Hoe komt het dat kunst doet wat religie nalaat?

Schermafbeelding van deel artikelKunst doet wat religie nalaat‘ van Hizir Cengiz in de Kanttekening, 14 september 2022.

Volgens columnist Hizir Cengiz is kunst de geslaagde en succesvolle versie van religie. Religie zou blijven hangen in verstarring. Kunst zou doen wat religie nalaat. Ik ben het met hem eens.

Maar dan moeten we religie en kunst wel eerlijk vergelijken. Want kunst kent vele varianten die ook lijden aan verstarring. En religie kent nieuwe, levendige, eigentijdse varianten, zoals de tegen de satire aanleunende Kerk van het Vliegend Spaghettimonster.

Die nieuwe godsdiensten worden trouwens door de gevestigde godsdiensten en de verdedigers ervan niet tot de religiemarkt toegelaten. Daar worden zelfs de hoogste juridische middelen van de staat voor uit de kast gehaald.

Die verdedigende reflex ontstaat om de belangen van de traditionele godsdiensten te beschermen en het vooroordeel te onderstrepen dat een godsdienst belegen is en zich in de tijd bewezen moet hebben. Wellicht speelt ook mee dat de verdedigers van traditionele religie menen dat conventies en regels onmisbare pijlers onder de samenleving zijn.

De verklaring waarom kunst slaagt waar religie faalt ligt voor de hand. Kunst en religie putten uit dezelfde bron van het drama en de rituelen. Het zijn menselijke, creatieve constructies die proberen de zinloosheid, de leegte en de eindigheid van het leven op afstand te houden. Kunst slaagt daar beter in omdat het meegaander en buigzamer is. Kunst hoeft immers zichzelf niet te bestendigen.

Kunst is veelgelaagd en gefragmenteerd en kan zich voortdurend vernieuwen. Stromingen volgen elkaar op en kunstenaars becommentariëren elkaars werk. Er bestaan weliswaar kunstinstellingen die hun eigen voortbestaan belangrijk vinden, maar die bepalen niet wat de veelgelaagde kunst is.

Het tweeledig doel van de beeldbepalende monotheïstische godsdiensten verklaart grotendeels de verstarring. Want naast zingeving (‘de binnenkant‘) moeten godsdiensten door belangenbehartiging, het uitschakelen van rivalen, fondsenwerving, en marketing en publiciteit continu werken aan hun eigen voortbestaan (‘de buitenkant‘). Met ook nog eens het risico dat de buitenkant door wereldse leiders wordt gekaapt. Dat gevecht om continuering leidt tot starheid en verstijving. 

Schermafbeelding van deel artikelKunst doet wat religie nalaat‘ van Hizir Cengiz in de Kanttekening, 14 september 2022.

Cengiz eindigt zijn commentaar met de persoonlijke noot dat hij nimmer vraagtekens bij zijn religie mocht plaatsen, want dat was ‘des duivels, bijna blasfemie‘. Dat is een juiste constatering van hem. Verstarring is onlosmakelijk verbonden met traditionele godsdienst. Het is er zelfs een bestaansvoorwaarde van. De vraag naar eigen ontstaan en herkomst is binnen traditionele religies een taboe. Die vraag mag niet gesteld worden. Terwijl in de kunst per definitie geen enkele vraag taboe is. Dat verklaart het verschil tussen kunst en religie.

In februari 2022 stelde ik in het commentaarOmarm secularisatie. Beschouw kerken als culturele instellingen. In ruil voor subsidie kunnen ze hun politiek-maatschappelijke claim op de samenleving inruilen‘ over wegkwijnende kerken die door de ontkerkelijking niet meer onderhouden kunnen worden dat religieuze organisaties voortaan opgevat zouden moeten worden als culturele organisaties.

Het verschil tussen kunst en religie is historisch, dramatisch en functioneel minder groot dan het lijkt. Door de eeuwenlange dominantie van religie zijn ze uit elkaar gegroeid en is de overeenkomst uit zicht geraakt. Nu in West-Europa het belang van religie afneemt en kunst zich dynamisch handhaaft is het moment gekomen om ze weer als twee kanten van dezelfde medaille te gaan beschouwen.

Bizar vonnis in Mechelen: Radicaal-rechtse activisten veroordeeld die spandoek met tekst ‘Stop Islamisering’ toonden

In Mechelen heeft een correctionele rechtbank vier leden van de Vlaams-nationalistische beweging Voorpost veroordeeld tot zes maanden cel voor het aanzetten tot haat en geweld. Reden voor de veroordeling was het in mei 2020 tijdens een demonstratie tonen van een spandoek met als opschrift ‘Stop Islamisering’. Hier is het vonnis te lezen. Aanzet tot haat of geweld jegens een groep is de aanklacht, in dit geval de moslimgemeenschap. De advocaten van de aangeklaagden protesteerden tevergeefs dat de rechtbank niet bevoegd was omdat het om een drukkersmisdrijf zou gaan.

Ik ben het niet met de standpunten van Voorpost of de nationalistische partij Vlaams Belang eens, maar evenmin met de motivatie van het vonnis. Overigens evenmin met de verdediging door de advocaten van Voorpost. De valkuil van een zaak als deze is om de eigen mening te laten bepalen door het feit dat men het niet eens is met de overtuiging van de aangeklaagden. Men moet echter het vonnis kunnen bekritiseren zonder het eens te zijn met de rechts-nationalistische overtuiging van de vier veroordeelden.

In de vonnis is naar mijn idee dit de sleutelzin, waarbij met ‘hem’ wordt verwezen naar aangeklaagde LV: ‘Volgens hem is er geen wet die kritiek op eender welke godsdienst verbiedt’. Uit het vonnis blijkt dat dit aspect door rechtbank noch verdediging wordt uitgewerkt. Dat is merkwaardig. Waarom is dit door de verdediging niet uitgewerkt?

