Ontluisterend beeld van inlichtingendiensten en politiek. Rapport over Russische inmenging in Brexit-Referendum gepubliceerd

Met een vertraging van een klein jaar is in het VK het ‘Russia Report‘ verschenen over de inmenging van het Kremlin in het Brexit-Referendum van 2016. Het is opgesteld door de vorige commissie onder voorzitterschap van Dominic Grieve. De conclusie van de ISC (Intelligence and Security Committee of Parliament) van het Lagerhuis is tweeledig. Namelijk dat de Britse inlichtingendiensten en de politiek slecht voorbereid waren en dat de politiek ‘actief vermeed’ om het onderwerp te behandelen. Bewust wegkijken dus. Ook is duidelijk dat het Kremlin wel degelijk geprobeerd heeft om de uitkomst van het referendum te beïnvloeden. Alleen in welke mate dat gelukt is blijft onduidelijk. Daar is door de inlichtingendiensten niet naar gezocht, zodat er ook niks kan zijn gevonden. Om dat uit te vinden zou een tweede onderzoek nodig zijn. Als er sprake zou zijn geweest van sterke Russische beïnvloeding, dan zaait dat twijfels over de legitimiteit van het referendum. Zie hier voor het persbericht van de ISC. Spreker in de video is Stewart Hosie, parlementslid van de Schotse SNP.

Trump duikt weg achter slecht presterende inlichtingendiensten in kwestie betaling Kremlin aan Taliban om Amerikanen te doden

Er zit ruis in de uitleg door de media van de zogenaamde Bounty-kwestie. Dat gaat over betalingen van het Kremlin via militaire inlichtingendienst GRU aan de Taliban in Afghanistan om coalitietroepen te doden. Onder wie Amerikanen en Britten. Drie elkaar aanvullende of tegensprekende lijnen worden in de uitleg verbonden.

1) De steun aan het anti-Westers terrorisme door het Kremlin gaat terug tot in de jaren 1960. De financiële en logistieke steun van de GRU aan de Taliban past in dat patroon en kan daarom geen verrassing zijn.

2) De samenwerking van de Amerikaanse inlichtingendiensten CIA en NSA en het ministerie van Defensie verloopt niet optimaal in de evaluatie van de steun aan dat anti-Westers terrorisme. Daarom ontbreekt ondersteunend bewijs (corroborating evidence) om de recente beschuldigingen van de GRU-operaties in Afghanistan ondubbelzinnig te bevestigen. Dat roept vragen op over de aansturing en het doelmatig opereren van de inlichtingendiensten en de briefing aan de president.

3) President Trump is slecht geïnformeerd en laat zich slecht informeren. Het feit dat hij zo opvallend lovend is over president Putin voedt de geruchten dat hij de Russen vanwege eigenbelang niet voor het hoofd stoot. Trump is al in 2019 gebriefed over de Bounty-kwestie en in februari 2020 nogmaals, maar hij ontkent dit nu.

De kwestie roept een beeld op van verregaande incompetentie, gebrek aan coördinatie en daadkracht van de president, zijn staf in het Witte Huis en de veiligheidsdiensten. Het wijst op een vacuüm waarin de nationale veiligheid van de VS niet goed verdedigd wordt. Hoewel Trump op voet van oorlog verkeert met zijn militairen en inlichtingendiensten en hij als opperbevelhebber en politiek leider als eerste verantwoordelijk is voor de gang van zaken lijkt er meer aan de hand dan een incompetente president alleen. De veiligheidsdiensten werken langs elkaar heen en geven Trump het niet onjuiste excuus dat de informatie in zijn briefing (die hij toch niet leest) niet optimaal is en hij daar niet op hoeft te reageren. Wie breder geïnformeerd is had echter geredeneerd vanuit het patroon van de steun van het Kremlin aan het anti-Westers terrorisme dat ook met onvolledige informatie tot aandacht en handelen oproept. Dus uiteindelijk valt dit via een omweg toch terug te voeren tot het gebrek aan kennis, interesse, betrokkenheid, discipline en handelingsbereidheid van Trump.

Robert Patman wijst op inmenging in Amerikaanse en Britse politiek door Kremlin en de onwettigheid van Brexit-Referendum

Hoogleraar Internationale betrekkingen Robert Patman aan de Universiteit van Otago in Dunedin, Nieuw-Zeeland legt uit wat er mis is met het opschorten van de publicatie van het rapport van de commissie Grieve over de inmenging van de Russische Federatie in de Britse politiek. Het was al in maart 2019 in een eerste versie gereed en is in de maanden daarna door de veiligheidsdiensten gecontroleerd op gevoelige informatie en vrijgegeven. Premier Boris Johnson heeft de publicatie ervan om onduidelijke redenen geblokkeerd. Het vermoeden bestaat dat zijn partij er negatief uitkomt. Volgens gelekte delen uit het rapport zouden de Tories miljoenen ponden van Russische oligarchen uit de kringen van het Kremlin ontvangen hebben. Dit zou vragen oproepen en Johnsons partij kunnen beschadigen in de campagne voor de verkiezingen van 12 december 2019. Johnson wil die banden tussen zijn partij en de Russische regering uit het zicht houden.

