Wanneer gaat de kunst commentaar geven op het coronavirus? Nu reflecteert het vooral op zichzelf. Dat is om treurig van te worden

Deze video laat zien wat te doen en na te laten tijdens de epidemie. Het is aanstekelijk, grappig knip- en plakwerk uit de kunstgeschiedenis. De kunstsector heeft het zwaar en krijgt financiële klappen. De kunstsector is zo goed als gesloten. Het debat over de kunstsector gaat over de voorwaarden waaronder het opereert, maar niet over de kunst die het voortbrengt. Wellicht is het nog te vroeg, maar waar blijft de kunst die reflecteert op het coronavirus? Het verhaal over de bijna verlaten stad. De film over mensen die elkaar willen benaderen, maar dat niet mogen. De dansvoorstelling over verpleegsters, dokters en patiënten in het ziekenhuis. Voorlopig moeten we het doen met de reflectie op de kunstsector. Voor de reflectie door de kunst op het coronavirus is het blijkbaar nog te vroeg. Hoelang nog? Wat een verkeerd gekozen muziek, trouwens.

Gedachten bij foto’s van de Churin-winkel in Harbin (1930-1939)

Wat zien we? Twee vrouwen en één man in een winkel. Wacht even, bij nader inzien gaat het om één man en twee paspoppen. Dat voldoet aan de eis van 1,5 meter afstand houden en elkaar met niet meer dan drie mensen ontmoeten. Enfin, paspoppen tellen niet mee. De man in de stoel mag nog twee mensen ontmoeten. Maar zo te zien loopt het geen storm. Er is volop ruimte in de winkel. Het zijn de jaren 1930. Dat zal wel aan de damesmode af te leiden zijn. Pas in 1898 werd Harbin gesticht door Russen die het in 1905 verloren aan Japan. In 1946 kwam de stad definitief onder Chinese controle. De man is een Russische immigrant, of wellicht iemand die gewoon gebleven is tijdens regime-wisselingen. Kan men dan trouwens wel van een immigrant spreken als niet de inwoners uitwijken, maar de landsgrenzen dat doen? De fotograaf is Vladimir Pavlovich Ablamskii die het leven van de Russische immigranten in Harbin vastlegde. Beide foto’s tonen het beroemde Churin-warenhuis in Harbin. Het lijkt eerder een museum. Het warenhuis bestaat nog steeds als deel van de Chinese Qiulin Group. Wat houdt geschiedenis ons toch soms een onbegrijpelijke spiegel voor.

Foto 1: Vladimir Pavlovich Ablamskii, ‘Inter’er magazina Churina v Kharbine’, (‘Het interieur van de Churin-winkel in Harbin’). 1930-1939. Collectie: Library of Congress.

Foto 2: Vladimir Pavlovich Ablamskii, ‘Znamenityĭ magazin Churina v Kharbine’, (‘De beroemde Churin-winkel in Harbin’), 1930-1939. Collectie: Library of Congress.

Neveneffect van coronacrisis: religieuze domheid, zelfoverschatting en een misplaatst idee van onkwetsbaarheid

Neveneffecten van de coronaviruscrisis zijn de desinformatie en de kwalijke rol van religieuze leiders. De misleiding op sociale media valt door de massaliteit ervan nauwelijks uit te bannen door de moderatoren. Dat kan levensgevaarlijke gevolgen hebben als het adviezen betreft die zogenaamd het virus bestrijden. Zoals het drinken van alcohol, het bieden van zweverige onzin of het bidden in groepsverband. Maar dat helpt eerder averechts. Het helpt evenmin dat politieke leiders als president Donald Trump of president Jair Bolsonaro de adviezen van wetenschappelijke experts in de wind slaan en zelfs vanwege politiek gewin bewust saboteren.

Met deze video van het in New Delhi gevestigde WION is iets merkwaardigs aan de hand. Het heeft van de ene kant gelijk dat verstand boven religie moet gaan. Dat is trouwens een advies dat voor alle tijden geldt. Zeker tijdens een crisis waarin mensen onzeker en makkelijk beïnvloedbaar zijn door religieuze leiders waar ze op vertrouwen, maar ook door andersoortige types die bewust op angst en emotie spelen. Het is ethisch onaanvaardbaar om mensen in zo’n situatie bewust te misleiden vanwege politieke of commerciële redenen.

