Propaganda, pracht en praal van Prinsjesdag

Dit is propaganda. Voor de gevestigde orde. Voor de monarchie. Voor de parlementaire democratie. Voor Nederland. We hebben terecht de mond vol over op Nederland gerichte buitenlandse propaganda die ons via (sociale) media zou manipuleren, maar lijken de binnenlandse propaganda te vergeten. Of bewust te negeren.

Propaganda is niet per definitie slecht. Het kan verbinden en motiveren door zin te geven aan rituelen en symbolen. Dat gebeurt hier. Het binnenhof, een militaire kapel en het staatshoofd worden door pracht en praal omlijst. Propaganda is evenmin per definitie goed. Het kan misleiden en het publieke debat eenzijdig sturen zodat een open debat niet tot stand komt omdat het door de opinieleiders bewust wordt geblokkeerd.

Waar ligt de grens van het redelijke en het functionele? Waar gaan eenzijdigheid en vooringenomenheid over de inrichting van Nederland over in ondermijning van Nederland? Dat antwoord is niet zo makkelijk te geven. Wat we hier zien aan groots vertoon is dik aangezet en zal voor vele objectieve beschouwers potsierlijk ogen, maar als het de mythe van een verenigd land onderstreept is het functioneel. Dat de huls van uiterlijk vertoon bestaat is daarom begrijpelijk, maar hoe die wordt gevuld is dat niet. Kritiek moet daarom voorbijgaan aan de ogenschijnlijke lachwekkendheid van de gebeurtenis die afleidt van de oorzaak. Zo heeft de pracht en praal een dubbele betekenis: het bevestigt de gevestigde orde en probeert kritiek niet verder te laten kijken dat dat.

Dus de pijn zit elders. Namelijk in het feit dat het debat over de keuze voor een andere staatsvorm door de macht wordt geblokkeerd. De monarchie verschuilt zich achter het schild van het politieke bestel van de parlementaire democratie die brede steun geniet. De kracht van de verbinding wordt nu onterecht bij de monarchie gelegd, terwijl er alternatieven zijn die hetzelfde resultaat en filmpje zouden opleveren. Dat we als Nederlanders de keuze voor het staatshoofd niet openlijk kunnen debatteren is een gevolg van propaganda.

Om de knoop te ontwarren moeten we ons de vraag stellen wie zich met welk belang achter wie verschuilt. Want als de monarchie zich probeert te legitimeren op de schouders en achter de rug van de parlementaire democratie, dan is die bekrachtiging oppervlakkig en cosmetisch. Dan krijgt de pracht en praal die al twee betekenissen had, namelijk de bevestiging van de gevestigde orde en afleiding voor fundamentele kritiek er een derde betekenis bij: de gijzeling door de monarchie van het parlementaire bestel. Vermoedelijk lopen de drie betekenissen door elkaar heen en zorgen ze voor een stevig model waarbij de belangen zijn uitgeruild.

Waarom is er geen breed debat over afschaffing van de monarchie?

Morgen 27 april is het Koningsdag. In de supermarkten is extra bier ingeslagen. De continuïteit en kwaliteit van de Nederlandse monarchie is een mythe. Zoals elke mythe komt het niet overeen met de realiteit. Eeuwenlang is het verhaal bijgeslepen en verdraaid om de natie te bouwen. Zo’n broodjeaapverhaal over Oranje kan desondanks werken. Soms hebben volkeren een leugentje om bestwil nodig om zich te verenigen.

Maar een mythe kan uitgewerkt raken. De positie van Oranje lijkt sterker dan die is. Principieel tegenargument is dat erfopvolging in tegenspraak met de volkssoevereiniteit is. Het is discriminatie dat een burger nooit staatshoofd kan worden. Traditioneel wordt het beeld uitgedragen dat Oranje al eeuwenlang op twee pijlers rust: het grauw en de pluimstrijkers die de kern van de macht trachten te bereiken. De calculerende burger neemt de monarchie op de koop toe en staat er vrij onverschillig tegenover. Op een kleine minderheid na.