Patman legt het verschil tussen de VS en het VK uit aangaande de reactie op het vermoeden van Russische inmenging in hun binnenlandse politiek. De VS hield het tegen het licht in het Mueller-onderzoek. Dat overigens door president Trump tegengewerkt werd en waarvan de resultaten door justitieminister Barr bewust verkeerd werden geframed. Ondanks dat is door rapporten van de Amerikaanse inlichtingendiensten (januari 2017) en de Senaatscommissie voor inlichtingen (oktober 2109) ondubbelzinnig vastgesteld dat er sprake was van Russische inmenging bij de campagne voor de presidentsverkiezingen van 2016.

Daartegenover is de VK volgens Patman ‘in ontkenning’ van de Russische inmenging in de Britse politiek en dan vooral aangaande het Brexit-referendum van 2016. Maar volgens Patman is er steeds meer bewijs van die Russische inmenging. Hij geeft aan dat systematig bedrog bij het Brexit-Referendum de Britten goede argumenten geeft om een tweede referendum te eisen dat gevrijwaard is van de onregelmatigheden van 2016.

De overeenkomst tussen beide landen is duidelijk. Trump ontkent de Russische inmenging omdat het zijn legitimiteit zou ondergraven (naast andere redenen die wijzen op witwassen en crimineel opereren van Trump ORG). Ook daarom ontkennen de voorstanders van de Brexit de Russische inmenging omdat het de legitimiteit van het Brexit-Referendum zou ondermijnen. Over de uittreding uit de EU wordt naar verwachting in januari 2020 in het Lagerhuis besloten. Dat besluit zou op voorhand belast worden, praktisch geblokkeerd en in elk geval geval gecompliceerd worden als in de openbaarheid duidelijk zou worden dat het Brexit-Referendum onwettig was vanwege die Russische inmenging en de vele onregelmatigheden die in strijd met de wet waren.

Samengevat kan worden dat naast de betrokkenheid van de top van de Conservatieve partij die geprofiteerd heeft van illegaal Russisch geld, het vermoeden van ontbrekende legitimiteit van het Brexit-referendum de tweede reden voor premier Johnson is om de openbaarmaking van het Rusland-rapport te blokkeren. Of liever gezegd de publicatie van dat rapport over de verkiezingen en de debatten van januari 2020 heen te tillen. Als er eenmaal besloten is over de uittreding, dan is dat onherroepelijk en kan mogelijk belastende informatie uit het Rusland-rapport geen effect meer hebben op de uittreding die niet meer teruggedraaid kan worden.

Patman legt uit hoe de inlichtingendiensten van de vijf Engelssprekende landen (VS, VK, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland), die de Five Eyes genoemd worden, na de Tweede Wereldoorlog tot samenwerking kwamen om de rechtsstaat en de democratische rechtsorde te beschermen. Maar recente ontwikkelingen in de VS en VK waar die rechtsstaat en het electorale proces door respectievelijk president Trump en premier Johnson met voeten worden getreden roept vragen op over de levensvatbaarheid van de samenwerking van de Five Eyes. Daarnaast ondermijnt de band van Trump met de traditionele vijand of tegenstander van de landen van de Five Eyes, te weten de Russische Federatie de uitwisseling van inlichtingen vanwege de vertrouwelijkheid.

Patman pleit voor het herstel van de rechtsstaat en zou graag zien dat leiders als Trump of Johnson zich niet langer gedragen alsof ze boven de wet staan. Hij heeft ook kritiek op de Britse oppositieleiders die afgeleid waren en zich niet sterk genoeg gemaakt hebben over het opschorten door premier Johnson van de publicatie van het Rusland-Rapport. De oppositie bleef zo goed als stil. Wat tamelijk onverklaarbaar en bizar is.

Toenemende kritiek op besluit Boris Johnson om rapport Grieve over inmenging van Kremlin op Britse politiek niet te publiceren

Op 12 december 2019 zijn er verkiezingen voor het Britse Lagerhuis. De Conservatieve premier Boris Johnson hoopt een meerderheid achter zich te krijgen die hij nu mist. Inzet is de Brexit. Theoretisch kan die afgezwakt of zelfs gestopt wordt. Hoewel dat laatste onwaarschijnlijk is. De strijd is hard en asynchroon. Dat laatste houdt in dat partijen elkaar op hun vermeend zwakke punten aanvallen. Een zwak punt van Johnson is de uitstel van de publicatie van een rapport over de invloed van de Russische Federatie dat onder leiding van de onlangs uit de fractie gezette Conservatief Dominic Grieve al in maart 2019 is opgesteld en daarna door de Britse inlichtingendiensten is gescreend op gevoelige informatie. De procedure is afgelopen en het rapport was voor publicatie gereed, maar de regering Johnson weigerde voordat het parlement vanwege de campagne onlangs werd verdaagd het rapport te publiceren. Daar is van vele kanten kritiek op gekomen. Onder meer van de Onafhankelijke Dominic Grieve, maar ook van oud-presidentskandidaat Hillary Clinton en activist Bill Browder die wordt beschouwd als de felste en meest vasthoudende criticus van de Russische president Putin.

