Gedachten bij foto ‘Minidoka Matinee Orchestra’ (1945)

Minidoka Matinee Orchestra. Minidoka concentration camp, Idaho, 1945. Collectie: Densho Digital Repository.

In de Tweede Wereldoorlog werden in de VS mensen van Japanse origine na de Japanse aanval op Pearl Harbor van 7 december 1941 geïnterneerd in kampen.

Wat de motivatie daarvoor was schreef ik in een commentaar van 2013 over de Japans-Amerikaanse mensenrechtenactivist Fred Korematsu: ‘Fred Korematsu gaat over de internering van Japanse-Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een aan opperrechter Hugo Black toegeschreven uitspraak uit de video blijft resoneren: ‘the need to protect against espionage outweighed individual rights‘. Dus de noodzaak om tegen spionage te beschermen weegt zwaarder dan individuele rechten‘.

Op de foto zien we een orkest. Met drums, piano, klarinet, saxofoon en twee violen. Geen bas, geen gitaar. Welke muziek het speelt is onduidelijk. Waarschijnlijk country, zoals blijkt uit een verwijzing naar I Hang My Head and Cried van Ernest Tubb. Later ook gezongen door Johnny Cash.

Bijzonder aan de foto is dat die niet is genomen in het Minidoka Concentratiekamp waar de muzikanten geïnterneerd waren, maar in de radiostudio KTFI in het nabijgelegen Twin Falls, Idaho. Dat blijkt uit het artikel ‘“Minidoka Matinee” radio program, Minidoka Relocation Center, 1945, sound recordings, etc.’ (2023) van Roy Baugher.

Het bijschrift van de foto: ‘The residents of the Minidoka concentration camp formed numerous musical ensembles to pass the time. Orchestras, bands, and choirs frequently staged performances for entertainment‘ gaat voorbij aan de bijzondere rol van het Minidoka Matinee

Baugher zegt (vertaald): ‘“Minidoka Matinee” was een radioprogramma dat werd geproduceerd en uitgevoerd door Japans-Amerikaanse gevangenen van het Minidoka Relocation Center, Hunt, Idaho, tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Het wekelijkse programma van 15 minuten liep van januari tot april 1945 en duurde ongeveer 13 afleveringen. “Minidoka Matinee” werd live uitgezonden vanaf radiostation KTFI in het nabijgelegen Twin Falls, Idaho. Omdat het programma in de studio van KTFI werd uitgevoerd, hadden artiesten toestemming om Minidoka te verlaten om op uitzenddagen naar Twin Falls te reizen.

Hero Nishimoto die als tweede van links op de foto staat en als MC wordt voorgesteld (Master of Ceremonies) omschrijft Baugher zo: ‘Hero Nishimoto, een gevangene, lijkt de belangrijkste organisator van het programma te zijn. Ted Shimano, een andere gevangene van Minidoka, was de muziekdirecteur en dirigent van de band.’ Laatstgenoemde staat als vierde van links op de foto. Nishimoto en Shimano staan waarschijnlijk in het orkest opgepropt vanwege de foto.

De uitzendingen zijn spoorloos. Ook de opnames die begin 1945 voor het Japans-Amerikaanse infanterie 442nd Regimental Combat Team werden gemaakt dat waarschijnlijk in Europa was gestationeerd. De logica zal zijn dat Japanners niet tegen Japanners mochten vechten, maar wel tegen Duitsers.

De informatie maakt de foto beter leesbaar. De locatie is niet het kamp, maar een radiostudio. Het ‘Minidoka Matinee Orchestra‘ of ‘Hunt Orchestra‘ had relatieve vrijheid en werd ingezet door het Amerikaanse Bureau voor Oorlogsinformatie, ofwel de Amerikaanse propaganda. Over de vraag wat voor muziek het orkest speelde bestaat onduidelijkheid.

Juridische verwikkelingen kwestie Joost Klein

Joost Klein in De Stentor, 11 mei 2024.

