The King’s Speech: timing van een handicap

The King’s Speech van Tom Hooper is een publieksfilm. Onderhoudend, met de voorspelbaarheid van een rechtlijnig verhaal dat traditioneel zegt en toen … en toen. Het bijzondere van de film zit ‘m niet in de vertelling, maar in de keuze voor het onderwerp. In het inzichtelijk maken van wat het is om te stotteren.

Stotteren is volgens de klassieke indeling een handicap. Maar in verband met de discriminatie op de arbeidsmarkt en de emancipatie van stotteraars staat dat idee onder druk. Onafhankelijk van het land geldt als vanouds de vuistregel dat 1% van de bevolking blijvend stottert. In Nederland zijn dat zo’n 175.000 mensen. Cohort-onderzoek toetst deze cijfers.

Kinderen kunnen al voor hun 3de stotteren, maar genezen in drie van de vier gevallen spontaan. Deze uitkomst valt niet te voorspellen en de doelmatigheid van stottertherapie is daarom ongewis. Maar stottertherapie bij volwassenen helpt. Therapeuten zijn soms algemene logopedisten, soms gespecialiseerd in stotteren. Sommige therapeuten zijn commercieel en buiten de reguliere gezondheidszorg om ontstaan. De NFS is het Nederlandse platform over stotteren.

Het Australische Lidcombe-programma is sinds 2000 in opkomst en boekt goede resultaten. Al dan niet toevallig is stottertherapeut Lionel Logue in The King’s Speech ook een Australiër. Een non-conformist. In de jaren ’30 (vdve) geen doorsnee therapeut, maar evenmin onorthodox. Eerder vooruitlopend op zijn tijd. Alles wat in de film aan therapie passeert werd later gemeengoed in reguliere stottertherapie.

Colin Firth als Koning George VI weert de psychologiseringen van Lionel Logue af. Een afwijzing die binnen het verhaal wordt beredeneerd vanuit de beschermde sfeer van het koningshuis, maar nu in wetenschappelijk onderzoek ondersteuning vindt. Da’s handig door de film geweven. De oorzaak voor stotteren is nog niet gevonden. Oorzaak voor de goeie ontvangst van de film is de voorspelbaarheid van ouderwets nieuws.

Foto: Anthony Perkins als Norman Bates in Psycho van Alfred Hitchcock (1960)

Geharnaste religie doet pijn

Iemand staat naakt als-ie tegen zichzelf liegt. Niet als-ie een mening bijstelt, of afdaalt naar een diepere laag van bewustzijn. We leren elke dag. Religie is een spiegel. Het brengt ons nader tot iets. Tot wat valt te bezien. Misschien tot ongebondenheid en het diapositief van godsdienst. Dat valt te ontdekken.

Zinvol is het niet om religie te isoleren. Godsdienst is in Nederland een cultuur-maatschappelijke uiting die over het algemeen prima geaccepteerd, verankerd en geïntegreerd is. Het is daarom mal om godsdienst als geïsoleerd fenomeen te beschouwen.

Als een konijn word ik door religie naar de lichtbak getrokken. Mijn hardnekkigheid komt niet voort uit het vinden van geborgenheid, maar uit het demonteren ervan. Religie staat ver van mijn bed, maar komt soms dichtbij. Zoals een hemellichaam dat nadert en zich weer verwijdert. Op de kans af dat het gemaakt overkomt en vals klinkt: mijn fascinatie fascineert me.

Als gelovig geïnspireerde mensen zich willen richten op de uitgangspunten van hun godsdienst, dan is dat hun goed recht. Het is zelfs consistent en logisch. Verschil tussen degenen die het omarmen of afwijzen is klein. Rechtlijnigheid en het volgen van een principe is de overeenkomst. Ietsisten zijn voor beide partijen halfslachtig. Ze kiezen niet.

Het gaat fout als godsdienstig geïnspireerden willen beslissen voor andersdenkenden. Of omgekeerd. Vanuit de rechtsstaat onverdedigbaar omdat het voorbijgaat aan de zelfbeschikking van het individu. Wat het idee van natuur, van dood, van leven, van opperwezen, van ziekte en van vrije wil is, doet niet terzake. Deze begrippen zijn terug te brengen tot de zelfbeschikking over het eigen lichaam.

Een Franse vrouw met een hersentumor kon in haar eigen land geen euthanasie laten plegen. Niet dat de kerk zich direct met haar bemoeide. Zoiets werkt via een moraliteit die drukt op de wetten van de staat. En burgers ondergeschikt maakt aan de doelstellingen van staat en religie. Die elkaar vinden en ondersteunen. Als twee zatlappen om 4 uur ’s nachts die elkaar niet los kunnen laten zonder te vallen.

Vanwege de politieke component is de dwang van religie op de wetten van de staat het waard om te betwisten. Deze geharnaste arm roept strijdbaarheid op. Euthanasie verdient een andersoortig debat. Behoedzamer, minder politiek en humaner. Datgene wat we vanuit de intimiteit van de eigen gedachten in de spiegel zien. Religie maakt menslievendheid ondergeschikt aan haar eigen flinkheid en staat zonder kleren.

Foto: Samoerai met pijl en boog, helmen, zwaarden, speren en maliënkolder. Japan, plaats onbekend, omstreeks 1870-1890.

Julian Hood uit WikiLeaks Forest

 

Julian Assange mag van de Britse rechter worden uitgeleverd aan Zweden. Vanwege sex by surprise. Een sexueel misdrijf dat in Zweden wordt aangemerkt als verkrachting. De details zijn genoegzaam bekend. Slapende vrouwen en gescheurde condooms. Assange wacht de strop als Zweden hem vervolgens aan de VS uitlevert. Conservatieven daar eisen zijn bloed. Assange laat het er niet bij zitten en kiest de aanval.

Australiër Assange heeft met zijn organisatie WikiLeaks telegrammen van de Amerikaanse regering openbaar gemaakt. Het gaat bij Cablegate niet om verkrachting, sexueel misdrijf of een gescheurd condoom, maar om het falen van de Amerikaanse regering haar eigen informatie te beschermen. De reactie van de Amerikanen om Julian Assange tot boeman te bombarderen leidt de aandacht af van hun eigen falen.

Interessant is dat minister van Buitenlandse Zaken van Australië Kevin Rudd begin december 2010 als eerste hoge bestuurder de schuld bij de VS legde. En voor zijn landgenoot Assange in de bres sprong: ‘Meneer Assange is niet persoonlijk verantwoordelijk voor de clandestiene vrijgave van 250.000 documenten uit het Amerikaanse diplomatieke communicatienetwerk’, aldus Rudd in een interview met het persbureau Reuters. ‘De Amerikanen zijn daarvoor verantwoordelijk’.

