PvdA Amersfoort stelt vragen over financiële problemen van Museum Oud Amelisweerd

pvda1

pvda2

In juni 2012 besloot het College van Amersfoort om ‘het vertrekkende Armando Museum’ een bruidsschat van 1 miljoen euro mee te geven. Vele partijen onder wie de PvdA maakten bezwaar, zoals dit nieuwsbericht aantoont. De kritiek ging er niet alleen over dat de wethouder van cultuur Mirjam Barendregt de raad niet tijdig en volledig geïnformeerd zou hebben, maar ook dat een bruidsschat voor een museum dat het College uit Amersfoort liet vertrekken onlogisch en buiten proportie zou zijn. Het was een afkoopsom voor onbehoorlijk bestuur die alle betrokkenen tevreden moest stellen. Voor 1 miljoen euro kocht Amersfoort dit dossier af en schoof het door naar de gemeente Utrecht. Het wordt in 10 jaarlijkse termijnen uitbetaald. Wethouder Barendregt trad overigens af in september 2011 wegens kostenoverschrijdingen van het Eemhuis.

Nu stelt PvdA’er Louis de la Combé bovenstaande raadsvragen aan het College van Amersfoort. Hij creëert trouwens op twee aspecten onduidelijkheid. De bruidsschat van Amersfoort aan Museum Oud Amelisweerd (MOA) wordt niet uitbetaald in 10 gelijke delen, zoals het betalingsschema verduidelijkt. In het begin is er naar verhouding meer uitbetaald. Verder is de gemeente Utrecht niet voornemens om ‘een subsidie van 4×75.000 te schrappen’, maar neemt het College van Utrecht een advies van een Advies Commissie Cultuur uit mei 2016 niet over. Reden dat het College dit advies niet overneemt is een motie die het College bindt om zeker tot 2022 (de looptijd van de bruidsschat) geen cent bij te dragen aan de exploitatie van het MOA.

De raadsvragen van De la Combé zijn interessant omdat ze de belangrijkste aspecten op een rijtje zetten. De PvdA wil weten of de Amersfoortse bruidsschat eraan meehelpt om het MOA een gezonde financiële basis te geven. Het vermoeden dat het geld in een bodemloze put verdwijnt wordt vertaald in vragen naar de bijzonderheden. De PvdA vraagt naar de exacte verwoordingen van het contract tussen Amersfoort en Stichting MOA als huidige exploitant van het MOA. De PvdA wil de garantie dat bij een faillissement van de Stichting MOA in bijvoorbeeld 2016 de bruidsschat over 2017-2021 niet wordt uitgekeerd. En wil weten wat de afspraken van de afwikkeling zijn. Te denken valt aan de vraag aan wie rente over de hoofdsom toevalt.

Vraag 4 over de privécollectie van Armando is er na de opmerking  van bestuurslid Geert Noorman van de Stichting MOA in een artikel in ’t Groentje (Bunnik) alleen nog maar relevanter op geworden. Hij zei in november 2015 na het verschijnen van het jaarverslag 2014 dat afsloot met een tekort van 136.000 euro: ‘En we kunnen altijd nog in kosten snoeien. Of desnoods werken van Armando verkopen, mocht hij daar toestemming voor verlenen.’ Het is van groot belang dat er geen vermenging optreedt tussen kunsthandel en overheidssubsidie. Musea worden daar door hun ethische code ook aan gehouden. De constructie met de bruiklenen van Armando via de Armando Stichting aan de Stichting MOA is verwarrend en vraagt om zorgvuldig toezicht. Inclusief op de jaarlijkse depotkosten van omstreeks 30.000 euro.

Zie hier en hier voor de meest recente stukken -met relevante verwijzingen- over Museum Oud Amelisweerd.

Foto: Schermafbeelding van schriftelijke vragenFinanciële problemen Museum Oud Amelisweerd’ van de PvdA aan het College van Amersfoort, 22 september 2016.

Nederland heeft duizenden gevangen islamitische vrouwen. Het probleem is al jaren bekend. Tijd voor harde aanpak?

bra

In Amsterdam zitten zo’n 300 islamitische vrouwen opgesloten in hun eigen huis, gevangen gehouden door hun man. De Marokkaanse Rafia probeert ze te bevrijden.’ Aldus de toelichting bij een reportage van het programma Brandpunt. Rafia is hulpverleenster Rafia Allouch van de Stichting Home Empowerment (SHE) die is ‘gespecialiseerd in het bestrijden en terugdringen van huiselijk geweld’. Keklik Yucel heeft vandaag namens de PvdA kamervragen gesteld aan minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie. Zij wil weten hoeveel vrouwen er in Nederland in huis gevangen zitten, of de minister het aanvaardbaar vindt dat ze van hun vrijheid worden beroofd en wat hij er aan gaat doen om een einde te maken aan deze situatie.