België kent net als Nederland het secularisme als politieke filosofie. Dat houdt in dat alle godsdiensten en levensovertuigingen voor de wet gelijk zijn. Onder de rechtsstaat is voor de volgers ervan het bestaan van hun favoriete godsdienst of levensovertuiging gegarandeerd, maar dat betekent niet dat kritiek erop in het publieke debat niet is toegestaan.

Religiekritiek is zelfs gewenst als men in beschouwing neemt dat vanwege de machtsvorming als wereldreligie de islam machtig is en tegen een stootje moet kunnen. Die kritiek kan opgevat worden als een instrument dat op het niveau van argumenten de vanzelfsprekendheid van de macht aanspreekt. Interessant zou zijn of een spandoek met de tekst ‘Stop Christianisering’ met een tekening van nonnen met hoofddoeken tot dezelfde argumentatie van deze rechtbank zou leiden. Zou dat ook opgevat worden als aanzetten tot haat en geweld jegens een groep, in dit geval de christenen? Met het vonnis beperkt de rechtbank van Mechelen religiekritiek.

Het zou wat anders zijn als de activisten van Voorpost een spandoek hadden getoond met een tekst die niet verwees naar de islam of de islamisering, maar direct naar degenen die zich erdoor laten inspireren, de moslims. Bijvoorbeeld, ‘Moslims Oprotten’ of ‘Minder Moslims? Dat regelen we!’. Zo’n tekst is ontoelaatbaar omdat het in strijd is met de wet die het vrij belijden van godsdienst of levensovertuiging garandeert.

De motivatie dat zo’n spandoek met een tekening van vrouwen die nikabs of boerka’s dragen ’suggereert dat in de toekomst in Vlaanderen, alle vrouwen mogelijks verplicht zullen zijn om nikabs of boerka’s te dragen’ wordt niet onderbouwd. Het Belgicisme ‘mogelijks’ houdt al een slag om de arm dat het misschien kan gebeuren. Het vonnis vervolgt: ‘Dit beeld kan angst en haat opwekken voor vreemdelingen, hun geloof en hun gebruiken en voor de mogelijkheid dat deze in de toekomst Vlaanderen zullen overheersen’. Opnieuw gebruikt het vonnis de optie van iets dat theoretisch kan, maar niet noodgedwongen hoeft te gebeuren, door de aangeklaagden wordt nagestreefd of uit hun actie volgt als bouwsteen voor de motivatie. De rechtbank bouwt hiermee op drijfzand.

Het wordt er absurd op als de vorige citaten worden gevolgd door een conclusie: ‘Aangezien de feiten klaarblijkelijk mogelijks werden ingeven door racisme of xenofobie, is de rechtbank bevoegd om de grond van de zaak te beoordelen’. Let opnieuw op de slag om de arm, ‘klaarblijkelijk mogelijks’ (!). Dat is geen juridische redenering die klopt als een bus en waar geen speld tussen te krijgen is. Het is een impressionistisch, journalistiek betoog dat een parodie op een gerechtelijk vonnis is. In bovenstaande redenering wordt iets verondersteld dat vervolgens als vaststaand wordt aangenomen. Dat is een cirkelredenering. Dit vonnis rammelt aan alle kanten.

De vier activisten van Voorpost verdienen voor genoemde actie op de Grote Markt in Mechelen op 30 mei 2020 eerder een schrobbering, dan een gevangenisstraf van zes maanden. Voor drie met uitstel. Het is voor een open samenleving lastig om grenzen te stellen. Democratie moet weerbaar zijn en verdedigd worden. Niet in het minst tegen radicaal-rechtse activisten die rare kostgangers met radicale overtuigingen zijn en dreinend de grenzen van de wet opzoeken.

Maar de democratie moet evenmin om zeep geholpen wordt door de vrijheid van meningsuiting en religiekritiek in te perken. De zittende macht moet beseffen dat de islam tegen een stootje kan en voor zichzelf op kan komen. Het is een machtige organisatie en geen slachtoffer dat beschermd moet worden. De vrije meningsuiting krijgt pas waarde als men opkomt voor degenen met wie men het niet eens is. Dat idee dient ook het uitgangspunt van een rechtbank te zijn.

Gevestigde democratische instituties moeten niet bang zijn en zelfvertrouwen tonen dat de democratie het wel redt tegen vier tamelijk onbelangrijke radicaal-rechtse activisten. Ze willen de democratie niet afschaffen, maar zich profileren met hun hun politieke agenda. Ze hebben binnen het secularisme recht op de religiekritiek die ze in Mechelen uitoefenden. Ook als daar een politieke overtuiging achter schuilgaat die de meerderheid van de bevolking verderfelijk vindt.

Imran Khan onder druk van islam-extremisten om Holocaust gelijk te stellen aan het beledigen van profeet Mohammed

In Pakistan dwongen islam-extremisten premier Imran Khan om publiekelijk te zeggen dat Westerse landen die het ontkennen van de Holocaust wettelijk hebben geregeld dat gelijk zouden moeten stellen aan het beledigen van de islamitische profeet Mohammed.

Maar islam-extremisten gaan daar niet over evenmin als de Pakistaanse premier. Khan weet dat natuurlijk ook wel. Daarnaast is het lastig om de grens te trekken tussen religiekritiek die valt onder de vrijheid van meningsuiting en laster. Wat weer wat anders is dan belediging.

Hoe men ook over de Holocaust denkt, onomstotelijk is onder historici vastgesteld dat het is gebeurd en een historisch feit is. Dat is van een andere orde dan de profeet Mohammed die een hoofdpersoon van de islam is. Hij is van belang voor degenen die in de islam geloven, maar is een fictief persoon voor degenen buiten de islam. Daarom is de eis van de islam-extremisten om andersdenkenden de dogmatiek van hun geloof op te leggen onhaalbaar. Andersdenkenden hebben een ander sentiment over profeten, verlossers en goden.