Maar ruim twee maanden later beschuldigt Christine Assange, Julians moeder, Kevin Rudd ervan zijn woord niet na te komen en te weinig voor haar zoon te doen. Ze spreekt over een Amerikaanse fatwa waaraan alles ondergeschikt gemaakt wordt. Blijkbaar ook de wijzende vinger en bewegingsvrijheid van minister Kevin Rudd. De woorden van een wanhopige moeder hoeven niet onwaar te zijn.

In de legende is Robin Hood een nobele bandiet die steelt van de rijken en geeft aan de armen. Julian Assange presenteert zich als een journalistieke, 21ste eeuwse vrijbuiter en bouwt aan zijn mythe. Zwervend van land tot land in opvallende hooghartigheid en hypersubjectiviteit. Rebels en arrogant vechtend tegen de machtigste sheriff van de wereld: de VS. Een ongelijke strijd in WikiLeaks Forest. De beulsknoop wacht.

Foto: Errol Flynn als Robin Hood in The Adventures of Robin Hood, 1938

Provinciale verkiezingen: simulanten en figuranten

Vandaag kreeg ik de kieslijst voor de provinciale verkiezingen van 2 maart in de bus. Onbekende namen. Deze verkiezingen zijn overbodig. De televisiedebatten zijn saai en de interviews gezapig. Het leeft niet.

Op landelijke lijstrekkers voor de Eerste Kamer kan men niet stemmen, maar ze doen alsof dat wel zo is. Zelfs lijsttrekkers uit de Tweede Kamer voegen zich in de race en doen alsof ze verkiesbaar zijn. Maar ook zij zijn dat niet en doen alsof. Provinciale lijsttrekkers waarop wel gestemd kan worden zijn onbekend. Een bedriegelijk ensemble van simulanten en figuranten.

De coalitie laat kans op hervormingen liggen. De VVD breekt elke belofte van de vorige verkiezingen, behalve op de beleidsterreinen veiligheid, asfalt en wegen. Precies de thema’s waar ik niets mee heb. Het CDA worstelt om niet meer dan gehalveerd te worden. De PVV toont een menselijk gezicht zolang het duurt.

Tegenstanders van de Eerste Kamer bewijzen lippendienst. Ze willen de Eerste Kamer afschaffen, maar sturen toch hun vertegenwoordigers naar het pluche. Als hedendaagse burgemeesters in oorlogstijd. De oude helden zijn echter moe. Hervorming van de politiek komt vervolgens niet meer aan de orde. Het smaakt naar niets. Of het moet lafheid zijn.

Ik zou niet weten waarop ik ga stemmen. In de verste verte heb ik geen idee welke partij mijn stem waard is. Ik zie geen enkele. Deze verkiezingen zijn als stotteren. Partijen en kiezers generen zich voor de situatie en weten de handicap niet te duiden. Omdat ze de oorzaak noch de woorden kennen. De Nederlandse politiek moet hoognodig in therapie.

Foto: Binnenhof, Den Haag (1890-1900)

Slecht bestuur in de museumsector

Update: Terugblik. Onderstaande tekst is een jaar oud. In de reacties wordt de verkoop voorspeld van ‘The Schoolboys’ van Marlene Dumas door museumgoudA die pas op 30 mei 2011 zou worden aangekondigd. Maar wat zijn andere overwegingen een jaar later waard? Een vraag naar de waarde van een blog. 

De afgelopen maanden besteedde ik aan twee museumkwesties aandacht. De mogelijke verhuizing van het Armando Museum naar landhuis Oud-Amelisweerd bij Utrecht en de neergang van museumgoudA. Toevallig speelde op de achtergrond bij beide kwesties Gerard de Kleijn een hoofdrol. Hij is daarnaast in opspraak gekomen als voorzitter van de Amsterdamse Kunstraad bij het vertrek van secretaris Bert Janmaat.

Oud-Amelisweerd. Er zijn twee grote nadelen aan de verhuizing van het Armando Museum naar Oud-Amelisweerd.

1. De gewenste bestuurlijke zorgvuldigheid ontbreekt en betrokkenen geven geen volledige openheid van zaken. Gerard de Kleijn kwalificeerde de gebroken beloften van de gemeente Amersfoort eerder als woordbreuk en onbehoorlijk bestuur.

Schijn van belangenverstrengeling bestaat tussen directeur Ploum van het Armando Museum en Jacobs van het Centraal Museum die als man en vrouw leven. Het overtreedt de ongeschreven regel dat een bestuurder privé en zakelijk altijd gescheiden moet houden. Zelfs als Oud-Amelisweerd de beste optie zou zijn en beide partners op afstand gezet zouden zijn was er al een ethische code doorbroken in de eerste fase en zouden de plannen afgebroken moeten worden. Betrokkenen bij provincie en gemeente Utrecht en gemeente Amersfoort corrigeren dit niet.

Het bestuurlijk onvermogen wringt des te meer omdat er opdracht is gegeven om de haalbaarheid van slechts de locatie Oud-Amelisweerd te onderzoeken. Da’s merkwaardig omdat in Midden-Nederland meerdere locaties beschikbaar zijn. Utrechts Cultuurwethouder Lintmeijer legt de beslissing over de locatie-keuze bij het Armando Museum. Deze uitspraak is des te opvallender omdat het de vraag oproept hoe breed beredeneerd de gegeven opdracht naar de haalbaarheid van Oud-Amelisweerd eigenlijk is. Breder dan het belang van Armando Museum en het Centraal Museum?

Initiatiefnemers laadden de verdenking op zich met voorbijgaan aan inhoudelijke toetsing en onafhankelijke experts de slag om de publiciteit te willen winnen. En zo de lokale politiek met een voldongen feit te confronteren.

Mede door personele belangen en tunnelvisie is de uitkomst van het haalbaarheidsonderzoek daarom al bij voorbaat positief. De echte uitkomst zal af te lezen zijn aan de hoeveelheid randvoorwaarden. Als ze het woord nog vragen, mogen raadsleden uit Utrecht en Amersfoort achteraf de procedure en de bestuurlijke zorgvuldigheid toetsen.

2. Het uit 1770 daterende Oud-Amelisweerd is eigendom van de gemeente Utrecht en wordt beheerd door het Centraal Museum. Het kent kwetsbaar interieur dat onder andere bestaat uit antiek Chinees behang dat uniek is in de wereld. Restauratie van behang en interieur verklaart de afgenomen toegankelijkheid van Oud-Amelisweerd. Deze tijdelijke situatie eindigt als de restauratie afgerond is.

Oud-Amelisweerd is een zomerverblijf in een natuurgebied dat in de winter praktisch onleefbaar is door de kou. Voor het behoud van behang en interieur is het principe van conservation heating leidend. Er kan slechts spaarzaam bijverwarmd worden om de luchtvochtigheid niet te hoog op te laten lopen. Want vocht bespoedigt het verval. In de praktijk betekent dit dat de binnentemperatuur niet meer dan 5 graden Celsius boven de buitentemperatuur gebracht kan worden.