De video gaat van de andere kant de fout in als het zich richt tot de Indiase aartsvijand Pakistan. Nog onlangs werden daar religieuze massabijeenkomsten gehouden en heeft premier Imran Khan blijkbaar onvoldoende macht om tegen het islam-establishment in te gaan. WION heeft gelijk, maar is selectief in haar politisering en verontwaardiging. Waarom noemt het de Indiase Sikh-guru Baldev Singh niet die aan de gevolgen van het coronavirus is overleden en tijdens massa-bijeenkomsten naar verluidt meer dan 15.000 gelovigen kan hebben besmet? Domheid, zelfoverschatting en een idee van onkwetsbaarheid kennen geen grenzen. Daar zijn religieuze domheid, zelfoverschatting en een idee van onkwetsbaarheid geen uitzondering op.

Tijdens thuisquarantaine is het tijd voor cinema: ‘Tokyo Story’ (1953). Kritiek op ontbrekend kunstbeleid van publieke omroep

Laten we de thuisquarantaine gebruiken om onze kennis over de klassieke cinema bij te spijkeren. En onze tijd nuttig te besteden. Ik ga het niet uitleggen, maar wie vragen heeft over de selectie of de details in inhoud en vormgeving van de film kan die in de reacties stellen. Ik stel een debat erg op prijs. Noemenswaardig en opvallend in de film Tokyo Story (Tokyo monogatari) uit 1953 van de als beste Japanse filmregisseur aller tijden bekend staande Yasujiro Ozu is dat de camera op ooghoogte van zittende personen staat opgesteld. Zoals in vele van zijn films. De omgang tussen de generaties is tragisch, alsof ze niet meer vanzelfsprekend op elkaar aansluiten. Dat leidt tot melancholie zonder over de rand van sentimentaliteit of melodrama te gaan.

Iedereen heeft voorkeuren, die van mij zijn de Indiase, Italiaanse en Japanse cinema. Ik gebruik bewust het woord ‘cinema’ tegenover ‘film’. Dat eerste heeft meer de ambitie van kunst en dat laatste van een product. Film als zevende kunst die half kunst, half commercie is. Daar is niks mis mee, maar films zijn al de godganse dag op televisie of betaalzenders te zien in de dominante verhalende Hollywood-stijl waarbij de karakters de inhoud dragen en een evenwicht verstoord, maar altijd weer hervonden wordt. Reflectie op het leven ontbreekt hoegenaamd. Scenario’s zijn een invuloefening. Cinema is verbannen naar de archieven van het internet of rust in kluizen vanwege onduidelijkheid over rechten. Vaak in slechte kopieën of met gebrekkige ondertitels.

De Nederlandse publieke omroep kwijt zich al jaren niet meer van haar taak om het publiek te confronteren met cinema. Op de steeds zeldzamer wordende uitzonderingen na. Dat is een verre schaduw van de culturele ambities van de medianota uit 1983 van toenmalig cultuurminister Elco Brinkman. Vanaf de jaren 1990 is het belang van kunst bij de publieke omroep verregaand verwaterd en bewust om zeep geholpen. De huidige omroepbobo’s hebben weinig met kunst. In hun filmbeleid zitten de omroepen gevangen in de recycling van steeds maar weer dezelfde populaire, middelmatige Engelstalige- of art house-achtige films en hebben ze geen dwingende opdracht om cinema te vertonen. De vervlakking en het gebrek aan ambitie zijn totaal.

Foto: Still uit Tokyo Story (Tokyo monogatari) van Yasujiro Ozu uit 1953, met hoofdrolspelers Setsuko Hara (links) and Chishû Ryû (rechts).

NB: Klik voor Engelse ondertitels op instellingen Pictogram instellingen op YouTube .

Defensie-technologiebedrijf QinetiQ loopt schaamteloos te koop met de sponsoring van het Science Museum

Sponsoring van culturele evenementen door controversiële bedrijven in de wapen-, medicijn- of olieindustrie krijgt veel kritiek. Het idee is dat het museum, het theatergezelschap of het orkest zo’n bedrijf onterecht legitimiteit geeft. QinetiQ zegt in een bericht er trots op te zijn om de tentoonstelling ‘Top Secret: From Ciphers to Cyber Security’ in het Londense Science Museum te kunnen sponsoren. Een essentiële vraag is of het Science Museum trots moet zijn op de sponsoring door QinetiQ dat een Brits multinationaal defensie-technologiebedrijf is. Het is merkwaardig dat QinetiQ op het moment dat het museum gesloten is deze video op haar YouTube-kanaal plaatst en totaal niet terughoudend is om de eigen verdiensten van deze sponsoring te benadrukken. Hiermee brengt QinetiQ het Science Museum in verlegenheid en roept het een reactie van activisten op die zich verzetten tegen de sponsoring van culturele activiteiten door de wapenindustrie.