Het gedoe met Joost Klein die door de EBU en Eurovision op het strafbankje is gezet en wellicht niet mag optreden in de finale van het Eurovisiesongfestival in Malmö legt de kwetsbaarheid bloot van de besluitvorming bij incidenten waar deelnemers bij betrokken zijn. Het toont amateuristisch. Dat verklaart mogelijk waarom het zolang duurt voordat EBU en Eurovision duidelijkheid geven over de kwestie. 

Hoe verhouden de interne regels van de EBU en Eurovision zich met de Zweedse aanklager die een klacht over Klein in behandeling kan nemen? Of in het algemeen tot de nationale rechtspraak van de EBU-landen? Hoe is de procedure? Daarover communiceren EBU en Eurovision niet. Zo voeden ze onduidelijkheid.

Vraag is of EBU en Eurovision voor hun beurt hebben gesproken toen ze Klein op vrijdag verhinderden voor de vakjury op te treden. Dat bracht hem in een kwetsbare positie. Want hoe kan Klein bestraft worden voordat hij veroordeeld is? Zo werkt het recht niet. 

De zogenaamde onschuldpresumptie zegt dat iedereen die verdacht wordt van een strafbaar feit onschuldig is tot het tegendeel is bewezen. Dat zou ook moeten gelden voor de regelgeving van private organisaties als EBU en Eurovision.

De EBU en Eurovision lijken juridisch niet op hun taak voorbereid. Of ze hadden met openbaarmaking van de motivatie en onder verwijzing naar de voor Kleins overtreding relevante artikel(en) in het reglement hem moeten uitsluiten van deelname aan de finale of ze hadden moeten zwijgen. Ze deden het een noch het ander.

Nu zaaien EBU en Eurovision onduidelijkheid en lijkt hun handelen op een rechtsdwaling. Als er hoe dan ook al juridische handvaten zijn om de kwestie Klein passend aan te pakken. Het kan ook dat die handvaten aanwezig zijn, maar de verantwoordelijke bestuurders van EBU en Eurovision de juridische kennis en ervaring missen om die naar behoren toe te passen.

Complicatie is dat Klein publiekelijk duidelijk maakt dat hij zich stoorde aan de organisatie. Het is denkbaar dat deze kritische houding hem werd terugbetaald door de organisatie toen zich een incident aandiende waarbij hij betrokken was. In elk geval is de aanleiding aanwezig om hem te straffen. Een reconstructie zal duidelijk moeten maken wat de argumentatie van de verantwoordelijke bestuurders was en of ze met de kennis van toen juist gehandeld hebben.

Het beeld van de gang van zaken aangaande Joost Klein getuigt van amateurisme, onduidelijkheid en een gebrekkige besluitvorming en wellicht problematische regelgeving bij EBU en Eurovision. De organisatie heeft door haar handelen niet alleen Joost Klein, maar ook zichzelf beschadigd.

De Telegraaf ziet manipulatie bij Eurovisiesongfestival om Israël niet te laten winnen

Er was ooit een paus van Rome die zei dat van de onbelangrijke onderwerpen voetbal veruit het belangrijkste is. Bij de onbelangrijke onderwerpen heeft voetbal concurrentie gekregen van het Eurovisiesongfestival. In elk geval in de landen die bij de EBU zijn aangesloten.

Het gaat dus nergens over. Maar toch wel ergens over. Niets wordt tot iets gemaakt. Dat is het nieuws. Onbelangrijke onderwerpen worden tot hoofdzaak gemaakt.

Songfestival manipuleert om Israël niet te laten winnen‘, zo zegt deze video van De Telegraaf. Het bewijs voor de aantijging is mager. Israël heeft een lage startpositie. Vlak na Nederland en voor Litouwen die dus ook wel gemanipuleerd zullen zijn. En wat te denken van Oekraïne op startpositie 2? Dat zal ook wel manipulatie zijn.