Dit maakt Oud-Amelisweerd in de winter praktisch onbruikbaar als publieksbestemming. In het verleden vonden vanwege de kou publieksactiviteiten dan ook doorgaans niet in de winter plaats. Daarbij komt dat relatief grote aantallen bezoekers de luchtvochtigheid doen toenemen.

Aan de TU Eindhoven promoveerde Marco Martens op een onderzoek naar de klimaatbeheersing van musea en monumentale panden. Hij stelt dat minder installatie soms beter is. Zijn betoog ondersteunt het idee dat extra technische voorzieningen om Oud-Amelisweerd om te bouwen tot een museale bestemming ongewenst zijn en geen oplossing brengen.

MuseumgoudA krijgt structureel te weinig geld van gemeente Gouda. Dat zet een keten in gang die tot ongewenste gevolgen leidt. Wegens een niet sluitende begroting valt museumgoudA buiten de voorwaarden voor subsidies. Zoals de BankGiroLoterij die jaarlijks meer dan 50 culturele instellingen steunt. Niet museumgoudA. Vergelijk het met een andere stad met zo’n 70.000 inwoners, namelijk Assen. In 2010 kreeg het Drents Museum € 200.000 van de BankGiroLoterij. Weliswaar geoormerkt en niet bestemd voor exploitatie, maar aparte projecten vinden snel goedkeuring. Waarom is dat bedrag aan museumgoudA voorbijgegaan?

Gerard de Kleijn is sinds 2010 directeur. Hij is voormalig bestuurder van Amersfoort in C en heeft geen kunsthistorische of museale achtergrond. Zijn benoeming was opmerkelijk. Zijn beleidsplan Tussen Hemel en Aarde is defensief, kent weinig visie en ambitie, en schetst geen nieuw initiatief. Wie als museumdirecteur geen nieuwe initiatieven ontplooit, noch sponsoring en fondsenwerving op een hoger plan brengt, maakt zich afhankelijk van bestaande budgetten.

De musea bevinden zich in zwaar weer. Bezuinigen is een kwestie van maatvoering. Als het boven de 25% gaat dan is het buiten proportie. Dat dreigt te gebeuren met museumgoudA. Het dreigt niet alleen organisatorisch en kunsthistorisch uitgekleed te worden, maar zelfs fysiek. Dan dreigt museumgoudA terug te vallen naar de situatie van haar ontstaan van eind 19de eeuw.

Volgens laatste gegevens wordt museumgoudA door de gemeente een bezuiniging opgelegd van € 400.000 in 2015, te weten 25% van het budget. Een bezuiniging van € 600.000 zweeft als schrikbeeld boven de markt. Dat laatste bedrag komt na aftrek van huur neer op een korting van 50% op de exploitatie. Op een tekort van € 100.000 resteert dan als het ware een opgelegde bezuiniging van € 700.000 dat elk initiatief verlamt.

Goudse raadsleden zouden zich uit moeten spreken over de richting van het museum en minder over geld. Lastig is dat een verzelfstandigd museum op afstand staat en in principe haar eigen koers bepaalt, en de gemeente juist op het gebied van geld iets te zeggen heeft. In de praktijk betekent dat geld en koers in een politiek raadsdebat of een maatschappelijk debat in Gouda niet samenkomen. Gerard de Kleijn is nu bezig alle hedendaagse kunst uit het museum te verwijderen. Komt dat overeen met de wensen van de Goudse gemeenteraad en bevolking? Of is deze discussie nooit gevoerd?

Amsterdamse Kunstraad. Het Parool heeft ruimschoots aandacht besteed aan het vertrek van secretaris Bert Janmaat bij de Amsterdamse Kunstraad. Hij is naar eigen zeggen gedwongen om te vertrekken. Zijn zwijgen is door cultuurwethouder Carolien Gehrels afgekocht als vertrekregeling. Oud-bestuursleden bevestigen het beeld dat Janmaat niet vrijwillig is vertrokken, maar is gedwongen door de gemeente. Door het afgedwongen zwijgen kan er geen inhoudelijk debat met de wethouder gevoerd worden.

De spanning tussen Gehrels en Kunstraad was hoog opgelopen, toen de Kunstraad zich keerde tegen Gehrels’ plan zogenoemde kunstschouwen te benoemen, zegt oud-voorzitter Jan Riezenkamp in Het Parool. Sindsdien is de Kunstraad niet meer om advies gevraagd. De samenwerking met Gehrels was van meet af aan ongemakkelijk. Spanning tussen een adviseur en de geadviseerde is normaal, maar Carolien neemt alles persoonlijk.

Riezenkamp is nog betrokken geweest bij de selectie van de nieuwe voorzitter, Gerard de Kleijn, oud gemeentesecretaris van Amersfoort en een bekende van Gehrels: Het leek een goede man, maar op zijn eerste dag op kantoor zei hij tegen Bert Janmaat dat diens aanwezigheid niet langer op prijs werd gesteld. Het lijkt er sterk op dat voorzitter Gerard de Kleijn de onafhankelijkheid van de Amsterdamse Kunstraad op het spel zet. Hij kiest de kant van de gemeente.

Conclusie: De voorbeelden van Armando Museum en het Centraal Museum, museumgoudA en de Amsterdamse Kunstraad leren dat bestuurlijke zorgvuldigheid ver te zoeken is. Amateurs en professionals werken samen. De cultuursector die budgettair toch al zo onder vuur ligt wordt onnodig beschadigd door slecht bestuur. Good governance is ver te zoeken. Goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording ontbreken.

Achterliggende vraag is waarom de Nederlandse kunsthistorische opleidingen onvoldoende voorzien in de opleiding van museumdirecteuren met goede bestuurlijke kwaliteiten. Veel Nederlandse musea hebben geen Nederlandse kunsthistoricus aan het roer. Tot wat dat leidt leren de tragische ontwikkelingen bij het Centraal Museum en museumgoudA waar in genoemde voorbeelden de inhoud tot sluitpost is geworden.

Foto: Chinees behang rond 1870, kasteel D’Ursel, Hingene, Antwerpen

PvdA: hervormen of verdwijnen in overbodigheid

Update 13 november 2014: De PvdA zet twee kamerleden van Turkse afkomst uit de fractie: Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk. Dit gebeurde na urenlang fractieberaad. Ze zouden het sociaal-democratisch gedachtengoed onvoldoende representeren. Een hoognodig en moedig besluit dat echter de vraag oproept over de werving, selectie en interne scholing van beide Turkse Nederlanders. Waarom zijn ze ooit opgenomen in de PvdA als nu blijkt dat ze het gedachtengoed niet steunen? Is dat nu pas duidelijk geworden of is nu pas de angst weggenomen bij de fractieleiding om de confrontatie aan te gaan?

