Gedachten bij de foto ‘In de voorzitterskamer [van de Joodse Raad]’ van Johan de Haas (1942)

Johan de Haas, In de voorzitterskamer. V.l.n.r. A. Krouwer, toegevoegd lid van de Joodsche Raad en lid van de Commissie voor het Geldelijk Beheer, en de voorzitters A. Asscher en prof.dr. D. Cohen. Johan de Haas maakte tussen oktober en december 1942 116 foto’s van de Joodsche Raad in haar opdracht.. Op 31 december 1942 werd een album met foto’s aangeboden aan Prof. dr. David Cohen ter ere van zijn 60ste verjaardag. Collectie: NIOD.

De vijfdelige dramaserie ‘De Joodse Raad” die door de EO werd uitgezonden is goed ontvangen. De EO omschrijft de serie neutraal: ‘De geschiedenis komt tot leven door het indringende verhaal van vader en dochter; David en Virrie Cohen. Hoofdrollen in de serie zijn voor Pierre Bokma, Claire Bender, Jack Wouterse, Malou Gorter en Monic Hendrickx.

Op de vraag of co-voorzitter David Cohen, die in de dramaserie door Pierre Bokma wordt gespeeld, goed heeft gehandeld verschillen de meningen. Was hij de burgemeester in oorlogstijd die erger probeerde te voorkomen of werkte hij ongewild mee aan de realisering van Duitse anti-Joodse maatregelen?

Ik heb er geen oordeel over wat wijs was in oorlogstijd. Wat ik wel weet is dat David Cohen in de serie wordt gepresenteerd als een opvallend onaangenaam persoon. Hij is autoritair en zeer statusbewust, een echte regent, bedriegt zijn vrouw onder het huiselijk dak, gelooft in zijn eigen gelijk en wil afwijkende geluiden niet horen.

David Cohen is een tragische held die ‘verwikkeld is in een reeks fatale gebeurtenissen die hem overkomen’. Het staat buiten kijf dat zijn (geestelijke) ondergang het gevolg is van de vijandige buitenwereld. De vraag of zijn eigen tekort, te weten overmoed, er voor de afloop toe doet valt niet makkelijk te beantwoorden. Aristoteles definieerde de tragische held als iemand die angst of medelijden oproept. In de dramaserie roept Cohen bij mij verontwaardiging op door zijn gedrag.

Fotograaf Johan de Haas die bovenste foto nam kreeg in oktober 1942 de klus om de Joodse Raad te fotograferen. Een fotoalbum bleek een cadeau te zijn ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van David Cohen.

Willy Lindwer publiceerde in zijn boek Het fatale dilemma. De Joodsche Raad voor Amsterdam 1941-1943 (1995) een interview met Johan de Haas. De fotograaf liep drie maanden mee en begreep hoe het eraan toe ging in het hoofdkantoor aan de Nieuwe Keizersgracht 58 te Amsterdam.

De Joodse De Haas was niet mals in zijn uitspraken over de Joodse Raad. Zo zei hij tegen Lindwer:

  • Ik kan me wel herinneren dat ik me vaak ergerde. Je had het gevoel alsof ze aan het hoofd stonden van een vakantiestichting. Niemand die ik daar sprak, scheen te beseffen dat het het begin van het einde was. Er werd gewoon gefloten en gezongen en gepraat en gedaan’.
  • In de gebouwen waar ik kwam kreeg je de indruk dat je het gemeentehuis van de gemeente Amsterdam binnenkwam, maar dan in het klein en alleen voor joden. Verder was alles even streng georganiseerd, en ook de verschillen in rang, natuurlijk‘.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.