Zou het de fans die Israël door dik en dun steunen trouwens iets uitmaken welke startpositie dit land heeft? Nee, natuurlijk niet.

De manipulatie in deze video lijkt vooral de kleuring door De Telegraaf. Hoe een onbelangrijk onderwerp wordt verknoopt met de wereldpolitiek om een onbelangrijk onderwerp op te waarderen tot belangrijk. De Telegraaf houdt van complotdenken. Tot op het onbelangrijke af.

Bij een commentaar in de Volkskrant. Gazadebat wordt gekaapt door flanken. Waarom zwijgt het centrum?

Schermafbeelding van deel commentaarRadicale kampen kapen het Gazadebat en de politiek doet gretig mee‘ van Raoul du Pré in de Volkskrant, 9 mei 2024.

Het commentaarRadicale kampen kapen het Gazadebat en de politiek doet gretig mee‘ van Raoul du Pré in de Volkskrant van 9 mei 2024 is me uit het hart gegrepen.

De pro-Palestina demonstraties van studenten en activisten op universiteiten is volgens Du Pré vergezocht en ‘roept de verdenking op dat het niet gaat om concrete resultaten voor de mensen in Gaza maar om maximaal effectbejag.’ Het commentaar klopt echter niet met de kop. De kern van de kritiek ervan is dat een deel van de politiek juist ontbreekt in het Gazadebat.

Ik moet bij het zien van de inzet van politie tegen studenten en activisten bij de bezetting van universiteitsgebouwen denken aan de Italiaanse film ‘La Meglio gioventù’ (2003) van Marco Tullio Giordana. 

Het gaat om twee broers van wie Matteo politieman wordt en Nicola student is die psychiater wordt. De studenten zijn bevoorrecht, terwijl de politie gerekruteerd wordt uit het volk. De laatsten hebben niet dezelfde kansen gehad als de studenten. Zij moeten de orde handhaven, terwijl de studenten en activisten vanuit hun positie de macht kunnen uitdagen. Het is werken voor brood tegenover spel.

De Nederlandse politiek laat zich wat het Hamas-Israël conflict betreft verdelen in twee radicale kampen. Het centrum is doodstil. Zoals de introductie van het commentaar zegt: ‘Waar zijn toch de politici gebleven die soms wat water op het vuur proberen te gooien in plaats van olie?

Waar zijn de politici gebleven die water op het vuur proberen te gooien? Waar zijn ze?

Radicaal-rechts veroordeelt de pro-Palestina demonstraties en neemt het op voor Israël. Radicaal-links neemt het op voor de pro-Palestina demonstraties, verdedigt terroristische organisaties als Hamas en Hezbollah en wil de banden met Israël doorsnijden of dat land zelfs van de kaart vegen. 

Het zijn twee onhoudbare posities. Maar zoals gezegd, in Nederland ontbreekt een genuanceerd geluid van het politieke midden. Waar zijn NSC, CDA, D66, Volt en GroenLinks-PvdA? Welke oplossing dragen ze aan voor dit conflict? Waarom laten ze zich de kaas van het brood eten?

Complicatie is de verre van soepel lopende formatiebesprekingen die nog geen resultaten hebben opgeleverd, De leiders van de drie rechtse partijen PVV, VVD en BBB lijken dat te compenseren door zich in de publieke opinie scherp afwijzend uit te laten over de pro-Palestina demonstraties op universiteiten. Het is makkelijk scoren bij de achterban met ferme uitspraken om het gebrek aan resultaten in de formatie te verhullen. Tegelijk toont het hoe geradicaliseerd deze drie rechtse partijen zijn. Vooral voor de VVD is dat onbegrijpelijk.

Schermafbeelding van deel commentaarRadicale kampen kapen het Gazadebat en de politiek doet gretig mee‘ van Raoul du Pré in de Volkskrant, 9 mei 2024.