Aan de andere kant voert een kleine minderheid campagne tegen de monarchie. Zo zegt blogger Kevin Levie in een opinie-artikel voor Het Parool dat Amsterdam Koningsdag moet afschaffen. Hij hoopt ermee een debat over de afschaffing van de monarchie te starten. Levie geeft als reden dat Amsterdam een progressieve stad is. En: ‘Die monarchie is niet alleen archaïsch en ondemocratisch, maar kost ons jaarlijks ook bakken met geld: 345 miljoen, becijferde het Republikeins Genootschap deze week. (…)  Treurig genoeg wordt juist in het vooruitstrevende Amsterdam jaarlijks ’s lands grootste en meest ontspoorde feestje ter ere van het koningshuis gevierd. Dit feestje wordt (…)  zelden of nooit politiek ter discussie gesteld. Het is hoog tijd om dat wél te doen: want als Amsterdam de eerste stad is die Zwarte Piet in de ban doet, waarom zouden we dan niet ook voorop kunnen lopen in het verwerpen van de achterhaalde monarchie?’ Als inwoner van het niet minder progressieve Utrecht hoop ik dat dit debat ook in de Domstad gevoerd wordt. Met als eerste inzet het afschaffen van Koningsdag zoals die nu gevierd wordt, als opzet naar de afschaffing van de monarchie.

Oranje is geen waakhond, maar een jachthond die zelf in de bossen op wild jaagt. Die de broekriem niet wilde aanhalen, terwijl iedereen gekort werd. De koning weerspiegelt onze tegenstrijdigheid en verdeeldheid. Hij is welvarend en denkt geloofwaardig namens minder daadkrachtigen en sociaal zwakkeren te spreken. Het gaat er niet om dat de koning geen geschikte vent is, maar dat monarchie Nederland steeds slechter past. Omdat er een taboe ligt op het debat erover kan een maatschappelijk debat erover niet plaatsvinden. Dat is jammer.

Constitutionele toetsing doet recht aan het vertrouwen in de integriteit van de Nederlandse rechtspraak, betoogde Femke Halsema in 2002 in haar Initiatiefwet over de toetsing aan de Grondwet. Wellicht is zij de nieuwe burgemeester van Amsterdam. Integriteit is de essentie, de staalconstructie die het gebouw stevigheid biedt. Of een koning, president, komiek of filmster op de troon mag zitten is ondergeschikt. Instituties doen ertoe. Als een natie uit nostalgie of traditie haar cohesie en identiteit denkt te kunnen versterken door Oranje dan moet dat mogelijk zijn. Het helpt niet als een debat erover door de politiek en de gevestigde media wordt geblokkeerd zodat we niet weten wat de Nederlanders werkelijk denken over de afschaffing van de monarchie.

Foto: ‘Picking oranges’, 1902. Collectie: Library of Congress.

Vliegende Merkel als voorbeeld voor Nederlandse politici

Op Angela Merkel is de verzuchting ‘vroeger waren er staatslieden zoals Adenauer, Churchill of De Gaulle, nu niet meer’ niet van toepassing. Zij neemt haar land bij de hand en leidt het naar de toekomst. Voorzichtig en weloverwogen. Deze vrouw wordt steeds meer als staatsman gezien. In een richting die de burgers mogelijk op het eerste gezicht niet voor ogen hadden, maar waar ze zich achteraf best mee kunnen identificeren.

Nederland heeft geen leider van het kaliber Merkel. Nederland heeft de flexibele Rutte, de onbuigzame Buma, de handige Pechtold, de tobberige Asscher, de rancuneuze Wilders, de koddige Roemer of de communicatieve Klaver. Nederland krijgt de leiding die het verdient, zo wordt gezegd. Het is makkelijk om kritiek te hebben op de huidige generatie Nederlandse politici. Maar het is nog moeilijker om er geen kritiek op te hebben.