In februari 2019 verscheen het eindrapport van de commissie Damian Collins waarover ik toen in een commentaar schreef: ‘Vandaag is het eindrapportDisinformation and ‘fake news’: Final Report’ van de Digital, Culture, Media and Sport Commissie onder voorzitterschap van Damian Collins (Conservatieven) van het Britse Lagerhuis verschenen waaruit hierboven enkele afbeeldingen zijn te vinden. Paragraaf 273 is een oproep aan de regering May om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de Russische inmenging bij de algemene verkiezingen van 2017, het Brexit-referendum van 2016 en het Schotse referendum in 2014. De toelichting waarom dat gewenst is leest als een waslijst van onregelmatigheden en een relativering van de legitimiteit van de uitslag van deze verkiezingen, waaronder het Brexit-referendum.(..) Wat ook als les voor de toekomst onderzocht kan worden benoemt de commissie Collins pijnlijk en onomwonden: ‘buitenlandse beïnvloeding, desinformatie, financiering, manipulatie van kiezers en het delen van gegevens’.

Nu is er het rapport van de commissie Grieve dat vooralsnog niet wordt gepubliceerd. Wellicht over een half jaar. Het gevolg is dat de speculaties niet van de lucht zijn. De Russische Federatie zou zich via oligarchen ingekocht hebben in de Britse politiek. Een naam die genoemd wordt is de Russisch-Oekraïense Dmtryo Firtash die gelieerd zou zijn aan de georganiseerde Russische criminaliteit én het Kremlin en in Oostenrijk zijn uitlevering naar de VS aanvecht. Vooral de Conservatieve partij zou zich hebben laten opkopen door Russisch geld. Dat wordt als de hoofdreden genoemd dat Johnson de publicatie ervan blokkeert. Het inmiddels op sterven na dode UKIP zou via miljonair Arron Banks Russisch geld doorgesluisd hebben. UKIP was de partij van Farage voordat hij met Banks overstapte naar de Brexit Party. Dat geld zou zonder dat het gemeld was ook terecht zijn gekomen bij de Leave campagne voor het referendum in 2016. Dat roept vragen op over de legitimiteit van het Brexit-referendum. Blairs spindoctor Alistair Campbell beschuldigt Nigel Farage ervan Russisch geld te hebben aangenomen en een Russische ‘asset’ te zijn. Farage is dikke maatjes met president Trump die er eveneens van beschuldigd wordt een Russische ‘asset’ te zijn. Hij zou door het Kremlin al sinds de 1980’s ‘opgekweekt’ zijn. En dan is er nog de leider van Labour Jeremy Corbyn die niet enthousiast is over de NAVO of de EU en er eveneens van wordt beschuldigd een ‘asset’ van het Kremlin te zijn. Hij zou in 1986 geworven zijn door de agent Jan Dymic van de toenmalige Tsjechische geheime dienst StB.

De wetmatigheid is dat alle Leave partijen ervan worden beschuldigd boter op hun hoofd te hebben en onder invloed van het Kremlin te staan. Ze hebben gemeen dat ze afstand nemen van de EU terwijl ze weten dat dat niet in het economisch belang van hun land is. De Brexit leidt tot de verzwakking van de EU wat een hoofddoel is van de Russische buitenlandse politiek. Jeremy Corbyn heeft voortdurend zijn invloed aangewend om te verhinderen dat het voor meer dan 80% naar Remain leunende Labour een ondubbelzinnig Remain-standpunt zou innemen. Uiteraard zijn er nog andere overwegingen bij de Brexit die niet direct uit de hoge hoed van het Kremlin komen. Maar beïnvloeding en ondermijning werkt indirect door politici op hun zwakte (geld, prestige, invloed, politieke functie) aan te spreken en ze zo toch de gewenste kant van een Brexit op te sturen.