De Nederlandse centrumpartijen doen er verstandig aan om zich publiekelijk over deze kwestie uit te spreken. Ze kunnen zorgen voor matiging van de retoriek waarmee beide flanken nu de publieke opinie tergen. Het is een raadsel waarom ze zo weinig van zich laten horen. Nu wordt de publieke opinie over Hamas en Israël overgelaten aan radicaal-links en radicaal-rechts. Dat is ongewenst en onevenwichtig. Dat toont het holle vat dat de Nederlandse politiek is geworden.

Formatie als amateurtoneel. Partijpolitiek is afgedaald tot kleuterniveau

In de media wordt gezegd dat in de nu lopende week beslissend is voor de formatie. Op 15 mei moeten de formateurs Van Zwol en Dijkgraaf hun eindverslag naar de Tweede Kamer sturen.

De formatie is om triest van te worden. Is dit Nederland? De truc van PVV’er Gidi Markuszower om zogenaamd toevallig een concept document aan de pers te tonen tekent het niveau. Ok, politiek is een spel, maar het is wel een spel dat op een belabberd laag niveau wordt gespeeld.

Je kunt terugredeneren over de oorzaak waarom de formatie zo is gelopen. Komt het door VVD-leider Dilan Yesilgöz die blunder op blunder heeft gestapeld? Door GroenLinks-PvdA op voorhand uit te sluiten heeft ze haar eigen manoeuvreerruimte beperkt. Komt het door de eeuwige twijfelaar Pieter Omtzigt die niet lijkt te weten wat hij wil? Komt het door Wilders die in de publieke opinie steeds twee gezichten toont die met elkaar in strijd zijn? Dat van de redelijkheid én de onredelijkheid. Als een autoritaire politicus laat hij alle opties open. Daar kunnen de anderen niet mee omgaan.

De formatie kan na de zogenaamde beslissende week nog weken verlengd worden. Vele Binnenhof-watchers trokken de laatste weken al de conclusie dat de formatie tussen radicaal- en centrum-rechts mislukt is. Nu zou het er alleen nog om gaan om de andere partijen de zwarte piet toe te spelen.

De verkiezingen waren op 22 november 2023. Bijna een half jaar later is er nog niks bekend over de onderhandelingen en het vervolg. Wie wordt er premier? Welke ministers nemen zitting in een radicaal-/centrum-rechts kabinet? Wat wordt er beslist over de hete hangijzers, zoals stikstof, Oekraïne, wonen, de financiële onderbouwing of immigratie? Geheimzinnigheid is een teken van het gebrek aan voortgang.

We weten niks. We worden afgescheept met amateurtoneel als afleiding, Of geklets van de onderhandelaars in talkshows of op X. De media happen en brengen voortdurend nieuws dat geen nieuws is als nieuws. Als commentatoren meedoen aan dat cabaret, dan is het Droste-effect van de nietszeggendheid compleet. De Nederlandse partijpolitiek is afgedaald tot kleuterniveau. Waar zijn de volwassenen gebleven?

Video ‘GEVOLG VAN WEGBLIJVEN UIT DE KERK ‘ van evangelist Sieberen Voordewind

Sieberen Voordewind is een evangelist. Hij heeft ook een shop waar hij zijn boeken aanbiedt en zijn schilderijen toont. Voordewind zendt op sociale media en heeft de reacties uitgezet. De dialoog zoekt hij niet.

Dat is jammer want Voordewind blijkt een selectieve plakker en knipper. Zijn videoR60. GEEN HIEP HIEP HOERA VOOR ISRAEL‘ op YouTube is duidelijk gebaseerd op het Wikipedia-lemma Hiep, hiep, hoera!‘ dat hij parafraseert zonder de essentie van het lemma te noemen. Namelijk de weerlegging van wat Voordewind opdist. Daarom zakt de video in elkaar als een kaartenhuis.

