Dit is propaganda. Voor de gevestigde orde. Voor de monarchie. Voor de parlementaire democratie. Voor Nederland. We hebben terecht de mond vol over op Nederland gerichte buitenlandse propaganda die ons via (sociale) media zou manipuleren, maar lijken de binnenlandse propaganda te vergeten. Of bewust te negeren.
Propaganda is niet per definitie slecht. Het kan verbinden en motiveren door zin te geven aan rituelen en symbolen. Dat gebeurt hier. Het binnenhof, een militaire kapel en het staatshoofd worden door pracht en praal omlijst. Propaganda is evenmin per definitie goed. Het kan misleiden en het publieke debat eenzijdig sturen zodat een open debat niet tot stand komt omdat het door de opinieleiders bewust wordt geblokkeerd.
Waar ligt de grens van het redelijke en het functionele? Waar gaan eenzijdigheid en vooringenomenheid over de inrichting van Nederland over in ondermijning van Nederland? Dat antwoord is niet zo makkelijk te geven. Wat we hier zien aan groots vertoon is dik aangezet en zal voor vele objectieve beschouwers potsierlijk ogen, maar als het de mythe van een verenigd land onderstreept is het functioneel. Dat de huls van uiterlijk vertoon bestaat is daarom begrijpelijk, maar hoe die wordt gevuld is dat niet. Kritiek moet daarom voorbijgaan aan de ogenschijnlijke lachwekkendheid van de gebeurtenis die afleidt van de oorzaak. Zo heeft de pracht en praal een dubbele betekenis: het bevestigt de gevestigde orde en probeert kritiek niet verder te laten kijken dat dat.
Dus de pijn zit elders. Namelijk in het feit dat het debat over de keuze voor een andere staatsvorm door de macht wordt geblokkeerd. De monarchie verschuilt zich achter het schild van het politieke bestel van de parlementaire democratie die brede steun geniet. De kracht van de verbinding wordt nu onterecht bij de monarchie gelegd, terwijl er alternatieven zijn die hetzelfde resultaat en filmpje zouden opleveren. Dat we als Nederlanders de keuze voor het staatshoofd niet openlijk kunnen debatteren is een gevolg van propaganda.
Om de knoop te ontwarren moeten we ons de vraag stellen wie zich met welk belang achter wie verschuilt. Want als de monarchie zich probeert te legitimeren op de schouders en achter de rug van de parlementaire democratie, dan is die bekrachtiging oppervlakkig en cosmetisch. Dan krijgt de pracht en praal die al twee betekenissen had, namelijk de bevestiging van de gevestigde orde en afleiding voor fundamentele kritiek er een derde betekenis bij: de gijzeling door de monarchie van het parlementaire bestel. Vermoedelijk lopen de drie betekenissen door elkaar heen en zorgen ze voor een stevig model waarbij de belangen zijn uitgeruild.