PvdA’er Frans Timmermans loopt zich warm en Job Cohen verdwijnt langzaam uit beeld. Opmerkelijk is dat Timmermans de afgelopen weken driemaal optrad bij P&W. Als buitenlandwoordvoerder zonder specifieke kennis van Egypte profileert-ie zich als staatsman met vergezichten en analyses. Op afstand van het Binnenhof. Het lijkt geen toeval, Timmermans wordt op het schild gehesen als nieuwe leider.

Rinus van Schendelen waarschuwde in april 2010 in de aanloop naar de verkiezingen dat de allochtonen binnen de PvdA de samenwerking met Leefbaar Rotterdam blokkeren. In de week daarvoor had de politiek leider van de PvdA in Rotterdamse Dominic Schrijer die de publicitaire bui al zag hangen, verkondigd dat het wel meevalt met die macht. Dat slechts 6 van de 14 raadszetels door allochtonen gekozen worden. Critici spreken van clientelisme binnen de PvdA.

De PvdA beseft dat door de overname van de allochtone stem sommige autochtonen afhaken. Da’s een probleem dat de PvdA loopt in de grotere steden. Wat andere partijen ook zou treffen als ze hiervan zo afhankelijk waren. Die overigens verre van eenduidig is en verdeeld is in religie en etniciteit. Tekenend voor de spanning binnen de PvdA is dat de Turkse Seyit Yeyden naar het Rotterdamse Feyenoord werd gestuurd om allochtone en autochtone PvdA’ers weer met elkaar in gesprek te brengen.

Op zich maakt het niet uit hoeveel allochtonen de PvdA vertegenwoordigt. Door interne scholing en kandidaatstelling kan dat gestuurd worden. Problematisch wordt het pas als de PvdA om electorale redenen de eigen traditie vergeet. Dan atomiseert de partij in deelbelangen. Dat proces is gaande. Maar nu het blijkbaar aan dynamiek wint vormt het een bedreiging voor het bestaan van de partij.

Het is aan de politieke leiding van de landelijke PvdA om schoon schip te maken en alle leden die het sociaal-democratische gedachtengoed niet ondersteunen uit de partij te gooien. Het is verstandig om het sociaal-democratische gedachtengoed weer centraal te stellen. Electoraal opportunisme is een doodlopende weg. Maar het wil maar niet lukken.

Met verwijzing naar waarden als ontplooiing, solidariteit, gelijke rechten van man en vrouw, scheiding van kerk en staat heeft de PvdA altijd universele waarden uitgedragen. Daarin heeft de PvdA maatschappelijk een positieve rol gespeeld die verder reikte dan het partijbelang. Het zou jammer zijn als het dit zou opgeven en zich zou terugtrekken op deelbelangen. Het verliest dan ook de pretentie van brede volkspartij. Het is aan de PvdA om te beslissen over de eigen toekomst.

Achteraf gezien is het jammer dat de vernieuwer Bos zijn kansen niet heeft durven pakken. Door gebrek aan durf en ambitie is-ie gestruikeld over olifanten als Wallage en Vogelaar die op de rem stonden. Binder Job Cohen kan evenmin snijden en doorpakken. Samenbinden staat haaks op het sociaal-democratisch gedachtengoed als het omwille van het binden wegkijkt voor onrecht.

De PvdA als bestuurderspartij kent vele ongerijmdheden. Zelfs half-criminele PvdA’’ers die de fout ingaan worden vanwege hun etniciteit en electorale wervingskracht in genade aangenomen. Het opportunisme is lachwekkend. Zoiets wordt gezien en maakt de geloofwaardigheid en legitimiteit van de PvdA er niet groter op. Dit sluipende proces ondermijnt de kredietwaardigheid. Centrale sturing ontbreekt.

De PvdA is voor Nederland onbelangrijk. Als vehikel voor functies en subsidies kan het gemist worden. Maar het zou jammer zijn als het sociaal-democratisch gedachtengoed verdween uit Nederland. Het kan elders ondergebracht worden. Want een geloofwaardige socialistische partij hoort thuis in de Nederlandse politiek. Jammer is dat de huidige PvdA daar steeds minder in voorziet. Het is aan de PvdA om te kiezen: hervormen of verdwijnen in overbodigheid.

De wisseling van Bos door Cohen werd door beide heren drie jaar voorbereid. Uruzgan werd begin 2010 als aanleiding aangegrepen om te breken. Bos had de strijd om de vernieuwing binnen de partij verloren en was hierdoor blijven zitten met een flets profiel dat niemand aansprak. De opkomst van Cohen wijst op een duik terug in het verleden van het multiculturalisme. Hoewel Cohen slim en aardig genoeg is om dat te verhullen.

Steun van de media verlengt de doodsstrijd van de PvdA. Andere partijen met zoveel ongerijmdheden, tegenstrijdigheden, vaagheden, wantoestanden, bestuurlijke arrogantie en zelfs half-criminelen onder de kaderleden waren al lang in de openbaarheid afgeserveerd. Het manco van de Nederlandse media is dat de PvdA met een andere maat wordt gemeten. Omdat de partij steeds wordt bevestigd in haar eigen schijnwerkelijkheid werkt deze steun averechts.

De PvdA kent twee kroonprinsen, Frans Timmermans en Eberhard van der Laan. Van der Laan gebruikt als enige politicus taal om de kloof tussen burger en politiek te verkleinen. Taalverwerving en taalbeheersing zijn een noodzakelijke voorwaarde voor de bewustwording en participatie van burgers, maar niet minder voor de emancipatie van de politicus zelf. Van der Laan excelleert in taal. Hij was het enige kabinetslid van Balkenende IV dat niet meeging in de betutteling en inperking van burgerrechten. Er zelfs afstand van nam.

Als burgemeester van Amsterdam zit de ideale opvolger van Job Cohen vast in Amsterdam. Hij kan nog niet overstappen. Daarom komt Frans Timmermans in beeld. Aan hem kleeft opportunisme. De neerbuigendheid van Timmermans wordt elitair genoemd en die van Van der Laan realistisch. Da’s het verschil. Als Timmermans zich echter de komende jaren voegt in de lijn die Van der Laan vanuit Amsterdam schetst, dan kan de PvdA terugkeren naar het eigen gedachtengoed.

Foto: Spare Time (1939) van Humphrey Jennings.

Het waanidee dat inspraak een waanidee is

Democratie is een avontuur en wie dat niet accepteert, verliest vertrouwen. De Nederlandse politiek houdt niet van onzekerheid. Het timmert liever een regeerakkoord dicht om achterdocht jegens partners te bezweren dan dat het iets open laat. Vandaar dat de economische crisis onwelkom kwam. Niet omdat het budgetten onder druk zette, maar omdat het de logica van de eigen regels doorkruiste.

