Nacht 4: ‘Paris la nuit, environs des Halles’ (1924) en ‘Het Wachten’ van Pyke Koch

Agence Rol, Paris, 15/1/24, Paris la nuit, environs des Halles [quatre femmes dans la rue]. Collectie: Bibliothèque nationale de France, département Estampes et photographie.

Afgelopen zondag 26 maart 2023 was ik in de voorste ruimte op de eerste verdieping in een huis aan de Oudegracht 341 te Utrecht waar jarenlang Pyke Koch (1901-1991) zijn atelier had.

De huidige bewoonster was zo aardig om het te tonen. Het voelde als het betreden van historische grond. De kachel snorde, de zon scheen op het water van de gracht, overal hingen schilderijen en de sympathieke gastvrouw gaf ons geduldig de nodige informatie.

Koch had ik eind 1979 eenmaal gezien in het Centraal Museum tijdens een filmvoorstelling van de tentoonstelling Film en Beeldende Kunst 1900 -1930. De film had Der Student von Prag (1913), Das Cabinet des dr. Caligari (1920) of Der Golem (1920) geweest kunnen zijn. Ik kan het me niet meer herinneren. Het was een fantastische tentoonstelling waar onder meer Hoos Blotkamp en Nico Bredero aan meewerkten.

Koch kwam met een gevolg van vrouwen de toenmalige donkergrijs geverfde tuinzaal binnengeschreden waar het celluloid in de projector wachtte. Hij was een schriel mannetje, maar maakte dat door zijn reputatie en entourage die hij met zich meetroonde meer dan goed. De bezoekers fluisterden elkaar zijn naam toe. Op Wikipedia kan men lezen dat iets later, begin jaren 1980, Alzheimer bij Pyke Koch gediagnosticeerd werd.

Pyke Koch, Het wachten (1941). Tekening. © Centraal Museum Utrecht / Ernst Moritz.

Waar beeldende kunstenaars hun inspiratie vandaan halen is niet altijd herleidbaar. Ontlenen, bewerken, combineren, vermengen of samplen bemoeilijkt de duiding achteraf.

Ik ken de Koch-literatuur slecht, dus het kan al door vele experts opgemerkt zijn, maar ik kan me door enkele gelijkenissen tussen bovenstaande persfoto uit 1924 en Kochs tekening Het Wachten (1941) niet aan de indruk onttrekken dat Koch de foto als inspiratie voor zijn tekening gebruikt heeft. Dat hoeft uiteraard niet de enige bron voor Het Wachten geweest te zijn.

De lantaarnpaal rechts, het hek als backdrop, de nacht, de positie van het hoofd van de meest linkse vrouw en de verwijzing naar het thema prostitutie van de foto die in de tekening stilzwijgend aanwezig is, wijzen naar een overeenkomst tussen foto en tekening. Uiteraard heeft de kunstenaar dat vervolgens naar zijn hand gezet en naar zijn thematiek vertaald.

In de Koch-literatuur wordt doorgaans naar het nog steeds bestaande hek van het toenmalige Utrechtse Gerechtsgebouw aan de Lange Nieuwstraat/ Hamburgerstraat verwezen dat model zou hebben gestaan voor de tekening. Dat is aannemelijk voor de uitwerking. Evengoed kan Koch het toneelbeeld van wachtende vrouwen voor het hek ontleend hebben aan de Franse foto uit 1924. Om met Pietje Bell te spreken: één bron is geen bron.

NMvW zoekt vlucht vooruit met toe-eigening van naam ‘Wereldmuseum’ en ontmoediging van de broeders van het Afrika Museum

Persfoto naamsverandering van het NMvW op perspresentatie op 28 maart 2023. Foto: Rick Mandoemg

Het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMvW), ofwel de museumkoepel zoals het zichzelf noemt, laat zien hoe men eenheid suggereert in een samenwerkingsverband dat die eenheid niet heeft. Op 28 maart 2023 heeft het in een bijeenkomst en persbericht aangekondigd dat het na de zomer van 2023 samengaat onder één noemer, namelijk die van Wereldmuseum.

Dat is minder vanzelfsprekend en betamelijk dan het lijkt. Want hiermee eigent de NMvW zich de naam of het merk van het Wereldmuseum toe. Kan dat zomaar?

Het NMvW is sinds 2014 een fusie van drie musea. Te weten het Tropenmuseum Amsterdam, Museum Volkenkunde Leiden en het Afrika Museum Berg en Dal. Het Wereldmuseum Rotterdam is nooit als partner tot de fusie toegetreden, maar werkt wel samen met de drie fusiepartners van het NMvW.

Het behoud van de Rotterdamse signatuur was voor de Rotterdamse gemeenteraad een voorwaarde voor instemming met de samenwerking met het NMvW en de jaarlijkse subsidie van € 5 miljoen. In een persbericht uit 2016 beloofde het NMvW dat het Wereldmuseum ‘een zelfstandig Rotterdams museum‘ zou blijven.