Voordewind presenteert zich als man van het woord, maar typt bij de video over het wegblijven uit de kerk de tekst ‘Maar dit zegt genoeg over wat er in ons land gebeurd‘.

Hij heeft gelijk dat door de ontkerkelijking kerkgebouwen overbodig worden. In 2022 was volgens opgave van het CBS 13% van de Nederlanders protestant. Het is begrijpelijk dat Voordewind zijn doelgroep zo groot mogelijk wil houden. Maar het afbrokkelend geloof is vechten tegen de bierkaai. De belangrijkste redenen van ontkerkelijking noemt hij niet: hoger opleidingsniveau en hoger inkomen.

Om te variëren op het gezegdeelk volk krijgt de leiders die het verdient‘ kan men met Voordewind in gedachten zeggen ‘protestante gelovigen krijgen de evangelisten die ze verdienen‘. Aan de redenen voor ontkerkelijking kan men evangelisten als Voordewind toevoegen. Bezielende dominees die gelovigen inspireren praten niet in clichés.

Ralf Bodelier: ‘De boodschap van links komt voorlopig niet aan’

Schermafbeelding van deel artikelOpinie: ‘De boodschap van links komt voorlopig niet aan’ van Ralf Bodelier in het AD, 4 mei 2024.

Interessante opinie van Ralf Bodelier in het AD van 4 mei 2024. Hij gaat in op de vraag waarom rechts populairder is dan links. Bodelier meent dat links te veel eist en dat daarom de linkse boodschap niet aankomt. Rechts pleziert de kiezer en is daarom aantrekkelijk.

Bodelier specificeert niet wat hij onder links verstaat. Gewoonlijk worden daar GroenLinks, PvdA en SP onder verstaan. Bodelier lijkt zich in zijn opinie-artikel vooral te richten op GroenLinks-PvdA en partijleider Frans Timmermans.

Hij zegt: ‘Willen linkse partijen niet volledig worden weggevaagd, zullen ook zij met ideeën moeten komen die de levens van de meeste Nederlanders aangenamer maken. Begin met milieu en klimaat.

Vraag is of Nederland de afgelopen decennia niet op de pof geleefd heeft en het hoe dan ook nog mogelijk is om het leven van de meeste Nederlanders aangenamer te maken. Maar stel dat het mogelijk is.

Links moet dan met ideeën en toekomstplannen komen en zich niet langer laten gijzelen door de agenda die nu door radicaal- en centrum-rechts wordt bepaald. Vraag is of links ideeën heeft en zo ja of het die in een stappenplan kan omzetten.

Het is overigens niet noodzakelijk om het leven van de Nederlanders aangenamer te maken. Een pas op de plaats kan ook. Als links een toekomstbeeld overtuigend kan verkopen, dan zullen veel Nederlanders daar in meegaan.

Het grootste punt van kritiek op zijn analyse is dat Bodelier de dynamiek van de partijpolitiek beschouwt als een knop waaraan gedraaid kan worden. Maar in de realiteit van de vaak kinderachtige partijpolitiek zijn er partijtijgers, partijbaronnen en partijleiders die hun loopbaan en identiteit eraan ontlenen. Dat leveren ze niet in voor een abstract doel aan de horizon.

Partijpolitiek is weerbarstig omdat het om mensen gaat met hun bijzonderheid, karakter, sfeer, bloedgroep en ambitie. De verandering bij links die Bodelier schetst lijkt daarom een theoretische exercitie van de tekentafel. Maar het is goed dat hij dat perspectief schetst. De punt aan de horizon. Dat doet links onvoldoende en daar moet het het uiteindelijk van hebben.

Niet in te zien valt echter hoe GroenLinks zal instemmen met het bouwen van kerncentrales. Omdat kernenergie geen groene energie is is oppositie tegen de bouw van kerncentrales een kernpunt van de partij. Daarbij komt dat de voorbereidingen en bouw ervan meer dan 10 jaar duren, zodat voor de korte termijn kernenergie niet kan bijdragen aan de klimaatdoelen.