Het probleem van de vooral islamitische vrouwen die in Nederland gevangen worden door hun man is al meermalen geconstateerd. Zoals in het rapportLeven in gedwongen isolement’ uit 2015 van het Verwey-Jonker Instituut. De schatting was toen dat er alleen al in Den Haag 190 tot 250 vrouwen in gedwongen isolement leefden. Volgens onderzoekster Lisanne Drost zou ’gezien de complexiteit van het probleem’ dat aantal nog hoger kunnen liggen  Waarna golven van publiciteit volgden. Maar er weinig veranderde aan de leefsituatie van deze vrouwen. Al in 2012 constateerde Drost dat er in Amsterdam ‘naar schatting enkele honderden vrouwen gedwongen geïsoleerd’ leven. Naast in Nederland zouden ze vooral in Marokko, Turkije, Suriname, Irak en Somalië zijn geboren. Dat wijst opnieuw op een islamitische achtergrond.

Het gedwongen thuishouden van deze voornamelijk islamitische vrouwen is een schande voor de Nederlandse rechtsstaat. Ondergeschikt is of de motieven worden ingegeven door religieuze of culturele aspecten, of een combinatie daarvan. Deze vrouwen hebben recht op bescherming en recht op een eigen leven dat niet door mannen geleefd wordt. De vrijheid van godsdienst garandeert dat ieder individu de keuze heeft om zijn of haar godsdienst of levensovertuiging vrij te belijden. De overheid dient te waarborgen dat ieder in Nederland wonend individu in de praktijk die vrijheid heeft. Een misverstand is dat ingrijpen de vrijheid van godsdienst aantast. Juist niet ingrijpen door overheden tast de vrijheid van godsdienst aan. Overheden moeten ingrijpen.

Naschrift: Een berekening leert dat het voor heel Nederland om duizenden vrouwen gaat. Als Den Haag 250 gevangen vrouwen heeft op 520.000 inwoners en Amsterdam 300 gevangen vrouwen op 835.000 inwoners, dan komt dat alleen al voor de grote steden neer op 1 gevangen vrouw op 2500 inwoners. Voor de kleinere steden en het platteland zullen naar verwachting de cijfers lager zijn omdat er naar verhouding minder islamitische gezinnen wonen. Het probleem is nauw verbonden met de armoede, die volgens het SCP in de grote steden en de noordelijke provincies naar verhouding het grootst is. Deze onderliggende gegevens lijken een voorzichtige schatting te rechtvaardigen dat er in Nederland duizenden gevangen vrouwen zijn.

Foto: Schermafbeelding van artikel ‘Rafia: “Ze willen een traditionele vrouw. Hoe onderdaniger, hoe beter!”’ van Brandpunt, 26 september 2016. Zie hier voor reportage.

Gary Johnson heeft weer Aleppo-moment. Hij kan geen enkele buitenlandse leider noemen

Chris Matthews van MSNBC vroeg presidentskandidaat Gary Johnson van de Libertarian Party wie zijn favoriete buitenlandse leider is. Johnson moest het antwoord schuldig blijven. Zelfs de leiders van de buurlanden Justin Trudeau (Canada) of Enrique Peña Nieto (Mexico) bij wie Donald Trump laatst met veel ketelmuziek op bezoek ging wist Gary Johnson niet te noemen. Hij merkte op dat hij opnieuw een Aleppo-moment had. In een ander interview bleek hij geen idee te hebben wat ‘Aleppo’ was. Johnson heeft nu in de peilingen zo’n 6-8% steun.

Dit is triest. Niet zozeer omdat dit Johnson diskwalificeert die blijkbaar geen elementaire kennis heeft van buitenlandse politiek, maar omdat dit iets zegt over het Amerikaanse politieke systeem en het mentale isolationisme van de Amerikanen. Ze achten zich exceptioneel en de ‘leider van de vrije wereld’. En dat zijn ze ook door hun gigantische militaire overmacht en hun krachtige economische en culturele positie. Maar ook lopen ze soms met gebrek aan kennis als olifanten door de porseleinkast van de wereld. Denk aan president George ‘W’ Bush die in het Midden-Oosten een ramp veroorzaakte door de invasie van Irak. Uiteraard is er in de VS bij universiteiten en politieke instituten nog ruimschoots de beste specialistische kennis over de wereld voorhanden, maar als dat door de politiek steeds minder ingezet wordt dan ontstaat een gevaarlijke situatie.

Op USUncut verwoordde ik mijn commentaar, ook in reactie op die Amerikanen die Johnson niet te zwaar willen vallen over zijn tweede Aleppo-moment. Ze willen de lat niet hoog leggen. Op de achtergrond speelt de strijd om het presidentschap. MSNBC is op de hand van Hillary Clinton. De Republikeinse Joe Scarborough vecht op Morning Joe zelfs dagelijks een vete uit met Donald Trump. De achtergrond is dat uit peilingen blijkt dat de zogenaamde third-party kandidaten Gary Johnson en Jill Stein meer stemmen wegsnoepen bij Clinton, dan bij Trump. Vooral Johnson. Dus zijn supporters vermoeden dat dat de reden voor de vraag van Matthews is. Mogelijk, maar dat neemt niet weg dat Johnson opnieuw zijn onkunde etaleert en door de mand valt.