Een geloof is uitsluitend voor intern gebruik. Het belijden ervan kun je anderen niet dwingend opleggen. Achting ervoor is het hoogst haalbare en daartoe zijn de meeste andersdenkenden wel te porren. Religie is echter een fictief verhaal, een mythologisering die niet gelijk gesteld kan worden met historische feiten. Op een religieuze fantasie kan geen eis aan anderen afgedwongen worden die gelijk is aan historische feiten omdat de basis van religie denkbeeldig is.

Godsdiensten zijn minder uniek dan christelijke randdebielen en bollebozen suggereren. Het rechtvaardigt geen uitzondering voor kerkdiensten

The second drama premiere of the 63rd Dubrovnik Summer Festival, Euripides’ ancient Greek tragedy Medea directed by Tomaž Pandur and realized in | ‘Medea’s demonic aria’ on Fort Lovrjenac till 7th August | Just Dubrovnik

Het is duidelijk: de randdebielen zijn onder ons. Ze zijn van orthodox-religieuze, protestante signatuur en wonen in steden als Urk of Krimpen a/d IJssel. Ze kunnen wellicht alles van de bijbel weten en gezag hebben in eigen kring, maar hebben geen historisch besef en politiek benul. Maar ze staan niet alleen. Ze krijgen rugdekking van christelijke bollebozen.

Hoe wereldvreemd is het niet om te zeggen dat de SS vriendelijker handelde in de oorlog dan journalisten die verslag doen van de kerkgang? Terwijl heel Nederland op slot zit. Dit is rugwind voor religiecritici die kritisch zijn op religieuze instellingen en tragisch voor de meerderheid van goedwillende gelovigen die zich voorbeeldig gedragen en zien hoe deze protestante hardliners alle godsdiensten in een kwaad daglicht zetten. Deze christelijke randdebielen hebben in 48 uur meer schade aan het christendom aangericht dan vrijzinnigen en religiecritici in 48 jaar.

Zoals bij islamitisch geweld de ‘gewone’ moslims door voornamelijk rechtse segmenten van de samenleving daar op aangesproken worden (zelfs als zij of hun ouders niet eens moslim zijn maar een islamitisch land als land van herkomst hebben) zo zouden nu de ‘gewone’ christenen ter verantwoording moeten worden geroepen voor de daden en woorden van deze orthodoxe christenen.

Het is een geluk bij een ongeluk dat het orthodoxe christendom zich uitspreekt en haar ware aard toont. Want daarover bestaat onduidelijkheid. Veel Nederlanders in de grote steden denken dat deze orthodoxe christenen redelijk en niet veel anders zijn. Dat kun je vermoeden van gelovigen waarmee je nooit in aanraking komt. Dat is het misverstand. De basis voor die zelfgekozen segregatie van de orthodoxe christenen is de angst om het eigen karakter te verliezen. Daarom houden ze krampachtig aan elkaar vast en gijzelen ze in zekere zin elkaar. Op hun beurt hebben ze weer een verkeerd beeld van andersdenkenden. Dat leidt tot radicalisering in eigen kring. Dat is bij orthodoxe gelovigen van andere godsdiensten niet anders.

Het AD maakt in een artikel met als aanleiding de actualiteit van schoppende kerkgangers een rondgang langs docenten en hoogleraren theologie/ godsdienstwetenschappen waarvan er vermoedelijk in Nederland honderden zijn. Afwijkende geloofsrichtingen, gemeenschappen, stromingen en godsdiensten leiden tot afwijkende meningen over wat geloof is. Daarmee worden ook de valse tegenstellingen geïntroduceerd om het geloof te verdedigen. De bollebozen nemen het ‘genuanceerd’ op voor de randdebielen. Zo suggereren ze in hun wijsheid.

Schermafbeelding uit artikel ‘Volle kerken leiden tot onbegrip: ‘Kerkdienst is echt iets anders dan een festival’’, AD, 30 maart 2021.

Hoogleraar praktische theologie Hans Schaeffer zegt in de hierboven geplaatste schermafbeelding uit dat artikel in het AD dat ‘een kerkdienst is daarmee echt iets anders dan een voetbalwedstrijd of een festival. Eeuwenlang was het christendom in Nederland het dominante verhaal en het besef dat religie wat hogers is, vanzelfsprekend. Sinds de verlichting wordt het geloof steeds meer achter de voordeur teruggedrongen.

Dat is een valse tegenstelling. Natuurlijk is een kerkdienst iets anders dan een voetbalwedstrijd of een festival. Maar daarmee is niet gezegd dat het waardevoller is en de vrijheid van godsdienst een grondrecht is dat meer bescherming moet krijgen dan andere grondrechten. Dat suggereert Schaeffer hiermee. Het feit dat eeuwenlang een situatie heeft bestaan wil niet zeggen dat dat een juiste situatie was. De geschiedenis kent genoeg wantoestanden als kinderarbeid, slavernij of feodale verhoudingen die eeuwenlang hebben bestaan en in hun tijd vanzelfsprekend waren, maar waarvan het toch beter is dat ze niet meer bestaan.

Godsdienst is historisch ook zo’n relict uit vroeger tijden. Het christendom is een sekte van twee millennia oud. De leeftijd van het christendom is dus eerder een argument tegen voor de legitimiteit en het bestaan ervan. De ondergeschikte positie van vrouwen binnen godsdiensten is een teken van die achterhaaldheid.

Schaeffer is selectief door een kerkdienst te vergelijken met een voetbalwedstrijd of festival. Hij kan het ook vergelijken met een tentoonstelling in een openbaar museum van het werk van Mark Rothko (zoals de Rothko Chapel in Houston) of een Griekse tragedie van de grote drie tragedieschrijvers Aechylus, Sophocles en Euripides. Vooral van de eerste is duidelijk dat hij in vorm en inhoud uit dezelfde bron put van de rituelen en een mensbeeld met noodlot, zondeval en Goden als de ons nu bekende godsdiensten. Er zijn meer voorbeelden uit de kunsten, van Bach tot Marc Mulders die tegenspreken dat kerkdiensten principieel anders zijn. Dat zijn ze niet. Kunst raakt in presentaties ervan ook het diepste wensen van de mens. Daarin is religie niet uniek.