Hoe nu verder? De Brexit gijzelt het VK al 3,5 jaar en heeft het land verzwakt en gedemoraliseerd. Het aanzien van de politiek is geslonken. Als uit het rapport Grieve zou blijken dat het referendum niet eens legitiem was en dat het resultaat door Russisch geld ‘gekocht’ is, dan wordt het er nog schrijnender op. Want de impasse en de chaos sinds 2016 zouden dan op een onrechtmatig referendum zijn gebaseerd. En totaal onnodig zijn geweest. Het belangrijkste argument van de Leave-partijen om door te gaan met de Brexit omdat het op een democratisch besluit zou zijn gebaseerd zou dan in de huidige campagne worden ondermijnd. Uit peilingen blijkt tamelijk consistent dat al sinds maart 2018 gemiddeld 5% meer Britten voor Remain dan Leave opteren. Maar Conservatieven en Labour zetten met een beroep op de legitimiteit van het referendum hun weg naar de uitgang van de EU voort. Daarbij passen geen transparantie en inzicht in de invloed van de Kremlin op de Britse politiek. Gezien de belangen die op het spel staan is het niet ondenkbaar dat delen uit het rapport Grieve nog voor de verkiezingen van 12 december worden gelekt. Zodat een onontkoombaar besluit over de Brexit in januari 2020 hopelijk nog tijdig van de juiste tegenargumenten kan worden voorzien.

Foto 1: Tweet van Guardian-onderzoeksjournaliste Carole Cadwalladr, 31 oktober 2019.

Foto 2: Tweet van Labour-Lagerhuislid Ben Bradshaw, 12 november 2019.

Foto 3: Tweet van Labour-Lagerhuislid David Lammy, 12 november 2019.

Foto 4: Schermafbeelding van artikel ‘UK Inquiry was warned of Russian infiltration, leaked testimony shows’ met video van CNN, 11 november 2019.

Foto 5: Tweet van ChangeUK-Lagerhuislid Mike Gapes, 12 november 2019.

Het is niet onmogelijk dat Nigel Farage in opdracht van het Kremlin het pad voor het premierschap van Jeremy Corbyn moet effenen

Het lijkt er steeds meer op dat de Brexit een middel is om de traditionele partijen te vernietigen. Als een virus is het de Britse politiek ingebracht en het lijkt zo geprogrammeerd te zijn dat het elk redelijk compromis uitsluit. Dit roept de vraag op waar dit virus is gefabriceerd. Nigel Farage die onder de bescherming van miljonair Arron Banks in 2016 scoorde met UKIP en in de Europese verkiezingen met de Brexit partij wordt er steeds meer van beschuldigd Russisch geld te hebben geaccepteerd en een Russische ‘asset‘ te zijn, aldus onder meer de voormalige spindoctor van Tony Blair Alistair Campbell. Het is voor het eerst dat dit vermoeden van steun van het Kremlin voor Banks en Farage dat al drie jaar bestaat nu in het openbaar wordt besproken.

Channel 4 News kwam twee weken geleden met een reportage die vragen stelde bij de snelle opbouw van de Brexit Party en de vraag met welke fondsen de partij gefinancierd werd. Channel 4 News ging in de reportage in op die vraag en kwam uit bij geldschieter Arron Banks die in 2016 ook al sponsor was van de Leave-campagne bij het EU-referendum. De vraag is nog steeds niet beantwoord of Banks zijn eigen geld daaraan besteedde of een doorgeefluik was voor buitenlands geld. In dit gevat Russisch geld. Farage en Banks deden in 2016 schimmig over de herkomst van de financiering en doen dat in 2019 opnieuw over de Brexit Party.

De frontrunner om de conservatieve premier Theresa May op te volgen is op dit moment niet Boris Johnson zoals investeerder en analist Thanos Papasavvas meent, maar minister van Buitenlandse Zaken Jeremy Hunt. Hij meent dat het nastreven van een ‘no deal’ politieke zelfmoord zou zijn, aldus een artikel in The Guardian. Met deze uitspraak probeert Hunt redelijkheid uit te stralen en neemt hij afstand van Johnson die zich als harde Brexiteer doet kennen. Hunt maakt dezelfde inschatting als Papasavvas, namelijk dat het Lagerhuis zoals het al eerder deed een ‘no deal’ opnieuw zal afwijzen en dit tot vervroegde verkiezingen zal leiden. Opmerkelijk is dat de geharnaste minister van Defensie Gavin Williamson die zich hard en kritisch tegenover de Russische Federatie opstelde onlangs werd ontslagen omdat hij vertrouwelijke informatie over het Chinese Huawei zou hebben gelekt. Hij ontkent dit en heeft vergeefs om een diepgaand politieonderzoek gevraagd.

Dit leidt met ‘een grote kans’ naar een premierschap van Labour-leider Jeremy Corbyn van wie eveneens het vermoeden bestaat dat hij een ‘asset’ van het Kremlin is. Weliswaar in een andere periode, namelijk de jaren 1980’s toen hij als spion zou zijn geworven door de Tsjechische geheime dienst StB, maar in zijn uitingen over de NAVO en zijn keuze voor de Brexit heeft Corbyn zich steeds laten kennen als anti-Westers, pro-Russisch en anti-Europees. Corbyn heeft de beschuldigingen ontkend. Zie hier voor mijn commentaar.