No, this is not a cheap shot. Gary Johnson isn’t up to the job and poorly prepared. Even an average citizen with serious interest in foreign affairs could name dozens of foreign leaders. The question was not about rocket science, but about basic knowledge and general development. Elementary. Johnson lacks that knowledge and development. 

How is it possible a candidate who lacks elementary knowledge of global affairs has a 6-8% support in the polls? What does that say about the quality of American politics and the way to select candidates? 

It is weird Clinton, Trump, Johnson and Stein are the best the American people can offer. A four wheel drive with square wheels. All four candidates are disastrous. 

My pick: Angela Merkel (Germany), Justin Trudeau (Canada), Nicola Sturgeon (Scotland), Mohammed VI (Morocco) and Dalia Grybauskaitė (Lithuania).

MH17: Net sluit zich tergend langzaam om Russische Federatie

Vandaag presenteerde het JIT de gegevens van het strafrechtelijk onderzoek over het neerhalen van de MH17. In het JIT werken België, Australië, Maleisië en Oekraïne onder leiding van Nederland samen. Hoofdofficier Fred Westerbeke (OM) maakte bekend dat gisteren toestemming is gegeven om het onderzoek tot begin 2018 te verlengen. Dat is nodig omdat de identificatie van de daders nog niet is afgerond. Volgens de onderzoekers zijn er zo’n 100 betrokkenen in beeld die als verdachte of getuige gelinkt kunnen worden aan de schuldvraag.

Het JIT bouwt het onderzoek langzaam op. Sommigen vinden dat het te traag gaat. Het is stellig in wat het weet en stellig in wat het niet kwijt wil: ‘Het Joint Investigation Team (JIT) is ervan overtuigd onomstotelijk bewijs in handen te hebben om vast te kunnen stellen dat vlucht MH-17 op 17 juli 2014 is neergeschoten door een BUK-raket uit de 9M38-serie. Ook de afvuurlocatie kan bewezen worden, aldus het JIT. Het gaat om een landbouwveld bij Pervomaiskyi, dat op dat moment in handen was van separatisten.’ Tevens is de route van het BUK-systeem bekend dat van en naar de afvuurlocatie werd getransporteerd: het kwam uit de Russische Federatie en is er ook weer naar afgevoerd. Het JIT bevestigt de gegevens over de route die onder meer door onderzoekscollectief Bellingcat zijn gepresenteerd, maar gaat verder in de onderbouwing. Naast film- en fotomateriaal maakt het JIT ook gebruik van radargegevens en afgeluisterde telefoongesprekken.

De strategie van het JIT en het Nederlandse kabinet lijkt op omcirkeling van de Russische Federatie zonder dat centraal te stellen. Het stapelt bewijs op bewijs en hoopt zo de zaak steeds sterker te maken. Op welke manier het proces van de schuldigen gevoerd moet worden maakt het JIT afhankelijk van het soort dader. Dat kan internationaal of nationaal georiënteerd zijn, of een tussenvorm ervan.

Naar verwachting zijn nu de binnenlandse critici gerustgesteld die voortdurend met kritiek kwamen op de keuzes die het JIT maakte. De presentatie leek ook als nevendoel te hebben om aan deze critici uit te leggen hoe omvangrijk en complex zo’n onderzoek is. Op dit moment werken er volgens Westerbeke nog steeds zo’n 100 rechercheurs aan deze zaak. De Russische critici zullen niet gerust zijn gesteld. Zij zien dat er weliswaar niet direct naar Russische daders wordt verwezen, maar ze voelen wel dat dat indirect gebeurt.

Opmerkelijk was de hint van Westerbeke dat er een Oekraïense inkeerregeling is voor direct betrokkenen bij het transport en de lancering van de BUK die uit de school willen klappen. Dat duidt erop dat het JIT zich concentreert op Oekraïense betrokkenen bij de identificatie van de daders. Waar dat de betrokkenen uit de Russische Federatie laat die betrokken waren bij de operatie is de vraag. Zoals het ook nog steeds onduidelijk is of het lanceren van de BUK gebeurde door een zelfstandig opererend Russisch legeronderdeel of dat er sprake was van een hybride pro-Russische operatie waarbij Russen en Oekraïeners met elkaar samenwerkten.

Hoe de vandaag gepubliceerde onderzoeksgegevens de relatie met de Russische Federatie beïnvloeden is onduidelijk. Louis Bontes van VNL riep volgens een bericht in De Volkskrant al om zwaardere economische sancties tegen de Russische Federatie en vindt dat de Russische ambassadeur moet worden uitgewezen nu aannemelijk is gemaakt dat de BUK uit de Russische Federatie kwam. Maar een verwijzing naar betrokkenheid van de Russische legertop of het Kremlin is nog niet aangetoond. Hoewel dat wel steeds waarschijnlijker wordt gemaakt in het onderzoek. De politiek moet de bevindingen van het JIT volgen en niet andersom.