The Oresteia of Aeschylus – Leader of the Chorus

Kerkdiensten zijn op dit moment in Nederland slechts op één aspect anders. Ze genieten voorrechten die vergelijkbare theatervoorstellingen en museumprestaties niet genieten omdat ze op last van de rijksoverheid zijn stilgelegd. Dat bergt een onverklaarbare ongelijkheid in zich.

Schaeffer constateert terecht dat het geloof sinds de verlichting steeds meer achter de voordeur is teruggedrongen. Dat is er een gevolg van dat de meerderheid van de Nederlanders verklaart zich niet door een godsdienst te laten inspireren en het christendom haar dominante grip op de samenleving is kwijtgeraakt. Binnen het secularisme heeft het christendom nu dezelfde positie als andere geloven en levensovertuigingen. Ermee is het recht van de christenen niet verdwenen om zich te verenigen in kerken, maar alleen hun traditionele voorrecht waar Schaeffer nostalgisch naar terug lijkt te verlangen. De episode van de kerkdiensten tijdens de pandemie verduidelijkt dat zelfs dit voorrecht van het christelijke geloof niet definitief is verdwenen. Dat is het naijl-effect van christenen die zich in de politiek hebben verschanst en met een beroep op de voortreffelijkheid en bijzonderheid van hun geloof dat aloude voorrecht als natuurlijk opeisen.

In Amerikaanse gevangenis mag ‘sjamaan’ Jacob Chansley zijn geloof vrij uitoefenen

Men hoeft het niet eens te zijn met de politieke overtuiging en capriolen van de 33-jarige ‘sjamaan’ Jacob Chansley die op 6 januari 2021 door zijn uitmonstering met een gehoornde hoofdtooi en een speer van 1,80 meter veel media-aandacht trok bij de bestorming van het Capitool om toch waardering te hebben voor zijn religieuze geloof en hoe de Amerikaanse overheid dat respecteert. Chansley die in bewaring is gesteld is op zijn verzoek verhuisd naar een gevangenis in Virginia omdat die kan voldoen aan zijn verzoek voor een volledig biologisch dieet. Zijn advocaat had beoogd dat het sjamanistische geloof van zijn cliënt dat vereist. Hij zou in de gevangenis 10 kilo afgevallen zijn omdat hij weigerde niet-biologisch voedsel te eten.

Op deze uitspraak kwam kritiek omdat het om een verkleedpartij (‘cosplay’) zou gaan. Chansley zou zich de cultuur van inheemse volkeren toe-eigenen. Verder zou hij als witte, ultra-rechtse man bevoordeeld worden door het rechtssysteem, een recht dat etnische minderheden (Moslims, BLM) onthouden wordt. Afgelopen werken trok de zaak van Jenny Louise Cudd veel aandacht omdat ze als verdachte van dezelfde bestorming van het Capitool van een rechter toestemming kreeg om op vakantie naar Mexico te gaan.

De kwestie van het geloof van Jacob Chansley gaat over de vrijheid van godsdienst. Wat zijn de criteria waar de staat zich op dient te baseren als de burger onder verwijzing naar dat geloof een recht claimt? In de video noemt juriste Trudy Rushforth die een gids voor gevangenisfunctionarissen over het uitoefenen van religie in de gevangenis schreef dat het haar zou verwonderen als Chansley dit recht niet was toegekend. Oprechtheid is volgens haar voldoende. In de VS wordt het principe van vrije uitoefening van religie in de gevangenis serieus genomen.

Het verschil over deze kwestie van ‘nieuwe godsdiensten’ tussen het Amerikaanse en Nederlandse rechtssysteem is dat in de VS de bewijslast bij de rechter ligt en in Nederland bij degene die zich beroept op het geloof. In een uitspraak uit 2018 oordeelde de Raad van State dat de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster overtuigingskracht, ernst, samenhang en belang miste om als godsdienst beoordeeld te horen. Dat beschouwde ik in een commentaar als een gebrekkige, achterhaalde, paternalistische en onwaarachtige uitspraak. Mede omdat deze criteria niet worden gesteld aan bestaande godsdiensten, die evenmin voldoen aan al deze criteria, en zo de rechter rechtsongelijkheid creëert tussen oude godsdiensten en bewegingen die claimen een godsdienst te zijn. En daardoor aan de gelovigen die zeggen lid van zo’n beweging te zijn. Met de uitspraak treedt in mijn ogen de Raad van State buiten de juridische paden van de Nederlandse grondwet en Europese wetgeving en laat het zich in haar toetsing leiden door ouderwetse maatschappelijke opvattingen.

Verwarring speelt tegenstanders van voormalig president Trump en de complotdenkers parten die het ongepast vinden dat Chansley door te verwijzen naar zijn godsdienst voorrechten krijgt. Maar de Amerikaanse grondwet staat dat recht toe. Het tonen van oprechtheid is voldoende. De conclusie is dat men het oneens kan zijn met Chansley’s politieke overtuiging en zijn beroep op het sjamanisme en zijn koppeling van dat geloof met biologisch voedsel om hem toch dat recht toe te kennen. Het doet er niet toe of hij zich gedraagt als een satiricus, activist of clown. Zijn sjamanistisch geloof hoeft niet samenhangend, overtuigend of serieus te zijn om toch door de Amerikaanse staat erkend te worden als godsdienst waar rechten aan kunnen worden ontleend. De critici die Chansley zijn geloof niet gunnen, bestrijden met hun tegenstand dat wat ze zeggen te verdedigen. Ze hebben wel gelijk als ze zeggen dat zonder mits en maren aan alle gevangen dat recht dient te worden toegekend.