Deze houding verklaart de afkeer door de Haagse politiek van inspraak door de burger. Niet omdat de burger geen eigen stem gegund zou worden, maar omdat het dit fijne regelspel doorkruist. Over kleinzieligheid kan de politiek zich heenzetten, maar over onzekerheid niet.

Regeltjes en afspraken zijn de instrumenten van de Nederlandse politicus. Zonder dat kan-ie niet opereren. Onze politieke trapezewerkers durven in de arena niet zonder net te werken. Bang dat ze zonder doorrekening komen en vallen. Nederlandse politiek is voor bange mensen.

Vandaar ook de afkeer voor Geert Wilders, eerder Jan Marijnissen en Pim Fortuyn. Niet zozeer door politieke standpunten die zij innemen, maar vanwege het feit dat SP en PVV het Haagse regelspel doorkruisen. Hun standpunten vallen binnen dezelfde bandbreedte als die van de rest. Achteraf worden Fortuyn en Marijnissen geaccepteerd, maar in de arena werden ze ooit verketterd.

Relatieve buitenstaanders zetten afspraken op scherp door interventies en zijn niet omkoopbaar met een functie in de landelijke of lokale politiek. Afwachten is hoelang de gewapende vrede tussen coalitie en Wilders duurt. Vraag is wie het eerst de afspraken schendt.

Media zijn een schaduw van de politiek. Hier wordt de voorspelbaarheid gedubbeld. Elke talkshow wordt voorbesproken en ontdaan van spontaniteit. Media en politiek sluiten vanwege dit gebrek aan avontuur op elkaar aan. Politieke mediaprogramma’s zijn in Nederland net zo dichtgetimmerd als een regeerakkoord.

Vraag is of de afwijzing van elke politieke hervorming of wijziging van het kiesstelsel door de middenpartijen en het opmerkelijke laten vallen van dit onderwerp door D66 ook volgens deze wetmatigheid van dichtgetimmerde akkoorden begrepen moet worden. Voorstelbaar is dat niet een inhoudelijk bezwaar de politieke hervormingen blokkeert, maar dat het voortkomt uit het machtsdenken van de partijen zelf.

De reactie tegenover buitenstaanders geeft de ware aard van de politiek aan. Toegegeven, een zeker idee van continuïteit heeft elk systeem nodig. Maar waar gaat het bewaken van het eigen bestaan over in inflexibiliteit en omwil om nog op de omgeving te willen reageren?

Nederlandse politiek is in Europees verband het meest rigide in het afwijzen van vormen van burgerinspraak en directe democratie. Het heeft geen steekhoudende argumenten die het uitblijven van hervormingen billijken. Politici verschuilen zich achter het waanidee dat burgerinspraak een waanidee isDe politiek en het bestuur zijn er juist om complexe problemen in haar totaliteit en in relatie met andere problemen op te lossen. 

Politiek maakt klein door het groot te maken. Deze arrogantie blokkeert elke systeemwijziging. Evengoed kan men zeggen dat de politiek de complexiteit boven het hoofd is gegroeid. Deze afstandelijkheid maakt hoe dan een stap voor stap oplossing onmogelijk. Of de kloof met de burger nou te klein of te groot is, er verandert niets. De burger wordt buiten de deur gehouden.

De 2% van de bevolking met een partijkaart bezet alle functies in politiek en openbaar bestuur. Gevolg is dat 98% het nakijken heeft. Zelfs de betekenis van hun stem in verkiezingen wordt pas achteraf bepaald. Merkwaardig is dat deze scheefgroei nergens ter discussie staat. Maar ook logisch omdat de partijen zelf de discussie bepalen.

Middenpartijen verwijzen bij discussies over invoering van vormen van directe democratie naar het spookbeeld van Geert Wilders of Henk Westbroek. Of naar het Zwitserse referendum over een bouwstop voor minaretten. De politiek stelt zich belerend op en zegt het beter te weten omdat het het risico van deze ontsporingen kent. Dat klopt omdat het Nederlandse politieke systeem zelf de ontsporing is en weet wat het verdedigt.

Een burger die nooit een kans krijgt, zal zich nooit kunnen bewijzen. Onderhand zijn er meer betrokken, hoogopgeleide en specialistische burgers buiten, dan binnen politiek en openbaar bestuur. Maar volgens de politiek kan alleen de politiek enkel en alleen complexe problemen in haar totaliteit en in relatie met andere problemen oplossen. 

Politiek oordeelt over zichzelf. Andere beoordelaars worden niet gehoord. Door het angstbeeld dat de gevestigde politiek oproept en met behulp van de media verspreidt blijft een afweging van hervormingen achterwege. Hierdoor vergeten burgers hoe onwaarachtig en inflexibel het huidige systeem is.

Partijen als SP en PVV die er belang bij hebben om te morrelen aan de zekerheden van het politieke systeem zouden meer kunnen doen. Ze hebben er bij te winnen om de burger dichter bij de politiek te betrekken en zich te profileren als veranderingsgezind.

 Ze weten veel niet-geïnteresseerden bij de politiek te trekken. Maar op de drempel van de macht slikken ze hun kritiek in.

Nederlandse politiek is in zichzelf gekeerd. Door de onwil of het onvermogen tot veranderen, de schijnwereld die met de publieke omroep in stand wordt gehouden, het misnoegen over burgerinitiatieven en de afwijzing van elke uiting van directe democratie gaat het elk avontuur uit de weg en verliest het elk vertrouwen van de burger. De politiek wantrouwt de burger en verschanst zich in regelgeving. Da’s haar kernwaarde.

Foto: Boris Karloff in Frankenstein.

Gedwongen islamisering, een terugblik (2)

Deel 1 ging in op de schatting van het aantal moslims, beperkingen aan immigratie en de ontvangst van gastarbeiders. Deel 2 kijkt naar de ketting-immigratie, de apartheid en concludeert wat er mis ging.

4. In de jaren daarna trad door zogenaamde ketting-immigratie een fase van gezinshereniging en gezinsvorming in. Het aantal buitenlanders nam sterk toe. De arbeidsmarkt waarvoor de gastarbeiders naar Nederland waren gehaald werd minder bepalend voor hun functioneren. Versneld door de recessie van de tweede helft van de jaren ’70 (vdve) en begin jaren ’80 (vdve) toen de werkloosheidscijfers opliepen tot 11%. Noodzaak voor de instroom werd minder terwijl de instroom toenam.

Er was een alternatief. Regelingen voor werk, vestiging en integratie hadden anders ingericht kunnen worden. Eerder gericht op actief burgerschap, integratie, volledige participatie aan de arbeidsmarkt, individualisering en instroom van hooggeschoolde migranten. Want al vanaf midden jaren ’70 (vdve) was duidelijk dat Nederland niet op ongeschoolden zat te wachten.