Nederland doet er vanaf nu verstandig aan elke amicaliteit met Russische leiders uit te sluiten en diplomatieke contacten tot het noodzakelijke te beperken. Dus geen bierdrinken van de koning meer met president Putin zoals begin 2014 in Sochi gebeurde. Nederlands wisselgeld is de houding over het internationale gasproject Nord Stream II. Waar bedrijven als Shell en Gazprom met de Russische Federatie samenwerken zouden de leden van de Tweede Kamer door een Nederlandse rem op dit project duidelijk kunnen maken dat het ze meer te doen is dan om mooie woorden alleen. De daad moet nu maar eens bij het woord gevoegd worden om de economische en politieke invloed van de Russische Federatie in de EU terug te dringen. Het wordt tijd.

bir

Foto: Peter Koole, ‘Birthday’, 2015. Acryl op canvas.

Nostalgie in de politiek (Farage, Trump, Putin, Wilders) biedt geen oplossing voor problemen van vandaag. Bewustwording gevraagd

willem_van_de_velde_ii_-_de_verovering_van_het_engelse_admiraalschip_de_royal_prince-1

We leven in een toenemend digitale wereld. Die glijden we geleidelijk in. Dat is de wereld van het dualisme. De wereld van de ‘1’ en de ‘0’. Een wereld waarin we moeten kiezen. Als er niet voor ons gekozen wordt. Ook nog eens een wereld waarin van alles in rap tempo verandert. Landen veranderen van karakter. Miljoenen mensen zijn op de loop. Nostalgie is het middel om de pil te vergulden. Maar nutteloos voor de toekomst omdat het geen oplossing voor nieuw opdoemende problemen zoekt. Het ontkent het bestaan van het probleem.

In een artikel voor International Business Times beschrijft James Bloodworth dat mechanisme van nostalgie in de politiek. Met de aankeiler ‘Rather than confronting issues with fresh ideas, movements are fearfully retreating to the halcyon past.’ Ofwel: ‘In plaats van problemen met frisse ideeën aan te pakken, trekken   bewegingen zich angstig terug in een vreedzaam verleden’. Dat gebeurt wereldwijd. Bij Nigel Farage, Donald Trump, Vladimir Putin en in Nederland Geert Wilders en Thierry Baudet. Deze bewegingen trekken zich terug in een nationaal verleden dat ze idealiseren. Daartoe worden de natiestaat, het Stalinisme of een ver verleden van eeuwen terug (‘Balkenende: VOC-mentaliteit’) afgestoft, opgepoetst en de inwoners van een land als voorbeeld voorgehouden. Maar het is een dwaalspoor omdat het de problemen van vandaag niet aanpakt.

James Bloodworth en velen met hem worstelen om de groep politici die focust op een nationaal verleden te omschrijven. Moeten ze ‘populisten’, ‘rechts-nationalisten’ of ‘post-waarheid’ politici genoemd worden die de feiten ondergeschikt maken aan hun mening en zo hun eigen waarheid boetseren? Hij opteert nu om dit type politici anders te noemen: nostalgie, ze voeren een politiek van nostalgie. Bloodworth ziet dit populisme dat grote delen van het Westerse electoraat boeit als een vierkant voorwerp dat door een rond gat wordt gejaagd.

Bloodworth constateert dat de meeste nostalgie in grote lijn berust op een bewust verkeerde lezing van de feiten. Het is de illusie die Thierry Baudet, Jan Roos of Geert Wilders de Nederlanders voorhouden. Namelijk dat Nederland in een wereld vol agressie en bedreigingen als alleenstaande natiestaat kan overleven zonder bescherming van supranationale organisaties als de EU of de NAVO. Dat alles gevoed door een afnemend historisch besef en gereduceerd geschiedenisonderwijs en het eigen gesloten gelijk van de sociale media.

De verkeerde voorstelling van zaken is dat Nederland opnieuw ‘groot’ kan worden gemaakt. Maar de Gouden Eeuw komt nooit terug. Vluchten in nostalgie is een schijnoplossing. Problemen van vandaag kunnen alleen aangepakt worden door problemen van vandaag aan te pakken. Zo simpel is het. Sociaal-economische ongelijkheid wacht erop om opgelost te worden. Zoals problemen die verband houden met huisvesting en stadsontwikkeling, werkgelegenheid en inkomensongelijkheid. ‘Als het heden zo onophoudelijk grimmig is voor velen, dan is het nauwelijks een verrassing dat mensen zich willen nestelen in de warme halfschaduw van het verleden’. Beredeneerd vanuit de politieke marketing is het nauwelijks een verrassing dat politici in dat gat duiken. Maar de politiek van nostalgie help ons geen spaan verder. Laten we ons daar beter van bewust zijn.

Foto: Willem van de Velde de Jonge, De verovering van de Royal Prince, 13 juni 1666. Collectie Rijksmuseum.