Dit draait uit op een scenario dat in een Koude Oorlog-thriller vol raadsels en op het oog tegenstrijdige ontwikkelingen niet zou misstaan. Het  betekent dat de huidige ‘asset’ Farage, of liever gezegd de door het Kremlin aangestuurde ‘asset’ Banks die op zijn beurt de ijdele en verkwistende Farage aanstuurt sinds 2016 door het Kremlin is ingezet om ‘asset’ Corbyn door het creëren van verdeeldheid en chaos premier van het VK te maken. Wat het Kremlin in een onwaarschijnlijk scenario met Donald Trump in 2016 heeft bereikt die net als Corbyn al sinds de jaren 1980s door de toenmalige Sovjet-Unie werd aangestuurd – of op z’n minst als potentieel middel werd gezien om te beïnvloeden – probeert het met Corbyn te herhalen. Juist omdat het niet logisch is dat de rechts-radicale Farage de weg effent voor de links-radicale Corbyn, is het binnen de logica van de contraspionage logisch omdat het zo onwaarschijnlijk en schijnbaar tegenstrijdig is. Het knappe van dit scenario is dat Banks en Farage sterke anti-Corbyn zijn en ondanks zichzelf een kant opgestuurd worden.

In 2016 hackte Russische inlichtingendienst kiessysteem van twee counties in Florida. Gouverneur mag van FBI hun naam niet noemen

De Republikeinse gouverneur van Florida Ron DeSantis zegt een geheimhoudingsovereenkomst (nda) te hebben getekend over de informatie die hij van de FBI heeft gekregen over twee counties die in 2016 gehackt zouden zijn door de Russen. Hij mag de naam ervan niet vrijgeven. Dat zei hij in een persconferentie. Het is opmerkelijk dat hij zegt dat hij zo’n overeenkomst heeft getekend, want hij had het niet hoeven noemen. Dat DeSantis zo’n overeenkomst tekent is opmerkelijk en zonder precedent omdat een gouverneur door een federale dienst niet verplicht kan worden om te zwijgen over wat er in de eigen staat gebeurt. Waarom de FBI de gouverneur de overeenkomst voorlegt is ook raadselachtig. Mogelijk is het initiatief daartoe samen met het ministerie van Binnenlandse Veiligheid (DHS) genomen dat vorige week met gouverneur DeSantis overlegde.

De berichtgeving van het lokale Fox 13 uit Tampa Bay, Florida is dubbel. De berichtgeving staat haaks op de beweringen van president Trump dat Russen volgens president Putin niet hebben geïntervenieerd in de presidentsverkiezingen van 2016. Dat heeft als gevolg dat Trump geen federaal beleid ontwikkelt om in 2020 herhaling te voorkomen. Ontkennen van inmenging is een onhoudbaar standpunt dat van diverse kanten is weerlegd. Zoals in een rapport van de Amerikaanse inlichtingendiensten van januari 2017 en het recente rapport van speciale aanklager Robert Mueller. Het was de Russische militaire inlichtingendienst GRU die in opdracht van het Kremlin deze operatie uitvoerde. Fox 13 draait de bewijslast om als het zegt dat electorale systemen van de twee betreffende counties geïnfiltreerd konden worden omdat de FBI het liet gebeuren om te zien wat de Russische hackers van plan waren. Plausibel, maar ervoor bestaan vooralsnog geen bewijzen.

In een artikel op Politico slaat Ion Sancho een minder zelfverzekerde toon aan dan Fox 13 of gouverneur DeSantis. Hij was in 2016 verantwoordelijk voor de verkiezingen in hoofdstad Tallahassee, Leon County en heeft een 30 jaar lange ervaring als toezichthouder bij verkiezingen. Sancho weet nog niet zo zeker of de FBI in 2016 de zaak onder controle had of achter de feiten aanliep. Volgens hem ontbreekt een diepgaand onderzoek om zeker te kunnen weten dat de verkiezingen van 2016 niet zijn beïnvloed. In een artikel in Tallahassee.com van augustus 2018 waar hij via een tweet naar verwijst zegt hij: ‘Wat ik in 2016 zag, was een expeditie. Het was geen aanval, maar een operatie voor het vergaren van informatie’. Hoe ondanks de conclusie van de FBI dat de GRU de hardware van het verkiezingssysteem niet kraakte de Russen toch de verkiezingen konden beïnvloeden in de richting van Trump is de vraag die nog niet afdoende beantwoord is.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelRussians hacked 2 Florida voting systems; FBI and DeSantis refuse to release details’ van Gary Fineout op Politico, 14 mei 2019.

James Clapper concludeert: de Russische propaganda campagne heeft Trump het presidentschap opgeleverd

Rachel Maddow besteedt aandacht aan het gisteren gepubliceerde boek ‘Facts and Fears’ van James Clapper. Hij was tot 20 januari 2017 hoofd van de DNI (Director of National Intelligence). Maddow focust op het effect van de massale Russische propaganda campagne ter ondersteuning van de campagne van Donald Trump.