Scientology Nederland claimt onterecht dat het is erkend als godsdienst. Het is onjuist dat de staat zich niet uitspreekt over toetreding godsdiensten

Robert Kruijt van Scientology Nederland gaat in op de vraag of Scientology in Nederland een erkende godsdienst is. Hij meent van wel. Maar dat is onjuist. De Scientology Kerk heeft in tegenstelling tot gevestigde godsdiensten geen ANBI-status omdat het onder meer niet kan voldoen aan het criterium van de Belastingdienst dat het ‘zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut’. Dat bepaalde in 2015 het Gerechtshof Den Haag in een uitspraak. Kruijts claim dat de Scientology Kerk in Nederland door de Belastingdienst wordt erkend is onjuist. Waarom hij de Belastingdienst noemt, terwijl hij weet dat zijn organisatie er niet door erkend wordt lijkt een kwestie van brutale marketing.

Interessanter is zijn opvatting dat in Nederland de Nederlandse overheid zich niet bemoeit met aangelegenheden binnen een kerk of religieuze organisatie. Kruijt schetst in zijn rooskleurige opgewektheid een vals beeld. Het is een misverstand dat de staat zich hier niet over uitspreekt en dat de toetreding van nieuwe religieuze organisaties tot de religieuze markt geen belemmeringen kent. Er bestaan wel degelijk indirecte en verdekte blokkades van de Nederlandse overheid om nieuwe religieuze organisaties of organisaties die claimen een godsdienst te vertegenwoordigen de voet dwars te zetten.

Tekenend zijn de pogingen van de Nederlandse afdeling van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster om erkend te worden als godsdienst. Deze Kerk loopt al enkele jaren tegen politieke en maatschappelijke hindernissen op. Overigens een Kerk met veel meer leden dan de Scientology Kerk. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde in een uitspraak van 15 augustus 2018 dat de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster geen godsdienst is. Ik noemde dat in een commentaar een uitspraak vol gebreken. Onder meer omdat de de Raad van State theologisch niet geëquipeerd is om theologische doctrines af te wegen en niet dient te oordelen over de ‘binnenkant’ van organisaties die claimen een godsdienst te zijn.

De rechterlijke macht is een van de drie machten binnen de Nederlandse staat. Het oordeelt over de toegang van toetreders tot de religieuze markt. Door op de rem te staan kunnen rechtscolleges die toegang blokkeren of vertragen. Dat gebeurt in dit voorliggende geval van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster en daarom kan men niet zeggen dat de overheid zich hier niet mee bemoeit en dat de toetreding vrij is. Dat is het pertinent niet. De rechterlijke macht is onderdeel van wat Kruijt ‘de overheid’ noemt. De staat, of overheid, mengt zich wel degelijk in het interne debat over wat een godsdienst is. Het is in strijd met de vrijheid van godsdienst.

Het is duidelijk waarom Kruijt een vals beeld geeft van de Nederlandse religieuze situatie. Hij probeert hiermee kritiek te weerleggen door net te doen alsof in Nederland alles kan en nieuwe religieuze organisaties met open armen worden ontvangen en zijn eigen organisatie ook makkelijk door de ballotage is gekomen. Maar dat is onjuist. Scientology wordt in Nederland getolereerd en net als in landen als België, Frankrijk en Duitsland niet erkend als godsdienst, maar als sekte gezien.

Uitzondering van godsdienst bij COVID-19 maatregelen roept reacties op die voorrechten van geloofsgemeenschappen ter discussie stellen

Religieuze organisaties hebben in Nederland voorrechten die andere maatschappelijke instellingen niet hebben. Mensen die samenkomen voor hun geloof of levensovertuiging zijn door de rijksoverheid uitgezonderd van de maatregelen voor samenkomsten. Ze hoeven zich niet te houden aan regels voor het maximaal aantal personen in een kerk, moskee, synagoge of ander gebedshuis. Ook is er geen verbod op zingen.

Dat is met gebruik van een cirkelredenering en onder verwijzing naar de vrijheid van godsdienst meten met een dubbele standaard. Het is doorgaans lastig om dat verschil goed duidelijk te krijgen omdat veel voorrechten die de relatie met overheden betreffen verhuld zijn, maar het Nederlandse kabinet heeft tijdens de pandemie dat verschil scherp benadrukt door religieuze organisaties meer vrijheden te geven.

Het kan geen toeval zijn dat in het kabinet twee christelijke partijen vertegenwoordigd zijn die voor religieuze organisaties zonder twijfel hebben gelobbyd dat er uitzonderingen worden gemaakt op de beperkende COVID-19 maatregelen. Alle mensen zijn gelijk, maar gelovigen zijn meer gelijk dan anderen. De VVD en D66 stemmen er tot hun chagrijn mee in. Waarom deze liberale partijen de kans laten liggen om de uitzonderingen die kerken ed. genieten uit te breiden naar theater, restaurant, bioscoop, conservatorium (koren!) of muziekpodium is onbegrijpelijk.

De liberale premier Rutte kon desgevraagd niet uitleggen waarom religieuze instellingen die erediensten verzorgen anders worden beoordeeld dan maatschappelijke of culturele organisaties. Hij had kunnen zeggen dat dat nu eenmaal in lijn is met de Nederlandse traditie. Dat sluit namelijk aan bij de voorrechten die christelijke organisaties altijd al genieten. Maar dat kon hij om politieke redenen natuurlijk niet zeggen, ofschoon het duidelijker was geweest als hij wel volmondig de dubbele standaard had erkend.

Tegelijkertijd zijn maatschappelijke en culturele organisaties te afwachtend om zich te hullen in een kerkelijke of humanistische mantel. Hoe creatief ze kunnen zijn bewijst in Nederland een kerkelijk genootschap die zich de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster (KVS) noemt. Ik ben sinds oktober 2015 inschrijven als Pastafarian en heb nooit aan enige bijeenkomst deelgenomen of ben lastiggevallen door schooibrieven om geld. Overigens heb ik met welwillende commentaren mijn solidariteit voor de KVS uitgesproken. De teneur is dat de overheid of mensen die namens de overheid besluiten nemen over geloof in maatschappelijke ontwikkeling achterlopen op de opvatting in de samenleving dat geloof en levensovertuiging breed opgevat moeten worden.