Bestuur Piratenpartij stapt over naar Forum voor Democratie. Partij is in rechtse richting bijgebogen. Hoe nu verder?

pir

Het schip van de Nederlandse Piratenpartij (PPNL) heeft ernstige averij opgelopen. De NOS bericht dat alle bestuursleden zijn overgestapt naar het Forum voor Democratie (FvD). Het vehikel dat Thierry Baudet rond zich opgetrokken heeft en nu meedoet aan de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Het bevestigt mijn vermoeden dat de PPNL de afgelopen jaren in rechts vaarwater verzeild was geraakt. De overstap van leden van de in beginsel toch links-liberale of links-anarchistische PPNL naar de rechts-populistische FvD is een politieke oversprong die vrijdenkende Piraten het schaamrood naar de kaken jaagt. Of lijsttrekker Ancilla van de Leest die interviews afneemt voor Café Weltschmerz in politiek opzicht zoveel anders is betwijfel ik.

Op 15 juli 2012 maakte ik hier in een commentaar bekend dat ik lid was geworden van de PPNL. Tegen mijn natuur in omdat ik een natuurlijk wantrouwen heb jegens politieke partijen. Het was de toenmalige lijsttrekker Dirk Poot die me over de streep trok. Hij is een voormalig VVD-stemmer met een links-liberaal wereldbeeld. Iemand die als een wetenschapper bleef uitgaan van de feiten en geen complottheorieën optuigde door feiten te verdraaien. Vanaf 2013 analyseerde hij in de media scherp en deskundig de gebeurtenissen rond Edward Snowden en de NSA. Mij bleef het een raadsel waarom Poot met zijn genuanceerd beoordelingsvermogen en digitale expertise niet ingelijfd werd door de journalistiek of een NGO. Of door de overheid die liever met Bas Eenhoorn in zee ging. Maar bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 12 september 2012 had de PPNL niet meer dan een halve zetel gehaald. Mijn stem en steunbetuiging aan de partij hadden niet geholpen.

In 2014 en 2015 raakte de PPNL uit mijn gezichtsveld. Ik hield me verre van partijbijeenkomsten. De partij haalde nauwelijks de media nog. Tot ik in oktober 2015 een nieuwsbrief van de PPNL las en me doodschrok. Erin stond: ‘De opstelling van de PP t.o.v. de GeenPeil actie is besproken en er is besloten hieraan steun te verlenen omdat alle uitbreidingen van de democratische inspraakmogelijkheden welkom zijn.’ Dat was in de periode dat Geen Peil (voor het commercieel aanjagen van Geen Stijl) in de zomer van 2015 het Oekraïne-referendum had opgestart. Met partners zoals FvD. Naar nu achteraf valt te reconstrueren gebruikten de voormannen Jan Roos (Geen Stijl) en Baudet (FvD) dit referendum als carrière-opstapje naar de partijpolitiek.

Ik schreef op 30 oktober 2015 een brief naar het partijbestuur en vroeg om opheldering: ‘Deze opstelling van de PPNL treft me onaangenaam. Niet alleen omdat ik de campagne van GeenPeil als een conservatief en rechts-populistisch geluid inschat en de PPNL daartoe geen afstand houdt, maar juist omdat de PPNL het nog ondersteunt ook. De reden die wordt gegeven komt me eerlijk gezegd tamelijk naïef voor en doet me opnieuw twijfelen aan het politiek-strategisch inzicht van de leiding van de PPNL. Waar staat de PPNL nou eigenlijk voor als het steun geeft aan een conservatieve EU-scepticus als Thierry Baudet die de belangrijkste geestelijke vader van de campagne tegen het Associatieverdrag met Oekraïne is? (..)// Graag nodig ik het bestuur uit om duidelijk te maken wat de overwegingen waren van de PPNL om steun te verlenen aan genoemde campagne van GeenPeil. Van het antwoord laat ik mijn besluit afhangen of ik mijn lidmaatschap opzeg. Dit laatste bedoel ik niet als dreigement, maar eerder om aan te geven welk belang ik aan deze kwestie hecht. Een lidmaatschap van een politieke partij vat ik op als een afspraak van twee kanten. Ik meende in juli 2012 lid geworden te zijn van een links-liberaal-anarchistische beweging met mooie kernpunten over internetvrijheid, bestuurlijke transparantie, democratisering en andere onderwerpen die me aan het hart gaan en waarin ik me helemaal kan vinden. // Sinds 2012 bespeur ik weinig voortgang in de opbouw van de PPNL en het doordringen van het Piratengeluid in de publiciteit. Op een incidenteel optreden van Dirk Poot na waarvan het me trouwens meestal onduidelijk is of hij voor de partij of op eigen titel optreedt. Ik begrijp de organisatorische en financiële  problemen van de PPNL en wil daar niet te hard over vallen. Maar als de PPNL nu ook al steun verleent aan de campagne van GeenPeil dat ik inschat als een vehikel om de democratie en de EU te verzwakken dan voel ik me niet meer thuis bij zo’n PPNL. Ik zie het als een teken van het wegglijden van de PPNL in een richting die niet de mijne is. Hoe dat dan ook komt. Een halszaak is het allemaal niet. Zo gaat het nu eenmaal. Mensen ontmoeten elkaar en nemen weer afscheid. Vat dit schrijven dan ook niet op als kritiek, maar als een tussenbalans, als een teken van een buitenstaander die hoe dan ook constructief staat tegenover de PPNL.’ 

