Russen in Oekraïne niet voor Kiev zouden kiezen, hij of zij verbindt er ook nog eens de verkeerde conclusie aan. Zo wordt een scherpe tegenstelling tussen bevolkingsgroepen gesuggereerd die in werkelijkheid niet bestaat of veel gradueler is. De ‘rivaliteit’ is subtieler. Maar er is meer in de redenering die niet klopt. De Donbas met verouderde zware (staal)-industrie was ook al voor 2014 afhankelijk van subsidies uit Kiev en draaide ook voor het uitbreken van de oorlog in 2014 al met verlies, zoals deze grafiek leert. Als het een wingebied was geweest, dan had Moskou het in 2014 zeker geannexeerd. Maar dat gebeurde niet vanwege de hoge kosten die het Kremlin hiervan weerhield. Het fabeltje van de ‘op Rusland gerichte Oekraïners’ die ‘ook vaak met hun baan en inkomen afhankelijk van export naar Rusland’ waren is een agendapunt uit de hoge hoed van het Kremlin dat om onnavolgbare redenen in het hoofd van een redacteur van het ANP is verankerd. Dat dient de informatievoorziening aan de Nederlandse nieuwsconsument niet, maar zit het vooral in de weg.

Foto: Schermafbeelding van artikelKremlin: wij doen niks fout op de Krim’ in het ND van 27 september 2017 dat aangeleverd werd door het ANP.

Thierry Baudet eigent zich ongenuanceerd oordeel over hedendaagse kunst toe

Het is altijd kiezen tussen lachen en schrikken als men stukken van Forum voor Democratie onder ogen krijgt. Neem het anonieme commentaarBreek het Kunstkartel!’ dat waarschijnlijk door Thierry Baudet is geschreven. Aanleiding ervoor is de tentoonstellingPrésence de la peinture en France» (1974-2016)’ in het gemeentehuis van het 5de arrondissement in Parijs. Dat van de Sorbonne, Quartier Latin en de Grote Moskee. Initiatiefnemer ervan is Marc Fumaroli met medewerking van Jean Clair. Beide zijn lid van de Académie française.

Het is niet toevallig dat Baudet uitkomt bij deze tentoonstelling en bij Fumaroli en Clair. Ze ageren tegen hedendaagse kunst. Baudet is eveneens gekant tegen hedendaagse kunst omdat het het thuisgevoel (‘oikofobie’) in de weg zou staan. Een term van de Britse conservatieve cultuurfilosoof Roger Scruton die via de Franse rechtse filosoof Alain Finkelkraut in het Franse debat is terechtgekomen. Baudet heeft deze term ‘geleend’ en in zijn politiek ingepast.

Hedendaagse kunst zou mensen vervreemden van de eigen omgeving is het idee van deze conservatieve denkers. Exact het omgekeerde van wat Bertolt Brecht beweerde met zijn theorie van vervreemding in het theater die mensen bewust maakt omdat hun de montage van het werk wordt getoond. Wat tot nadenken zou aanzetten en het doorzien van manipulatie. Maar deze rechtse denkers leggen andere accenten voor de vermeende bewustwording van de massa door zich op te werpen als bemiddelaars.

De kunstenaars Paul McCarthy, Jeff Koons en Anish Kapoor zijn in Frankrijk de favoriete zondebokken zoals een artikel in Challenges verduidelijkt. Dat afwijzen van hedendaagse kunst door radicaal-rechts gaat niet om de kunst, maar om het debat dat die afwijzing oplevert en het mogelijk maakt om traditionele waarden te verdedigen. Zo bedrijven deze rechtse denkers en een politicus als Baudet politiek ten koste van de kunst.

Het gaat Fumaroli die nauwelijks verstaanbaar Engels spreekt vooral om het afwijzen van de Angelsaksische dominantie en het aanprijzen van de vermeende grootsheid van de Franse natie, taal en geschiedenis. Als het moet met steun aan middelmatige Franse kunstenaars of Franse kunstenaars van het verleden.