Door de jaren heen is dat profiel steeds fletser en minder Rotterdams geworden. De zelfstandigheid werd uitgekleed. De gelijkschakeling van en de goocheltruc met de naam Wereldmuseum lijkt een volgende stap in de integratie van het Wereldmuseum in het NMvW. Dat is een eenwording die niet zo genoemd mag worden, maar indirect toch wel zo wordt genoemd. Vraag is hoe de Rotterdamse gemeenteraad over deze integratie denkt die onomwonden in tegenspraak is met de afspraken uit 2016.

Het kiezen van de naam Wereldmuseum brengt het huidige Wereldmuseum Rotterdam dat als enige van de vier over de eigen naam gaat kosmetisch dichter bij het fusieverband NMvW. Het fusieverband eigent zich de naam toe waar het geen eigenaar van is. Hoe dat zit volgens de verhoudingen binnen het samenwerkingsverband en het merkenrecht is een kluif voor juristen.

Het fusieverband is overigens niet stabiel. Het Afrika Museum heeft in maart 2022 in een persbericht aangekondigd dat het wegens onvrede met het beleid van het management van de NMvW per 1 januari 2025 uit het fusieverband stapt. Daarna heeft het NMvW dat recht heeft op een deel van de collectie van het Afrika Museum aangekondigd in de buurt van Nijmegen een nieuw Afrika Museum op te starten dat concurreert met het Afrika Museum van de broeders van de Congregatie van de Heilige Geest.

Over de toekomstige naam van het Afrika Museum van het NMvW bestaat onzekerheid. Het NMvW presenteert het nu als ‘Wereldmuseum Berg en Dal’, maar uit een artikel in de Gelderlander blijkt dat een journalist blijkbaar heeft begrepen dat de nieuwe naam ‘Wereldmuseum bij Nijmegen’ wordt. Journalist Herman Wissink is er zeker van: ‘De toevoeging Berg en Dal wordt niet gebruikt.’ Maar dat is in strijd met de perspresentatie van het NMvW op 28 maart 2023 waar de toevoeging ‘Berg en Dal‘ wel degelijk wordt gebruikt.  

Wat Wissink zegt is logisch omdat vanaf 2025 het contract van het NMvW met het Afrika Museum door de Congregatie is opgezegd en het onwaarschijnlijk is dat het Afrika Museum van het NMvW ook in Berg en Dal zal worden gevestigd. Mogelijk verandert het NMvW de naam van deze vestiging na de zomer als de nieuwe naamgeving en huisstijl worden geïntroduceerd. En het NMvW een nieuwe locatie voor haar Afrika Museum heeft gevonden.

Er is nog geen zekerheid over de vraag wie de overheidssubsidie van het Afrika Museum mee mag nemen. Maar gezien de goede verhoudingen van het NMvW met het ministerie van OCW en het zo goed als negeren van de broeders van de Congregatie die een plek aan tafel bij dat ministerie geweigerd wordt gaat dat deel van de subsidie die het NMvW nu voor het Afrika Museum vangt zeer waarschijnlijk naar het NMvW.

Het oprichten van dat nieuwe museum door het NMvW lijkt een tweeledig doel te hebben. Het onderbrengen van dat deel van de collectie van het huidige Afrika Museum dat toevalt aan het NMvW en een claim op dat deel van de overheidssubsidie dat nu geoormerkt is voor het huidige Afrika Museum (stand 2016: € 1.590.000).

Een en ander betekent dat de museumkoepel NMvW op dit moment jaarlijks zo’n € 6.6 miljoen overheidssubsidie ontvangt voor het Wereldmuseum én het Afrika Museum. In de basisinfrastructuur 2017-2020 ontving het NMvW jaarlijks € 10.144.545. Met de Rotterdamse subsidie voor het Wereldmuseum telt dat op tot een subsidiebedrag van € 15.144.545 per jaar. Ter vergelijking, het Rijksmuseum ontvangt jaarlijks € 6.518.198 overheidssubsidie (stand: 2020).

De naam ‘Wereldmuseum Berg en Dal’ die het NMvW gisteren presenteerde kan ook nog anders opgevat worden. Het laat weten dat een organisatie niet investeert in een naam die na zo’n 15 maanden weer verdwijnt. Daarom kan de toevoeging ‘Berg en Dal‘ opgevat worden als intimidatie van de broeders die het signaal geeft dat het de Congregatie financieel en politiek nooit zal lukken om vanaf 2025 een zelfstandig Afrika Museum van de grond te tillen en te exploiteren.

De naamgeving ‘Wereldmuseum‘ van het NMvW trekt het Rotterdamse Wereldmuseum dichter tegen de borst en geeft door de toevoeging ‘Berg en Dal‘ aan de huidige locatie van het Afrika Museum het signaal af dat het huidige Afrika Museum plus collectie plus gebouwen met actieve tegenwerking door het ministerie van OCW van de Congregatie alsnog toevalt aan het NMvW.