Naast het trilemma van de pandemie (gezondheidszorg, economie en grondrechten) is er ontspanning. ‘Domenica d’Agosto’ (1950)

Er komt een moment dat het belangrijke over het coronavirus is gezegd. Totdat een vaccin is ontwikkeld zullen we er nog maanden of jaren mee opgezadeld zitten. Dat vooruitzicht stemt somber. In de berichtgeving tekenen zich drie verhaallijnen af over het virus: dat van de gezondheidszorg, economie en grondrechten. Ze houden verband met elkaar, maar lijken niet in alle combinaties volledig samen te gaan. Dat doet denken aan het trilemma van Dani Rodrik. Dat zegt dat van de drie aspecten democratie, nationale soevereiniteit en globale economische integratie er slecht twee volledig gecombineerd kunnen worden. Kondigt zich ook een trillemma over het coronavirus aan waarbij gezondheidszorg, economie en grondrechten niet alledrie kunnen worden gecombineerd? Er moet er één afvallen. Als de overheid inzet op de gezondheidszorg zoals nu in Nederland gebeurt, dan gaat dat ten koste van de economie. Als een overheid inzet op de economie zoals nu in Brazilië lijkt te gebeuren, dan gaat dat ten koste van de gezondheidszorg. Als een overheid inzet op de grondrechten, dan gaat dat ten koste van zowel een deel van de gezondheidszorg als van de economie.

De hypothese van het trilemma van de pandemie is niet waar het hier om gaat. Het gaat om kunst. Mensen zijn grotendeels aan huis gekluisterd. Musea, muziekgebouwen, bioscopen en schouwburgen zijn gesloten. Veel culturele instellingen ontplooien digitale initiatieven en ontsluiten hun collecties en registraties. Eye Filmmuseum blijft niet achter en komt met quarantaine thuiskijktips. Maar het is een magere selectie. De publieke omroep laat het tot nu toe afweten en biedt geen extra kunstprogrammering, zoals registraties van muziek en drama of klassieke cinema. Dat laatste is ook een rechtenkwestie. Mogelijk kan de overkoepelende EBU daar iets in bereiken tijdens de crisis. Wellicht komt het deze zomer in een versnelling als er gaten in de programmering vallen door weggevallen sportevenementen die doorgaans het zomerseizoen domineren.

Op internet zijn onnoemelijk veel klassieke films te zien. Diverse media hebben daar afgelopen weken verdienstelijke overzichten van gegeven. Ik wil niet achterblijven en verwijs graag naar een Italiaanse film uit 1950 van Luciano Emmer ‘Domenica d’Agosto’ (Zondag in augustus ofwel de toenmalige Nederlandse titel Dagjesmensen). Wikipedia vat de inhoud samen: ‘Een zondag in augustus 1949 in Rome: de inwoners van de hoofdstad gaan massaal naar het strand van Ostia. In de verlaten stad blijven nog maar een paar mensen over. ’s Avonds keert iedereen terug naar huis, klaar om de volgende dag zijn professionele bezigheden te hervatten …’ Met een jonge Marcello Mastroianni. In de stijl van het Italiaanse neorealisme met de straat als locatie van een land dat nog bezig is zich te ontworstelen aan de schaduw van de oorlog. Laten we voor even het trilemma van de pandemie vergeten en er een vierde, hoognodige poot bij aanschroeven: ontspanning.

Coronaviruscrisis leert dat religie nutteloos is in de genezing

Het zijn moeilijke tijden voor religieuze organisaties. Want religie is niet van belang in de bestrijding van het coronavirus. Andrew Seidel sluit bovenstaand artikel As coronavirus spreads, the futility of religion becomes obvious’ op FREETHOUGHT NOW! zo af: ‘Religie heeft niets te bieden in het licht van een pandemie. In plaats daarvan moeten we vertrouwen op wetenschap en geneeskunde’. Dat is een harde waarheid voor geestelijken die gelovigen aan zich willen binden. Wat voegt religie toe die in tegenstelling tot wetenschap en geneeskunde geen verschil kan maken? Dit roept een parafrase op een uitspraak van paus Johannes Paulus II op die voetbal de belangrijkste bijzaak in het leven noemde. De pandemie maakt echter duidelijk dat religie die bijzaak is.