Van A naar Beter, heet het in overheidsbeïnvloeding die Nederlanders op de weg een duwtje wil geven om de beste route te kiezen. Soms is de kortste weg niet de snelste weg. Of de beste weg. Politici beseffen dat, maar ze handelen er op dit moment niet naar. Ze geven de indruk te veel belang te hechten aan hun eigen positie en die van hun partij of hun favoriete onderwerpen die de eigen achterban bedient. Ze overstijgen de tijd en partijgrenzen niet. Hun voorzichtigheid en bedachtzaamheid slaat om in bangigheid en blikvernauwing.

Zo tikt tijd die gevuld wordt met details weg terwijl belangrijke vragen wegens ontbrekend besef van urgentie blijven liggen. Hoe Nederland toekomstbestendig te maken? Hoe het politieke bestel te moderniseren? Hoe de welvaart beter verdelen? Welke geopolitieke positie moet Nederland in de EU kiezen nu de Britten door de Brexit en de VS door het onberekenbare gedrag van president Trump gedeeltelijk dreigen weg te vallen? Zoekt Nederland aansluiting bij de Duits-Franse as? Nederlandse politici sleutelen aan het Binnenhof met elkaar, verwijten elkaar niet te bewegen, maar blijven zelf stilstaan. Buiten de landsgrenzen is er de vliegende Merkel.

Foto: ‘The flying Merkel … J.P. Schantin crossing the great American desert on his flying Merkel motorcycle’, 1913. Collectie Library of Congress.

Judy Dempsey over Nederlandse politici bij Oekraïne-referendum: ‘intellectuele luiheid en onverschilligheid’

ab

Nog vier weken tot de verkiezingen. De campagne is tot nu toe van een tenenkrommende overbodigheid. Alleen marketing en tactiek. Wie gaat met wie, wie gaat niet met wie, wie is ijdel, wie heeft lange tenen, wie biedt het beste koopkrachtplaatje, wie krijgt het beste rapportcijfer van het CPB op onderdeel A, B, C, D, E, F enz. . Dat gaat het over. Het niveau van dwergen die op elkaar schouders klimmen en dan het idee hebben ineens geen dwergen meer te zijn. Maar dwergen zijn ze en blijven ze. Zonder enig zicht op de toekomst.

Hoofdredacteur Judy Dempsey van Carnegie Strategic Europe doet tegen Arnout Brouwer pittige uitspraken in een interview met De Volkskrant. Over de EU, de relatie van de EU met president Trump, Europese veiligheid, kanselier Merkel, de liberale wereldorde en de behoefte aan sterk leiderschap om dat overeind te houden. Leiderschap dat volgens Dempsey op dit moment te onzichtbaar is en zich niet sterk genoeg maakt om op te komen voor de waarden waar het voor zegt te staan. Wat de vraag oproept of het nog wel ergens in gelooft.

Over de opstelling van Nederlandse politici bij het Oekraïne-referendum is Dempsey hard: ‘De Nederlandse politici hebben er een zootje van gemaakt. Ze namen zelfs niet de moeite om te proberen de bevolking te overtuigen! Het was intellectuele luiheid en onverschilligheid jegens de burgers. ‘Jullie weten niet waar jullie het over hebben.’ Er is een publiek dat geïnformeerd wil worden. En dat erbij betrokken wil worden.’

Nederlandse politici zijn lui en onverschillig. Maar vooral gemakzuchtig, middelmatig en ondermaats. Zonder het te beseffen gevangen in de waan van de dag onder hun kaasstolp rond het Binnenhof die wordt verward met de werkelijkheid. Met als gevolg dat nu een politicus zonder concreet programma aan de kop gaat in de peilingen. En malcontenten zich in het bestel naar voren kunnen dringen zonder iets zinnigs toe te voegen. Dat is het niveau van dwergen. De ene helft vlucht weg in het cijferfetisjisme van details zonder hoofdlijn. En de andere helft schetst een onafgewerkte, vrijblijvende lijn zonder details. Nergens komen hoofdlijn en detail samen in een programma dat urgentie toont. Nergens worden de antwoorden voor de toekomst voorbereid.