De aanmatigende houding van het management van het NMvW is vooralsnog kosmetisch, een sprong in de leegte, die op termijn echter succesvol kan uitpakken als betrokkenen als de Rotterdamse politiek en de Congregatie van de Heilige Geest dit laten passeren of wegens gebrek aan middelen of interesse niet weten te verhinderen.

Afkopen van storende reclame op sociale media. Google gebruikt een maffiastrategie

Beste lezers, het blijkt dat er sinds kort advertenties in de tekst van de laatste blogpost worden geplaatst. Dat vind ik ongewenst omdat het afleidt van de tekst.

Ik heb er geen invloed op. Evenmin verdien ik er iets aan. De deal is dat ik gratis WordPress gebruik en dit Amerikaanse bedrijf op mijn blog advertentieruimte aan derden verkoopt. Dat laatste neemt toe.

Er is een optie om tegen betaling te upgraden zodat u en ik verlost worden van de storende reclame. Ik bekijk dat en neem daar binnenkort een besluit over.

Want advertenties binnen de tekst gaan naar mijn idee te ver. Tot die tijd zet ik deze blogpost bovenaan om de ongewenste advertenties af te vangen.

Het afkopen van storende reclame is blijkbaar het nieuwe verdienmodel van Google. De toevloed wordt eerst zo opgevoerd dat de irritatie erover navenant oploopt en de betrokkene tot handelen, lees: kopen, wordt gedwongen.

Wat Google doet komt overeen met de strategie van de maffia om zogenaamde bescherming aan winkeliers of bedrijven te bieden tegen het geweld dat de maffia zelf gebruikt. Het is chantage.

Men zou hopen dat de EU de Europese informatieruimte goed zou beschermen tegen Amerikaanse techgiganten die in Europa het internet koloniseren. Dat gebeurt niet. Het is vergeefse hoop. De EU heeft geen zeggenschap over het internet in de EU-lidstaten.

Naschrift 30 maart 2023: Tegen betaling heb ik een abonnement genomen opdat er geen advertenties meer worden geplaatst.

Directeur KABK Ranti Tjan geschorst. Studenten en docenten staan tegenover College van Bestuur en Raad van Toezicht

Schermafbeelding van deel artikel ‘Opnieuw conflict KABK: directeur Ranti Tjan weigert ontslag‘ van Lucette ter Borg in NRC, 27 maart 2023.

Er is opnieuw een conflict bij de KABK. De Haagse kunstacademie, de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Deze keer gaat het niet om verwikkelingen tussen studenten onderling of een docent die uit de bocht vliegt, maar om een conflict in de bestuurlijke top.

Lucette ter Borg heeft er op 27 maart 2023 voor NRC een informatief stuk over geschreven. Zij legt uit dat de positie van KABK-directeur Ranti Tjan wankelt omdat Huug de Deugd, het enig lid en voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool der Kunsten in Den Haag, de arbeidsovereenkomst met Tjan wil beëindigen. Tjan is geschorst en de toegang tot de KABK ontzegd.

Reden zou volgens De Deugd ‘een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie‘ zijn. Tot nu toe is niet publiekelijk bekend gemaakt wat dit inhoudt. Niet zelden wordt dit containerbegrip gebruikt om een conflict dat over de macht tussen botsende karakters gaat te objectiveren en een zekere onderbouwing te geven. Rechters gaan doorgaans mee in de redenering van een werkgever dat een arbeidsrelatie is verstoord. De onderliggende reden waarom dat zo is komt dan niet (meer) aan de orde.

De Deugd had Tjan in februari 2023 geld geboden om te vertrekken. Dat had op kunnen lopen tot 70.000 euro als Tjan snel was vertrokken. Tjan heeft dat naast zich neergelegd. Hij had dan een geheimhoudingsverklaring moeten ondertekenen om hierover publiekelijk te zwijgen. De Deugd zette gemeenschapsgeld van een financieel zwakke Hogeschool in om de directeur van de KABK weg te krijgen.

Het is in de ogen van velen absurd dat Ranti Tjan zou moeten vertrekken. Hij staat voor studenten, kunst en transparantie. Eerder was Tjan directeur bij Museum Gouda en het EKWC in Oisterwijk waar hij een prima band met het personeel had, en in het EKWC ook met de kunstenaars. Een petitie die is opgesteld door de studenten van de KABK is inmiddels meer dan 1100 keer getekend. De petitie vraagt om overleg en zegt onder meer (vertaald):

De kritiek van Ranti op de ondoorzichtige en hiërarchische bestuursstructuur onderschrijven wij van harte. We zijn geschokt dat Huug de Deugd en leden van de Raad van Toezicht niet bereid zijn geweest om hierover in gesprek te gaan. Het gebrek aan erkenning en waardering voor de stabiliteit en zekerheid die Ranti heeft opgebouwd, samen met het herwonnen vertrouwen in de instelling, bewijst dat het College van Bestuur en de Raad van Toezicht afstandelijk zijn en geen voeling hebben met wat het beste is voor de academie. Wederom laat de topleiding de KABK in de steek.