Men kan zonder religie die niet onmisbaar is als het leven van mensen op het spel staat. Het verschil wordt in wetenschap en geneeskunde gemaakt, niet in religie. Noodgedwongen overtuigd van hun eigen nutteloosheid in de bestrijding van het coronavirus nemen religieuze organisaties hun toevlucht tot een verdedigingslinie: bidden en het bieden van troost. Dat is geen domme tactiek mits daarvan de pretentie niet te groot wordt gemaakt. Een voorbeeld hoe dat kan ontsporen in grootspraak en kapsones over de rol van de eigen organisatie geeft het onderstaande artikel ‘A Mighty Prayer Plan for Daily Hope, Strength, and Healing during the Coronavirus Crisis’ op Crosswalk. Het claimt dat ‘Een krachtig gebedsplan’ niet alleen hoop en kracht, maar ook genezing tijdens de coronaviruscrisis biedt. Dat laatste is niet alleen aantoonbare onzin, maar ook gevaarlijke kletspraat omdat het gelovigen weg kan houden van wetenschap en de reguliere geneeskunde.

Dit type artikelen van predikende beunhazen zonder veel wetenschappelijk, maar ook theologisch inzicht schiet zichzelf in de voet door het belang van religie zover op te rekken dat het lachwekkend wordt en in zijn tegendeel verkeert. Het zijn dankbare tijden voor degenen die mensen willen bijstaan. Met bidden kan het coronavirus niet genezen worden. Religieuze organisaties die dat weerspreken of zelfs het leven van hun gelovigen opofferen voor de eigen verkondiging maken zich schuldig aan misleiding en crimineel gedrag.

We moeten niet voorzichtig zijn in het aanwijzen van religieuze beunhazen als dwaallichten van een dwaalleer die zelfs tijdens een pandemie die vele mensenlevens eist hun hebzucht en onkunde niet kunnen beteugelen.

Foto 1: Schermafbeelding van deel artikel As coronavirus spreads, the futility of religion becomes obvious’ van Andrew Seidel op FREETHOUGHT NOW!, 12 maart 2020.

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikel ‘A Mighty Prayer Plan for Daily Hope, Strength, and Healing during the Coronavirus Crisis’ van Dawn Wilson op Crosswalk, 24 maart 2020.

Hardvochtige sciencefiction in de Republikeinse Partij als antwoord op het coronavirus: ouderen opofferen om de economie te redden

De Republikeinse Lt. Gouverneur van Texas Dan Patrick praat de ‘talking points’ van president Trump na. Namelijk dat de kwaal van het coronavirus niet mag leiden tot een kwaal voor de economie. Zodat de economische kwaal erger is dan de oorspronkelijke kwaal. Trump gaat hierbij voorbij aan de werkelijkheid. Want de economie kan nooit opgestart worden als de problemen met het coronavirus niet ingeperkt zijn. Dan Patrick laat zich van een onbarmhartige kant zien. Hij zegt dat ouderen en zwakkeren opgeofferd moeten worden om de economie te redden. Zoals gezegd, een misverstand omdat de economie niet kan bloeien op een niet-opgelost gezondheidsprobleem. Patrick heeft met partijgenoten vermoedelijk de afweging gemaakt dat Trumps herverkiezing ernstiger gevaar loopt door een economische crisis, dan door de vervreemding en opoffering van oudere, zwakke Republikeinse kiezers. Als ze in november 2020 hoe dan ook nog in leven zijn.

Foto: Tweet aan Lt. Gov. Dan Patrick, 24 maart 2020.

Italiaanse burgemeesters maken zich kwaad. Niet alle burgers zijn bereid hun gedrag aan te passen vanwege het coronavirus

Italiaanse burgemeesters doen een beroep op burgers om zich aan de richtlijnen van de overheid te houden. Dus om binnen te blijven. Dat lijkt niet tot allen doorgedrongen. Waarbij het de vraag is of die burgers de ernst van de situatie niet begrijpen of zich er bewust niets van aantrekken. Daarom maken burgemeesters zich kwaad in een crisis die nu zo’n 800 doden per dag eist. Want degenen die zich niet aan de beperkingen houden brengen niet alleen zichzelf, maar ook anderen in gevaar. Daar zijn de Italiaanse burgemeesters verantwoordelijk voor. De solidariteit tussen mensen is groot, maar het doorbreken daarvan valt eveneens op.