Daarnaast is de juridische weeffout dat zonder voldoende theologische expertise rechters de competentie toegekend krijgen om te beslissen of de KVS een godsdienst is en over de financiële en andersoortige voorrechten die daarbij horen. Deze gang van zaken is een fout in de Nederlandse rechtsgang die ik hier en hier beredeneerd heb. Hoewel de opzet duidelijk en wellicht onbewust is van de betrokken rechters: het afschermen van de religiemarkt voor toetreders en het beperken van voorrechten tot een traditionele groep van godsdienstige organisaties die in koepels georganiseerd zijn en aldus een duidelijk aanspreekpunt voor de rijksoverheid zijn.

In het West-Vlaamse Oostende laat cafébaas Xavier Troisi van Café Crayon het er niet bij zitten. Ook in België worden gevestigde godsdiensten bevoordeelt. Hij zegt in een artikel van HLN van 9 december 2020: ‘Ik begrijp niet waarom geloofsgemeenschappen een uitzondering mogen krijgen en de gesloten sectoren niet.’ Troisi heeft daarom zijn eigen geloof opgericht, het Crayonisme. Hij beoogt hiermee een versoepeling voor de horeca te bewerkstelligen. Zijn zaak is sinds begin november 2020 gesloten vanwege de tweede lockdown. Troisi combineert serieusheid met luim en relativering. Want hij beseft dat het beter is dat de horeca tot maart 2021 dicht blijft. Maar zijn argumentatie is dat dit dan exact zo zou moeten gelden voor geloofsgemeenschappen.

De kritiek van deze cafébaas komt overeen met de kritiek in Nederland op de voorrechten van geloofsgemeenschappen. Troisi zegt volgens HLN op sociale media: ‘Ik ben zeker niet tegen geloof op zich of hun volgelingen. Maar ik zou het toch frappant vinden dat de overheid plooit voor de oproep van de geloofsgemeenschappen. De kans dat zij uitzonderingen zullen krijgen, lijkt me wel groot. Maar kan iemand me uitleggen waaróm religie een versoepeling zou krijgen? Ik vind dit weinig geloofwaardig tegenover de sectoren die al een hele poos gesloten moeten zijn, zoals horecazaken, kapsalons en andere contactberoepen. Als je met tien in een kerk kan zitten, kan je ook in je eentje in een kappersstoel plaatsnemen of op een terras zitten. En volgens mij kan je religie ook perfect thuis uitoefenen, toch?

Net als de KVS in Nederland heeft het Crayonisme geen kans om op korte termijn erkend te worden. Het ter discussie stellen van ongewenste en onrechtmatige voorrechten van gevestigde godsdiensten is een kwestie van lange adem. De enige optie is om door te gaan met erop te wijzen dat er een dubbele standaard bestaat die godsdienst begunstigt. Zodat uiteindelijk het conservatisme dat hier achter ligt en de gevestigde godsdiensten beschermt een kleiner gezag krijgt dan het nu nog heeft en het beleid eindelijk bij de tijd kan worden gebracht.

Foto’s: Schermafbeeldingen van artikelCafébaas richt eigen geloof op: “Met 10 in een kerk zitten? Dan ook met 10 op een terras”’ van Timmy Van Assche in HLN, 9 december 2020.

Evangelische christen J. Warner Wallace schiet in eigen voet bij zijn oordeel over de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster als fictie

J. Warner Wallace richt een stroman op om die vervolgens in de fik te steken. Maar hij verwerpt slechts zijn eigen opinie, niet die van degenen die hij claimt te verklaren. Dat is misleiding van hem. Hij scherpt de verschillen tussen godsdiensten aan. Laat ik voor mezelf spreken. Als ingeschrevene (sinds oktober 2015) als Pastafarian bij de Nederlandse Kerk van het Vliegend Spaghettimonster (KVS) drijf ik online of offline geen spot met gelovigen of met godsdienst. Integendeel, waarom zou ik, want ik ben als lid van deze Kerk zelf een gelovige. Wallace kan dan wel beweren dat de KVS door Bobby Henderson is begonnen als een parodie om zich af te zetten tegen de gevestigde godsdiensten, maar dat leidt nog niet tot de conclusie dat het om die reden geen legitieme godsdienst kan zijn. Daarbij is Wallace geen objectieve waarnemers, maar een directe concurrent van de KVS op de religiemarkt. Hij staat op de loonlijst van de evangelische Biola University.

In 2018 schreef ik in een commentaar dat door rechters de lat voor toetreders tot de religieuze markt hoger gelegd wordt dan voor gevestigde godsdiensten: ‘Als Pastafarianen moeten ‘bewijzen’ dat hun godsdienst ‘overtuigingskracht, ernst, samenhang en belang’ bevat dan valt er vanwege de gelijkheid van godsdienst nog wel wat meer te bewijzen. Zoals ‘Jezus’ die over water loopt of diezelfde ‘Jezus’ die opvaart naar de hemel. En er zijn nog meer van die tovertrucs, wonderen en onverklaarbare transformaties in godsdiensten. Wat te denken van de Koran die geen mensenwerk zou zijn en niet door mensen geschreven is, maar in de Arabische taal door God via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard is? Ga er als objectieve beoordelaar maar aan staan om dat overtuigend en serieus te vinden.’ Kortom, Wallace meet aantoonbaar met twee maten.

Wallace kan zijn minachting voor de KVS moeilijk verbergen. Maar hij gaat pas genadeloos de fout in als hij een onderscheid aanbrengt russen religieuze en fictieve claims. Hij laat zichzelf hiermee niet alleen kennen als kleingeestig, maar ook als een opinieleider die zijn christelijke overtuiging voor de empirische wetenschap zet. Het onderscheid dat hij maakt is normatief. Wallace stelt een norm voor de godsdienst die hij verdedigt om die norm op een godsdienst die hij aanvalt niet van toepassing te verklaren. Wallace bedient zich dus van een cirkelredenering. Maar er is geen objectieve waarheid waaraan hij zijn norm kan toetsen. In elke geval niet een norm die door de volledige theologische wetenschap gedeeld wordt. Denk aan progressieve theologen als Harry Kuitert die het (christelijke) geloof terugbrengen tot een menselijke constructie. Dus fictie.