Bodelier sluit zijn artikel af met wat lijkt op een wensdroom: ‘Meer welvaart, meer huizen, meer zorg, beter onderwijs, meer groen en uiteraard, een elektrische auto voor iedereen‘. Dat lijkt op een parodie op de politiek. Op de slogan van de Tegenpartij: ‘Geen gezeik, iedereen rijk. Samen voor ons eigen!‘.

Bodelier zegt ook: ‘Omwille van etnische en seksuele minderheden moeten we af van Zwarte Piet en van het spreken over mannen en vrouwen.‘ Op het aspect van sociaal-culturele onderwerpen kan links snel winst maken door dat te parkeren en te vervangen door meer aandacht voor sociaal-economische onderwerpen. Zeg macht, werk, inkomen, wonen, zorg en onderwijs. De traditionele sociaal-democratische waarden. Het is jammer dat Bodelier daar nauwelijks aandacht aan besteedt.

Tegelijk laat de SP zien dat sociaal-economische onderwerpen agendeert en sociaal-culturele onderwerpen verwaarloosde waarover het in de jaren 1970 en 1980 achterhaalde denkbeelden dat er een zeker evenwicht tussen cultuur en economie moet zijn. Zie de episode Anton Constandse en het pamflet Gastarbeid en Kapitaal uit 1983 waar de partij geen raad mee wist. Zie homoseksualiteit dat de SP een bourgeoisie-ziekte noemde omdat het zich richtte op ‘gewone mensen‘ (p.17).

Links kan het zich electoraal niet veroorloven om de culturele onderwerpen over normen, waarden, gewoonten en gebruiken die zich toespitsen op immigratie en integratie te verwaarlozen. Maar het kan die wel minder gewicht geven. Jammergenoeg gaat het nog verder, links meent op sociaal-culturele onderwerpen in de aanval te moeten gaan en volgt zo de rechtse agenda. Het kiest er bewust voor door onderwerpen als emancipatie, LHBT+, diversiteit, inclusie en solidariteit prioriteit te geven. Dat bepaalt nu de beeldvorming van links.

Links zou zich moeten onttrekken aan de sociaal-culturele agenda die door rechts wordt bepaald. En die niet te versterken met ‘eigen’ agendapunten. Zo laat links zich op een domme manier gijzelen door rechts. Links zit in een patstelling omdat het geen toekomstbeeld schetst met ideeën en onderwerpen als macht en inkomen te weinig prioriteit geeft. Daarom heeft links weinig aantrekkingskracht. Omdat het geen ‘eigenaar’ is van een politiek onderwerp.

Petitie ‘Neem de mindfulness-training op in het onderwijscurriculum’ moet afgeraden worden

Schermafbeelding van deel petitieNeem de mindfulness-training op in het onderwijscurriculum‘ op Petities.nl van Joyce Berwald, 3 mei 2024.

De petitie ‘Neem de mindfulness-training op in het onderwijscurriculum‘ van Joyce Berwald van SensZenjoy dient ernstig afgeraden te worden. De claim om mindfulness ‘op te nemen in het curriculum van het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hogescholen en universiteiten‘ is zowel wetenschappelijk als praktisch onverstandig.

Joyce Berwald zou er verstandig aan doen om de claims over de positieve werking van mindfulness af te zwakken en te preciseren. Ze gooit nu alles op een hoop. Dat schept eerder verwarring dan duidelijkheid. Dat geeft de Tweede Kamer aan wie ze haar petitie richt geen handvaten.

Berwald dicht aan een mindfulness-training veel toe dat door wetenschappelijke onderzoeken niet (meer) ondersteund wordt. Wat zegt de wetenschap precies over mindfulness? Het artikelDe hype mag stilaan overwaaien: wat zegt de wetenschap nu echt over mindfulness?‘ van mei 2023 van VRT NWS geeft voor de Vlaamse situatie duidelijkheid die vergelijkbaar is met Nederland.