Volgens Clapper staat het buiten kijf dat die Russische steun Trump de overwinning in de verkiezingen van 2016 heeft bezorgd. Het ging slechts om 80.000 stemmen in drie staten waardoor de balans omsloeg. Tegenstrever Hillary Clinton kreeg bij die presidentsverkiezingen 3 miljoen meer stemmen dan Trump. Of dat in coördinatie vanuit een centrale regie tussen Kremlin en het Team Trump gebeurde acht hij niet bepalend. Hiermee omzeilt hij de bewijsvoering over ‘collusion’. Wat hij bespeurt is dat de propaganda van het Kremlin, en Team Trump en rechtse media die op zijn hand waren in de praktijk samenwerkten en elkaar versterkten.

Met dit oordeel dat hij onderbouwt met ondersteunend bewijs gaat Clapper verder dan welke voormalige politicus of hoge ambtenaar ook. Zij erkennen doorgaans dat Russische inmenging in de verkiezingen Trump heeft geholpen, maar zijn terughoudend om daar het oordeel aan te verbinden dat die Russische steun ook doorslaggevend was. Clapper twijfelt daar niet aan en zegt dat onomwonden. Hoe de reactie van president Trump, zijn sycophanten en de rechtse pers zal zijn op de bewering uit Clappers boek valt nu al te voorzien. Geprobeerd zal worden om Clappers oordeel te neutraliseren door hem een representant van de ‘deep state’ te noemen. De hulpconstructie en complottheorie gebruikt nieuwrechts om het onaantoonbare aan te tonen.

Clapper is lid van de Adviesraad van het Committee to Investigate Russia, een organisatie die in het centrum van het politieke spectrum verschillen tussen Democraten en Republikeinen probeert te overbruggen omdat Trumps beleid dat noodzaakt. Generaal Clapper is een havik en conservatief van de oude snit die pleit voor een sterke VS. Evenals Michael Hayden (ex-CIA, ex-NSA) meent Clapper dat Trump de Amerikaanse belangen en invloed uitverkoopt, een gevaar voor de nationale veiligheid van zijn land is en feitelijk een Russische agent is die door het Kremlin gerund wordt. In tegenstelling tot Trump en zijn sycophanten probeerde Clapper in zijn werkzame leven te opereren met respect voor de rechtsstaat en de democratische instituties.

Als Jeremy Corbyn een communistische spion was, dan nog is het onduidelijk hoe die onthulling de Britse politiek beïnvloedt

Voormalig NSA-medewerker en deskundige op het gebied van inlichtingendiensten en contraspionage John Schindler weet het zeker. De leider van het Britse Labour Jeremy Corbyn was een communistische spion. Dat schrijft hij in zijn column voor Observer. Schindler baseert zich op een rapport van The Sun waarvan hij toegeeft dat het een tabloid is die niet altijd zorgvuldig met details omgaat. Maar het rapport is waardevol omdat het gebaseerd is op gegevens van de Tsjechische geheime politiemacht StB. Die bestond tot 1990 en hield zich bezig met activiteiten die tegen de staat gericht worden of als westers werden beschouwd. Corbyn werd door de StB-spion Jan Dymic in 1986 geworven, zoals blijkt uit diens rapport dat in de StB-archieven is terug te vinden. Het artikel van The Sun wordt op Wikipedia al als bron opgevoerd bij het lemma StB en zegt over Corbyn ‘dat hij een agent voor de StB was onder de codenaam COB’. Labour ontkent de aantijgingen.

Er zijn uiteenlopende redenen te bedenken voor het feit dat het bericht in The Sun wordt geplaatst. Het kan te maken hebben bij de interne strijd binnen Labour waarbij Corbyn met steun van de basisbeweging en het Corbyn-vehikel Momentum een radicaal-linkse koers is ingeslagen en gematigde sociaal-democraten binnen de partij zijn gemarginaliseerd. Ze denken na over hergroepering buiten de partij, maar hebben evenmin de hoop opgegeven om Corbyn als partijleider te wippen. Daarnaast is Corbyn onduidelijk over de gevolgen van de Brexit of de wenselijkheid van een tweede referendum en laat hij de achterban in het ongewisse over Labours positie over de interne markt en de douane-unie. Het lek in The Sun kan ook te maken hebben met de strijd met de Conservatieven die net als Labour in een richtingenstrijd tussen radicaal (Jacob Rees-Mogg) en gematigd zijn gewikkeld. Het effect van de onthulling is lastig in te schatten in een geradicaliseerd Labour.

Foto: Schermafbeelding van deel artikelJeremy Corbyn Was a Communist Spy’ van John Schindler in Observer, 15 februari 2018.