Coronacrisis biedt kansen om na te denken over de keuzes in de publieke sector. Opwaardering van vitale beroepen is een optie

We moeten nu verder denken. Er is veel onzeker, maar over 3 of 12 maanden is de crisis met het coronavirus voorbij. Blijft dan alles bij hetzelfde? Als we dat niet willen, moeten we daar nu op voorsorteren. We kunnen nu stappen zetten om de conclusies die nu velen met de mond belijden vast te houden en in beleid om te zetten. Wat vitale beroepen zijn maakt de crisis duidelijk. En wat niet-vitale beroepen zijn eveneens. De overtuiging wordt breed gedragen dat vitale beroepen worden onderbetaald en niet-vitale beroepen worden overbetaald.

Dat moet en kan anders. In 2013 schreef ik in een commentaar naar aanleiding van het artikelDe elite werd een kongsi die voor zichzelf zorgt’ van Paul Frentrop het volgende: ‘Hoe dan ook toont Frentrop overtuigend aan dat ‘de semipublieke mismanagers op een vulkaan vol borrelend ongenoegen leven’. Die overbodige laag van managers in de semipublieke sector die ondernemer spelen zonder eigen risico te lopen. Ingedekt en ingelikt als lid van een politieke partij.’ Frentrop is lid van de Eerste Kamer namens FvD met politieke macht.

Machtigen staan nooit vrijwillig macht af. Dat geldt ook voor de waterdragers van de macht die met elkaar een geheim genootschap vormen. Partijen kunnen een beweging in gang zetten om dat een steuntje in de rug te geven. Het gaat om functies in de publieke en semi-publieke sector. Op een incidentele wethouder of hoge ambtenaar na is iedere Nederlander ervan overtuigd dat vitale beroepen financieel en maatschappelijk worden ondergewaardeerd. Dan hebben we het over de verpleegster, de onderwijzeres, de politieagent, de leraar, de vuilnisman, de brandweerman, de buschauffeur, de monteur en dat soort essentiële beroepen die nodig zijn om een samenleving te laten draaien. Waarom zouden ze niet een fikse loonsverhoging kunnen krijgen, zodat ook de aantrekkelijkheid van het beroep toeneemt en door een nieuwe instroom de werkdruk afneemt?

Het zal simpel gedacht zijn, maar het geld dat daarvoor nodig is kan weggehaald worden bij de niet-vitale beroepen in de publieke sector. Zoals voorlichters, marketeers, beleidsmedewerkers, projectleiders en managers. Ze zijn in grote mate misbaar. De wildgroei van dit type vage en bij nader inzien overbodige beroepen is afgelopen jaren ongekend geweest. De crisis met het coronavirus biedt de kans om bij de vanzelfsprekendheid daarvan stil te staan. Deze beroepen kunnen zinvol zijn en niet alle individuen hoeven ontslagen of gekort te worden in hun salaris, maar het moment is nu aangebroken om te concluderen dat een meerderheid van dit soort medewerkers in niet-vitale beroepen overbodig is. Dat vraagt om ander beleid.

Het is interessant dat mensen elkaar nu spreken en vooruitlopen op de gewenste verandering na deze crisis. Het lijkt de grootste omkeer in ons leven sinds de Tweede Wereldoorlog te worden. Maar na die oorlog waren de verwachtingen over een andere samenleving groot, maar veranderde er uiteindelijk niets. Dat gebeurde pas aan het einde van de jaren 1960. De reconstructie van 1945 was de situatie van 1939. Hoe kunnen we de kans verkleinen dat de reconstructie van 2021 de situatie van 2019 is? Hoe kunnen de wildgroei van de doldraaiende consumptiemaatschappij, het massatoerisme, de horeca, de vervuilende industrie, de bio-industrie en de macht van de financiële instellingen en de ambtelijke managers in de publieke sector ingeperkt worden? Gesteld dat we dat in meerderheid willen, hoe kunnen we dat realiseren? Om hoe dan ook een beweging van onderop in gang zetten om dat te ondersteunen. Daar moeten we nu al over nadenken, het ruimte geven in het publieke debat en onze politieke partijen ervan overtuigen. Nu is het moment daar.

Foto: Ben van Meerendonk / AHF, ‘Controle van fietslicht, 1946‘. Collectie IISG, Amsterdam.