
Mijn reactie op de FB-pagina van NRC bij dit artikel:
Deze religiewetenschapper annexeert niet-religie waar mogelijk. Dat is zijn evangelisatie die niet zo mag heten en hij onder het mom van sociale wetenschap en de dekking van het Meertens Instituut verkoopt. Hij schiet alle kanten op. Hij verbindt alles met alles als een tovenaarsleerling die ooit een recept gezien heeft, maar niet meer precies weet hoe alles samenhangt.
Dat achterhoede gevecht van religieus geïnspireerden kennen we intussen toch wel? De restauratie van religie in de beeldvorming is het doel van dit artikel. Van den Hemel kijkt met de bril van zijn specialisme naar de samenleving en relateert blijkbaar alles aan religie. Dat heet vakidiotie.
Hij meent dat het christelijk geloof heilzaam is voor de samenleving. Dat is een normatieve uitspraak. Evengoed kan men het omgekeerde beweren, namelijk dat het christelijk geloof niet heilzaam is voor de samenleving. Hoe dan ook doet het er nog weinig toe omdat de samenleving en de gevestigde kerken van elkaar gescheiden zijn geraakt.
De politieke macht van het christendom gaat gelijk op met de ontkerkelijking. Het verliest bij elke verkiezing aan invloed. Maar niet in de visie van Van den Hemel. Hij ontkent de realiteit.
Al sinds 2017 zijn Nederlanders die zich niet rekenen tot religie in de meerderheid. Van den Hemel maakt daar ‘voor het eerst’ van. Dat is slordig of bewust misleidend.
Het is veelzeggend dat de auteur het woord kunst in zijn betoog niet noemt. Want kunst is de geslaagde en succesvolle versie van religie die zich blijft ontwikkelen. Religie is blijven hangen in verstarring en is uitontwikkeld. Denk ook aan andere rituelen die een hedendaags publiek meer aanspreken dan een 2000 jaar oude godsdienst.
Van den Hemel laat zich kennen als kinderachtig in zijn sneren naar Lubach. Dat maakt zijn betoog er niet volwassener op. Van den Hemel mist gravitas. Het is mij een raadsel waarom de redactie Opinie van NRC dit stuk in deze vorm heeft geplaatst.