Constructief was ik tot vandaag. Ik heb dit 11 maanden laten rusten. Maar nu het bestuur van de PPNL in zijn geheel overstapt naar het FvD en ik evenmin vertrouwen heb in de koers van de huidige lijsttrekker voel ik me niet meer gebonden om te zwijgen. De top van de partij heeft de eigen denkbeelden verloochend.

Op 21 december 2015 kreeg ik een mailtje van de nieuwbenoemde penningmeester als reactie op het mailtje waarin ik om opheldering vroeg. Het antwoord bevatte zinsneden die me tegen de haren in streken. Zoals ‘Wie denk jij wel dat je bent als jij de mening van zeer veel Nederlanders kan afdoen als populair of conservatief’ en ‘In een (politieke)discussie is er geen foute mening, maar vrijheid van mening’. Ik laat het hier maar bij, ik vond het niet van het niveau dat ik verwachtte van het hoofdbestuur van een politieke partij. Ik antwoordde op 21 december 2015: ‘Hierbij zeg ik per 1 januari 2016 mijn lidmaatschap op de PPNL op. Ik verzocht via de secretaris om een uitspraak van het bestuur en krijg een in mijn ogen kwalitatief bedenkelijk antwoord van de penningmeester dat naar mijn idee ook nog eens persoonlijke opmerkingen bevat. Dat alles was niet wat ik voor ogen had en verwacht van het landelijk bestuur van een politieke partij. Bestuurlijk en politiek-inhoudelijk voel ik me niet thuis bij de huidige PPNL.’ Ik heb nooit antwoord gekregen van het bestuur.

Foto: Schermafbeelding van deel artikel ‘Het rommelt binnen de Piratenpartij’ van de NOS, 26 september 2016.

Marketing voor tentoonstelling Alma-Tadema mag niet zo heten

Het is van alle tijden iets het omgekeerde te noemen van wat het is. Dan wordt politiek ineens anti-politiek, terwijl het zich nog steeds in hetzelfde politieke domein afspeelt. Leden van het establishment profileren zich als anti-establishment terwijl ze nog even bekakt spreken en hun achtergrond er niet om liegt. Type Boris Johnson. En de echtgenote van het staatshoofd met de aanspreektitel ‘koningin’ met de verkeerde vader en de blonde haren profileert zich als iemand die ‘net zo gewoon is als ons’. Waarom dat gebeurt is duidelijk. Zo’n schijnbeweging probeert het ware karakter te verhullen, ons op het verkeerde been te zetten en voor zich te winnen. Het is beredeneerde ontregeling die ons beoordelingsvermogen probeert te beïnvloeden.

Natuurlijk is de vondst van dit werk van de Brits-Nederlandse schilder Lourens Alma-Tadema in scène gezet. Georkestreerd vanuit de marketing. Als zo’n kunstwerk ‘ontdekt’ of ‘herontdekt’ wordt dan gebeurt dat doorgaans in de aanloop naar een grotere tentoonstelling waarop dat kunstwerk ‘past’. Dat kan geen toeval zijn. Vervolgens haalt de ontdekking de publiciteit. Maar ‘doorgestoken kaart’ mag het niet genoemd worden omdat de initiatiefnemers vermoeden dat als bekend wordt dat het ingestoken is de betovering afneemt. Dan wordt het door het publiek niet meer ervaren als een onverwachte of bovennatuurlijke ontknoping die uit de lucht komt vallen (deus ex machina), maar als een gecalculeerde actie van de afdeling marketing. Dat moet verhuld blijven. Opvallend is de rol van de media die beter kunnen weten, maar toch telkens weer op komen draven om verslag te doen van iets waarvan ze weten dat het precies andersom zit dan het voorgesteld wordt.

Zelfs als het andersom werkt en publiciteit over een tentoonstelling of kunstenaar mensen alert maakt op hun eigen collectie of herinneringen aan een kunstwerk naar boven haalt, dan nog is het geen toeval. Uiteindelijk wordt het voor het karretje van de tentoonstelling gespannen. Ook dan is marketing het uitgangspunt.

Thierry Baudet stapt in de partijpolitiek. Versplintering op rechterflank

Het wordt druk op de rechterflank van het politieke spectrum: Jan Roos, Geert Wilders en Thierry Baudet. De laatste maakte vandaag bekend met Forum voor Democratie deel te nemen aan de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer op 15 maart 2017. Ze vissen in dezelfde vijver van ongenoegen. Terwijl Roos en Baudet het voorstellen alsof ze zich richten tegen Rutte’s VVD, doen ze feitelijk exact het omgekeerde. Ze snoepen kiezers af van de PVV, en verzwakken zo deze partij. De versplintering op rechts dient de VVD. Overigens is het van weinig belang hoe groot de PVV wordt omdat behalve een aarzelende VVD geen enkele partij ermee wil samenwerken. Voor een meerderheid in de Eerste Kamer zijn minimaal 4 partijen nodig.