Niet Christian Boltanski, Daniel Buren of Sarkis die een Frans humanisme vertegenwoordigen en internationaal opereren. Omdat de kunsthandel grotendeels Angelsaksisch is en het culturele wereldhart al sinds 60 jaar niet meer in Parijs klopt, richt Fumaroli zijn pijlen op de internationale kunsthandel. En scheert hij alles over één kam. Fumaroli gaat het ook om het benadrukken van het belang van de christelijke religie. Daarbij komt hij al snel op een hellend vlak met beschuldigingen van godslastering en een houding die past bij antisemitisme.

Als navolger van zijn voorbeelden Scruton, Fumaroli en Finkelkraut probeert Thierry Baudet een Frans debat naar de Nederlandse situatie te vertalen. Opvallend voor iemand die zegt te zweren bij de natiestaat. Hij doopt het ‘Breek het kunstkartel!’ met de impliciete verwijzing naar het partijkartel dat taaleigen van het Forum voor Democratie is.

Maar Baudets oefening is die van een tovenaarsleerling die nog niet tot op de schouders van zijn voorbeelden heeft kunnen klimmen. Zijn betoog is een matige vertaling en mist de brille en diepgang van zijn voorbeelden. Baudet heeft te weinig kennis van hedendaagse kunst om zinvol te kunnen onderscheiden. Daar helpt het napraten van zijn voorbeelden niets aan.

Het brengt hem tot uitspraken over kunstenaars, esthetiek en kunstmarkt die niet alleen ongedifferentieerd zijn, maar ook niet geloofwaardig worden omdat ze duidelijk zijn ingegeven door een conservatieve culturele agenda die de kunst van de eigen tijd niet begrijpt.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelBreek het Kunstkartel!’ op Forum voor Democratie, 28 september 2017.

Alexei Navalny attaqueert propagandistische voetsoldaat van het Kremlin Vladimir Solovyov. Boef en dief bij de gratie van Putin

De Russische oppositieleider Alexei Navalny blijft komen met video’s met onthullingen over de boeven en graaiers in de entourage van president Putin. Ze stelen het land leeg ten koste van de gewone inwoners van de Russische Federatie. Navalny en zijn groep doen dat tamelijk effectief en professioneel. Navalny wordt waar mogelijk gemarginaliseerd door het Kremlin, maar maakt optimaal gebruik van de ruimte die hij heeft.

In deze video gaat het om de pro-Kremlin televisie persoonlijkheid Vladimir Solovyov. Hoe komt hij aan zijn Moskouse appartementen, buitenverblijf in Peredelkino en villa in Italië? Solovyov reageerde onmiddellijk en zei geen bezwaar te zien in zijn bezit omdat hij geen staatsdienaar zou zijn. Navalny denkt er anders over en probeert de publieke opinie te overtuigen. Navalny’s opmerking in het begin dat deze propagandisten in de media zelfs nog slechter zijn dan het gecorrumpeerde regime van Putin zet de toon. Schril en schrijnend.

Overheid, stimuleer naast bezoek Rijksmuseum voor scholieren ook bezoek aan een museum van hedendaagse kunst

Het wordt druk in het Rijksmuseum in Amsterdam. En met 2,26 miljoen bezoekers per jaar is het al druk. Volgens directeur Taco Dibbets in een bericht in Het Parool ontving het Rijksmuseum in 2016 zo’n 150.000 leerlingen ‘in schoolverband’ en ‘daar kunnen volgens Dibbits nog makkelijk 100.000 bij’. Volgens het plan van de formerende partijen VVD, CDA, D66 en CU moet schoolgaande leerlingen ‘tijdens hun leerplichtige jaren’ het Rijksmuseum bezoeken. Er zijn volgens de opgave van het CBS in 2018 ongeveer 2,4 miljoen schoolgaande kinderen in de leeftijd 5-18 jaar. Dat betekent jaarlijks zo’n 184.000 leerlingen die langskomen in het Rijksmuseum. Als een bezoek verplicht wordt gesteld, wat nu (nog) niet het geval lijkt te zijn.