Zowel het christendom als de KVS zijn godsdiensten die vanuit de fictie, de fantasie zijn vormgegeven. Er bestaat geen onderscheid tussen een religieuze en fictieve claim. Hoeveel woorden en pseudo-waarheden over de historische achtergrond van het christendom Wallace ook gebruikt om het tegendeel te beweren. Het christendom heeft uiteraard een langere geschiedenis dan de KVS. Inclusief meer getuigenissen en aansluiting bij de gevestigde macht. Maar daaruit valt niets af te leiden over de kenmerken van christendom en de KVS. Dat beeld bestaat alleen in het gedachtengoed van types als Wallace. Zijn behoudende mening is prima, maar hij gaat over een rode lijn als hij daarmee andere godsdiensten probeert te veroordelen en uit te sluiten van de lucratieve religieuze markt. Hij preekt voor eigen parochie. Meer moeten we er niet achter zoeken.

Bladna.nl gebruikt een vermoeden over naamsverandering van Irina Shayk om te spreken over ‘de heersende islamhaat in de wereld’

Bladna.nl is een online uitgave van het bedrijf Websil dat in het Marokkaanse Rabat is gevestigd. Bladna.nl is de Nederlandstalige versie van het Franstalige Bladi.net dat zich afficheert als ‘de eerste virtuele gemeenschap in Marokko’. Hoofdredacteur van Bladna.nl is Saïd Amraoui. Het afficheert zich op haar beurt als ‘belangrijkste nieuwswebsite voor Marokkanen in Nederland en België’. Er is nauwelijks nieuws over die landen op te vinden.

Amraoui is ook verbonden aan Hadjinfo. Dat is een informatieplatform voor de moslimgemeenschap in Nederland en België dat de pelgrimstocht naar Mekka omvat. Het heeft een islamitisch karakter en werkt samen met de Saoedische overheid, maar ook met reisbureaus. Hadjinfo is een project van Atlasbridges.nl dat zegt als missie te hebben ’te zoeken naar Marokkaanse en Arabische islamitische karakteristieken’.

Door de persoon Saïd Amraoui zijn dus Bladna.nl, Hadjinfo en Atlasbridges.nl verbonden. Op deze organisatie lijkt het uitgangspunt van de door beschuldigingen van seksueel overschrijdend gedrag van zijn voetstuk gevallen islamitische denker Tariq Ramadan van toepassing. Namelijk dat hij de moderniteit naar de islam brengt, maar niet de islam naar de moderniteit. Hij was tot zijn ontslag in 2009 verbonden aan de Erasmus Universiteit als gasthoogleraar en bij de gemeente Rotterdam als ‘bruggenbouwer’. Het is vergelijkbaar met de EO dat zich aansluit bij de tekenen van de tijd, maar tegelijk doelbewust de identiteit van een eigen religieuze zuil nastreeft. Ofwel, het moderniseert de vorm, maar niet de inhoud van waaruit het zich blijft voeden.

Het kan dat Atlasbridges welgemeend probeert ‘interactie tussen allochtonen en autochtonen te vergroten om wederzijdse interesse en begrip te stimuleren en zo structurele veranderingen aan te brengen daar waar het noodzakelijk blijkt te zijn’. Maar dit geeft ook gelijk de beperkingen aan van deze visie. Want het ter discussie stellen van de islamitische dogmatiek zal nooit noodzakelijk worden geacht. Deze islamitische organisaties in een modern jasje proberen de moslims in Nederland en België op een indirecte manier vast te houden. Men kan zich afvragen of partners van Hadjinfo, zoals de Rijksuniversiteit Groningen en het Tropenmuseum (NMVW) dit beseffen en waarom ze hieraan nog steeds denken mee te moeten werken. In een eerste fase van emancipatie kan dit een streven zijn dat steun verdient, maar na verloop wordt het een gevangenis die moslims opsluit in een eigen reservaat binnen de open, pluriforme samenlevingen van België en Nederland.

Hoe de islamiserende apartheid werkt bij Bladna.nl maakt een artikel van 4 augustus 2020 over het van oorsprong Russische model Irina Shayk (artiestennaam) duidelijk. Zij heet voluit Irina Shaykholislamova.

Het oorspronkelijke artikel van 3 augustus 2020 van Bladi.net over Irina Shayk bevat de volgende passage:

Terwijl Bladna.nl praat over ‘de heersende islamhaat in de wereld’ heeft Bladi.net waarop Bladna.nl zich baseert het over ‘een “wereldwijde oorlog tegen het terrorisme”, waarbij sommige mensen in anti-moslim paranoia leefden.’ Bladna.nl baseert de uitspraak van ‘heersende islamhaat in de wereld’ niet op het artikel van Bladi.net dat genuanceerder is en de belangrijke beperking geeft dat ‘sommige mensen’ in anti-islam paranoia leefden. Het gebrek aan nuancering van Bladna.nl wordt er nog vreemder op als we kijken naar het artikel in Le Monde waar Bladna.nl naar verwijst en dat blijkbaar de primaire bron is voor de berichtgeving van de artikelen in Bladna.nl en Bladi.net. De koppen van beide Marokkaanse media benadrukken dat Shayk werd gedwongen de islam uit haar naam te verwijderen, terwijl Le Monde het er in de kop bij laat wat de ‘echte naam’ van Shayk betekent. Het wordt er trouwens nog gecompliceerder op omdat Irina Shayk slechts een vermoeden en geen bewijs heeft dat haar volledige naam de reden voor de geweigerde toelating in de VS was.