5. Ondanks de inzet van de welzijnsindustrie en de goede bedoelingen van de politiek bleef er in Nederland apartheid bestaan. Juist door de ruimhartige geldelijke en facilitaire steun voor de minderheden. Wat zo heetten ze inmiddels. De integratie liep trager dan nodig was.

Er bestaat anti-islam propaganda in Nederland. Met een meer neutrale term anti-islam kritiek. Oorzaak is dat partijen de gastarbeiders/ immigranten/ leden van minderheden nooit als individuen, maar als leden van een groep bleven zien. Orthodoxe moslims niet in het minst die zich apart zetten om als groep te overleven. Wat trouwens moeizaam lukt.

In zijn kritiek balanceert Wilders op het randje van het toelaatbare. Maar hij heeft het recht om te beledigen en een religie die hij niet ziet zitten stelselmatig te bekritiseren. Zoals in 1925 het SGP-parlementslid ds. G.H. Kersten succesvol een amendement indiende om de financiering van het gezantschap bij de paus in Vaticaanstad te schrappen.

Volksvertegenwoordigers hebben het voorrecht om door politieke uitspraken oordelen te geven en besluiten te vragen om als vijandig ervaren gedachtengoed aan te vallen en te verzwakken. Deze duidelijkheid en kanalisering van maatschappelijke meningen is een functie van politiek. Een scherp debat is beter dan het ontwijken ervan. Uiteraard moet dat gebeuren binnen de grenzen van de rechtsstaat.

Conclusie. Een en ander verklaart het misverstand, de fantasie en de waarheid dat Nederland anti-moslim propaganda kent. De jarenlange overheidspropaganda heeft samen met een conglomeraat aan belangen en partijen het open publieke debat weliswaar niet geblokkeerd, maar toch aardig vertekend.

Door een ontbrekend immigratie-, industrialisatie-, en integratiebeleid heeft de Nederlandse overheid nagelaten voorwaarden te stellen. Bepalend is wat de middenpartijen in de jaren ’60, ’70 en ’80 (vdve) deden. Of nalieten. Het maakt een onderzoek naar deze hele fase onvermijdelijk, maar de macht schermt dat af. Diegenen die vragen stellen bij een fout gelopen politiek worden niet gehoord en degenen die de oorzaak waren houden zich stil. Of liggen op het kerkhof.

In Nederland vermijdt bijna elke gesprekspartner een zakelijke discussie over immigratie en integratie. Zo ontstaat er nooit een publiek debat dat uitgaat van het belang van Nederland. Het lijkt niet lastig om op een zakelijke manier naar het integratiedossier te kijken. Maar het gebeurt niet. Openheid is het beste medicijn tegen misleiding en afleiding.

Opkomst van populistisch rechts heeft in het afgelopen decennium het integratiedebat in een hogere versnelling gebracht, maar tegelijk de diepte ervan gesmoord. Fundamentele vragen worden niet in het publieke debat behandeld, hooguit in de marge van de academische wereld. Belangenpartijen verschuilen zich achter dat debat en vinden er een goede schuilplek om geen verantwoording af te leggen.

Epiloog. Het gaat om het bieden van steun en perspectief aan leden van minderheden met als doel om ze als individu mee te kunnen laten draaien in een open samenleving. Als ook maar de geringste twijfel bestaat dat leden van de minderheden gevangen blijven in hun eigen organisatie en hun deelname aan een open samenleving niet direct in zicht komt, dan dient de overheid dit aan te pakken. Feit dat leden van een minderheid geen direct zicht hebben op deelname aan de open samenleving is ontoelaatbaar.

Foto: Turks gezin Bulut in Amsterdam, wandelend in de Eerste Atjehstraat, juni 1953

Gedwongen islamisering, een terugblik (1)

Deel 1 gaat in op de schatting van het aantal moslims, beperkingen aan immigratie en de ontvangst van gastarbeiders. Deel 2 kijkt naar de ketting-immigratie en apartheid en concludeert wat er mis ging.

1. Als het over integratie gaat verbaas ik me al jaren over twee aspecten. Namelijk dat termen als migranten, allochtonen, moslims, achterstandsgroepen en minderheden door elkaar worden gebruikt. Dat geeft weinig scherpte. En dat de schatting van het aantal moslims in Nederland onnauwkeurig is en steeds bijgesteld wordt. Het is meer dan vrijblijvende zorg omdat een en ander dient als richtlijn voor beleid.

Nieuwe schattingen van het aantal moslims zijn lager dan het CBS eerder publiceerde. Voor 2006 resulteerde dat in 850.000. Dat kwam overeen met het aantal Nederlanders dat uit een islamcultuur afkomstig is. Daaronder vallen ook christenen, seculieren en afvallige moslims. Deze afwijking van het destijds voorspelde cijfer is het gevolg van een verandering in methodiek en niet van een dalende aanhang van de islam.

Na correcties zijn er volgens kwalitatieve schattingen en onderzoeken op dit moment minimaal 200.000 en waarschijnlijk 350.000 ‘echte’ moslims in Nederland. Dit betreft mensen die zich laten inspireren door de islam, die religie serieus belijden en regelmatig de moskee bezoeken. Een stabiel getal dat niet groeit. Het past in een trend van afnemende groei van het aantal moslims wereldwijd.

Onderling verschillen Nederlandse moslims enorm. Ze zijn etnisch, sociaal en wat herkomst en welstand betreft divers. Een promotieonderzoek van sociologe Fenella Fleischmann toont aan dat religiositeit van moslims geen negatieve invloed heeft op schoolprestaties en arbeidsmarkt. Hoogopgeleiden met een goede baan worden evenmin minder gelovig. Wel binnen de voorwaarde dat de islam gelijk erkend en behandeld wordt. Hiervan is in Nederland sprake.

Het integratiedebat is gepolitiseerd. Uiteenlopende partijen hebben hun specifieke belang bij een hoge schatting van het aantal Nederlandse moslims. Voor de PVV betekent dat het oproepen van een spookbeeld, voor zogenaamde anti-racisten het mobiliseren van fondsen en zelfs eigen bestaansrecht, voor de welzijnsindustrie een deel van de financiering en de invulling van een doelstelling en voor de Nederlandse moslims een betere plek aan tafel. Maar al deze partijen beseffen dat ze de waarheid bij elkaar liegen.

Dit klimaat van verkeerde aannames voedt theorieën die van vele kanten komen en allerlei kanten uitgaan. Het niet ontkrachten van de mythe van islamisering valt de Nederlandse politiek aan te rekenen. Merkwaardig is dat in Nederland geen enkele partij volmondig een zakelijke opstelling verwoordt. De voormalige voorzitter van de Jonge Socialisten, Mohammed Mohandis komt nog het dichtst bij een realistische opstelling.