Het is onduidelijk hoe het bezoek van de 150.000 leerlingen in 2016 is samengesteld. Er kan sprake zijn van dubbeltellingen en leerlingen kunnen ouder dan 18 zijn (Pabo). Het jaarverslag 2016 geeft geen uitsluitsel. Het is onwaarschijnlijk dat van de 184.000 leerlingen die volgens het plan van de coalitie het Rijksmuseum moeten bezoeken, 150.000 leerlingen dat nu al doen. Want ze moeten ook uit Oostburg, Vlieland, Vaals of Delfzijl komen. En uit Rotterdam. Het valt niet in te zien dat dat nu al gebeurt. Het is de vraag of er meer of minder dan 100.000 extra leerlingen zijn om die 184.000 te halen. Omdat leerlingen ook de Tweede Kamer moeten gaan bezoeken waarschuwt volgens een bericht in het AD ProDemos -dat rondleidingen in de Tweede Kamer verzorgt- dat door de plannen daar capaciteitsproblemen kunnen ontstaan. ProDemos: ‘De grootste beperking zit nu bij de Kamer zelf, dus de capaciteit zal vooral daar groter moeten worden gemaakt’.

Een bezoek aan het Rijksmuseum is een goede zaak omdat het scholieren in contact brengt met kunst. En overigens ook met de hoofdstad van ons land. Maar er is een nadeel. Ofschoon het Rijksmuseum sinds de recente verbouwing een afdeling 20ste eeuw heeft opgetuigd ligt hier kwalitatief en kwantitatief toch niet het zwaartepunt van het museum. En hoe dan ook stopt de collectie in 2000. De leerlingen van 5-18 jaar komen in het Rijksmuseum dus niet in contact met objecten die tijdens hun eigen leven zijn gemaakt. Zo wordt het er afstandelijk op, welke educatieve programma’s ook worden ingezet om het te verbeelden en te actualiseren.

Het niet verplicht stellen van een bezoek aan een museum van hedendaagse kunst is daarom een gemis. En een gemiste kans. Het is goed dat leerlingen het Rijksmuseum bezoeken, maar dat zou voor leerlingen ‘tijdens de leerplichtige jaren’ aangevuld moeten worden met een verplicht bezoek aan een museum van hedendaagse kunst. Dat is in Nederland geen probleem omdat alle provincies op Zeeland en Flevoland na uitstekende kunstmusea binnen hun grenzen hebben: Groningen, Leeuwarden, Assen, Zwolle, Arnhem, Utrecht, Den Haag en Rotterdam, Eindhoven en Tilburg, en Maastricht. Waar nodig kunnen musea hun collectie verbreden om een goed beeld van de ontwikkeling van de hedendaagse kunst te laten zien. Dat kan via bruiklenen van de Collectie Nederland. Het verdient aanbeveling dat de oppositiepartijen het voorstel van de coalitie aanvullen en verbeteren door te pleiten voor een bezoek aan een museum van hedendaagse kunst.

Foto: Schermafbeelding van deel paginaDe 20ste eeuw (1900-2000)’ van het Rijksmuseum.