De kritiek van de studenten (en docenten) op het afstandelijke College van Bestuur lijkt gerechtvaardigd. Huug de Deugd heeft het als enig lid en voorzitter van het College van Bestuur voor het zeggen. Debat of tegenspraak wordt in het management dus niet georganiseerd, maar geblokkeerd. Dat geeft De Deugd een machtspositie die hij in het conflict met Tjan blijkbaar heeft ingezet.

Tevergeefs naar nu blijkt, want dat werkt alleen als de ander daar aan meewerkt en zich laat intimideren. Toch kan De Deugd uiteindelijk aan het langste eind trekken bij de rechter. Maar evenmin ondenkbaar is dat De Deugd in dit conflict zijn Waterloo vindt en moet vertrekken.

Het is opvallend dat De Deugd bestuurlijk leiding mag geven aan een kunstacademie en conservatorium, terwijl hij volgens zijn LinkedIn-profiel geen opleiding of werkervaring in de beeldende kunst of muziek heeft. Hij heeft Engels gestudeerd. Dat tekent de tendens dat bestuurders geen vakkennis hoeven te hebben. De Deugd had hetzelfde kunnen doen bij een koekjesfabriek.

Je vraagt je af waarom iemand als De Deugd ooit als enige op zo’n positie benoemd is. Dat is klaarblijkelijk een bestuurlijke weeffout. Er is een verklaring die te maken heeft met wisselingen in de directies van conservatorium en kunstacademie, maar dat zou niet meer dan een tijdelijke situatie moeten zijn. Dat is een machtspositie die je niemand moet geven omdat daarmee de kans op een evenwichtig debat én tegenspraak uit de top van het management verdwijnt. Dat maakt een organisatie niet sterker, maar zwakker.

Het is onduidelijk of de almacht van De Deugd het huidige conflict volledig verklaart, maar het is voorstelbaar dat dit het vinden van een oplossing met Tjan in de weg heeft gestaan. Want er is niemand die De Deugd op een gelijk bestuursniveau tegenspreekt, tot concessies dwingt of tot relativering van zijn eigen positie en standpunten brengt.

Altijd komt bij dit soort conflicten ook de Raad van Toezicht in beeld. Ook hier. Met als vraag waarom het niet tijdig heeft ingegrepen en een kwestie heeft laten escaleren. Is de voorzitter van de Raad van Toezicht hierbij betrokken? Zoniet, waarom niet? Zoja, waarom heeft Susana Menéndez niet succesvol bemiddeld tussen Tjan en De Deugd? Zij heeft niet kunnen voorkomen dat de naam van de KABK voor de derde keer in enkele jaren publiekelijk beschadigd wordt. Met trouwens een compleet andere aanleiding dan voorheen.

Nederlandse media praten collectief over ‘hervormingen’ van Netanyahu die geen hervormingen zijn

Schermafbeelding van deel artikelIsraëlische media: Netanyahu stopt omstreden hervormingen na massale protesten‘ op NOS, 27 maart 2023.

Op Nederlandse media wordt nu al enkele dagen gezegd dat premier Netanyahu de juridische ‘hervormingen‘ erdoor wil drukken.

Maar ‘hervorming’ is het verkeerde woord dat de lading van Netanyahu’s plannen niet dekt. Het juiste woord is ‘herziening‘.

Hervorming heeft de betekenis verandering om iets te verbeteren. Maar de juridische herziening die Netanyahu voorstelt is het omgekeerde: een verandering die de democratie verslechtert.

Het gaat bij Netanyahu’s plannen die door de rechtse regeringscoalitie worden gesteund niet om ingrijpende vernieuwing, maar om een wending in de richting van autoritisme en het verbreken van het evenwicht van de Trias Politica.

Het is een raadsel waarom de media maar blijven spreken over hervorming. Dat doet politiek en taalkundig pijn aan de oren. Het zet de nieuwsconsument op het verkeerde been.

Taal is niet onverschillig, maar moet precies zijn. Waarom Nederlandse media collectief spreken over hervorming en niet over herziening is onbegrijpelijk. Om niet te zeggen: dom.

Wie voor media bijvoorbeeld via het ANP de tekst aanlevert met het woord ‘hervorming‘ erin heeft niet begrepen wat het woord in de kern betekent en wat er op dit moment in Israël aan de hand is.

De herziening wordt door Netanyahu trouwens niet doorgezet wegens maatschappelijke en politieke weerstand. Ook van de president en het Israëlische leger.

Wellicht moeten nieuwsredacties die verkeerde woorden gebruiken hervormd worden. Of uitgebreid met taalkundigen. Te beginnen in Nederland.

Schermafbeelding van deel artikel‘‘Premier Israël zet omstreden hervormingen stop’‘ op NRC, 27 maart 2023.