Het heeft geen zin om het hoofd in de schoot te leggen. Burgers van Nederland moeten het doen met de politieke partijen die nu voorradig zijn. Hoewel ze veel gemeenschappelijke kenmerken van vervreemding en wereldvreemdheid vertonen, verschillen partijen wel degelijk onderling. Behalve de tweedeling van partijen die of de hoofdlijn of de invulling ervan verwaarlozen. De kiezer wil geïnformeerd worden. De kiezer wil serieus genomen worden. Niet door marketing, maar door elementaire informatie die partijen niet zelf vooraf filteren.

De kiezer wil weten wat partijen willen met Nederland en de EU. Hoe ze dat concreet in maatregelen omzetten. De kiezer wil dat politici geloof hebben in Nederland en die overtuiging in de praktijk tonen. Ondubbelzinnig en welomschreven uitleggen hoe ze het Nederlands belang willen dienen. De dwergen moeten kloten tonen.

Foto: Schermafbeelding van tweet van Arnout Brouwers met reactie, 20 februari 2017.

Wat te doen met GroenLinks? Wat is ervoor nodig om die partij te kunnen steunen?

Op 15 maart 2017 zijn de volgende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Als het kabinet Rutte II ongehinderd de eindstreep haalt. Dan wordt de stem van de kiezer gevraagd. Na afstrepen neig ik naar GroenLinks. Voorlopig. Want reken maar na: geen religie in politiek (CDA, CU, SGP), geen rechts- of links-radicalisme (PVV, GrBvKL, SP), geen irrelevantie (DENK, 50Plus) of geen verwaterde, slappe versie van politiek (VVD, PvdA). Dan blijven D66 en GroenLinks over. Maar omdat de laatste partij net iets meer maatschappijkritiek lijkt te hebben en D66 zich tegenover de EU wel erg braafjes opstelt staat voorlopig GroenLinks voor mij in poll position.

Maar dan moet het wel scherper dan dit filmpje. Het is in een woord waardeloos. Een schandalige wanprestatie die leuk is als oefening, maar niet verder had moeten komen dan tussen de schuifdeuren. Een partij die zichzelf serieus neemt en weet waarmee het bezig is laat dit niet openbaar gaan. En haar logo misbruiken. GroenLinks maakt zo een aanfluiting van zichzelf. Schrijnend is dat zoiets geplaatst wordt op het YouTube-kanaal GroenLinks Communicatie. Kunnen stagiaires die nog moeten leren communiceren zomaar in naam van GroenLinks spreken? Dit roept de vraag op of de partij wel beseft hoe waardevol haar aanzien kan zijn.

Wat moet GroenLinks dan wel doen? Het is niet moeilijk. Gewoon wekelijks een boodschap uitzenden die de volgende elementen bevat: Voortborduren op inkomensongelijkheid en Thomas Piketty. Voortborduren op zowel de afnemende belastingdruk van en de belastingontwijking door mega-ondernemeningen om te eisen dat dat hersteld wordt. Dat kan door nog meer dan tot nu toe te benadrukken welke rol het grote geld in de Haagse politiek speelt. Geef maar eens openheid hoe het bedrijfsleven een vinger in de pap heeft. Toon dat aan met de positie van Gazprom of Shell en hoe dat van invloed is op de relatie met Rusland. Neem gelijk een pleidooi voor het klimaat mee. GroenLinks moet het ongenoegen van de sociaal achtergestelden die nu door PVV en SP wordt verwoord beter verwoorden: oplossingsgericht en vanuit gewone menselijke bezorgdheid.