Veelbelovend onderwerp over stereotypen in media gaat in NRC-artikel als nachtkaars uit. Met de framing van beide onderzoekers

Een veelbelovend onderwerp dat als een nachtkaars uitgaat. Dat is het artikel over media-onderzoek met de titel ‘Breng eens wat vaker verhalen over moslims die het goed doen’ (online versie) of ‘En zo schrijft de pers over ‘de’ Nederlander’ (papieren versie) van de NRC. Dit suggereert dat de eindredactie worstelde met de framing in de kop. Framingspecialist Sarah Gagestein framed zich daarbij onbeschaamd als framingspecialist, zonder dat duidelijk wordt wat dat inhoudt. Zij deed samen met Nel Ruigrok en met ‘de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU)’ onderzoek naar stereotypes van moslims en Nederlanders in de geschreven pers. Hoe de Vrije Universiteit betrokken was wordt niet echt duidelijk, wel wordt ‘VU-collega’ Antske Fokkens door Ruigrok en Gagestein genoemd die ‘software [heeft] ontwikkeld om zogeheten microportretten te traceren‘.

Het interview met Gagestein en Ruigrok levert weinig op. Opvallend is dat niet zij, maar Aybala Carlak in een kadertje (‘frame’) bij het artikel de meest zinnige opmerking maakt. Ze vindt het ‘net zo vervelend als media geforceerd positief over moslims doen’ en vraagt zich af ‘Waarom worden moslims niet vaker los van hun achtergrond gezien?’ Dat laatste is de essentie die Carlak treffend onder woorden brengt. Beide onderzoekers lijken nog niet zover te zijn en zitten nog in een eerdere fase van ontkenning. Zo zegt Gagestein op een vraag van interviewer 

Foto’s: Schermafbeelding van passages uit artikelEn zo schrijft de pers over ‘de’ Nederlander’ van Reinier Kist in NRC, 26 september 2017.

Cherbourg, 1944. Met een rode jas op een pleintje

Zomaar een foto, maar dan wel met geschiedenis. Het is er één uit de reeks PhotosNormandie op Flickr. Een kruising in Cherbourg, 1944. Heeft de vrouw speciaal haar rode jas aangetrokken voor de kleurenfoto? Boven haar een rode veeg van de Franse vlag. Die wat stilletjes hangt. Of heeft de fotograaf gewacht op een vrouw met een rode jas? Het stel staat stil en poseert. Franse matrozen zorgen voor een marine toets, legergroene Amerikaanse militairen walk in the shade. Omkijkend naar het stel. De zon schijnt fel en werpt schaduwen van huizen op de Place des Caveliers. De fietsenwinkel op de hoek is gesloten. ‘One Way’ geeft een bord aan. De richting van toen is alleen de richting van toen. Voorgoed bewegingsloos in de tijd. Voor altijd achtergelaten.

Foto: ‘p012883; Sur une place, devant un magasin de cycles fermé, un couple de civils, des marins français et des GI’s. Un drapeau français à une fenêtre. A Cherbourg, pace des Caveliers traversée par la rue Emmanuel Liais (à gauche), à droite la rue Christine d’où vient le GI.’

Metropoliet Hilarion schetst op conferentie van Russische ambassade in Londen gevaar voor christendom in Europa. Njet!

Wie wil kan dagelijks gaten schieten in betogen op rechts-christelijke websites. Ze grossieren in alternatieve feiten en gedragen zich geen haartje beter dan hun rechts-nationalistische tegenhangers. Ze stellen het christendom mooier en edeler voor dan het ooit was en zien overal bedreigingen. De betogen zijn niet erg genuanceerd. Zo versterken migranten die naar West-Europa komen het afkalvende aandeel van de christenen in de samenleving. Zo is migratie tweerichtingsverkeer, waarbij migranten ook Europeaniseren. Zo staat het secularisme niet vijandig tegenover religie, maar garandeert het juist het bestaan ervan onder de rechtsstaat.

De Russische Metropoliet Hilarion vermengt politiek, nationalisme en religie als hij op een conferentie van de Russische ambassade in Londen stelt dat het christendom vervangen wordt door een ‘seculiere ideologie’. ChristianHeadlines doet verslag maar verzwijgt de betrokkenheid erbij van de Russische ambassade. Christian Today is vollediger. Hilarions suggestie waar de redding voor het Avondland ligt is duidelijk: in Russische handen. Zo maakt religie zich ondergeschikt aan de politiek en verliest verder aan gezag. Mijn reactie:

Metropolitan Hilarion asks for unity among the Churches. That is harder than it seems. In his own house there is a conflict between the Russian and the Ukrainian Orthodox Church. Churches in authoritarian countries depend on politics. For someone who can not even reach unity in the own church, the call sounds quite inconsistent.