Het is een raadsel wat Baudets politieke doel  is. VNL en PVV dekken programmatisch de rechterflank nu al goed af. Forum voor Democratie lijkt daar niets aan toe te voegen. Er gaan al geruime tijd geruchten dat Baudet tegen de PVV aanleunt, maar mogelijk is zijn overstap op karakterologische bezwaren gestuit.

Dat partijen niet naar kiezers luisteren en ‘referenda’ worden genegeerd zijn onjuiste beweringen van Baudet. Door de meervoudsvorm grijpt hij terug naar 2005 met andere hoofdrolspelers en een politiek situatie. De Algemene Beschouwingen maakten duidelijk dat partijen juist wel naar kiezers luisteren. Door de koopkracht te repareren en de identiteit van Nederland te beschermen. Kritische economen menen juist dat het kabinet van VVD en PvdA de kiezer te veel tevreden wil stellen en zich beter aan de begrotingsdiscipline zou houden.

Het Oekraïne-referendum was niet bindend en verplicht de regering niet om de uitslag over te nemen. Artikel 13 van de Wet Raadgevend Referendum stelt als voorwaarde dat de regering ‘zo spoedig mogelijk’ reageert. De termijn is niet nader omschreven. Dat geeft het kabinet de ruimte. Binnen de wet kan het kabinet zelfs de uitslag naast zich neerleggen als het ‘zo spoedig mogelijk‘ met een bekendmaking van een wet over de associatie-overeenkomst met Oekraïne komt. Uitsluitend politieke beloften bemoeilijken dat voor het kabinet.

Het Oekraïne-referendum werd niet zozeer een succes door de kracht van Jan Roos, Thierry Baudet en de initiatiefnemers van Burgercomité EU die in een geruchtmakend interview in NRC zeiden: ‘Oekraïne kan ons niets schelen’, maar door het uitblijven van tegenkracht. En het waren nog de tegenstanders PVV, SP, PvdD die zich het hardste roerden. Voorstanders mengden zich nauwelijks in de campagne. Op een beetje D66, PvdA en premier Rutte persoonlijk na. De opkomst kwam met 32% ternauwernood boven de drempel van 30%.

Dat zal bij de landelijke verkiezingen van maart 2017 volstrekt anders zijn. Dan gaat het om het eggie. Dan zetten partijen hun budgetten, publiciteitsmachine, talking heads, netwerk, kaderleden en lijntjes naar de establishment media in. Het lijkt er sterk op dat Jan Roos en Thierry Baudet zich hierop verkijken en alvast rijk rekenen. Enfin, iedereen heeft recht om de eigen carrière uit te stippelen en daarbij een gokje te maken.

Het ergste wat Thierry Baudet trouwens lijkt te kunnen overkomen is niet dat hij geen enkele zetel, maar slechts één zetel haalt. Die moet hij dan vier jaar innemen als er geen vervroegde verkiezingen komen en wordt hij elke dag geconfronteerd met zijn eigen nietigheid. Het is de vraag of zijn ego dat aankan.

Naschrift: Is het verstandig aandacht te besteden aan de oprisping van een splinterpartij? Want populisten als Trump, Farage, Boris Johnson of Wilders krijgen toch al zoveel aandacht in de establishment media. Door free publicity hebben ze hun aanhang op kunnen bouwen. Voor de waarnemer die iets geks ziet zoals Baudets egotripperij is het een lastige afweging. Hoe dat te vermelden, maar er tegelijkertijd niet de aandacht op vestigen omdat het mogelijk verkeerde krachten wind in de rug geeft? Het open debat staat toch voorop.

Schuller en Röpcke: Ruslandpolitiek van Duitsland is niet in goede handen bij Steinmeier (SPD)

Duitse linkse buitenlandpolitiek hallucineert in de opstelling jegens Oekraïne volgens journalist Konrad Schuller van de ‘burgerlijk-conservatieve’ Frankfurter Allgemeine. Door het opgeschoven politieke spectrum met nieuwkomers als de rechts-populistische AfD betekent dat feitelijk een liberale positie. Schuller vermoedt dat buitenlandminister Frank-Walter Steinmeier (SPD) om electorale redenen rekening houdt met die delen van zijn achterban met een anti-Amerikaanse houding. Dat vertaalt zich in welwillendheid jegens het Kremlin.