GroenLinks kan vanwege de negatieve bijklank beter geen communistische of socialistische profilering zoeken. Progressief past GroenLinks als een goed zittende jas. Maar dan zonder de nuffigheid van studentes die niet de indruk geven dat het water ooit tot hun lippen is gestegen. GroenLinks moet vooral urgent worden. Minder modieus correct, maar publicitair slimmer. GroenLinks moet ideologisch zijn zonder zich ideologisch te noemen. Als de New Yorker van de Nederlandse politiek die zich aan etikettering onttrekt. Nederland heeft behoefte aan een partij waarbij de noties humanisme, secularisme, volks, kunst, progressiviteit en links-liberalisme opklinken. Bovenal: goed geleid en perfect georganiseerd. Waar de indruk heerst dat de tijd van probeersels en goede bedoelingen voorgoed voorbij is en amateurisme geen plaats meer heeft. Doen.

De Nederlandse oplossing: Internationaal cultuurbeleid als krachtig signaal tegen instabiliteit rond Europa

IWM-HU-59574_Constructing_a_Dummy_Tank_1942

Cultuur heeft een directe verbinding met economie en politiek, en is een vorm van diplomatie die zeer waardevol is voor onze reputatie als voortvarend, open land. En het kan onze positie in het buitenland verstevigen.’ Aldus een video uit 2013 van Buitenlandse Zaken over internationaal cultuurbeleid. Kunst moet dienstbaar zijn aan politieke doeleinden. Kunstvormen die uit deze gouvernementele opvatting van cultuur volgen zijn er niet voor de kunst, maar voor de economie, reputatie en diplomatie van Nederland.

Nu is er de ‘Kamerbrief over internationaal cultuurbeleid 2017-2020’ van de ministers Bert Koenders van Buitenlandse Zaken en Jet Bussemaker van Cultuur. De rol van de economie in de internationale culturele samenwerking wordt afgeschaald. Het culturele veld mag voortaan zelf het initiatief nemen waarbij de overheid faciliterend optreedt. In het beleidskader bij de brief staat: ‘Ook zien we dat cultuur internationaal steeds vaker een politieke lading krijgt: cultuur wordt niet alleen ingezet om te verbinden, maar soms ook om tegenstellingen te vergroten. Culturele verworvenheden, waaronder ons culturele erfgoed en artistieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting, staan onder druk.’ Cultuur ‘is‘ niet, maar wordt ‘ingezet’. Cultuur heeft haar onschuld verloren. Kortom, in 2016 dient internationaal cultuurbeleid voor politiek, diplomatie en marketing.

Een persbericht bij de kamerbrief zet het nog scherper aan en presenteert in de titel ‘cultuur als krachtig signaal tegen instabiliteit rond Europa’. Nederland mag dan de krijgsmacht, de territoriale verdediging en de bewaking van de grenzen in de uitverkoop hebben gedaan, de instabiliteit die daar uit volgt wordt volgens het kabinet bestreden met Nederlandse cultuur. Viktor & Rolf, Marlene Dumas, het Nederlands Danstheater, Het Koninklijk Concertgebouworkest en Droog Design liggen in de loopgraven om Nederland te verdedigen tegen Egypte, Mali, Rusland, Palestijnse gebieden, Libanon, Marokko en Turkije. ‘Culturele samenwerking kan een wezenlijke bijdrage leveren aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld’, zegt Koenders. Tja, wie dat gelooft, kan niet eens naïef genoemd worden, maar is gewoonweg kwaadaardig en gevaarlijk.

Zoals zo vaak vinden de weidse vergezichten van het kabinet geen vervolg in een ruimhartige budgettering. Want Nederlands internationaal cultuurbeleid vijzelt wellicht de reputatie van Nederland in het buitenland op, maar het mag om binnenlandse redenen niet te veel kosten. Want op het Binnenhof zijn kunst en cultuur een gewilde schietschijf voor makkelijk scorende politici. Er is door geschuif van begrotingsposten zo’n 18 miljoen euro beschikbaar, waarvan 0,5 miljoen ‘effectief’ wordt ‘ingezet’ binnen de ‘moderne diplomatie’. Modieus. Deze openbaring vangt door marketing het kwaad af. Zo is Nederland weer helemaal thuis waar het hoort.