Er bestaat wetenschappelijke overeenstemming over dat mindfulness effectief kan zijn bij pijn, verslaving en depressie. Het is verstandig om daar een programma op te ontwikkelen en niet de onwetenschappelijke breedte in te gaan met algemeenheden als ‘emotionele regulatie te verbeteren, concentratie te vergroten, algemeen welzijn te bevorderen (positiever zelfbeeld en een dieper gevoel van welzijn) en conflictbeheersing te verbeteren‘, zoals Berwald zegt.

Daarbij komt dat mindfulness niet in alle gevallen werkt. Het kan negatieve bijwerkingen hebben. In het VRT NWS artikel zegt Mark Williams: ‘Tussen 3 en 10% van de mensen die in therapie gaan, rapporteert bijwerkingen. Bij mindfulness gaat het waarschijnlijk om een gelijkaardig percentage‘.

Daarom is het onverstandig om mindfulness in het onderwijs verplicht te stellen. Het misverstand dat mindfulness in het onderwijs werkt is gebaseerd op een niet goed opgezette studie uit of vlak voor 2019. Mindfulness kan wel als vrije keuze op scholen aangeboden worden. Zoals allerlei keuzevakken. Mindfulness verplicht stellen is een brug te ver.

Mindfulness kan positieve effecten hebben, maar niet voor alles. Het kan ingezet worden voor pijn, verslaving en depressie. Maar per geval moet bekeken worden of andere behandelingen niet beter bij een specifiek individu passen dan mindfulness. Dat is maatwerk.

Dit artikel concludeert: ‘Mindfulness verplichten op school blijkt geen goed idee, want veel kinderen vinden het maar saai. Het kan werken, maar niet als je het opdringt. Dat laatste geldt ook voor volwassenen: mindfulness heeft een brede waaier aan positieve effecten, maar niemand moet zich verplicht voelen om te mediteren‘. En: ‘Het is ondertussen wel duidelijk dat mindfulness geen quick fix is die voor iedereen werkt‘.

Directeur Lustwarande Chris Driessen schopt wild om zich heen vanwege gemiste Brabantse subsidie

Schermafbeelding van deel artikelBuitenexpositie Lustwarande tussen hoop en vrees over voortbestaan‘ van Emmanuel Naaijkens op Brabant Cultureel, 3 mei 2024.

Dat de Tilburgse buitenexpositie Lustwarande onder de zaaglijn eindigde bij de toekenning van de vorige vierjaarlijkse Brabantse subsidie (2021-2024) verbaast Lustwarande-directeur Chris Driessen.

Dat kan. Maar zijn argumentatie is onheus. Daarnaast erkent Driessen een juridische procedure niet die in zijn nadeel is afgelopen. Wat wil hij nog bereiken door de publiciteit te zoeken? Had Brabant Cultureel er niet beter aan gedaan om Driessens onderstaande woorden niet te plaatsen?

Schermafbeelding van deel artikelBuitenexpositie Lustwarande tussen hoop en vrees over voortbestaan‘ van Emmanuel Naaijkens op Brabant Cultureel, 3 mei 2024.

Driessen gooit zijn eigen glazen in. Hij verpest de sfeer met zijn aantijgingen en strijkt velen tegen de haren in. Dat is geen strategisch slim opereren van een directeur. Indirect lijkt Driessen met zijn grote woorden duidelijk te maken waarom zijn aanvraag beneden de zaaglijn is geëindigd.

Het is altijd moeilijk om je verlies te nemen. Zeker als de Raad van State het laatste woord heeft. Het is verstandig van Driessen om alsnog te proberen geld los te krijgen van de provincie Noord-Brabant. Daar zit best ruimte. Maar richt je je daar dan op als organisatie. Ga voor harmonie en overleg om te redden wat er te redden valt. Niet voor rancune.