In any pluriform and open society secularisme is no threat, but a solution to Christianity. Secularism defends all religions against equalization by governments or dominant religious organizations. Governments have the obligation to guarantee equality of all religions and beliefs under the rule of law.

The secular idea -as Metropolitan Hilarion calls it- doesn’t intend to replace any religion, but to protect it. He makes the mistake by suggesting that breaking down the favorite position of state religion has something to do with freedom of religion. But the first is a political topic and the latter a legal one.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelIs Christianity Dying Out in Europe? One Orthodox Leader Says ‘Yes!’ op ChristianHeadlines, 26 september 2017. 

Wet van Rutler: Naarmate er meer christelijke online-commentaren zijn, nadert de waarschijnlijkheid van een vergelijking met de islam tot 1

Soms kom je op internet commentaren tegen waarin alles met alles wordt verbonden. Bekend is de Wet van Godwin die zegt dat hoe langer een debat op internet duurt, hoe waarschijnlijker het wordt dat er een verwijzing naar Hitler of het nazisme wordt gemaakt. Maar vlak de snerende verwijzingen uit christelijke hoek naar de islam niet uit. Daarom introduceer ik de Wet van Rutler. Die houdt in dat hoe meer een christelijke commentator op internet publiceert hoe waarschijnlijker het wordt dat er een verwijzing naar de islam wordt gemaakt. Mijn reactie (waarvan het de vraag is of die definitief op PewSitter.com wordt geplaatst):

Father George Rutler is framing the debate deliberately wrongly when he says ‘to censure “The Star Spangled Banner” on lame claims that it is racist.’ The athletes are not claiming the flag, the anthem or all the symbolism of the country is racist. They only claim there exists an epidemic violence by the police against non-white citizens.

If the USA is truly a free country then it is their right to pronounce that protest. if that protest is suppressed, then the USA is a less free country than its supporters suggest.

The actual protests on the sport fields have nothing to do with religion. Although it is logical that a clergyman suggests otherwise. Religion is simply his profession, livelihood and social position. Therefore clergyman tend to relate everything to religion because it increases their own importance. Often at the expense of competing religious organizations, like in this case, Islam.

What father George Rutler’s column adds to the public debate is the question.

Foto: Schermafbeelding van deel commentaarIgnorance, Taking a Knee, and Islam’ van Father George Rutler op PweSitter.com, 25 september 2017.

Petitie ‘Kunst- en cultuuronderwijs in multicultureel Nederland’ is lovenswaardig, maar bevat denkfout

De petitieKunst- en cultuuronderwijs in multicultureel Nederland’ vraagt om ‘kunst en cultuur te verankeren in het onderwijs’. Dat is een lovenswaardig pleidooi, maar het bevat een ernstige denkfout. Dat komt door de verwijzing naar het multiculturalisme: ‘Het onderwijs is bij uitstek geschikt om kinderen in een steeds multicultureler Nederland te laten kennismaken met elkaars culturen, verhalen, achtergronden – en moet daar veel meer ruimte voor krijgen dan nu het geval is.’ Wat er bedoeld wordt met een ‘steeds multicultureler Nederland’ en of dat overeenkomt met de richting die Nederland op dit moment opgaat is de vraag. Kortom, de petitie maakt het zich nodeloos ingewikkeld door het betoog op te hangen aan ‘het multiculturalisme’.