Foto: ‘Constructing a Dummy Tank 1942’.

Dwaallichten en dwaalwegen. Over de huidige generatie politici en malcontente intellectuelen die claimen namens het volk te spreken

EX8017_8

Van de Nederlandse politiek begrijp ik steeds minder. In 2015 stelt het na een hoop gemarchandeer met elkaar een referendumwet op, een wet raadgevend referendum. Je zou dan denken dat het een minimale toets der kritiek kan doorstaan. Maar na een voorjaarsstormpje lag het hele Binnenhof plat. Geestelijk uitgeteld.

Wat gebeurde er tot mijn stomme verbazing tijdens de campagne voor het eerste referendum dat gehouden wordt, over de associatie-overeenkomst van de EU met Oekraïne? Politieke partijen in de Tweede kamer begonnen zonder noodzaak ineens te beweren dat ze de uitkomst van het referendum hoe dan ook zullen volgen. Ze maakten onder druk van de campagne vol populisme en de hete adem van Wilders in hun nek er een bindend referendum van. Maar nog maar een half jaar daarvoor hadden ze niet daarvoor gekozen, maar voor een niet bindend referendum. Hoe consequent wil deze politiek zijn?

Als vervolgens de commentaren in de media zeggen dat dat ‘verstandig’ is en premier Rutte na de uitslag op 6 april zegt dat hij sowieso de overeenkomst vanwege de uitslag niet ratificeert, dan verlies ik mijn laatste restje geloof in de stevigheid van de ruggengraat van de huidige generatie politici. Wat is dat voor gevestigde politiek die siddert voor de volkswil en niet eens meer de moeite durft nemen om uit te leggen dat een regering uiteenlopende Nederlandse belangen te verdedigen heeft waarvan die van 2,55 miljoen tegenstemmers in een referendum er slechts een is?

Het kabinet legt onvoldoende uit dat de regeringen van 27 EU-lidstaten die ongeveer 500 miljoen inwoners representeren ja hebben gezegd tegen genoemde associatie-overeenkomst. Het kabinet durft het publiek dit niet te zeggen. Is het gemakzucht, lafheid, een schromelijk gebrek aan politiek-filosofische onderbouwing, overschatting van eigen tactisch handelen of ontbrekende vaardigheid van degelijk politiek handwerk? Al met al zal er in de overeenkomst niets of weinig veranderen -daar rekenen voor- en tegenstanders op- maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat het kabinet dat nu niet durft uit te leggen, en wegvlucht in indirect handelen en tactische spelletjes. Juist dat schaadt het vertrouwen in de politiek en in deze generatie politici.

Ik ben afgelopen week niet mijn geloof kwijtgeraakt in een groepje tegen extreem-rechts aanleunende malcontenten die zichzelf intellectuelen noemen, op hun manier lekker keet trappen en op hun tijd een biertje drinken. Het zijn gewoon de nozems en hippies van nu. Zo sorteren ze voor voor hun maatschappelijke carrière in de PVV of een nieuw op te richten rechts-nationalistische politieke partij. Zo zijn de tijden.

Ik ben teleurgesteld in de politici van de gevestigde politieke partijen die niet doen waarvoor ze ingehuurd zijn en niet het pad volgen wat ze nog onlangs voor zichzelf uitgezet hebben. Ik was al politiek dakloos maar nu ben ik nog politiek daklozer dan voorheen. Uitermate geïnteresseerd in praktische politiek en politieke wetenschap, maar teleurgesteld in deze hele generatie politici zonder principes en ruggengraat. Die weglacht, wegloopt, wegkijkt en naar verwachting snel zal verdwijnen uit de herinnering.