Driessen maakt niet hard waarom volgens hem de adviezen willekeurig zijn. Hij suggereert dat PARK en Kunstpodium-T door een onregelmatige procedure een hogere score kregen dan de Lustwarande. Het is echter goed mogelijk dat volgens de kunstcommissie de aanvraag van deze twee Tilburgse kunstinstellingen hoger werd aangeslagen omdat die beter was ingevuld. De aanvraag wordt beoordeeld, niet de beeldvorming over een instelling.

Dat er geen notulen zijn is verklaarbaar uit het feit dat een kunstcommissie met één mond spreekt en niet via individuen die deel uitmaken van de commissie. Er is een geanonimiseerd verslag van de beraadslagingen waarin argumenten staan opgesomd. De aanvrager kan verzoeken om feitelijke onjuistheden te corrigeren. Dat is de optimale transparantie die binnen de procedure gegeven kan worden. De Raad van State is met deze lijn akkoord gegaan.

Driessen gaat op de populistische toer als hij zegt: ‘Iedere burger moet in staat zijn om te controleren op welke wijze subsidies verdeeld worden‘. Net of de burger daar geïnteresseerd in zou zijn.

Het gaat echter om wat anders. Namelijk dat een kunstcommissie met adviseurs vakkundig, integer, bedachtzaam en controleerbaar handelt. Daar kan een kunstcommissie op afgerekend worden. Niet door een vooraf afgesproken procedure achteraf ter discussie te stellen.

Driessen zou er voor de Lustwarande verstandig om doen om niet meer in het verleden te blijven hangen en zich te richten op het heden. In Tilburg heeft hij er meer belang dat hij een goede dan slechte verstandhouding heeft met de provincie Noord-Brabant.

Natrappen schaadt altijd de eigen zaak. Het is veelzeggend dat Driessen dat blijkbaar niet begrijpt door nog in mei 2024 de publiciteit over deze zaak te zoeken. Hij zou er eens over moeten nadenken waarom zijn aanvraag beneden de zaaglijn is geëindigd.

Gedachten bij de foto’s ‘Blinde besuchen das Kunsthistorische Museum’ (1951)

Albert Hilscher, Blinde besuchen das Kunsthistorische Museum, 1951. Collectie: Österreichische Nationalbibliothek Digital.

De Oostenrijkse persfotograaf Albert Hilscher (1892-1964) was in het interbellum samen met de joodse Leo Ernst algemene vertegenwoordiging van het Amerikaanse fotoagentschap Wide World Photos. Omdat na de Anschluss van 1938 bedrijven geariseerd moeten worden verdween Ernst uit beeld. Hij dook na de Tweede Wereldoorlog weer op. Hilscher werkte tot het eind van de oorlog voor het Deutsche Nachrichtenbüro, het centraal persbureau van het Derde Rijk.

In 1951 maakt Hilscher deze foto’s van een groep mannelijke blinden die het Kunsthistorisches Museum in Wenen bezoeken. De meeste blinden dragen karakteristieke zwarte brilletjes, Een kunstmuseum met een prachtige collectie schilderijen. Uit de foto’s blijkt niet dat ze die te zien krijgen. Of hoe men dat in hun situatie moet zeggen. Op de onderste foto betasten de blinden iets wat op een antiek tableau lijkt.

Albert Hilscher, Blinde besuchen das Kunsthistorische Museum, 1951. Collectie: Österreichische Nationalbibliothek Digital.

Het is verleidelijk om Albert Hilscher die vanaf 1938 deel uitmaakte van een propagandacompagnie van de nazi’s niet ook blind te noemen. Niet in de betekenis stekeblind, maar wel in die van afgodisch of kritiekloos. Een weg waar meer Oostenrijkers voor kozen. Deze foto’s die hij zes jaar na de oorlog neemt zijn een metafoor voor zijn eigen blindheid. Ook Hilscher bezocht het Kunsthistorisches Museum.