Een petitie die vraagt om meer kunst- en cultuuronderwijs verdient steun. Maar dan wel zonder inperking vooraf. Uiteraard is onderwijs bedoeld om kinderen op een hoger plan te brengen en te laten integreren in de orde. Dat gebeurt onder meer door ethische vorming, intellectuele vorming, lichamelijke opvoeding, seksuele opvoeding, persoonlijkheidsvorming, sociale vorming en esthetische vorming. Kunst- en cultuuronderwijs staat niet los van de rest van de kennisverwerving en persoonlijkheidsvorming van het kind, maar kan evenmin ondergeschikt zijn aan een politieke of maatschappelijke doelstelling. Want dat gaat dan ten koste van de esthetische vorming die direct ondergeschikt gemaakt wordt aan steun voor ‘het multiculturalisme’ en daardoor aan kracht verliest. Anders gezegd, esthetische vorming is onlosmakelijk onderdeel van de vorming die het kind wapens geeft om afstand te nemen van de wereld en het ruimte te geven zonder dat het bij voorbaat voorgesorteerd wordt in een bepaalde richting. Kunst- en cultuuronderwijs moet breder dan dat zijn.

Foto: Schermafbeelding van deel petitieKunst- en cultuuronderwijs in multicultureel Nederland’ van Rindert Kromhout op Petities.nl.

Tentoonstelling Guggenheim trekt aandacht door kritiek op video met honden die elkaar niet aan kunnen raken. Protest = marketing

Het Guggenheim Museum in New York ligt onder vuur door de videoDogs That Cannot Touch Each Other’ (2003) van Peng Yu en Sun Yuan op de tentoonstellingArt and China after 1989: Theater of the World’ die op 6 oktober opengaat. Er is Chinese hedendaagse kunst te zien uit de periode 1989-2008. Of het de marketing van het Guggenheim Museum is of het protest van dierenactivisten, de tentoonstelling trekt al veel publiciteit.

De reacties doen denken aan wat Jan Fabre overkwam met werk dat was gebaseerd op Dali Atomicus (1948) van Philippe Hartman en Salvador Dali. Katten zouden door hem mishandeld zijn bij een opname door een Franse ploeg voor een film over hem. Een onterechte beschuldiging. De fractie van de PVV stelde in juni 2016 in de Brabantse Staten vragen over Fabre en probeerde hem af te beelden als een kunstenaar met ‘een zeer dubieuze reputatie als het gaat om dierenwelzijn’. In een commentaar omschreef ik dat toen zo: ‘Behalve Jan Fabre kregen afgelopen jaren ook Hermann Nitsch en Damien Hirst op oneigenlijke gronden kritiek van politieke activisten die zich presenteren als dierenactivisten. Ze zouden zich dienen te beperken tot waar het om gaat: dierenrechten. Dat is een goed doel, maar de PVV maakt het breder dan het is door Fabre een ‘narcistische dierenbeul‘ te noemen. Voor die kwalificatie bestaat geen enkel bewijs. Dan wordt de kritiek onzuiver en ongeloofwaardig. Met de politisering van hun rechten door de PVV hebben dieren niks te winnen.’

In een ander commentaar over een haatcampagne tegen Jan Fabre concludeerde ik dat het niet alleen tegen Fabre of voor het dierenwelzijn ging, maar vooral tegen de kunst: ‘Tegenwoordig is de geringste verwijzing naar kinder- of dierenmishandeling in de eigen omgeving al voldoende voor massale mobilisatie. Sterk aangejaagd door sociale media die telkens uitkomen bij verontwaardiging. Het besef van gebrek aan zeggenschap over grote problemen eindigt zo in extra gevoeligheid voor het kleine. In een vlucht naar de wereld van de onschuld. De campagne tegen Fabre doet denken aan de rancune van de VVD en PVV tegen de kunst. Da’s op zijn beurt het kleine van de politiek.’ Deze geschiedenis herhaalt zich weer eens in New York.

Foto: Still uit video ‘Dogs That Cannot Touch Each Other’ (2003) van Peng Yu en Sun Yuan.