Misschien moet er maar een partij zonder politiek opgericht worden. Liquid democracy of e-democracy, of hoe het tegenwoordig genoemd wordt. Een politiek bestel zonder dat politieke partijen centraal staan en zonder zelfbenoemde bemiddelaars die als zelfverklaarde ’intellectuelen’ onder elkaar graag een biertje drinken en claimen dat ze namens het volk spreken. Het volk heeft niks aan dwaallichten en dwaalwegen.

Foto: Affiche van Boris Bilinsky voor Die Freudlose Gasse (1925) geregisseerd  door Georg Wilhelm Pabst, La Cinémathèque française.

Kloof tussen elite en burger. Keuze tussen lamlendigheid en uitbuiting

Jac. de Nijs, Gemeenteraad bezoekt Artis. Wethouder De Wit en G.W. Keja bij olifant, 1968. Collectie: Nationaal Archief.

Dit schreef ik in 2015:

De kloof tussen elite en burger is een probleem waar de politieke partijen grotendeels voor verantwoordelijk zijn. Het werkt meerdere kanten op. De elite kan de burger niet duidelijk maken wat essentieel is (klimaat, Europa, vluchtelingen) en begrijpt de zorgen (zorg, ouderen, baan, woning) van de burger niet die niet eindeloos wil calculeren met zorgverzekeringen die onvergelijkbaar zijn of treinkaartjes die niet meer tegen de beste prijs centraal ingekocht kunnen worden.

Daarbij komt de digitalisering die tot een nieuwe tweedeling leidt. Burgers zijn nog tevreden, maar vrezen voor hun toekomst zoals uit een buurtonderzoek van NRC bleek.

Wat is het heetste hangijzer? Is dat het gebrek aan representativiteit bij de politieke partijen en het openbaar bestuur waar blanke, hoogopgeleide, welgestelde mannen van middelbare leeftijd het voor het zeggen hebben?

Veelzeggend is dat meer dan 20 jaar na zijn afscheid de ras-Amsterdammer Wim Keja beschouwd wordt als de laatste (of: enige) arbeider in de VVD. Bij de PvdA, CDA of GroenLinks is het niet anders, om over D66 nog maar te zwijgen. Hoewel SP en PVV anders suggereren zijn ook daar geen arbeiders meer te vinden in het kader. Dat leidt tot een systeemfout.

In de politiek wordt over het laagopgeleide deel van de bevolking gesproken, maar niet met of door die burgers. Partijen worden op dit tekort niet eens meer aangesproken.

Elite en burger matchen dus op twee manieren niet. De elite kan niet overtuigend en doelmatig aantonen wat de belangrijkste beleidsterreinen zijn. Zoals gezegd, klimaat, Europa en vluchtelingen. De politieke partijen kunnen zich door de achtergrond van de kaderleden niet meer emotioneel vereenzelvigen met een groot deel van de bevolking dat praktisch wordt losgelaten.

Niet in de steek gelaten omdat de verzorgingsstaat nog steeds goed van niveau is en het volledig wegsnijden ervan voor de partijen averechts zou uitpakken, maar op een psychologisch niveau losgelaten. SP en PVV werpen zich op om het ongenoegen te verwoorden, terwijl ze als politieke partij niet anders handelen dan andere partijen en evenmin de laagopgeleiden zelf opnemen.

Zo wordt de burger dubbel bedrogen: een onderwerp als Europa dat de middenpartijen door ontbrekende overtuiging niet over het voetlicht kunnen brengen wordt door radicale partijen onder het mom van het dichten van de kloof tussen elite en burger gebruikt om een eigen programmapunt over Europa te scoren. Waarbij het de vraag is wie zich naar wie richt: de onvrede van de burger naar de partij, of omgekeerd?

De burger wordt hoe dan ook gebruikt door de politieke partij om te scoren. Tweemaal over de hoofden van de burger heen: door lamlendigheid (middenpartijen) of door uitbuiting (SP en PVV). Het is lood om oud ijzer.