Anti-kunsthistorica Liselore Tissen kijkt tegen kunst en anti-kunst aan

Schermafbeelding van deel artikelAnti-kunsthistorica Liselore Tissen: ‘Ik kan het Meisje met de parel niet meer zien’‘ op NPO1, 26 maart 2023.

Het is verhelderend om het onzinnige verhaal van ‘anti-kunsthistorica’ Liselore Tissen te lezen. Het gaat om de pro-kunst houding in anti-kunst. Begrijpt u? 

Het is knap dat zij het programma ‘De Nacht is Zwart’ van Omroep Zwart haar overwegingen laat optekenen. Tissen beweegt zich op het raakvlak van kunst en maatschappij. 

Wellicht is Tissen een serieuze onderzoeker, maar door de wijze waarmee ze tegen kunst en kunsthistorie schopt weet ze dat te relativeren. Wil ze als onderzoeker serieus worden genomen of neemt ze daar bewust afstand van? Tissen kan er buiten of binnen vallen.

Kopieert Tissen een wereld waar ze van de buitenkant tegenaan schuurt? Opschudden, opvallen, parodiëren of imiteren, dat roept Tissen met haar uitspraken op. Ze houdt alle ballen tegelijk in de lucht. Als een circusacrobate.

Een pareltje van de manier van redeneren van Tissen tekent Omroep Zwart op: ‘volgens Tissen bestaat een kunstwerk niet als het niet gezien wordt. “Hoe wordt het veel gezien? Dankzij kopieën”, geeft Tissen aan.

Is het echt? Tissen keert logica binnenstebuiten, keert de argumentatieleer om en claimt dat als haar leer van de anti-kunst. Of is het de anti-leer van de kunst?

De denkwereld van Tissen krijgt klaarblijkelijk voet aan de grond aan twee Nederlandse universiteiten. Die van Leiden en Delft. Een en ander roept de vraag op hoe zij begeleid wordt en in welke academische omgeving ze opereert. 

Wat is de waarde van interdisciplinaire academische wetenschap waar blijkbaar alle wetenschappelijke normen worden losgelaten? Tissen geeft het antwoord. Dat is verhelderend.

Andrew Doyle spreekt over de destructieve invloed van de woke ideologie op kunst en literatuur

Het gesprek over het woke-isme of identiteitspolitiek dat resulteert in cancel cultuur of een cultuur oorlog zit vaak zichzelf in de weg. Populistische, reactionaire malloten maken op sociale media een parodie van wat woke is, zodat vervolgens niemand daar nog mee geassocieerd wil worden. Het debat verstomt of wordt eenzijdig gevoerd.

Hoe het woke-isme op Nederlandse universiteiten en hogescholen begon maakt het commentaarEen verslag van het Piet Zwart Instituut met misverstanden: ‘Vrije kunst en het niet bestaande normaal van Mark Rutte…’‘ uit 2017 duidelijk. Lees in de reacties ook mijn debatje met student Shraddha waar ik word geconfronteerd met de cancel cultuur en een poging me de mond te snoeren.

Wat is de middenweg tussen geradicaliseerde aanhangers van de identiteitspolitiek dat vooral op Angelsaksiche universiteiten optreedt en zich laat kennen als een religie met eigen dogmatiek én de reactionaire kritiek erop? Dit woke-isme heeft zich ontwikkeld van een emancipatiebeweging tot een greep naar de macht van onderop die de hiërarchische ladder bespot.

Het is duidelijk dat er in onderwijs, kunsten en media een inhaalslag gemaakt moet worden naar betere representatie in personeel, beleid en programmering of onderwijsprogramma. De vraag is hoe en in welk tempo dat dient te gebeuren.

Maatschappelijke ontwikkelingen hebben tijd nodig om in te dalen. Het belang van radicalen is om daar niet op te wachten en het proces op te jagen. Met als resultaat dat het proces verstoord en gefragmenteerd raakt en er geen algemeen aanvaard oriëntatiepunt meer is die voor allen kan dienen als richtlijn.

De onzekerheid van directeur Rein Wolfs in het Stedelijk lijkt daartoe herleid te kunnen worden. Wat is nog zijn ijkpunt? Dat blind varen tekent de lastige positie van hedendaagse museumdirecteuren.

Overigens zou dat thema van achterstelling en ondervertegenwoordiging breed benaderd moeten worden. Als we het onrecht van het verleden recht willen trekken, dan kunnen we dat maar beter gelijk goed doen. In een recent commentaar over de polemiek omtrent het Stedelijk Museum schreef ik over musea. Dat geldt ook voor universiteiten en hogescholen, en media:

Die smalle opvatting is een misvatting en een versimpeling. Het is de blinde vlek van musea, omdat er naast kleur verschillen bestaan over gender, beperking, seksuele oriëntatie, religie, sociaaleconomische status, opleidingsniveau en leeftijd. Die verschillen staan op dit moment nauwelijks ter discussie als het om betere representatie in musea gaat. Het debat over een betere representatie in musea is gepolitiseerd en afhankelijk van actuele trends. Dat is in meerdere opzichten ongewenst zwart-wit denken.