Arrestatie uit 2016 van FSB-kolonel Mikhailov direct gerelateerd aan Russische inmenging in Amerikaanse presidentsverkiezingen

Rachel Maddow besteedt aandacht aan de arrestatie van FSB-kolonel Sergei Mikhailov op 5 december 2016. Hij werd een jaar geleden gearresteeerd samen met drie vermeende handlangers: zijn assistent Dmitri Dokuchayev, voormalige medewerker Ruslan Stoyanov van het Russische softwarebedrijf Kaspersky Lab en internetondernemer Georgi Fomchenkov. The Moscow Times geeft de details in een bericht van 5 december 2017. De arrestatie zou in verband staan met de hack van de Democratische partij (DNC) in 2016 door Russische hackers die gelieerd waren met twee concurrerende Russische inlichtingendiensten, respectievelijk de FSB en de GRU. De eerste hack zou ongemerkt zijn verlopen, maar die door de GRU zou slapende honden hebben wakker gemaakt. De vier verdachten worden al een jaar in geïsoleerde hechtenis gehouden.

De Russische inmenging bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 wordt doorgaans vanuit het Amerikaanse perspectief beredeneerd. Dat speelt dan op het niveau van wie deed wat, wie wist wanneer wat en wie communiceerde met wie. Er lopen onderzoeken van diverse commissies van het Congres en speciale aanklager Robert Mueller zit het Team Trump dicht op de hielen in het ontrafelen van wat voor, tijdens en na de campagne is gebeurd. Maar ook van het in kaart brengen van de obstructie vanuit Trumps Witte Huis om het onderzoek tegen te werken. Tegen de grondwet in. Met de arrestatie en detentie van Sergei Mikhailov is het perspectief omgedraaid en wordt de vraag geactualiseerd over de details van de Russische betrokkenheid.

Rachel Maddow refereert aan een artikel van de Russischtalige The Bell, een website die wordt geleid door Liza Osetinskaya. Het is onduidelijk door wie het wordt gefinancierd. De aanvraag voor toezending van een nieuwsbrief toont een adres in Berkeley, California. Maddow beweert in navolging van The Bell dat de vier mannen werden gearresteerd omdat ‘zij de Russische bronnen waren die Amerikaanse inlichtingendiensten vorig jaar aan bewijsmateriaal hielpen’ bij het aantonen van de Russische betrokkenheid bij de hack van de DNC. The Bell concludeerde dat uit gesprekken met mensen uit de omgeving van de vier gearresteerden. Een artikel van The New York Times van 25 januari 2017 oppert de mogelijkheid dat de arrestaties moesten verhinderen dat er nog langer informatie uit de Russische Federatie kwam over de Russische hack van de DNC.

Maar onweerlegbaar bewijs wordt niet gegeven. Niet door de journalistiek en al helemaal niet door landen die elkaar beloeren en in de gaten houden. Dat is precies het probleem bij het vaststellen van dit soort operaties die zich afspelen in de sfeer van de inlichtingendiensten. Landen willen hun informatiepositie en werkwijze niet verraden en komen niet altijd met de meest directe bewijzen naar buiten. Rapporten, zoals dat van 6 januari 2017 van het bedrijf CrowdStrike in opdracht van de Amerikaanse DNI, spelen een rol in het publieke debat met een gekuiste publieksversie waaruit de meest gevoelige en meest expliciete informatie verwijderd is. Het publieke en openbare politieke debat moet het vervolgens doen met ondersteunend, indirect bewijs. Vermoedens, waarschijnlijkheden, aannames, oordelen en de samenhang van gebeurtenissen die zo specifiek en uniek is dat die met een bepaalde logica en doelstelling uitsluitend tot een specifieke bron te herleiden is.

Rachel Maddow stelt zich twee vragen over de arrestatie van Sergei Mikhailov. Als het Kremlin zoals het steevast beweert niets met de inmenging in de Amerikaanse verkiezingen te maken zou hebben, waarom sluit het dan een FSB-kolonel op die de Amerikaanse inlichtingendiensten informatie had gegeven over de aanval van de Russische Federatie op de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016? Mikhailovs arrestatie is de rook en de Russische inmenging in de Amerikaanse verkiezingen het vuur. De arrestatie is er de bevestiging van dat de informatie die Mikhailov aan de Amerikanen heeft gegeven juist was. Zonder dat we de details te weten komen. En Maddow vraagt zich af waarom het Kremlin wil dat deze informatie nu naar buiten komt. Wat is het belang van de Russische regering om nu informatie ‘door te laten’ waaruit blijkt dat het Trump heeft geholpen de verkiezingen te winnen? Het antwoord ligt voor de hand. Het verder vergroten van de chaos en verdeeldheid in Washington en het verder ondermijnen van de legitimiteit van Trumps presidentschap.