In vertaling zegt Le Monde: ‘Ze probeerde een jaar lang tevergeefs een visum voor de Verenigde Staten te krijgen, maar realiseerde zich dat haar achternaam, “Leider van de  Islam”, de oorzaak was. Dit is de tijd van de “wereldwijde oorlog tegen het terrorisme”, die vaak overgaat in antimoslim paranoia’. De versie van Bladi.net komt overeen met die van Le Monde, waarbij eerstgenoemde het specifieker maakt door het te hebben over ‘sommige mensen’ terwijl Le Monde het algemeen houdt. Hoe dan ook wijkt de versie van Bladna.nl op het aspect van de reden voor Irina Shayks weigering om in de VS toegelaten te worden af van de versies van Bladi.net en Le Monde. Bladna.nl introduceert zonder dat daarvoor in beide artikelen een reden te vinden is de veroordelende en niet onderbouwde uitspraak over ‘de heersende islamhaat in de wereld’.

Daarnaast is het al een eeuw normaal dat publieke figuren die in de VS een carrière in de kunsten of de amusementsindustrie nastreven hun naam aanpassen. Zoals Irina Shayk deed. Het geldt overigens ook niet-publieke individuen. Dat kan door de naam te veramerikaniseren, te versimpelen of op te poetsen zodat die aansprekender, herkenbaarder en beter uitspreekbaar wordt. Dat betreft immigranten en leden van etnische minderheden die in de VS zijn geboren. De onlangs overleden acteur Kirk Douglas heette oorspronkelijk Issur Danielovitch Demsky, jazzsaxofonist Stan Getz werd geboren als Stanley Gayetsky en de Egyptische acteur Omar Shariff als Michel Demitri Shalhoub. Uitzonderlijk is de naamaanpassing van Irina Shaykholislamova niet.

Foto’s 1 en 4: Schermafbeelding van delen artikelLa top-model russe Irina Shayk, de son vrai nom « Chef de l’Islam »’ van 2 augustus 2020 op Le Monde:

Foto 2: Schermafbeelding van deel artikelIrina Shayk gedwongen Islam uit naam te halen’ van 4 augustus 2020 op Bladna.nl.

Foto 3: Schermafbeelding van deel artikel ‘Irina Shayk contrainte d’effacer l’islam de son vrai nom’ van 3 augustus 2020 op Bladi.net.

Oordeel over wat een ‘echte religie’ is, is niet aan het openbaar bestuur of de rechterlijke macht

Voorrechten zijn uiteindelijk de oorzaak voor de vraag of een beweging een religie is. Ofwel, aan het recht van een beweging om zich een religie te mogen noemen zijn voordelen verbonden. Zoals belastingvoordelen, toegang tot overheidssubsidies of maatschappelijk prestige. Dit geeft aan dat gevestigde religies een streepje voor hebben boven niet-gevestigde religies of niet-religies. Hoewel sommige niet-religieuze bewegingen of levensovertuigingen zoals het humanisme door de Nederlandse overheid in hetzelfde domein worden geplaatst als religies. Met als belangrijkste doel om via een omweg die religies te beschermen.

Het openbaar bestuur en de rechterlijke macht hebben vanwege de vrijheid van godsdienst niet te oordelen over de innerlijke werking van religieuze organisaties. Ze kunnen niet aantonen dat een religie geen religie is, evenmin als de religieuze organisatie kan aantonen dat het wel een religie is. In 2018 oordeelde de Raad van State dat de Kerk van het vliegend Spaghettimonster geen godsdienst is. Maar dat is een oneerlijke toetsing die toetreders tot de religieuze markt benadeelt. In een commentaar schreef ik daar toen over: ‘Als de rechter godsdiensten werkelijk op overtuigingskracht, ernst, samenhang en belang zou toetsen, dan zouden immers alle godsdiensten door de mand vallen en blijft er geen enkele over. Schijnverklaringen die bijvoorbeeld in strijd zijn met de laatste natuurwetenschappelijke inzichten tellen niet. Ook best, maar dan wel: ‘gelijke monniken gelijke kappen’. Ofwel, op de criteria van ernst en samenhang waar de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster op wordt afgewezen, moeten dan precies zo het Christendom of de Islam afgewezen worden. Dat is een politieke keuze die moed, durf en non-conformisme vereist.’ 

Wat een godsdienst is valt niet makkelijk te bepalen. De bandbreedte is breed. Dat is begrijpelijk omdat de betekenis van de term ‘godsdienst’ vaag is en dit de weg opent voor uiteenlopende interpretaties. Daarbij zijn godsdiensten dynamisch en in ontwikkeling. De religieuze markt waarop de godsdiensten elkaar ontmoeten is een vechtmarkt met grote economische, politieke en maatschappelijke belangen. Dat strekt zich uit tot de eisen die gesteld mag worden aan het geloof van een gelovige die zich laat inspireren door een godsdienst. Die interne dimensie omvat ook de vrijheid voor de gelovige om gedachten en overtuigingen te hebben die tegenstrijdig zijn aan de gedachten en overtuigingen die uit dat geloof volgen. Dit alles geeft aan dat het lastig, zo niet onmogelijk is om aan de hand van vooraf bepaalde criteria vanaf de buitenkant te toetsen wat een godsdienst is. Hoofdzaak is dat godsdiensten in de praktijk elkaar uitsluitende kenmerken hebben. Ofwel, godsdiensten zijn niet onder één noemer te vangen of over één kam te scheren volgens artikel 9 van de EVRM.

Het openbaar bestuur blijft zo worstelen met de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster waaraan het eisen stelt dat het aan traditionele godsdiensten niet stelt, zoals de eis dat het een volwaardig systeem van denken is. Maar dat leidt tot  een normatief en ongepast oordeel. De overheid beseft dat het verkeerd handelt, maar probeert door vertraging dit onderwerp op de lange baan te schuiven. Religie is Schrödingers kat, niemand weet vanaf de buitenkant of de inhoud ervan wel of niet levend is. Ook het openbaar bestuur en de rechterlijke macht niet. Maar ze doen net alsof dat wel zo is. Bevreesd waarschijnlijk voor de omstandigheid dat als de religieuze markt opengesteld moet worden voor nieuwe toetreders die niet meer te controleren is.

Zie voor verder lezen over de documentaire I, Pastifari: www.ipastafaridoc.com