Het ‘juiste’ debat over woke-isme, identiteitspolitiek, cancel cultuur en cultuur oorlog is een smal pad de berg op. Bij elke stap de kans om in de afgrond te vallen of op voetangels of klemmen te stappen. De kans op een succesvol debat dat verschillen overbrugt is op dit moment nihil.

Er zijn gelukkig nog steeds opinieleiders die zich eraan durven wagen. Ze moeten niet alleen een goed betoog hebben, maar ook hun eigen achtergrond bewaken om door aanvallen op hun persoon niet bij voorbaat in de afgrond geduwd te worden. De dreigende aanval die iedereen wacht heeft een remmend effect op het aantal deelnemers aan het debat.

De Britse Andrew Doyle is volgens een boekbespreking homo, Labour-stemmer en sociaal liberaal, hij is geen reactionair. Daarnaast is hij afkomstig uit Noord-Ierland. Het is triest om te constateren, maar zo’n achtergrond lijkt tegenwoordig de voorwaarde om als stem aanvaard te worden om hierover mee te praten.

De achtergrond van iemand die zich publiekelijk uitspreekt over identiteitspolitiek is de voorwaarde om geloofwaardig mee te mogen praten. Andrew Doyle is geen reactionair, maar spreekt wel op het rechtse GB News. Zijn opmerking dat de woke-ideologie waarschijnlijk nooit iets van blijvende waarde zal opleveren is terecht, maar ook onterecht omdat het een politieke beweging is die zich uitspreekt over kunst.

Dat Doyle terechtkomt bij het rechtse GB News tekent de tragiek. Links heeft de handen niet vrij omdat het te ver in de identiteitspolitiek verzeild is geraakt en zich daar niet meer aan kan ontworstelen, en rechts overkomt in de reactie door projectie en stemmingmakerij hetzelfde.

Gewenst is dat in onderwijs, kunsten en media de identiteitsverschillen benoemd, aanvaard en besproken worden en niemand van dat debat door radicalen aan beide uitersten van het politieke spectrum uitgesloten wordt door twijfels over motivatie en achtergrond van de opponent. Voorlopig is dat wensdenken.

Maar toch, voor de toekomst graag een middenpad gevraagd om tot een oplossing te komen en identiteitsverschillen evenwichtig te overbruggen. Laat dat middenpad het ijkpunt zijn dat ook nu al wat richting geeft. Meer hebben we op dit moment niet.

Ville de Liège, een voorbeeld (1913-1950)

Dit stukje verscheen eerder op George Knight Kort op 23 januari 2013.

413242-8413c5a74c37cdc0f0c4b589c9395020
Ville de Liège.

Internet is geknipt voor narrowcasting, zoals het heet. Ofwel het bedienen van een specifieke doelgroep op een speciale plaats met specifieke informatie. Alles over Nepal, de geschiedenis van Oost-Groningen, Humphrey Bogart of de parenteel van een individu. Tot in details komt een onderwerp beschikbaar voor de liefhebber. In zo’n reservaat ontstaat door smaak en interesse een sentimenteel museum.

Ville-de-Liege-01
Ansichtkaart van de Ville de Liège bij vertrek uit Oostende.

Neem de Ville de Liège. In 1913 gebouwd op de Cockerill werf in het Antwerpse Hoboken. In twee wereldoorlogen ingezet, in 1936 tot carferry omgebouwd, omgedoopt tot de London-Istanbul. Daarna tijdelijk herdoopt tot HMS Algoma en HMS Ambitious. In 1950 uit de vaart genomen. Een Belgische pakketboot met een roemruchte geschiedenis.

Interessant? Ach, een vaartuig voor het collectief geheugen. Door terug te kijken helpt het ons vooruit. Dat kan ook de buitenstaander meeslepen. Maar die zoekt eerder het bijzondere in het gewone, dan andersom.

De achtersteven blijkt fotogeniek. De geschiedenis kijkt de Ville de Liège in de kont. Zomaar een boot als spiegel van de verloren tijd die sommigen willen bewaren. Om herinneringen blijvend vast te houden.

Nacht 3: ‘Le Mans, le tableau d’affichage de nuit’ (1923)

Agence Rol, ‘26-5-23, Le Mans, le tableau d’affichage de nuit [des 24 heures, course automobile] : [photographie de presse], 1923. Collectie: Bibliothèque nationale de France.

Het is de nacht van 26 op 27 mei 1923 tijdens de 24 uur van Le Mans. In West-Frankrijk. De door de ACO (Automobile Club d’Ouest) georganiseerde autorace voor sportwagens valt te karakteriseren met het begrip Endurance ofwel uithoudingsvermogen. Zowel voor coureurs, auto’s als publiek.