Ook media zijn gepolitiseerd en laten na duidelijkheid te scheppen. De ene keer praten ze Wilders na, de andere keer Nederland Bekent Kleur. Dan weer een linkse politieke partij of een islamprediker. Een zakelijk en analytisch geluid wordt in de media nauwelijks gehoord. Gratis dagblad De Pers is een gunstige uitzondering.

2. Een zijstap geeft aan dat de meeste landen beperkingen aan immigranten stellen. Een Palestijnse of Thaise gastarbeider kan niet zomaar in Koeweit, de Golfstaten of Saoedi-Arabië aan de slag. De werkvergunning is een tijdelijk contract en gezinshereniging is verboden. Bij politieke of economische tegenwind worden ze het land uitgeschopt.

Het is dus aan de centrale overheid om voorwaarden te stellen. Traditionele immigratielanden als Australië, Canada en Nieuw-Zeeland werken met vergunningen, gaan uit van de arbeidsmarkt en stellen eisen aan de vakbekwaamheid van immigranten.

In 1924 deed de VS met de Immigration Act of 1924 het land voor een bepaald type immigranten op slot. De gedachte hierachter was dat de instroom in de jaren daarvoor te snel was gegaan, de integratie veel problemen kende en er tijd nodig was om de diverse etnische groepen aan elkaar te laten wennen en tot een eenheid te laten smelten. De Amerikaanse melting pot. In Nederland is het een taboe om te zeggen dat grenzen tijdelijk dicht moeten. Vluchtelingen uitgezonderd vanwege humane redenen.

3. Moslims waren 40 jaar geleden gastarbeider. Ze waren met weinigen, doorgaans zonder gezin en niet bovenmatig geinspireerd door de islam. Velen waren seculier of slapend islam-lidmaat. Ze ontvluchtten de dictatuur of de armoede van hun land van herkomst. Inclusief avonturiers die graag een gesloten sociaal klimaat achterlieten. Ze werden op zijn minst onverschillig tegemoetgetreden.

De gasbel van Slochteren maakte vanaf de jaren ’70 (vdve) subsidies mogelijk om gastarbeiders te pacificeren. De vorm die werd gekozen was de verzuiling die ook toen al door maatschappelijke ontwikkelingen minder geloofwaardig was. Orthodox islamitische organisaties bleken het best georganiseerd. Ze wonnen de inschrijving.

Een monsterverbond van bedrijven, overheden, politieke partijen, welzijnsindustrie en moslimorganisaties van orthodoxe snit sloot de gastarbeiders vervolgens op in een patroon van betutteling, beter weten, slachtofferdenken, goede bedoelingen en gemeenschapsdenken.

In de verdediging van de autochtone arbeiders boden de vakbonden het langst weerstand. En de Socialistiese Partij bracht in 1983 de brochure Gastarbeid en Kapitaal uit van vrijdenker Anton Constandse. Het bezorgde de SP veel tegenwind. SP-voorman Tiny Kox oordeelde later dat het de doorbraak van de SP had vertraagd. Nu is de status van de brochure ongewis. Door de opkomst van Fortuyn en Wilders kreeg de SP koudwatervrees om in het verkeerde kamp ingedeeld te worden. Het beroep op de klassenstrijd heeft de SP ingeslikt. De brochure is niet makkelijk te vinden.

Foto: De aankomst van zestig Spanjaarden in Someren in 1963

Over de achterblijvende ontwikkeling van islamnaties

1. Laten we ons voorstellen dat Arabische leiders opportunisten zijn en vooral hun familie, clan en eigen zak willen spekken. Ze interesseren zich nagenoeg niet voor de staat of natievorming. Ze laten zich sturen door het Westen voorzover dat in hun belang is. Maar als het anders uitkomt volgen ze hun eigen weg.

Verontwaardiging over misdragingen van Westerse landen is gerechtvaardigd, maar brengt onvoldoende inzicht. Hun rol is vernietigend geweest.
 Maar alles wat in islamnaties misgaat herleiden tot het Westen leidt niet tot een sluitende verklaring wat er precies gebeurt. Laten we proberen dat te benoemen en de redenen te achterhalen.

Uitgangspunt is dat islamnaties slecht presteren op het gebied van onderwijs, cultuur en educatie. VN-rapportages wijzen dat ondubbelzinnig uit. Waarom kiezen islamnaties ervoor om vrouwen in een ondergeschikte rol te duwen? Da’s absoluut geen vereiste van het Westen.

Het Westen is trouwens niet ondeelbaar. De VS is anders dan Noorwegen, en Zwitserland anders dan Engeland. Hetzelfde geldt voor de islamnaties die onderling verschillend zijn. Voor de discussie wordt afgezien van de verschillen en geprobeerd de uiterste posities niet als bepalend te zien. Dus geen Tea Party beweging of Al Qaida.

Pas het antwoord op de vraag te waarom islamnaties hun eigen ruimte onvoldoende benutten leidt tot een verklaring. De houding met een open mind vergroot het begrip van de wereld.

In Nederland ontmoet de vraag  naar de stand van ontwikkeling in islamnaties geen brede consensus. Dat heeft niets met de ontwikkelingen zelf te maken, maar wel met de dominante politieke stroming van het cultuurrelativisme.

Analyseren is het pellen van een ui. Wil men tot de kern doordringen of vreest men de uitkomst? Dat mechanisme is eerder een taboe dan een blinde vlek. Feitelijk kan de vraag wat islamnaties bezighoudt niet beantwoord worden.

2. Moslims zijn individuen op zoek naar betere levensomstandigheden. Daarom trekken velen naar Europa of de VS. Murw gebeukt door het leven in een politiestaat of een autocratische staat of de informele economie. Omdat ze geconditioneerd zijn nemen enkelen die sfeer mee naar Europa. Bijvoorbeeld religieuze extremisten.

Een vergelijking met de opkomende economieën van Oost-Azië is interessant. Ze hebben zich onder het juk van het Westen ontworsteld. Waarom hebben de islamnaties deze interne krachten niet weten te mobiliseren? Waarom lukt elders wel wat islamnaties in gelijksoortige omstandigheden niet lukt? Alleen de cultuur verschilt.

Waar schort het aan? Is dat het naar binnen gekeerd zijn en de angst zich te vermengen met anderen? Bang om de eigenheid te verliezen? Bang voor een besef waar we alleen maar naar kunnen raden? Zijn het de juridische en constitutionele grenzen?