Commissie Stiekem en ‘het lek’. Selectieve verontwaardiging en narcisme van de politiek

In de hype loopt iedereen als een kip zonder kop achter de hype aan. Met de focus op de rugnummers en de namen. Is er een staatsgeheim gelekt uit die commissie met die rare naam: Stiekem? Welnee. Het is allemaal een kwestie van perspectief. Een oude waarheid leert dat de overheid zelf overvloedig lekt als het zo uitkomt.

Lekken is nooit het probleem als het gelekte in lijn is met wat de regering naar buiten wil brengen. Lekken is pas een probleem als het daarmee strijdig is. Zoals nu. Gaat het om de leugens van minister Ronald Plasterk (PvdA) die doorgeprikt werden door een artikel in NRC, maar niet doorgeprikt mochten worden? Leugens die door het nu ingestelde onderzoek niet vergeten worden, maar door de fractieleider van de VVD Halbe Zijlstra comfortabel in de lucht worden gehouden. Dit gaat werkelijk nergens over. Waarom gaan de politieke partijen niet aan het werk om de vluchtelingencrisis te beteugelen of het land beter te maken? Waarom laten partijen zich steeds maar weer afleiden door hun eigen functioneren? Als een narcist die in de spiegel blijft staren.

Hoe eindigt dat onderzoek? Met controle door de NSA van telefoongegevens van fractieleiders met de NRC?

Argos: Fotorolletje Srebrenica ligt nog ergens in het archief

3dc849e6ed2c80197ae7e3e5bb9058143714d80f492d8fbec7107c53fdf2c672

Onderzoeksprogramma Argos van VARA en VPRO zond gisteren een uitzending uit over het fotorolletje van Srebrenica. Hier te beluisteren. Peter Rutten is de leider van het team van de Koninklijke Marechaussee dat de verdwijning ervan in 1995 onderzocht. Hij heeft ook na 20 jaar twijfels over de uitleg van de toenmalige top van de landmacht en uit kritiek op de gang van zaken. Hij wijst op onwaarschijnlijkheden (na: 27’ 07’’). Mede omdat er nooit een volwaardig strafrechtelijk onderzoek is verricht vermoed hij dat hij gebruikt is. Ook maker van de foto’s Ron Rutten acht het mogelijk dat het fotorolletje gewoon in de archieven van Defensie ligt.

Argos heeft geen bewijs in handen dat haaks staat op de uitleg van Defensie, maar maakt wel aannemelijk dat er onwaarschijnlijkheden zijn opgetreden bij zowel het ontwikkelen van het fotorolletje als het onderzoek dat niet strafrechtelijk, niet onafhankelijk en niet diepgaand was. Een reden waarom het in de doofpot gestopt werd is dat het in 1995 om politieke redenen wenselijk was dat de foto’s die getuigden van oorlogsmisdaden die onder de neus van de Nederlandse militairen werden begaan uit de publiciteit moesten worden gehouden.

Samen met Nova heeft Argos sinds 1998 aandacht besteed aan het fotorolletje van Srebrenica. Het is negatief symbool geworden voor de doofpotcultuur op Defensie en positief voor gedegen onderzoeksjournalistiek die echter toch niet de kern van de macht kan blootleggen. Er is een gelijkenis met de kwestie Demmink die van 1993 tot 2012 speelde in de top van het Ministerie van Justitie. Ondanks verklaringen van de vorige justitieminister Ivo Opstelten werd jarenlang een diepgaand onderzoek naar de in verband met pedofilie en ambtelijke obstructie gebrachte Demmink geblokkeerd en moest een oriënterend feitenonderzoek dienen als afleiding voor zo’n onderzoek. Peter Rutten realiseert zich dat hij de katvanger was. Dit alles rechtvaardigt alsnog een diepgaand, strafrechtelijk en onafhankelijk onderzoek naar het fotorolletje van Srebrenica.

Foto: ‘ZKH Prins Willem-Alexander in gesprek met Dutchbatters, na de val van Srebrenica, juli 1995’. In Zagreb. Collectie: Centrum voor Audiovisuele Dienstverlening Koninklijke Marine.