Zo’n race is een interessante combinatie van sport, commercie en recreatie. De fotograaf weet dat in een beeld samen te vatten. Het scorebord is een eiland in het donker.

Het is geen toeval dat fotopersbureau Agence Rol deze foto maakt. Nieuw(s) is dat de ACO tijdens deze eerste editie van de Grand Prix d’endurance in mei 1923 een groot paneel opstelt, aldus een artikel van les24heures.fr. De ACO gebruikt het ook als zelfpromotie.

De fotograaf heeft scherpgesteld op het scorebord en niet op het publiek in de voorgrond. Door de langere sluitertijd lijkt het alsof personen in het publiek bewegen. Dat geeft een omgekeerd effect van wat we bij snelheidraces gewend zijn, namelijk de coureur die vanuit het perspectief van de toeschouwer wazig voorbijschiet.

Het door acetyleenlampen verlichte scorebord houdt de stand bij. Het leest als een rebus. Mede door reclames van sponsors oogt het onoverzichtelijk. Er wordt een overdaad aan tekens geëxposeerd.

Het was geen doen om de stand van 33 deelnemende auto’s op het scorebord bij te houden. De winnaars legden 128 rondjes af met een gemiddelde snelheid van zo’n 92 kilometer per uur. Zodat elke 11 minuten de meute voorbijraasde. De hulpmiddelen van 1923 konden dat niet bijhouden.

Scorebord van Le Mans 1923, overdag. Op: les24heures.fr.

Juridische, sociale en politieke bedenkingen bij standplaatsenbeleid gemeente Utrecht

Schermafbeelding van deel artikel Gemeente Utrecht tegen wanhopige kraamhouders: “Ho ho, dat is dan uw plek niet meer” van Bert van den Hoed op De Nuk, 22 maart 2023.

Er is op lokale Utrechtse media (Duic, De Nuk) onbegrip voor het voorstel van het Utrechtse gemeentebestuur, te weten wethouder Economische Zaken Susanne Schilderman (D66) om de vergunningen voor de standplaatshouders te herzien omdat de Europese Dienstenrichtlijn (2006/123/EG) dat verplicht.

Schilderman wordt voorgesteld als een koele kikker zonder empathie die geen idee heeft wie ze tegenover zich heeft en wat ze aan menselijk leed aan kleine ondernemers teweegbrengt met haar opstelling zonder ruimte voor aanpassingen. Bert van den Hoed schreef een verslag over een bijeenkomst met de wethouder en de standplaatshouders waar de gemoederen in beweging werden gebracht. Het beeld wat hij van de wethouder schetst is ontluisterend.

De raad debatteert vandaag 23 maart 2023 in de commissie Commissie Volksgezondheid, Onderwijs, Werk en Economie (8.1) over de vernieuwing van het standplaatsenbeleid. Er is dus ruimte voor amendementen.

De Europese Dienstenrichtlijn legt op dat vergunningen voor standplaatshouders niet ‘buitensporig lang geldig’ zijn. Ze kunnen dus niet automatisch verlengd worden omdat dan het gelijkheidsbeginsel in het geding komt. Andere ondernemers moeten immers een kans maken op een standplaats. Dat karakteriseert de liberale visie van toenmalig Eurocommissaris Frits Bolkestein.

Schermafbeelding van deel RICHTLIJN 2006/123/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.

Maar de richtlijn zegt niet dat er voor een standplaats geloot moet worden zoals wethouder Schilderman aangekondigd heeft. De Dienstenrichtlijn heeft het over een ‘selectieprocedure (..) om uit verscheidene gegadigden te kiezen‘. Loting is geen selectieprocedure, maar een tombola. Met loting maakt de gemeente zich er makkelijk vanaf en ontloopt eigen verantwoordelijkheid

Er zijn verder nog argumenten over de terugverdientijd van investeringen in de ambulante handel die richting geeft aan de vergunningverlening. De terugverdientijd bedraagt volgens het SEO-rapport Schaarse vergunningen en terugverdientijd in de ambulante handelminimaal negen en maximaal twaalf jaar.’ Ofwel, vergunningverlening en investering hangen samen. De ‘buitensporig lange tijd‘ kan niet te kort zijn.

In een extern juridisch advies van de advocaten Van Benthem & Keulen dat in opdracht van het gemeentebestuur werd gemaakt en door het gemeentebestuur als onderbouwing voor het beleid wordt gebruikt wordt naar dit SEO-rapport verwezen. Het citeert eruit:

Schermafbeelding van deel SEO-rapport Schaarse vergunningen en terugverdientijd in de ambulante handel (2021).

Dit extern juridisch advies verwijst niet naar het volgende punt dat ‘bijzondere overwegingen’ noemt om een vergunning te verlengen. De ruimte van de gemeente Utrecht om af te wijken van de Europese Dienstenrichtlijn is groter dan gemeentebestuur en dit extern juridisch advies suggereren. Dat geeft ruimte voor amendementen. Dit kunnen overwegingen van plaatselijke identiteit of traditie zijn. Of sociale overwegingen.