3. In de vergelijking van landen en sferen blijkt dat superioriteitsdenken overal voorkomt. Typisch Westers is het niet. Arabieren kennen het ook. Zoals in Noord-Soedan waar neergekeken wordt op zwarte en niet-islamitische Zuid-Soedanezen. Dat leidt tot genocide door Arabieren op de Zuid-en West-Soedanezen. De geschiedenis toont dat Arabieren even bekwame slavenhandelaren als Europeanen waren.

Aziaten als Chinezen en Japanners voelen zich superieur aan andere volkeren zoals Mongolen of Koreanen. Da’s de normale vorm van discriminatie die tot groeps- en natievorming leidt. Deze socialisering boetseert eenheid. Door globalisering krijgt dat mechanisme nieuwe betekenis. Het wordt inwisselbaar.

Chinezen zoeken expansie in Afrika. Waarbij ze zich verre houden van Westers moralisme en zich evenmin weten te onttrekken aan het ondersteunen van verkeerde regimes. Ze stellen geen vragen over mensenrechten omdat ze dezelfde vragen niet willen beantwoorden.

Naar mijn idee is het tekort van de islamnaties dat hun superioriteitsdenken een lege huls is geworden. Behalve hun geschiedenis en religie hebben ze weinig om trots op te zijn. Politiek stagneert. Onderwijs stagneert. Cultuur stagneert. Emancipatie van vrouwen en minderheden stagneert. Corruptie en ongelijkheid tieren welig. Hoewel er ook gunstige uitzonderingen zijn als Oman.

4. Olie- en gasbronnen trekken een zware wissel op landen. Zoals de ontwikkeling van Venezuela en Rusland toont. Dat leidt tot inmenging van Westerse landen of juist een afwerende reactie daarop. Maar daarnaast is er voldoende ruimte die deze landen grijpen. De bevolking wordt afgekocht.

Sommige islamnaties drijven op de inkomsten van gas en olie. Ze baden in het geld en proberen hun economie te verbreden. Da’s positief en geeft deze staten mogelijkheden. In de Golfstaten wordt dat met beperkte burgerrechten doorgegeven aan de kleine autochtone bevolking. Burgerrechten gelden niet voor allochtonen.

Niet toevallig spannen juist de Golfstaten zich in om economisch onafhankelijk te worden van hun olie-inkomsten. Ze investeren in toerisme, dienstverlening en media. Maar ook in industrie.

 Het is het diapositief van het idee in de consumerende landen minder afhankelijk van petrodictaturen te worden. Islamnaties voelen politieke druk vanwege de olie. Dat remt de ontwikkeling. Vraag is waarom het zo langzaam gaat.

5. Er is in alles een omslagpunt dat herstel na een klap aangeeft. Hoe lang te wachten? Zo heeft het Westers kolonialisme kwaad aangericht in Afrika. Economisch en cultureel imperialisme is nooit verdwenen. Het Westen  zet onder druk en steelt en rooft. Het speelt in op tribalisme, slecht leiderschap, religie of cultuur.

Het donkere continent mist kansen die gegrepen hadden kunnen worden. Daarover zijn watchers het eens. Was president Mbeki van Zuid-Afrika een zwarte racist, zoals Mugabe van Zimbawe? Waarom gijzelen deze leiders hun landen en houden ze hun bevolking klein? Waarom missen ze kansen?

Veel landen met arme bevolkingen zijn rijk. Ze wenden de middelen niet goed aan. Het is een schande dat in potentie rijke landen als Nigeria, Congo, Gabon of Angola ondermaats presteren.

6. Als het over de dwingende macht van de katholieke kerk gaat, dan is Latijns-Amerika een sfeer waar religie mensen heeft kort gehouden. Dat aspect is verbonden, maar valt niet volkomen samen met het Amerikaans imperialisme.

De film Missing die in Chili speelt vertelt dat. Amerikanen hebben daar niet minder huisgehouden dan in het Midden-Oosten. Totdat de links-populisten in Zuid-Amerika aan de macht kwamen. 

Zo is het ook met de islamnaties. Ze zijn verbonden, maar vallen niet volkomen samen met het Amerikaans imperialisme. Het gaat erom om dat deel te vinden dat niet samenvalt. Wat is dat? Hoe is het ontstaan en ziet het eruit?

7. Op de hele wereld haat de massa de bovenklasse. Het Westen heeft de mogelijkheden om de elite te manipuleren en te ondersteunen. Wat de Nederlanders drie eeuwen geleden in hun Oost-Indië deden. De Engelsen hebben het later geperfectioneerd en de Amerikanen hebben het systeem naar de eisen van de 20ste eeuw gemodelleerd.

Nu krijgt het Westen een koekje van eigen deeg. Wereldwijd verschuift het evenwicht van West naar Oost. Wat globalisme heet, werd voorheen in een andere vorm imperialisme genoemd. Europa lijkt het continent van het verleden geworden. Zonder politieke stem.

Terugkijkend naar het Egypte van Nasser of het Syrie van Hafiz al-Assad, zien we landen die zich verzetten tegen het imperialisme. De eerste wellicht mentaal hangend aan Engeland en de tweede aan Frankrijk, maar toch redelijk autonoom.

Dat soort landen keert zich vervolgens naar binnen en handhaaft zich door corruptie en onderdrukking. Uiteraard stoken de Westerse landen om dit soort landen in te dammen. Maar waarom benutten deze landen de eigen ruimte niet beter? Vinden ze hun bestaansrecht in de reactie en stopt daarom de ontwikkeling?

De VS heeft geen belang bij een instabiel Egypte dat in elkaar klapt. Vraag is of islamnaties met een beter intern beleid een derde weg hadden kunnen bewandelen. Een democratisch model met brede culturele ontwikkeling van de massa, goede juridische waarborgen in economie en rechtspraak en op termijn meer pluralisme in religie, meningsuiting en politiek.

Het verbaast dat behalve Turkije geen enkel land in de islamwereld de stap naar de moderniteit van de 20ste of 21ste eeuw succesvol gezet heeft. Het is de islam die het verschil maakt.

8. In Nederland zijn de meeste emigranten niet-islamitisch. Zelfs de meeste moslims zijn slechts in culturele en niet in religieuze zin moslim. Zelfs religieuze moslims zijn individuele burgers met een identiteit die verder gaat dan religie alleen. Laten we daarom emigranten niet in een islamidentiteit opsluiten. Dat laatste is het grootste falen van de Nederlandse integratie-politiek.

Uitdaging is om Nederlandse moslims aan te spreken op hun idee van democratie en rechtsstaat. Moslims elders onttrekken zich aan onze invloed. Elke verklaring verkeert in haar tegendeel als het gebruikt wordt om moslims in de hoek te zetten. Niet in het minst omdat het met een cirkelredenering elk debat over de achterblijvende ontwikkeling van de islamcultuur blokkeert.

Foto: Een wajang wong voorstelling bij de regent van Malang met maskerdansers (1910-1922). Collectie Tropenmuseum.