Nederlandse overheid beseft urgentie van cybersecurity en cybercrime niet

De wereldvreemdheid van de Nederlandse overheid en politiek is immens. Het doet er alles aan om te suggereren dat Nederland een eiland is. Neem het onderwerp cyberveiligheid. Afgelopen woensdag 13 september hield Director of National Intelligence Dan Coats een toespraak op de Billington Cybersecurity Summit in Washington. Hij schetst een beeld van bedreigingen van de kritische infrastructuur of het hacken van bedrijfsnetwerken van de Amerikaanse defensie-industrie en technologiebedrijven. Tegelijk verdedigde hij zich tegen zijn voorganger James Clapper (‘former officials’) die kritisch is op de aanpak van cyberveiligheid door de regering-Trump en houdt hij een pleidooi voor hechte samenwerking met het bedrijfsleven.

Of de Amerikaanse regering goed, niet goed genoeg of verkeerd bezig is valt te bezien, maar in elk geval zegt Coats de ernst van de dreiging van landen als de Russische Federatie, China, Iran of Noord-Korea te beseffen. Zijn waarschuwing is duidelijk: ‘We have not experienced yet a catastrophic attack. But I think everyone in this room is fully aware of the ever-growing threat to our security.’ De klap kan elke moment komen, in elk land. Ook in Nederland. Overigens is de Amerikaanse overheid niet alleen in de verdediging, maar valt het andere landen aan, zoals de geschiedenis met het Israëlisch-Amerikaanse Stuxnet verduidelijkt. In 2009 werd met fataal gevolg een virus geplaatst in ultracentrifuges die deel uitmaakten van de Iraanse nucleaire industrie.

Nog in juni 2017 was er de kwaadaardige software van het Petya-virus die was bedoeld om de Oekraïense economie schade toe te brengen. Het verspreidde zich door heel Europa en bracht vele bedrijven schade toe. Terwijl de aanval niet eens op die bedrijven was gericht. Gezien de sinds 2014 woedende oorlog tussen Oekraïne en de Russische Federatie die niet alleen op het slagveld in Oost-Oekraïne, maar ook in de publiciteit en de digitale wereld wordt uitgevochten bestaat het sterke vermoeden dat het virus met medewerking van het Kremlin vanuit de Russische Federatie werd verspreid. Als het tegen een NATO-lid was gericht en er cruciale schade aan de infrastructuur van betreffend land was aangebracht, dan had het als een oorlogsdaad opgevat kunnen worden dat artikel 5 in werking zette. Een voor allen, allen voor een. Zonder dat een aanval op Nederland is gericht kan ons land door een digitale aanval dus in een oorlog betrokken worden.

Cyberveiligheid is niet hetzelfde als cybercriminaliteit, maar er zijn raakvlakken. Terroristen hebben vaak vanuit hun verleden contact met criminele netwerken opgebouwd. Dat geldt voor een land als de Russische Federatie waar directe lijnen lopen van overheid naar maffia. Ook in de VS is dat het geval waar president Trump voor zijn vastgoedprojecten contacten had met de Russische (Semjon Mogilevitsj) en de Russisch-Amerikaanse maffia (Felix Sater). Overheidsdiensten moeten nauw samenwerken om de digitale dreiging te weerstaan. Want elke zwakke plek wordt opgezocht en kan worden afgestraft. De gevolgen kunnen desastreus zijn. Bovenwereld en onderwereld, criminaliteit en traditionele oorlogsvoering zijn vermengd geraakt.

Is Nederland er klaar voor en beseft het de urgentie van de situatie? Nee, het lijkt er in de verste verte niet op. Gerrit van der Burg is als voorzitter van het College van procureurs-generaal specifiek verantwoordelijk voor cybercrime. In die hoedanigheid gaf hij vandaag een interview aan het AD dat de Volkskrant in een bericht samenvat. Er ontstaat een ontluisterend beeld van het OM. ‘We trekken er hard aan, maar we zijn er nog niet klaar voor’ en ‘We zijn van oorsprong geen digitale organisatie’. Nee, allicht niet, geen enkel OM in geen enkel land is van oorsprong een digitale organisatie. De verplichting rust op de leiding van het OM om dat als de wiedeweerga te worden. ‘Het onvoorstelbare wordt voorstelbaar, als het gaat om cybercrime’, zo zegt Van der Burg. Maar wat hij zich nou precies voorstelt blijft raadselachtig. Naar verluidt wil het komende kabinet 25 miljoen euro vrijmaken voor de bestrijding van cybercriminaliteit. Dat is veel te weinig en het komt erg laat.

Foto: ‘Foto: ‘Dutch Visit: Col. Jeff Schilling, of G-5/7, briefs Brig. Gen. Hans Hardenbol, along with Dutch military delegation, during a visit to the Army Cyber Command.‘ Op de site van de U.S. Army Cyber Command/ U.S. 2nd Army is deze foto uit 2012 niet meer terug te vinden, hier wel bij een commentaar.