Schermafbeelding van deel SEO-rapport Schaarse vergunningen en terugverdientijd in de ambulante handel (2021).

Voorwaarde is dat de gemeente Utrecht duidelijkheid geeft. De kritiek op het voorstel dat wethouder Schilderman presenteerde is dat het niet in redelijk overleg met betrokkenen tot stand is gekomen. Duidelijkheid betekent vermijding van verwarring en onrust. Dat hebben Schilderman en haar ambtenaren niet geleverd.

In antwoord op parlementaire vragen over ambulante handel zegt Eurocommissaris Barnier in 2010: ‘Finally, this provision requires that a selection procedure is applied by competent authorities in order to ensure impartiality and transparency and conditions of open competition when granting these authorisations.’ Ofwel: ‘deze bepaling [vereist] dat de bevoegde autoriteiten een selectieprocedure toepassen om onpartijdigheid en transparantie en voorwaarden voor open concurrentie te waarborgen bij het verlenen van deze vergunningen.’

In hetzelfde antwoord zegt Eurocommisaris Barnier ‘De Commissie is van mening dat deze voordelen kunnen worden behaald zonder afbreuk te doen aan het behoud van het cultureel erfgoed van lokale gemeenschappen en aan de doelstellingen van het sociaal beleid.’

Dat is een inschatting van het beleid en hoe dat in de toekomst zal uitpakken. Het zegt niet dat de Dienstenrichtlijn lokale identiteit en traditie, ofwel cultuur en sociale overwegingen per definitie waarborgt. Dat moet dus per geval bekeken worden. Of in het Utrechtse geval door het gemeentebestuur en de raad. Die beleidsruimte hebben ze.

Een apart geval van het Utrechts standplaatsenbeleid dat niets met de Europese Dienstenrichtlijn te maken heeft is dat de vergunning voor enkele standplaatsen aan de Oudegracht worden geschrapt. Het gemeentebestuur beredeneert dat door te verwijzen naar de drukte. Onder meer de standplaats van de kar van ijssalon Venezia op de Jansbrug over de Oudegracht wordt door de gemeente geschrapt.

Het gemeentebestuur en raad laden de verdenking op zich dat ze tegenstrijdig opereren. Ze zijn tegen de drukte die ze af en toe zelf aanzwengelen.

Herinneren we ons nog de plannen vanuit de raad, vooral van Maarten Koning van D66, voor meer ruimte voor horeca en terrassen in de binnenstad? Dat trekt mensen uit buitenwijken en randgemeenten naar de Utrechtse binnenstad en vergroot de drukte. Als steunmaatregel voor de horeca. Het is een gelegenheidsargument om nu enkele vergunningen vanwege die drukte te schrappen.

De gemeenteraad debatteert vandaag donderdag 23 maart 2023 over de vergunningen aan standplaatshouders. De beleidsruimte die de Dienstenrichtlijn biedt lijkt groter dan gemeentestuur en de advocaten Van Benthem & Keulen suggereren. De Dienstenrichtlijn is minder in beton gegoten dan wethouder Schilderman meent.

Er moet in Utrecht met een beroep op lokale identiteit, traditie en sociale overwegingen ruimte zijn voor de menselijke maat. Het bestuurlijk populisme van dit plan van het gemeentebestuur dat zich ten onrechte volledig achter de Europese Dienstenrichtlijn verschuilt koerst niet aan op een menselijke oplossing.

Het is flauw van het gemeentebestuur en de ambtenaren die dit voorstel op schrift hebben gesteld om zich achter EU-regelgeving te verschuilen. Een lokale overheid heeft overwegingen om van de regelgeving af te wijken. Denkt ook maar iemand dat de Dienstenrichtlijn in Spanje of Italië in de praktijk voor 100% wordt uitgevoerd? Daarbij komt het dreigende gevaar dat de standplaatsen na loting aan grotere bedrijven worden toegewezen en de Utrechtse kleine ondernemers die bij de Utrechtse cultuur horen buiten de boot vallen.

Er is altijd beleidsruimte om regelgeving aan te passen of op te schorten. Een gemeentebestuur heeft binnen wettelijke marges vrije ruimte, ofwel discretionaire bevoegdheid voor aanpassingen.

Het schrappen van de vergunningen voor plekken langs de Oudegracht, zoals voor Venezia, oogt willekeurig en wordt door het gemeentebestuur in de verantwoording oneigenlijk aan de Dienstenrichtlijn geknoopt. Dat had apart gepresenteerd moeten worden. Dat oogt bestuurlijk slordig. De raad kan met amendementen proberen het sociale aspect en aspecten van plaatselijke identiteit en traditie in de voorstellen te versterken. Daarbij is het van belang dat er een gewogen selectieprocedure komt en het gemeentebestuur niet aanstuurt op loting.