Ongenoemd blijft nog een niet goed verwerkt schuldcomplex over de Tweede Wereldoorlog van de Duitsers tegenover de Sovjets dat om twee redenen verkeerd wordt vertaald in welwillendheid tegenover de Russen. Wit-Russen en Oekraïeners hebben relatief en absoluut meer geleden onder de nazi-terreur dan de etnische Russen. Sommige linkse Duitsers belonen daarvoor de Russen en niet de Oekraïeners. De 40-jarige bezetting van Oost-Duitsland door de Sovjet-Unie die een generatie heeft getekend kan hierbij ook een rol hebben gespeeld. Dat schuldcomplex wordt om economische redenen ook bewust verkeerd geïnterpreteerd.

Steinmeier krijgt ook weinig waardering van de Duitse journalist Julian Röpcke (BILD). Op Twitter voert hij een ware twitterstorm tegen hem. Hij beticht Steinmeier niet alleen van de uitverkoop van Oekraïne, maar ook van Duitsland. Zoals hier: ‘Frank-Walter Steinmeier hat entweder keine Ahnung oder er lügt wissentlich über den Urheber der Massaker in Aleppo’, hier: ‘Herr Steinmeier handelt nicht mehr im Interesse Deutschlands. Er sollte sein Amt freiwillig abgeben oder dessen enthoben werden’, hier: ‘F.-W Steinmeier chose to lie about the Russian war crimes, knowing better. German FM employees must chose who they support now. GER or RUS’.

De kritiek van Schuller en Röpcke is niet ongegrond. SPD’ers als Sigmar Gabriel en Steinmeier nemen geen positie in, maar zien hun rol als faciliterend. Vice-premier en minister voor Economische Zaken Gabriel reisde afgelopen week naar Moskou met een handelsdelegatie en werd volgens een verslag in Der Spiegel te verstaan gegeven dat het Duitse bedrijfsleven geen tegenwind uit Berlijn verwacht. Gabriel werd door president Putin ontvangen, Zo vinden de kortzichtigheid en intellectuele armoede van het Duitse bedrijfsleven een voedingsbodem bij de faciliterende SPD die hiermee tevens denkt een slimme electorale slag te slaan.

Samen met Steinmeier en onder druk van het Duitse bedrijfsleven en zonder het Kremlin harde eisen te stellen pleit Gabriel voor het verlichten van de sancties die werden ingesteld na de bezetting van de Krim door de Russische Federatie. Steinmeier gaat het noemen van de waarheid over de Russische bombardementen op Syrische steden uit de weg. Het is uitsluitend aan kanselier Angela Merkel (CDU) te danken dat Duitsland nog iets van principes overeind houdt in de Ruslandpolitiek. Zij groeide in de DDR onder de Sovjet-bezetting op en weet de politiek van het Kremlin te lezen. Op Duitse sociaal-democraten kan het Kremlin rekenen. Of het de Europese veiligheidssituatie dient is niet hun zorg. Ze hopen dat politiek opportunisme zich uitbetaalt.

Oostenrijkse cabaretier Roland Düringer richt politieke partij op. Kansrijk?

Het is weer eens iets anders. Iets volkomen anders. Een acteur en cabaretier die een politieke partij begint. In Oostenrijk heeft Roland Düringer in video 272 op zijn blog aangekondigd mee te doen aan de komende nationale verkiezingen in 2017. En in video 273 staat hij op 21 september 2016 met zijn chef-plaatsvervanger voor het ministerie van Binnenlandse Zaken nadat zijn partij ‘Ab jetzt G!LTs’ is geregistreerd. Uw stem geldt in deze Anti-Oarschloch partij, zo drukt Düringer ons op het hart. Ofwel de anti-lullenpartij voor Oostenrijk.

In het commentaar van ZIB (Zeit im Bild) van publieke omroep Österreichischen Rundfunks wordt opgemerkt dat de oprichting van Düringers partij ook opgevat kan worden als kunstproject. Maar hoezo kunstproject? Omdat de initiatiefnemer een kunstenaar is? Wat dat betekent wordt niet duidelijk. Een partijprogramma is er nog niet. ZIB is sceptisch over ‘het spagaat tussen satire en politiek’. Maar door politicoloog Peter Filzmaier op te voeren redeneert het daarbij wel erg vanuit de oude politiek. Het meest actuele voorbeeld van een media-persoon die succesvol is in de politiek en weet hoe de media te bespelen laat ZIB liggen: Donald Trump.

Roland Düringer kan voor de Nederlandse situatie vergeleken worden met acteur George van Houts die zich met zijn dramaproject De Verleiders en de kritiek op de geldschepping door banken maatschappijkritisch opstelt. Kunstenaars en media-persoonlijkheden in de politiek zijn niet ongewoon. Dat loopt van Eva Perón, Ronald Reagan, Clint Eastwood, talloze Indiase filmsterren, André Malraux, Gilberto Gil en Beppe Grillo. Maar doorgaans sluiten ze zich aan bij een bestaande partij. Wat Düringer doet is anders. Het is afwachten of zijn stem gaat gelden in de politiek. Zijn voordeel is dat de geloofwaardigheid van de Oostenrijkse politiek zo laag is dat elke nieuwkomer een kans maakt. Maar wat zo’n politieke debutant weet toe te voegen is het raadsel.